Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gustaaf Vanniesbecq

Uit Wikisage
Versie door IPA (overleg | bijdragen) op 18 aug 2019 om 11:52
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gustaaf Vanniesbecq (Deurne 25 november 1913 - Madrid 1971) was een Belgisch collaborateur tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was in Antwerpen actief als Jodenjager voor de Sipo SD.[1][2][3][4]

Levensloop

Interbellum

Vanniesbecq was de zoon van een officier in het Belgisch leger.

Hij kende een moeilijke jeugd en werd reeds op 12-jarige leeftijd wegens landloperij opgesloten in de jeugdinstelling in Mol.

In 1929 werd de zestienjarige Vanniesbecq veroordeeld wegens verboden wapendracht, een jaar later volgde een veroordeling wegens diefstal. In 1931 volgden een nieuwe veroordeling wegens diefstal en een maand later een veroordeling wegens wangedrag.

Vanniesbecq zou volgens een na-oorlogs artikel in de jaren 30 onder meer portier zijn geweest in een bordeel. Volgens een ander artikel in diezelfde krant werd hij begin jaren 30 verdacht van de moord op een wisselagent, maar werd hij vrijgelaten wegens gebrek aan bewijzen.

Vanniesbecq flirtte even met het communisme (mogelijks was hij zelfs even lid van de Kommunistische Partij van België) maar zou uiteindelijk bij extreem-rechts belanden. Vanniesbecq werd in 1930 lid van de paramilitaire Vlaamsche Militie, die verder onder meer René Bollaerts als lid had. Beiden zouden vervolgens een gelijkaardig parcours doorlopen.

In 1931 werden ze lid van Verdinaso. Op 23 april 1933 stapten vijf geüniformeerde en met knuppels gewapende leden van de Dinaso Militie door het Antwerpse Jodenkwartier. Naast Vanniesbecq bestond de groep uit René Bollaerts, Desiré De Jongh, Lodewijk Van der Borght en Julius Debloud). Ze kregen een pak slaag van de Joodse bevolking en moesten door de politie worden ontzet. Nadat Joris Van Severen de Nieuwe Marsrichting aankondigde stapten ze over naar een resem kleinere organisaties uit de Nieuwe Orde. De eerste was het antisemitische Dinaso Oppositieblok, opgericht door onder meer Ward Hermans, Arthur Nollet en Vanniesbecq.

In 1936 zou Vanniesbecq voor onbekende tijd huisknecht worden bij tandarts Jan Laureys, die tijdens de Eerste Wereldoorlog activist was, maar nadien een eerder linkse koers vaarde.

Vanniesbecq was in 1937 met Bollaerts en Antoon Lint actief in de door René Lambrichts opgerichte anti-Joodse Volksverwering. Hij werd Algemeen propagandaleider. Bollaerts vroeg Vanniesbecq onder meer om contact te leggen met het Anti-Joodsch Front met de vraag te helpen Joden met harde hand uit het stadspark te verwijderen. Het Anti-Joodsch Front weigerde, vooral omdat ze schrik hadden dat anti-Joods geweld net zou zorgen voor maatregelen te bescherming van Joden, en het vervolgen van anti-Joodse organisaties. Volkverwering richtte omstreeks deze periode de Actie-Groep (A-G) op met als leider Vanniesbecq. Het betrof weinig meer was dan een knokploeg die regelmatig Joden mishandelde. Volkverwering richtte in Antwerpen ook anti-Joodse spreekavonden in met telkens enkele honderden aanwezigen.

Begin 1939 stapte Vanniesbecq om onbekende redenen uit Volkverwering om zijn eigen anti-Joodse organisatie op te richten, de Nationaal Volksche Beweging met als tijdschrift De Aaanval. Onder meer Antoon Lint was lid van de organisatie. In augustus lag Vanniesbecq mee aan de basis van anti-Joodse rellen in het Statiekwartier. In het stadspark kieperden ze Joden in de vijver omdat ze rustbanken in het park bezetten. De antismetieten schreven nadien dat het water niet diep genoeg was en dat "die kerels" de volgende dag terug naar het park kwamen. De Nationaal Volksche Beweging zou in 1939 ook nog een Brusselse afdeling oprichten. In juni 1939 richtte Vanniesbecq het Franstalige blad Le Combat National op.

