Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Philip Julius van Zuylen van Nijevelt
Philip (ook wel Philippus) Julius graaf van Zuylen van Nijevelt (Rotterdam, 5 januari 1743 - Utrecht, 20 februari 1826)[1] was een Nederlandse generaal. Hij werd benoemd tot maarschalk van Holland in het koninkrijk Holland en diende tijdens de napoleontische tijd als Frans senator. Hij was ook een amateurwetenschapper en is vooral bekend geworden door zijn verhandeling over schaken.
Carrière
Voor de Franse tijd
Philip Julius van Zuylen van Nijevelt was afkomstig uit het Rotterdamse regentengeslacht Van Zuylen van Nijevelt. Hij was een zoon van Jacob van Zuylen van Nijevelt (1699-1753) en Aletta Johanna Timmers. Hij studeerde wiskunde.
Hij trad in 1767 in militaire dienst als vrijwilliger in het Regiment Karabiniers Oranje-Friesland met de rang van kornet. Hij werd als snel bevorderd tot ritmeester (1768), daarna majoor (1779), en uiteindelijk luitenant-kolonel in het regiment dragonders.[2][3][4]
In 1795 werd hij bevorderd tot generaal-majoor en belast met de organisatie van de Nederlandse cavalerie.[2]
Bataafse Republiek
In 1796, een jaar na de Bataafse Revolutie, kreeg hij het bevel over de 2e Brigade van het Bataafse leger, gelegerd in Arnhem. Tijdens de Brits-Russische expeditie naar Noord-Holland in 1799 maakte deze brigade deel uit van de Bataafse 1e Divisie onder commando van Herman Willem Daendels.[5] Op 21 augustus raakte hij gewond.[2]
In 1804 werd hij bevorderd tot luitenant-generaal.[2]
Koninkrijk Holland
In het koninkrijk Holland diende hij als militair gouverneur van Den Haag en militair-commandant van de provincies Holland en Utrecht. Ook diende hij als groot-kamerheer en groot-ceremoniemeester aan het hof van koning Lodewijk I, als president van de Hoge Raad van Adel en als gouverneur van de militaire scholen.[2]
Op 1 maart 1808, nog voor de Franse inlijving van Nederland, werd Van Zuylen van Nijevelt verheven tot graaf als Frans comte de l'Empire.[6] Hetzelfde jaar betrok hij een Amsterdams grachtenpand, De Vergulde Turkse Keyser aan de Herengracht 527, dat koning Lodewijk voor 100.000 gulden voor hem had gekocht. Mogelijk verbleef Napoleon hier tijdens zijn bezoek aan Amsterdam in 1811.[7]
Van Zuylen van Nijevelt was een van drie Nederlandse generaals die tot maarschalk van Holland bevorderd werden. Koning Lodewijk benoemde op 21 december 1806 zowel Van Zuylen van Nijevelt als Jean-Baptiste Dumonceau tot maarschalk van Holland; Daendels werd enkele maanden later benoemd tot maarschalk van Holland. De Franse keizer Napoleon was woedend op zijn broer Lodewijk over deze benoemingen en op 4 februari 1810 werden alle drie benoemingen weer ongedaan gemaakt.
Frans Keizerrijk
Na de Franse inlijving van Nederland benoemde keizer Napoleon hem tot senator van Frankrijk. Toen Napoleon in 1814 aftrad, stemde Van Zuylen van Nijevelt als senator in met de nieuwe Franse grondwet waarmee Lodewijk XVIII tot koning van Frankrijk verklaard werd.[2]
Hij werd benoemd tot officier van het Franse Legioen van Eer en tevens onderscheiden met het grootkruis van de Orde van de Unie en de Koninklijke Orde van de Gouden Adelaar van Württemberg.[2]
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Van Zuylen van Nijevelt behield de rang van luitenant-generaal in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Bij Koninklijk Besluit werd Van Zuylen van Nijevelt op 17 oktober 1822 erkend in de Nederlandse adel met de titel van baron op alle wettige afstammelingen en de titel van graaf bij eerstgeboorte. De titel van baron(es) zou overgaan op al zijn wettige erfgenamen, de titel van graaf op de eerstgeborene zoon.[2][3]
In zijn laatste jaren schreef Van Zuylen van Nijevelt ook een boek over astronomie, L'Attraction détruite par le mouvement primordial. ou Théorie nouvelle du cours des corps célestes et du mouvement, orné de planches (Brussel, 1819).[2]
Schaken
Van Zuylen van Nijevelt schreef een bekende verhandeling over het schaakspel, La Supériorité aux Échecs (1792). Het boek, voluit La Supériorité aux Échecs mise à la portée de tout le monde, et particulierement des dames qui aiment cet amusement, werd meerdere keren herdrukt en in verschillende talen vertaald.
Hij was de eerste Nederlander die een boek over schaken schreef, en was waarschijnlijk de eerste die met het idee kwam van random chess (ook wel shuffle chess genoemd), een vorm van schaken met een symmetrische basisopstelling die door middel van loting tot stand komt.[8] Hij had een hekel aan openingen "met al die vervelende, steeds terugkerende patronen" en kwam daarom op het idee om de opstelling van de stukken door het lot te laten bepalen. "Dat levert een enorme hoeveelheid verschillende stellingen op, met als gevolg dat niemand ze meer van tevoren kan bestuderen", volgens de graaf.[9]
In Zwolle werd een schaakgezelschap in zijn eer gesticht.[2]
Huwelijk en nageslacht
Op 29 juni 1779 huwde hij met Clara Helena de Wacker van Son. Ze kregen zeven kinderen:[10][11]
- Adelaide Jeanne van Zuylen van Nijevelt (1780-1865), zij trouwde met bij de Leidse buskruitramp omgekomen Frans Steven Karel graaf van Randwijck (1774-1807) en werd de moeder van Lodewijk Napoleon van Randwijck
- Pieter Hendrik van Zuylen van Nijevelt (1782-1825)
- Julie van Zuylen van Nijevelt (1783-1864)
- Jeanne Marie Catherine van Zuylen van Nijevelt (1786-1848)
- Susanne Henriette van Zuylen van Nijevelt (1787-1831)
- Arnoud Jacob van Zuylen van Nijevelt (1788-1821)
- Henriette Catherine Martha van Zuylen van Nijevelt (1792-1878)
Zijn zoon Pieter Hendrik baron van Zuylen van Nijevelt vocht als kapitein aan Franse kant in de Slag bij Ocaña in 1809 en nam als kolonel en stafchef van de 2e Nederlandse Divisie aan geallieerde kant deel aan de Slag bij Waterloo in 1815. Later werd hij, net als zijn vader, generaal-majoor van de cavalerie.[3] Pieter Hendriks zoon Julius van Zuylen van Nijevelt (1819-1894) was leider van het Kabinet-Van Zuylen van Nijevelt (1866-1868).
Lodewijk Napoleon van Randwijck (1807-1891), zoon van Adelaide Jeanne van Zuylen van Nijevelt, diende als minister van binnenlandse zaken (1846-1848) en buitenlandse zaken (1848).
Externe links
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º overlijdensakte
- ↑ 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 2,7 2,8 2,9 A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13
- ↑ 3,0 3,1 3,2 Nationaal Archief
- º DutchRegiments - Cavalerie Regiment 668a
- º Slagorder Bataafse leger
- º G.P. Nijkamp, De Nederlandse adel : besluiten en wapenbeschrijvingen. SDU, 1989, p. 248
- º Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie
- º Tim Krabbé, Open Chess Diary 123, juni 2001
- º Basic-Chess
- º StamboomOnderzoek
- º Royal Ancestry File