Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mercedariërs
De Orde van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid tot Vrijkoop van Slaven, of Orde van Genade en Mercedariërs, is opgericht als een geestelijke ridderorde en is thans een bedelorde. De officiële naam van de orde is Ordo Beatae Mariae de Mercede redemptionis captivorum, afgekort OdeM.
De congregatie werd opgericht volgens de regel van Sint Augustinus in Barcelona in 1218 door de heilige Peter Nolasco en Raymundus van Peñafort, in het bijzonder voor het vrijkopen van de gevangenen van de Moren. Naast de klassieke geloften van gehoorzaamheid, kuisheid en gehoorzaamheid, leggen zij ook de gelofte af van krijgsgevangenschap, wanneer dit de enige manier is om hun beloftes gestand te doen. De orde spreidde zich snel uit in Frankrijk, Duitsland, Portugal en Spanje.
Nadat de Moren waren teruggedrongen, werden nieuwe kloosters opgericht in Montpellier, Perpignan, Toulouse en Vich. De grote verspreiding van de orde leidde evenwel tot een verzwakking van de eenheid van de naleving van de regel. Om dat te remediëren, codificeerde Bernard van Saint-Romain, de derde algemeen overste (1271), de beslissingen van de algemene kapittels. In de 14e eeuw ontstond rivaliteit tussen de kloosters van Barcelona en van Puy en tussen de priesters en de ridders, hetgeen eindigde in de opheffing van de ridders van de orde die Orde van Onze Lieve Vrouwe van Weldadigheid werd genoemd. Christoffel Columbus nam een aantal leden van de Orde van Genade mee naar Amerika en richtte huizen op in Mexico, Cuba, Brazilië, Peru, Chili, en Ecuador, en nam actief deel aan de bekering der Indianen.
In het begin van de 17e eeuw startte pater Gonzales een hervorming op. Hij kreeg daarbij de steun van de gravin van Castellan, die voor hem de noodzakelijke toestemming van paus Clemens VIII verkreeg, en hem drie kloosters schonk voor de hervormde monniken (in Viso, bisdom Sevilla, Almoragha, bisdom Cádiz, Ribas). De hervorming werd bevestigd op het provinciaal kapittel van Guadalajara in 1603. Pater Gonzales nam de naam aan van Johannes de Doper van het Heilig Sacrament, en stierf in Madrid in 1618. Paus Paulus V keurde zijn hervorming goed in 1606 en in 1621 verklaarde paus Gregorius XV de hervormde mercedariërs onafhankelijk van de monniken van de grote obeservantie. Zij vormden twee provincies, met huizen in Madrid, Salamanca, Sevilla en Alcalá, met enkele stichtingen in Sicilië.
Pater Antoine Velasco stichtte een klooster van zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid in 1568. De Zalige Anna van het Kruis werd de eerste overste. De oprichting werd toegestaan door paus Pius V. De hervormde tak richtte ook huizen met ongeschoeide nonnen op, zusters van de Recollectie, in Lura, Madrid, Santiago de Castilla, Fuentes, Thoro en elders. De vrouwelijke derde orde gaat terug tot het begin van de orde in 1265. Twee weduwen uit Barcelona, Isabella Berti en Eulalia Peins, waren de stichtsters. Zij werden door vele anderen gevolgd, zoals de zalige Maria van Cerevellon, de eerste overste van de gemeenschap. Marianna van Jezus (zalige) (-1624) stichtte nog een andere gemeenschap van de derde orde.
Op het einde van de 18e eeuw werden huizen opgericht voor de opleiding van missionarissen en in het begin van de 19e eeuw werd ook basisonderwijs in hun kloosters onderwezen. Het moederhuis is in Rome.
De orde telt thans (2005) 514 priesters en 735 broeders, verspreid over 128 vestigingen. Er zijn ook ridders aan de orde verbonden die de titel van een Ridder in de Orde van Onze Lieve Vrouwe van Weldadigheid dragen. Zij dragen een wit geëmailleerd kruis met het gouden wapen van de orde in het centrum onder een gouden kroon aan een ponceaurood lint om de hals.
Heiligen en (zaligen) van deze orde zijn:
- Peter Nolasco (1182-1258)
- Raymundus van Peñafort (1175-1275)
- Serapion (1179-1240)
- Raymundus Nonnatus (1200-1240)
- Petrus Paschasius (1227-1300)
- Petrus Armengol (1238-1304)
- Maria van Cerevellon (1230-1290)
- Marianna van Jezus (1535-1624)
- Margarita de Maturana (1884-1934).