Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Paul van Ostaijen

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 19 feb 2012 om 11:59 (allerlei wzijigingen / toevoegingen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Paul van Ostaijen, voluit eigenlijk Leopoldus Andreas van Ostaijen (Antwerpen, 22 februari 1896Miavoye-Anthée, 18 maart 1928) was een Vlaams dichter en prozaschrijver.

Biografie

Van Ostaijen werd geboren uit een Nederlandse vader en een Limburgse moeder. Tijdens zijn schooltijd aan het Koninklijk Atheneum kwam hij in contact met de Vlaamse Beweging. In juli 1913 werd hij van school gestuurd nadat hij een Franstalige medeleerling met een stok had afgetuigd.

Een paar maanden later ging hij aan de slag als bediende op het Stadhuis van Antwerpen. Veel verdiende hij als klerk niet, maar toch genoeg om met zijn eigen centen het Antwerpse uitgaansleven te gaan verkennen. Al gauw werd hij een bekendheid, en kreeg als bijnaam „Meneer 1830”, omdat hij als dandy in de mode van die tijd in Antwerpen langs de Meir en de De Keyserlei flaneerde.[bron?]

In maart 1913 vestigde de familie van Ostaijen zich op een landhuis aan de Lintsesteenweg 95 in het toen nog erg landelijke Hove. Vader van Ostaijen had zijn goed renderende loodgietersbedrijf stopgezet en ging rentenieren. In deze periode raakte Paul bevriend met Paul Joostens, Floris en Oscar Jespers en met de componist Jef Van Hoof, die toen in het naburige Edegem woonde. In het landhuis schrijft Paul zijn eerste gedichten zoals „Avondlast”, „Ik heb mijn venster” en „Stemming”. Deze worden later opgenomen in zijn eerste dichtbundel. Ook het overbekende kinderversje „Mark groet ’s morgens de dingen” schreef hij waarschijnlijk in Hove.

Op 4 augustus 1914 begon de eerste wereldoorlog en op 28 september volgde de Duitse aanval op Antwerpen. Paul en zijn oudere broer Constant behoorden op 4 oktober tot de laatste groep burgers die van Hove naar Antwerpen vluchtten. Vandaar trok het gezin van Ostaijen verder naar Steenbergen (NL) bij familie, tot ze eind oktober terugkwamen.

Als overtuigd flamingant raakte van Ostaijen betrokken bij het activisme. In november 1917 werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegens het uitjouwen van de franskiljonse kardinaal Mercier naar Antwerpen kwam om daar een grote processie te houden. Door toedoen van het Duitse bestuur hoefde hij echter niet de cel in. Van Ostaijen hielp mee om plannen te smeden voor het oprichten van een „Vlaamse Wacht”. Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Berlijn om niet gearresteerd te worden. Daar kon hij tot zijn ontzetting vaststellen hoe hardhandig een opstand werd neergeslagen. Zijn vriendin Emma ging steeds verder op in het uitgaansleven, tot het uiteindelijk tot een breuk kwam met Paul. Hij verzeilde in een diepe emotionele crisis. In Berlijn kwam hij tevens in contact met literatoren en kunstenaars van het dadaïsme en expressionisme. Hij begon toen ook meer proza te schrijven.

Rond 1921 schreef hij een filmscenario: De bankroet jazz. Dit werd pas in 1996 voor het eerst uitgegeven. In 2008 werd het door regisseur Leo van Maaren bewerkt tot een speelfilm, met fragmenten uit oud filmmateriaal. Het is „waarschijnlijk het eerste filmscenario dat in de Nederlandse taal is overgeleverd en tegelijkertijd het eerste volwaardig dadaïstische filmscenario ter wereld.”[1]

Nadat Van Ostaijen in 1921 uit ballingschap teruggekeerd was naar België en in Brussel de kunstgalerij ’A la vièrge poupine’ had geopend, begon hij te lijden aan tuberculose. Hij overleed op 18 maart 1928 aan de gevolgen hiervan in het sanatorium van Miavoye-Anthée in de Ardennen. Hij werd aanvankelijk in dit dorpje begraven, maar werd herbegraven op het Antwerpse Schoonselhof. Op 8 november 1972 kreeg hij er zijn definitieve rustplaats op het erepark. Zijn ’zuivere lyriek’ werd postuum uitgegeven onder de titel Nagelaten gedichten.

Levenslijn van Paul van Ostaijen
Levenslijn van Paul van Ostaijen

Werk

Bestand:Boempaukenslag.jpg
’Boem Paukeslag’ verscheen in ’Bezette Stad’ en is een van de bekendste gedichten van Van Ostaijen

Dichtbundels

  • Music-Hall (1916)
  • Het Sienjaal (1918) (humanitair expressionisme)
  • Bezette Stad (1921) (typografisch expressionisme)
  • Feesten van Angst en Pijn (geschreven 1921, postuum gepubliceerd) (kalligrafisch expressionisme)
  • Het eerste boek van Schmoll (1928) (’poésie pure’) (nooit uitgegeven)
  • Nagelaten gedichten (1928) (organisch expressionisme) met o.a. Melopee

