Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Radioamateur

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 3 mrt 2010 om 12:46
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een radio(zend)amateur.

Met radioamateurs oftewel zendamateurs oftewel radiozendamateurs worden in brede zin mensen bedoeld die zich als hobby bezig houden met experimenteren op het gebied van het uitzenden en ontvangen van radio- en/of televisiesignalen. Hiervoor hebben zij de beschikking over een officiële zendvergunning.

Een aantal radioamateurs heeft zich binnen Nederland – op vrijwillige basis - ter beschikking van de lokale en regionale overheid gesteld om bij diverse calamiteiten als verbindingshulp te fungeren. Deze radioamateurs zijn verenigd in de Dares (zie het artikel hierover) die hiervoor speciaal werd opgericht.

Vormen

Voor het uitzenden wordt een grote verscheidenheid aan modulatievormen gebruikt, van morsecode, FM- en AM-spraak, datasignalen zoals telex-signalen (in FSK, AFSK, QAM), slowscantelevisie (SSTV), Amateurtelevisie (zowel analoog als digitaal) en Packet Radio.

Radiosignalen zijn elektromagnetische golven, die zich volgens de wetten van Maxwell door de ruimte voortplanten. De voortplanting van radiogolven in de atmosfeer wordt beïnvloed door zonneactiviteit en/of weersinvloeden. Onderzoeken en experimenten naar de voortplanting onder diverse omstandigheden vormen een belangrijk onderdeel van het radiozendamateurisme.

Veel radiogolven zijn niet tot de aarde beperkt: er kunnen verbindingen gemaakt worden via een kunstmaan. Ook de maan en meteorieten kunnen als passieve reflector gebruikt worden om signalen terug naar de aarde te kaatsen.

Oorsprong van de term HAM

Een HAM-radio is een radiozender die in gebruik is bij een beoefenaar van de radiozendhobby. Vooral Engelstalige Radioamateurs noemen zichzelf ham (spreek uit: hèèèm). HAM is geen afkorting; in het Engels betekent hamming sinds de middeleeuwen overacteren en is een ham een slechte acteur.

In de betekenis van radio-operator wordt de term HAM voor het eerst vermeld in het studieboek The Telegraph Instructor van G.M. Dodge in 1899.

Guglielmo Marconi had in 1895 de eerste radiotelegraaf uitgevonden maar het zou tot 1901 duren vooraleer het toestel via Morse een transatlantische verbinding kon maken. In de beginjaren experimenteerden professionele onderzoekers en amateurs volop met antennes en vermogens.

Nu werkte de radiotelegraaf (vonkbrugzendapparaat) op basis van breedbandige elektrische ontladingen en niet specifiek op een bepaalde frequentie, waardoor het haast onmogelijk was meer dan één uitzending tegelijk te ontvangen, zonder storing van een andere.

In die context ontstond de term HAM voor een operator (pejoratief: amateur) die hogere vermogens toepaste dan strikt noodzakelijk voor zijn communicatie, waarmee hij het radioverkeer in de wijde omtrek verstoorde.

Radioamateurs blijven zichzelf tot op vandaag ham noemen, waardoor de negatieve bijklank totaal verloren is gegaan.

Piraterij

Een radiopiraat noemt zich ten onrechte radioamateur. Piraten zijn wettelijk gezien niet ter zake kundig in het gebruik van zendapparatuur, beschikken niet over de benodigde wetskennis en vaak over een zelfverzonnen en ongeregistreerde callsign.

Examens

Radio(zend)amateurs verkrijgen na het succesvol afleggen van een technisch examen over radiotechniek en wetskennis een machtiging ("zendvergunning") van de overheid om de radioapparatuur te bezitten en te gebruiken. Dit heeft als doel om storingen veroorzaakt door onwetendheid of onkunde te vermijden.

Nog een onderscheid is dat officiële zendamateurs vastleggen dat ze zich aansprakelijk achten voor eventueel door hun activiteiten veroorzaakte schade (storingen, kortsluiting, stralingsziekte, schade aan muren, daken en schoorstenen door de aangebrachte antennes).

Voor de toegang tot de HF-banden was tot in 2003 een succesvol morse-examen benodigd, maar vanwege de totaal verouderde techniek is die eis in Nederland eind december 2003 afgeschaft en in België op 1 augustus 2003. Tot die tijd moest men eerst met 12 woorden per minuut morse kunnen seinen en opnemen, in Nederland later 5 woorden per minuut.

