Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Karel van der Heijden

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 19 apr 2016 om 06:53 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Karel_van_der_Heijden&diff=cur&oldid=25795786 30 mei 2011 Robert Prummel 8 okt 2007 Menke)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Heijden, K van der.jpg
Karel van der heijden na 1879
Bestand:Karel van der Heijden.jpg
Karel van der heijden als jonge man omstreeks 1859

Karel van der Heijden (Batavia, 12 januari 1826 - Arnhem, 26 januari 1900) was een Nederlands militair. In sommige bronnen word zijn familienaam als Van der Heyden geschreven. Hij was een buitenechtelijk kind van Hubert Joseph Jean Lambert ridder de Stuers en een (naamloos gebleven) inlandse (Boeginese) vrouw. Hij werd als kind aangenomen door Jean van der Heijden en Wilhelmina Siebing. Van der Heijden was achtereenvolgens getrouwd met Henrica Titia Mensinga en met Catharina de Jongh.

Vroege jaren

De jongen werd in Nederland op een Arnhemse kostschool opgevoed waar hij in 1841 dienst nam in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). In het KNIL zou hij zich opwerken tot officier.

Indische expedities

In 1848 maakte hij als sergeant de tweede expeditie tegen Bali (zie Tweede Bali-expeditie) mee, en in 1849 de derde expeditie tegen Bali (zie de Derde Bali-expeditie). Op 11 december van dat jaar werd hij benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde. In 1850 legde hij met goed gevolg zijn officiers-examen af en nam nog in hetzelfde jaar als luitenant deel aan de gevechten in Palembang.

In 1859 werd hij controleur in de Zuidoostelijke Afdeling van Borneo en maakte daar als kapitein der infanterie de gehele zogeheten "Bandjermansinse krijg" mee (zie de oorlog in Bandjermasin), een guerrillaoorlog tegen de Nederlandse aanwezigheid. Op 7 maart 1863 werd Van der Heijden Officier in de Militaire Willems-Orde.

Europese jaren

In 1865 vertrok hij met verlof naar Europa waar hij als gast van de Franse regering de jaarlijkse manoeuvres rond Châlons-sur-Marne in de maanden juli en augustus 1866 bijwoonde. Zoals veel Nederlands-Indische officieren had Van der Heijden literaire aspiraties en hij publiceerde een boek over het Franse leger en haar tactieken. In 1867 werd hij benoemd tot majoor en gewestelijk militair commandant van Banka.

De tweede Atjeh-oorlog

In 1872 werd hij luitenant-kolonel en in deze rang nam hij in 1873 en 1874 deel aan de operaties ter verovering van de Atjehse kraton. Bij de omtrekkingen op 23 januari 1874 liep hij daarbij een schampschot op langs de rechterlies en onderbuik.

Na een periode als militair commandant in Semarang en Padang keerde hij als kolonel in 1876 terug naar het nog steeds onrustige Atjeh (zie Atjeh-oorlog: 1877-1881, onder leiding van Karel van der Heijden).

Na de tweede Atjeh-expeditie tot 1881

Vanaf juni 1877 was hij daar vervolgens waarnemend Militair en Civiel Gezaghebber. Tijdens de expeditie naar Samalanga en Meureudoe in augustus 1877 kreeg hij op 26 augustus een matte kogel tegen het linker voorhoofd ter hoogte van de wenkbrauw en een doordringende kogelwond in zijn linkeroog. Door dit ongeval noemden de Atjehers hem ook wel Generaal-eenoog.

Op 22 september werd hij tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde benoemd vanwege het onderwerpen en voor de handel openen van Samalangan. In januari 1878 werd kolonel Van der Heijden benoemd tot Gouverneur en Militair bevelhebber in Atjeh.

Waar eerdere pogingen om Atjeh te veroveren hadden gefaald behaalde Van der Heijden successen. Drie kolonnes van het KNIL, aangevuld met marechaussee drongen Groot Atjeh binnen, het gebied dat onmiddellijk achter Kota Radja lag. De tijdens deze expeditie tot Generaal-majoor bevorderde Van der Heijden drong met zijn manschappen dertig kilometer landinwaarts door. Maar ook deze veldtocht, die tot augustus 1879 duurde en gepaard ging met grote verwoestingen en zware verliezen aan beide zijden, bracht de fanatieke Atjehers nog niet definitief op de knieën. In januari 1880 werd Van der Heijden tot luitenant-generaal bevorderd. Atjeh was nu een gebied waar weinig werd gevochten en waar handel en landbouw zich weer herstelden.

Gouverneur Generaal Johan Wilhelm van Lansberge, die James Loudon had opgevolgd meende echter over meer strategische kennis te beschikken dan Van der Heijden zelf en was vastbesloten voor het einde van zijn termijn als gouverneur generaal een officieel einde te maken aan de Atjeh oorlog. Hij dwong Van der Heijden (die nog geen reden zag voor een civiel bestuur en dus om als militair gouverneur af te treden) ontslag te nemen als militair -en civiel gouverneur van Atjeh omdat er anders een strafrechtelijk onderzoek tegen Van der Heijden en het hoofd toezicht van de dwangarbeiders, kapitein Kaufmann, opgestart zou worden wegens vermeende mishandeling. Zo zouden de dwangarbeiders met een beürineerde rotan zweep geslagen worden. Twee andere aanklachten waren: een havenopzichter te Olehleh, die illegale gelden in eigen broekzak stak en een postdirecteur, die 10.000 gulden verduisterd heeft. Dat deze beschuldigingen vermeend waren bleek hier uit dat het gerechtshof negatief adviseerde op de vraag van Van Lansberge of deze klacht ontvankelijk was. Met een dergelijk niet te kwalificeren handelen van een gouverneur generaal werd Van der Heijden aldus gedwongen af te treden en Atjeh over te laten aan de civiele gouverneur A. Pruijs van der Hoeven (zie de Atjeh-oorlog: de periode van het civiele bestuur).