Andere publicaties

  • De bankroet jazz (geschreven rond 1921, postuum gepubliceerd, filmscenario)
  • De trust der vaderlandsliefde (1925, grotesken)
  • Gebruiksaanwijzing der lyriek (poëticale lezing, 1926)
  • Het bordeel van Ika Loch (1926, grotesken)
  • Vogelvrij (1928, grotesken)
  • De bende van de stronk (1932, grotesken)

Citaten

«Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerd spel met woorden.»
«Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een … ethiese tafel. Zo de dichter.»
«Ik ben twee-en-dertig haast en ben nog niet getrouwd. Zal ik dan op alle punten een toonbeeld moeten zijn van de integriteit eens kunstenaars? Zal ik dan in alle vakken van de kunst de eerste prijs halen?»
«Bezette Stad was een vergif, als tegengif gebruikt. Het nihilisme van Bezette Stad kureerde mij van een oneerlijkheid, die ik eerlijkheid waande, en van buitenlyriese hoge-borst-zetterij. Daarna werd ik een doodgewoon dichter, dit is iemand die gedichtjes maakt voor zijn plezier, zoals een duivenmelker duiven houdt. Ik maak geen aanspraak op de medalje van burgerdeugd.»

Trivia

Bestand:Antwerpen Geboortehuis Van Ostaijen.JPG
Geboortehuis, met gedenkplaat, van de dichter aan de Lange Leemstraat.
  • In het Neroalbum De Ring van Petatje (1953) verklaart Nero's muze "Schiller, Vondel en Pol Van Ostayen te hebben bijgestaan." (strook 38).
  • In het Neroalbum De Prinses van Wataboeng (1995) wordt Nero in strook 4 drummer en verklaart: "Boem Boem Paukeslag. Zoals bij Van Ostaijen." (strook 4)
  • Naar aanleiding van de dichtbundel Bezette Stad (die verwantschap vertoont met het dadaïsme) verscheen in 1993 de gelijknamige strip Bezette Stad met in de hoofdrol Van Ostaijen.
  • De Belgische surrealistische schilder René Magritte illustreerde in 1926 reeds Van Ostaijens bundel Het Bordeel van Ika Loch met een tekening;
  • 1996 was het Van Ostaijenjaar omdat het toen honderd jaar geleden was dat Van Ostaijen geboren was.
  • De Vlaamse beeldhouwer Wilfried Pas maakte in 1996 een bronzen beeld van de schrijver, naar aanleiding van het Van Ostaijenjaar. Het staat sindsdien opgesteld op een met bomen omzoomd stemmig pleintje aan de Minderbroedersrui in de binnenstad van Antwerpen. Vooral de vitaliteit van de dichter heeft de beeldhouwer willen tot leven wekken, het beeld van een dichter op zijn qui-vive.
  • In 2005 eindigde hij op nr. 50 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg.
  • Weinig dichters kregen na hun dood een zo opmerkelijke belangstelling als Paul van Ostaijen. Zoals de bekende van Ostaijen-kenner, wijlen Dr. Gerrit Borgers ooit zei, naar aanleiding van het feit dat van Ostaijen drie keer werd begraven: „Hoe meer hij begraven werd, hoe meer zijn werk tot leven kwam”. In de gemeente Hove heeft hij een straat die zijn naam draagt en drie kleine monumentjes: een VTB-gedenkplaat aan de woning aan de Lintsesteenweg 95 (villa Jeanne), een VTB-gedenkplaat met het gedicht „Mark groet ’s morgens de dingen” in de bibliotheek van Cultureel centrum ’De Markgraaf’ in de Kapelstraat 8 en een gedenkplaat van de vzw ’Culturele kring Paul van Ostaijen’ in de voortuin van het Regina Pacisinstituut-basisschool 2, aan de Jozef Mattheessensstraat 62 Hove.
  • Op 22 februari 2011, tevens de geboortedag van Paul van Ostaijen, organiseerde een Brussels veilinghuis een veiling van keramiek, schilderijen en beeldhouwwerken. In de catalogus staat onder nummer 296 een gouache en collage vermeld als ’Antwerpse school, 20ste eeuw’, met signatuur ‘PVO’. De koper van het werk nam even later contact op met het Letterenhuis omdat hij vermoedde dat die signatuur op Paul van Ostaijen duidde. Een vermoeden dat door het Letterenhuis werd bevestigd. Aangezien de alerte koper zijn ontdekking wenste te tonen, besloot hij het werk in langdurig bruikleen aan het Letterenhuis af te staan.
  • Het Hovese gemeentebestuur koos in september 2011 als gemeentelijke slogan „Want het dorp is een wereld”. Dit citaat gaat terug naar het werk van Paul van Ostaijen, de nooit gepubliceerde biografische roman „Het landhuis in het dorp”.In 1983 bracht de toenmalige Hovese Kulturele kring Paul van Ostaijen vzw, o.l.v. Luciana De Potter en Jef Meulepas een mooie gemeentelijke jaarkalender uit met dit citaat uit het werk van Paul van Ostaijen.

Bronnen

  1. º Achterflap van De bankroet jazz. Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2009.

Literatuur

  • Paul van Ostaijen. BZZLLETIN 66, mei 1979.
  • Gerrit Borgers, Kroniek van Paul van Ostaijen 1896-1928, Uitgeverij Scheltens & Giltay, Den Haag; Uitgeverij Orion, Brugge, 1975, 154 blz., ISBN 90 264 3526 6

Weblinks

; inclusief een aantal volledige werken