In België examineert het BIPT voorheen RTT (Regie van Telegraaf en Telefoon).

Examens werden in Nederland afgenomen door de overheid [1]; sinds 2008 is dat afgeschaft en kunnen particuliere organisaties onder toezicht van het Agentschap Telecom de examens afnemen. Dat zijn zowel commerciële als Dirksen[2] als non-profit organisaties als een samenwerking tussen VRZA en VERON met de [3] Stichting Radio Examens (SRE). Op 2 oktober 2008 hebben [4] VRZA en [5] VERON gezamenlijk deze stichting Radio Examens opgericht. De stichting treedt op als rechtspersoon bij het afnemen van examens voor radiozendamateur, categorie N en F. Sinds 2008 worden er geen machtigingen meer verleend, maar is iedereen die voor zijn/haar examens is geslaagd "licensed by registration".

In landen die behoren tot de CEPT[6] kan men een HAREC-certificaat behalen dat in meerdere landen geldig is.

Sommige landen erkennen de vergunningen uitgereikt aan radioamateurs die geen morse-examen afgelegd hebben niet of slechts beperkt. Daarom kunnen de erkende verenigingen in België sedert 2 augustus 2006 ook een morseproef afnemen en een bijhorend certificaat afleveren.

Callsign of roepletters

Als het examen met goed gevolg is afgelegd mag een aankomend radiozendamateur een roepnaam (in het Engels: callsign) aanvragen, waarmee hij zich voortaan in al het radioverkeer moet identificeren.

Het eerste deel van deze roepletters, de prefix bestaande uit 2 of 3 tekens, is kenmerkend voor het land. Zo zijn alle prefixen beginnend met PA t/m PI toegewezen aan Nederland en de prefixen beginnend met ON t/m OT aan België. Binnen deze toewijzing is men per land vrij in het maken van een onderverdeling.

Hier volgen de in België en Nederland gehanteerde callsigns.

Land Prefix Licentie Bijzonderheden
B ON tm OT, ON0 Repeaters, bakens en packetradio knooppunten APRS
B ON1 Oude tot 2003 uitgereikte prefix voor hen die geen telegrafie examen aflegden Alleen toegang tot VHF-banden en hoger
B ON2 Oude tot 2005 uitgereikte prefix voor hen die die voor een vereenvoudigd technisch examen slaagden Alleen toegang tot de VHF en UHF banden.
B ON3 Basisvergunning Beperkte novice machtiging voor 12 radioamateurbanden tussen 1,8 MHz (160 m) en 440 MHz (70 cm) alleen met commerciële zendapparatuur. Het maximaal toegelaten zendvermogen bedraagt 10 Watt onder 100 MHz en 50 W boven 100 MHz. Zelfbouw of gemodificeerde apparatuur is niet toegestaan.
B ON4 tm ON8 HAREC Volledige machtiging voor alle 23 radioamateurbanden tussen 135 kHz en 250 GHz (zie Overzicht van de aan radiozendamateurs toegewezen frequenties) met een zendvermogen dat, afhankelijk van de frequentie, maximaal 1000 Watt (W) kan bedragen.
B ON9 Voorbehouden aan vreemdelingen die woonachtig zijn in België Voorwaarden zijn afhankelijk van hun oorspronkelijke licentie
B OT Voormalige contest callsign voor clubstations Nu is voor een ieder een speciaal tijdelijk callsign aan te vragen
NL PA, PB, PC, PE, PF, PG, PH F(ull) (vroeger A,B of C) Volledige machtiging voor alle amateurbanden (zie Overzicht van de aan radiozendamateurs toegewezen frequenties) met een maximum zendvermogen van 400 Watt (W) en vanaf de 6 meter band en hoger met een maximum zendvermogen van 120 W.
NL PD N(ovice) (vroeger D) Beperkte machtiging alleen voor de 40 m, 20 m, 10 m, 2 m en 70 cm band met een maximum zendvermogen van 25 Watt
NL PI4 Gereserveerd voor verenigingszenders
NL PI5 Gereserveerd voor opleidingen
NL PI2, PI3, PI6 Gereserveerd voor repeaters
NL PI8 Packetradio mailboxen
NL PI1 Packetradio acesspoints en nodes (knooppunten)

België

Belgische stations hebben een prefix vanaf ON tot en met OT, al wordt meestal ON gebruikt. Radioamateurs in België kunnen binnen de gestelde grenzen vrij hun roepteken kiezen.