Vanniesbecq kwam dermate op de voorgrond dat de socialistische krant Volksgazet een artikel schreef waarin het gerecht werd opgeroepen op te treden tegen de haatzaaierij van Vanniesbecq.

Vanniesbecq en Bolaaerts werkten reeds voor de oorlog als spion voor de Duitse abwehr.

Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 (de dag van de inval van de Duitsers) werd samen met 24 andere extreem-rechts prominenten (waaronder August Borms, René Lagrou en René Lambrichts gearresteerd door de Belgische overheid. Vanniesbecq werd naar het Franse kamp in Vernet afgevoerd.

Na zijn vrijlating en terugkeer naar Antwerpen werd hij lid van de Nationaal Socialistische Vlaamsche Arbeiderspartij. Hij vroeg aan de Duitse bezetter om een anti-Joods tijdschrift te mogen oprichten. Zijn aanvraag werd onderzocht door de SIPO SD en werd afgewezen. SIPO SD had de persoon Vanniesbecq onderzocht en kwam tot de conclusie dat hij onbetrouwbaar was, regelmatig met het gerecht in aanraking kwam en dat hij overal waar hij kwam met ruzie was vertrokken. Ook in het kamp in Vernet zou hij zich volgens de Duitsers hebben misdragen.

Vanniesbecq ging aan de slag op de Luchthaven van Deurne, waar hij camouflagenetten maakte voor de Duitsers. De Luchthaven zou later een groot aantal Antwerpse Jodenjagers tewerkstellen.

Piet Verhoeven en Gustaaf Vanniesbecq waren vermoedelijk de aanstokers van de anti-Joodse progrom op 14 april 1941.

Op 5 oktober 1941 werden Vanniesbecq en Bollaerts lid van de Algemeene SS-Vlaanderen. Verhoeven werd ook lid maar werd al snel uit de organisatie gezet.

Eveneens in 1941 zouden Vanniesbecq en Verhoeven ook beginnen werken voor de Geheime Feldpolizei en de SIPO SD.

Vanniesbecq richtte in 1943 een vervoerbedrijf op met Luc Remacle, ook een collaborateur.

Vanniesbecq was onder meer betrokken bij de arrestaties van Joden op 22 oktober 1942. Volgens getuigenissen na de bevrijding zou Vanniesbecq zich een appartement hebben toegeëigend van gedeporteerde Joden. De Belgische Jodenjagers werden niet betaald door de Duitsers en diefstal van bezittingen was overigens gemeengoed bij de Belgische SS'ers, onder meer Felix Lauterborn werd om deze reden een tijd opgesloten.

Na de oorlog

Gustaaf Vanniesbecq ontsnapte op het eind van de oorlog meermaals uit de gevangenis en vluchtte naar Spanje. Hij richtte er een vertaalbureau op.

Hij bleef financiële steun verlenen aan Vlaams-nationalistische initiatieven en werkte mee aan De Vrijbuiter, het blad van de Gentse afdeling van de Vlaamse Militanten Orde.

Hij overleed in 1971 in Madrid.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Gewone Vlamingen? De jodenjagers van de Vlaamse SS in Antwerpen, 1942 Lieven Saerens
  2. º Een ochtend in oorlogstijd, Lieven Saerens
  3. º Haat is een deugd: het credo van de Jodenjagers. Lieven Saerens. Lannoo, 2017, 256p.
  4. º Vreemdelingen in een wereldstad: een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944), Lieven Saerens, uitgeverij Lannoo, 2000
rel=nofollow
rel=nofollow