Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Anthon van der Horst

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 5 dec 2013 om 00:38 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Anthon_van_der_Horst&oldid=39485458 Webnetprof 13 mrt 2007)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Anthon van der Horst (Amsterdam, 20 juni 1899 - Hilversum, 7 maart 1965) was een vooraanstaand Nederlands organist, dirigent en componist. Hij werd vooral bekend door zijn werk voor de Nederlandse Bachvereniging en de uitvoering van de Matthäus-Passion in Naarden. Hij was ook een groot Bachkenner en -liefhebber.

In 1919 ontving Van der Horst als eerste in Nederland in het Amsterdamse Concertgebouw de Prix d'Excellence voor orgel.

Carrière

In 1921 was hij betrokken bij de oprichting van het Amsterdamsch Muzieklyceum, waar hij van 1922 tot 1927 als docent werkte. In 1927 werd hij directeur van het Hilversums muzieklyceum en in 1935 hoofdleraar orgel aan het Amsterdamsch Conservatorium. Enige jaren werd hij daar hoofdleraar koor- en orkestdirectie. Al deze functies bekleedde hij tot vlak voor zijn dood. Hij had een grote invloed op zeker twee generaties Nederlandse organisten, door hem opgeleid, zoals: Piet van Amstel, Bernard Bartelink, Jan J. van den Berg, Piet Kee, Albert de Klerk, Frits Mehrtens, Piet Post, Charles de Wolff en Kees de Wijs. Van der Horst legde bij zijn lessen altijd veel nadruk op interpretatie, gebaseerd op het doorlopend blijven zoeken naar kennis over stijl en achtergrond van werken.

Matthäus-Passion

Vanaf 1931 gaf Van der Horst - als opvolger van de ziek geworden Evert Cornelis, die later dat jaar overleed - jaarlijkse uitvoeringen van Bachs Matthäus-Passion en Hohe Messe in de Grote of St. Vituskerk in Naarden. Deze raakten in heel Europa bekend. Van der Horst streefde er naar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke weergave te komen en dirigeerde Bachs werken bijvoorbeeld vanuit een fotografische weergave van het oorspronkelijke handschrift om zich zo heel direct met de componist verbonden te weten. Deze aanpak bracht Van der Horst lijnrecht tegenover de romantische uitvoeringen van Willem Mengelberg.

Van der Horst bleef de Matthäus-Passion jaarlijks op Goede Vrijdag in Naarden dirigeren tot kort voor zijn dood in 1965. Hij wees zelf zijn vroegere orgelleerling Charles de Wolff als zijn opvolger aan.

Koren

Van der Horst was dirigent van de Koninklijke Oratorium Vereniging te Amsterdam, het Haagse koor Excelsior, het Leidse koor Sursum Corda en de Christelijke Oratorium Vereniging in Utrecht. Hij was tevens gastdirigent bij het Concertgebouworkest en andere orkesten. Met het Amsterdams Kamerorkest, bestaande uit leden van het Concertgebouworkest, maakte hij verschillende plaatopnamen. Van der Horst kreeg als interpretator en kenner van Bachs kerkmuziek in 1948 een eredoctoraat in de godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, met prof. Gerardus van der Leeuw als erepromotor.

Composities

Van der Horst schreef meer dan honderd werken, vooral voor orgel - waaronder de Suite in modo coniuncto uit 1943 -, piano, koor a capella en koor met begeleiding van orkest, orgel of andere bezetting, onder andere de grote werken Chorus I tot en met VIII, geschreven tussen 1932 en 1961. Van der Horst schreef ook liederen voor solozang met orgel of pianobegeleiding, kamermuziek en orkestwerken, drie symfonieën (de derde met koor), twee orgelconcerten, een vioolconcert en enkele opzichzelfstaande orkestwerken, zoals de Réflexions sonores uit 1962 en de Salutation joyeuse pour l'orchestre uit 1964. Zijn werk wordt als niet eenvoudig ervaren en wellicht daarom weinig uitgevoerd.

Externe links