Nederland

Voor Nederland bestaat een callsign uit een prefix van 2 letters en 1 cijfer, gevolgd door een suffix van 1, 2 of 3 letters. De roepnaam is tegenwoordig vrij te kiezen, met uitzondering van SOS en lettercombinaties in de reeks QOA t/m QUZ als suffix, om verwarring met de Q-codes te voorkomen.

Willekeurig voorbeeld van een Nederlandse callsign is PE1GLL. Aan Nederland toegewezen prefix letters zijn vanaf PA tot en met PI.

De eerste in Nederland uitgegeven call was, op 19 augustus 1929, PA0BZ en de enige Nederlander die zonder het doen van examen een machtiging en roepletters heeft gekregen is Henk Jesse, PA0CII. Hij ontving deze op 9 december 1983, 60 jaar nadat hij als piraat met de roepletters PCII in 1923 als eerste Nederlander een radioverbinding had gemaakt met Noord-Amerika op een golflengte van 113m. Henk Jesse is in 2001 overleden, SK (Silent Key) in amateurjargon.

Spectrum

In 1904 heeft Nederland voor het eerst een Telegraafwet ingevoerd om exuberante vermogens en storingen van het radioverkeer in te dammen. Uiteindelijk zijn in de telegraafwet ook de regels neergelegd waarbinnen radioamateurs hun hobby kunnen uitoefenen.

In het hele radiospectrum is globaal 6 procent door ITU-R gereserveerd voor zendamateurs. Dit voorrecht is eigenlijk een overblijfsel uit de begintijd van radiotechniek. Radio-amateurs hebben meermalen met hun radio-experimenten mogelijkheden bedacht en het mogelijk gebruik van de verschillende golflengten aangetoond. Zo is veel kennis vergaard maar desondanks werden de amateurs steeds weer opnieuw verbannen naar commercieel minderwaardige banden. Gezien de schaarste op de MF en HF-banden is daar de toegewezen ruimte beperkt, maar met name in de VHF- en vooral UHF/SHF/EHF-banden is volop ruimte gereserveerd, al zijn amateurs ook daar zelden de enige gebruikers van die frequentiebanden.

Rond 1930 werd structureel een deel van de radiobanden gereserveerd voor amateurs met een machtiging.

Verenigingen

Er zijn 2 landelijke verenigingen actief in Nederland en 1 in België, waar de twee grootste taalgemeenschappen verder ook hun eigen vereniging hebben. Deze verenigingen proberen de belangen van zendamateurs in het overleg met de overheid zo goed mogelijk te bewaken en verdedigen. De grootste vereniging van Nederland is de VERON, gevolgd door de VRZA. De grootste vereniging van België is de UBA, gevolgd door de Nederlandstalige VRA en het Franstalige UFRC.

Daarnaast is per land één vereniging lid van de wereldorganisatie van zendamateurs (de IARU) (voor Nederland de VERON en voor België de UBA). Dit maakt dat een groot deel van de radioamateurs geen vertegenwoordiging heeft in de IARU. Deze IARU is één van de partijen in het wereldoverleg voor verdeling van radiofrequenties (de WARC).

Er bestaan ook zelfstandige en meestal lokale verenigingen zoals de NVRA te Haarlem, RCK te IJmuiden en YRC te Beverwijk. Deze verenigingen beschikken over een eigen onderkomen en bedrijven deze hobby in regionaal verband. De VERON en de VRZA zijn eveneens regionaal georganiseerd in afdelingen, die doorgaans ook een eigen onderkomen hebben en regionaal georiënteerd zijn. Ook de Belgische verenigingen zijn georganiseerd in plaatselijke afdelingen, voor de UBA zijn er dat meer dan 80.