Voor de zoveelste keer was ten onrechte de vrede in Atjeh verklaard. De gevolgen bleven niet uit: het verzet hergroepeerde zich en alle voordelen van het bewind van generaal van der Heijden gingen weer verloren.

Begin maart 1881 werd Van der Heijden eervol ontheven van het ambt van Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en op 17 maart ook van zijn functie als Militair bevelhebber op Noordelijk Sumatra. Van der Heijden ontving het Grootkruis van de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau.

Zijn leven terug in Nederland

In 1881 vertrok Van der Heijden voor een jaar verlof naar Nederland. Hij zou zijn geboorteland niet meer terug zien. Hij werd in 1887 op aandrang van de koning commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis te Bronbeek, bij Arnhem en bleef dit tot zijn overlijden.

Van der Heijden was adjudant van Willem III en van Koningin Wilhelmina en stond bij de Oranjes zeer in de gunst. Hij werd door Koningin-regentes Emma in aanwezigheid van de jonge Wilhelmina op 6 juli 1895 persoonlijk toegesproken bij het verlenen van de Lombokkruisen. Een van deze kruisen was -postuum- voor de op Lombok gesneuvelde zoon (Hubert Adrien Charles van der Heijden) van de oude generaal bestemd (zie de pacificatie van Lombok). In 1898 werd Van der Heijden uitverkoren om tijdens de inhuldiging van Wilhelmina het Rijkszwaard te dragen.

Hij overleed op 74-jarige leeftijd in Bronbeek te Arnhem aan een hartaanval.

Onderscheidingen

(bron: 1882. K. van der Heijden)

  • 1849. Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse (KB 11 december 1849, nr. 44): krijgsverrichtingen tegen Bali.
  • 1863. Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse (KB 7 maart 1863, nr. 68): krijgsverrichtingen van Borneo in 1860 en 1861.
  • 1864. Krijgsonderscheidingen in de zuider -en ooster afdeling van Borneo
  • 1867. Onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier (gouvernementsbesluit, 28 november 1867).
  • Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven 1848-1849 (Bali), 1850-1863 (Zuid- oostkust van Borneo), 1873-1874 (Atjeh) en 1877 (Samalangan).
  • 1874. Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw (onderscheiden bij de tweede expeditie tegen het rijk van Atjeh, KB 6 oktober 1874).
  • Atjeh-medaille 1873-1874.
  • 1877. Commandeur der Militaire Willemsorde ("als blijk van zijne majesteits hoge tevredenheid waarop hij de onlangs tegen Samalangan (noordkust Atjeh) ondernomen expeditie heeft aangevoerd." KB 22 september 1877).
  • 1879. Bij telegram d.d. 20 juni 1879 van de gouverneur generaal de bijzondere tevredenheidsbetuiging van ZM de koning wegens de vermeestering van Glei-eng.
  • 1881, Betuiging van waardering en dank der regering voor de krachtige leiding gedurende de tijd dat hij belast is geweest met het ambt van gouverneur van Atjeh en onderhorigheden, tevens militair bevelhebber aldaar (kabinets-missive van de gouverneur generaal, 11 maart 1881).
  • 1881. Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau (bij besluit van ZM de koning van 11 april 1881).
  • 1882. Ridder Grootkruis der orde van Orde van de Eikenkroon (KB. 6 januari 1882).

Frankrijk maakte hem Officier in de "Ordre l’Instruction Publique"

Publicaties

  • 1867. K. van der Heijden. Het Kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden Juli en Aug. 1866 Den Haag
  • 1882. K. van der Heijden. Memorie van luitenant generaal K. van der Heijden, naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de tweede kamer der Staten Generaal. Henri J. Stemberg, Den Haag.
  • K. van der Heijden De Militaire dagjournalen betreffende de Atjeh-oorlog door de commandant (Rijksarchief).

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • H.C. Zentgraaff. Atjeh in de Indische Encyclopaedie.
  • Het Gedenkboek van het K.N.I.L., uitgave Madjoe.
  • 1896. L.F.A. Winckel. Levensbeschrijving van Generaal K. van der Heyden en De Militaire loopbaan van den Luitenant-Generaal K. van der Heyden. Utrecht. Met een portret door Jan Veth.
  • 1865. Willem Adriaan van Rees. De Bandjermansinse krijg. Arnhem
  • 1883-84. Egbert Broer Kielstra. Beschrijving van den Atjehoorlog. Den Haag
rel=nofollow

Wikisource  Toost van Koning Willem III en antwoord van Karel van der Heijden in 1881. op Wikisource

Wikisource  De begrafenis van generaal Van der Heijden op woensdag 31 Januari 1900 in "Het Vaderland". op Wikisource

Wikisource  Beschrijving van de onthulling van een monument voor Karel van der Heyden in "Het Vaderland". op Wikisource