Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geschiedenis van het boeddhisme
Concepten |
Geschiedenis |
Stromingen |
Geschriften |
Personen |
Tempels |
Devotie |
Per land |
Termen |
Van A tot Z |
De geschiedenis van het boeddhisme begint met de geboorte van Siddhartha Gautama en beslaat de periode van 623 voor Christus tot het heden (voor meer informatie over het precieze geboortejaar van Boeddha Gautama zie: Data in het leven van Boeddha). Het boeddhisme is aldus één van de oudste nog bestaande religies. Rond het jaar 150 na Christus verscheen de stroming van het Mahayana, die zich vestigde naast het al bestaande Theravada en de overige vroege boeddhistische scholen. In de vierde eeuw na Christus verscheen vanuit het Mahayana de stroming van het Vajrayana. Binnen het Mahayana en Vajrayana gaat men ervan uit dat deze stormingen reeds grotendeels door de historische Boeddha onderricht werden.
Gedurende haar geschiedenis evolueerde het boeddhisme zich verder door het contact met verschillende landen en culturen. De originele Indische basis van de verschillende stromingen werd zo aangevuld met hellenistische, Centraal-Aziatische, Oost-Aziatische en Zuidoost-Aziatische culturele elementen.
Door de eeuwen heen breidde het boeddhisme zich in geografische zin aanzienlijk uit, zodat het overgrote deel van het Aziatische continent ooit boeddhistisch was. De geschiedenis van het boeddhisme wordt verder gekarakteriseerd door de ontwikkeling van vele verschillende stromingen en schismes. De belangrijkste hedendaagse stromingen zijn de Theravada, Mahayana en Vajrayana tradities. Deze tradities maakten elk periodes van afwisselend groei en neergang mee.
Acht eeuwen lang, van ca. 400 tot ca. 1200, had het boeddhisme een belangrijk cultureel centrum in het kloostercomplex met universiteit van Nalanda. De verwoesting hiervan door islamitische invallers heeft in sterke mate bijgedragen tot de ondergang van het boeddhisme in India, zijn land van oorsprong. De achteruitgang van het boeddhisme was daar overigens al enkele eeuwen eerder begonnen, en stond in verband met de opkomst van nieuwe richtingen binnen het traditionele hindoeïsme.
In de geschiedenis van het boeddhisme kunnen de volgende drie hoofdperiodes onderscheiden worden:
- Vroege geschiedenis van het boeddhisme
- Verspreiding van het Theravada
- Ontstaan en groei van het Mahayana
- Neergang van het boeddhisme in India
Expansie van het boeddhisme naar het Westen
Na de ontmoetingen in de klassieke oudheid tussen het boeddhisme en de westerse cultuur zoals blijkt uit de Grieks-boeddhistische kunst, vonden de eerste ontmoetingen tussen Europeanen en boeddhisten plaats toen de franciscaanse monnik Willem van Ruysbroeck in 1253 door de Franse koning Lodewijk IX als ambassadeur naar het Mongoolse hof van Mongke werd gestuurd. Het contact vond plaats in Cailac (het huidige Qayaliq in Kazachstan). Van Ruysbroeck dacht aanvankelijk dat hij te maken had met balsturige christenen (Foltz, Religies van de Zijderoute).
Echte interesse voor het boeddhisme ontstond pas ten tijde van het kolonialisme, toen Westerse machten de kans kregen de religie en haar kunstzinnige uitingsvormen nauwkeurig te observeren. De Europese filosofie werd in deze periode sterk beïnvloed door de studie van de oosterse religies.
Ook het toegankelijk worden van Japan in 1853 bracht een aanzienlijke interesse teweeg in de kunstvormen en cultuur van Japan en verschafte toegang tot een van de meest bloeiende boeddhistische culturen van de wereld.
Gedurende de 20-ste eeuw ontstond bij een groter publiek in het Westen een verhoogde interesse in het boeddhisme na het mislukken van de grote sociale utopia's zoals het nationaal-socialisme en het marxisme. Na de Tweede Wereldoorlog verschoof het vooruitgangsideaal meer naar de zelf-realisatie, niet alleen op materieel gebied, maar ook op het spirituele vlak.
Het boeddhisme was daarbij aantrekkelijk omdat het tolerant is, geen goddelijke autoriteit of goddelijk determinisme kent en zich bij de zoektocht naar de werkelijkheid richt op zelfonderzoek.
Door de vlucht van veel Tibetanen na de inval van China in Tibet werd het Tibetaanse boeddhisme opeens toegangkelijk voor de rest van de wereld.
Zie ook: Westers boeddhisme.
Externe links
- Historische tijdlijnen van het boeddhisme (Engelstalig)
- Boeddhanet Historische Bibliotheek (Engelstalig)
- Verspreiding van het boeddhisme (Engelstalig)