Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kapitalisme
Kapitalisme is een politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt wordt door privé-eigendom van de productiemiddelen (zoals: machines, grond, gebouwen, grondstoffen en arbeid). Zij die deze middelen in eigendom hebben, mogen volgens de kapitalistische visie ook de opbrengst van deze middelen hun eigendom noemen.[feit?]
Het kapitalisme, in verschillende verschijningsvormen, is op dit moment het heersende economische systeem in vrijwel alle landen ter wereld. Het is sterk gerelateerd aan de liberale staatsfilosofie, die uitgaat van de individuele (politieke en economische) vrijheid, het eigendomsrecht en vrije marktwerking.
Geschiedenis
Het kapitalisme vindt haar oorsprong in het vroegmoderne West-Europa, waar het ontstond na de ineenstorting van het feodale systeem in de late middeleeuwen. Het vroege kapitalisme dat ontstond wordt mercantilisme genoemd.
Het kapitalistisch systeem nam eind 18e eeuw een hoge vlucht in Engeland toen de stoommachine was uitgevonden en de eerste gemechaniseerde fabrieken het daglicht zagen. Deze industriële revolutie zou zich in de loop van de 19e eeuw over Europa verspreiden. Het bezit van productiemiddelen was daardoor nog meer dan voorheen een bron van grote macht. In dezelfde periodes vonden liberale staatkundige omwentelingen plaats.
Naast deze technologische vooruitgang was er volgens Max Weber ook een verandering nodig in de levensvisie van de bevolking: een motivatie was nodig om kapitaal niet meteen uit te geven, maar het te investeren met het doel nog meer kapitaal te vergaren. Weber zag deze motivatie in de verdediging van kapitalistische waarden door Calvijn; zie calvinisme en kapitalisme.
De industriële revolutie verspreidde zich na 1800 snel naar België, Frankrijk en Duitsland. De traditie van het socialisme was een reactie op de ongelijkheid tussen bezitters en niet-bezitters die van deze ontwikkeling het gevolg was.
Met name in de Sovjet-Unie (vanaf 1917) en in de Volksrepubliek China (vanaf 1949) werd geprobeerd een socialistische economie op te bouwen. In West-Europa poogde de sociaaldemocratie, minder rigoureus, de maatschappelijke gevolgen van radicaal kapitalisme bij te sturen.
Tegenwoordig is het kapitalisme over vrijwel de gehele wereld het vigerende economische systeem en vormt het steeds sterker een mondiale markt. Over de vraag in hoeverre het kapitalisme – de vrije markt – als maatgevend moet worden beschouwd voor de verdeling van economische macht wordt verschillend gedacht. De meest principiële kritiek op het kapitalisme komt tegenwoordig uit de hoek van het andersglobalisme.
Waardering
De waardering van het kapitalisme loopt uiteen. Onder de voorstanders van het systeem vindt men van oudsher de liberalen, met voorop klassieke economen waaronder Adam Smith. Deze meende dat een kapitalistisch systeem met een zo vrij mogelijke markt de grootste individuele vrijheid zou opleveren.
Volgens de antikapitalist Karl Marx vormen de eigenaars van productiemiddelen een klasse, de kapitalisten. Een andere klasse, de arbeiders, moet zijn arbeidskracht verhuren aan die kapitalisten. Tot deze arbeiders wordt iedereen gerekend die in loondienst werkt. Dit leidt, volgens Marx, tot een onrechtvaardige machtsverhouding. Zie verder marxisme, historisch materialisme.
De politieke filosofie van het libertarisme ziet het kapitalisme als het logische gevolg van vrijheid. De vrije markt, ofwel het kapitalisme, is volgens deze visie een systeem waarin alle relaties tussen mensen (zoals die tussen werkgever en werknemer; koper en verkoper) vrijwillig zijn. Kapitalisme bevordert daarmee het ideaal van menselijke vrijheid.
De gedachte dat het kapitalisme bittere armoede genereert bij arbeiders wordt bestreden door de stelling dat het kapitalisme en de industriële revolutie reeds vanaf het begin voor grotere welvaart zorgden voor arm en rijk.
Aan de andere kant zijn er ook tal van auteurs die betogen dat het kapitalisme wel tot grotere welvaart voor zowel de armen als de rijken hebben geleid, maar ook tot een grotere ongelijkheid tussen de (kapitalistischer) Westerse wereld en de overige landen.
Een andere bezwaar tegen kapitalisme is dat het leidt tot productie- en consumptiegroei. Dit zou kunnen leiden tot verwoesting van het milieu. Een tegenwerping hiertegen is dat het probleem van milieuvervuiling in voormalig communistische landen groter was dan in het kapitalistischer Westen. Een mogelijke oorzaak is dat kapitalisme tot meer rijkdom leidt, waardoor er meer geld is om te investeren in schonere technologie.
Nog een ander bezwaar tegen kapitalisme is dat het streven naar winst ten koste zou gaan van verschillende mensenrechten en dan met name rechten als het recht op sociale zekerheid en recht op medische zorg. Het ontslagrecht is een voorbeeld van wetgeving die haaks staat op het kapitalisme omdat de overheid beperkingen oplegt. Hiertegenover staat dat er ook niet-kapitalistische economen zijn die wijzen op de niet-bedoelde gevolgen van dergelijke wetgeving, zoals de verminderde kans voor ouderen om aangenomen te worden. Overigens zijn sociale rechten in andere systemen zoals het Communisme of Socialisme allerminst gewaarborgd. Daar worden alle belangen ondergeschikt gesteld aan de partijbelangen en dat heeft onder andere tot grotere inkomensongelijkheid geleid in bijvoorbeeld de Sovjetunie en het Oostblok dan toentertijd in kapitalistische landen het geval was.
Zie ook
- Personen
- Boeken
- Overig