Atbasj
Atbasj (meer gebruikt in de Engelse spelling atbash) is een eenvoudige substitutieversleuteling, een manier om Hebreeuwse woorden te ’coderen’ door de letters te vervangen.
De eerste letter van het alef-bet, alef, wordt vervangen door de laatste letter, tav; de tweede letter, beth, wordt vervangen door de voorlaatste: sjin, enzovoort. De naam atbasj is hiervan afgeleid: alef-tav-beth-sjin (אתבש).
De codering komt reeds in de Hebreeuwse Bijbel voor. In het Boek (Jeremia 51:1) is de uitdrukking לב קמי, Lev Kamai, een atbasj-codering voor כשדים, Kasdim (Chaldeeërs). Sjesjach (Jeremia 25:26; Jeremia 51:41) is atbasj voor בבל, Bavel (Babylon).
In de joodse mystiek, bijvoorbeeld de kabbala, is het een methode om Hebreeuwse religieuze teksten te interpreteren.