Overzicht van de aan radiozendamateurs toegewezen frequenties

LF Langegolf (LW/Longwave)

135,7 - 137.8 kHz (2200 meter) Alleen telegrafiesignalen toegestaan

MF Middengolf (MW/Mediumwave)

1,81 - 1,88 MHz (160 meter) België 1.81 - 1,875 MHz Telegrafie, digitale data en spraak toegestaan

HF Kortegolf (SW/Shortwave)

  • 3,5 - 3,8 MHz (80 meter) Telegrafie, digitale data en spraak toegestaan
  • 7,0 - 7,2 MHz (40 meter) Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan
  • 10,1 - 10,15 MHz (30 meter) Telegrafie en digitale data toegestaan
  • 14,0 - 14,35 MHz (20 meter) Telegrafie, digitale data, bakens, spraak en slowscantelevisie toegestaan
  • 18,068 - 18,168 MHz (17 meter) Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan
  • 21,0 - 21,45 MHz (15 meter) Telegrafie, digitale data, bakens, spraak en slowscantelevisie toegestaan
  • 24,89 - 24,990 MHz (12 meter) Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan
  • 28,0 - 29,7 MHz (10 meter) Telegrafie, digitale data, bakens, spraak, slowscantelevisie en satellietverbinding toegestaan

VHF Very High Frequency

  • 50 - 52 MHz (6 meter) Telegrafie, bakens, slowscantelevisie, spraak en digitale data toegestaan
  • 70 - 70,500 MHz (4 meter)[7]
  • 144 - 146 MHz (2 meter) Telegrafie, spraak, bakens, digitale data en slowscantelevisie toegestaan

UHF Ultra High Frequency

  • 430 - 440 MHz (70 centimeter) Telegrafie, bakens, slowscantelevisie, spraak en digitale data toegestaan
  • 1240 - 1300 MHz (23 cm) idem
  • 2320 - 2450 MHz (13 cm) idem

SHF Super High Frequency

  • 3400 - 3475 MHz (9 cm) idem
  • 5650 - 5850 MHz (6 cm) idem
  • 10 - 10,5 GHz (3 cm) idem
  • 24 - 24,25 GHz idem

EHF Extreme High Frequency

  • 47 - 47,2 GHz idem
  • 76 - 81,5 GHz idem
  • 122,25 - 123 GHz idem
  • 134 - 141 GHz idem
  • 241 - 250 GHz idem

Opmerking

De frequenties 6,5 - 6,9 MHz (45 meter) en 26,0 - 28,0 MHz (11 meter) zijn géén aan amateurs toegewezen frequenties. De op 45 meter hoorbare "stations" zijn piraten met fictieve roepletters en de 11 meter citizenband is voor een ieder vrijgegeven. Daarom is de hierop werkende 27MC-er ook geen zendamateur; de band is immers voor iedereen vrij.

Een 27MC-er kán een zendpiraat zijn als er geknoeid wordt met de benodigde apparatuur, als andere apparatuur gebruikt wordt dan is toegestaan of als muziek wordt uitgezonden.

In de frequenties 433 - 434 MHz bevinden zich ook de voor iedereen toegankelijke zogenaamde vergunningsvrije LPD-frequenties (Low Power Device). Deze zijn gereserveerd voor LPD-portofoons van laag vermogen (maximaal 100 milliwatt) die vrij in de winkel te koop zijn en zonder vergunning gebruikt mogen worden.

In de frequenties 446 - 446,1 MHz zijn 8 kanalen toegewezen als vergunningsvrije PMR-frequenties (Private Mobile Radio). Deze zijn gereserveerd voor PMR-portofoons van laag vermogen (maximaal 500 milliwatt) die vrij in de winkel te koop zijn en zonder vergunning gebruikt mogen worden.

Zie ook

Referenties

rel=nofollow

Externe links

Nederland

  • VERON Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek Nederland
  • VRZA Vereniging van Radiozendamateurs
  • NVRA Nederlandse Vereniging voor Radio Amateurs
  • Agentschap Telecom Controlerende Instantie
  • NVHR Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio

België

  • UBA Koninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs
  • VRA Vlaamse Radio Amateurs
  • UFRC Union Francophone des Radio-Clubs
  • BIPT Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Buurlanden

  • DARC Deutscher Amateur-Radio-Club
  • REF Réseau des Emetteurs Français - Union Française des Radioamateurs
  • RSGB Radio Society Great Britain
  • RL Réseau Luxembourgeois des Amateurs d'Ondes Courtes

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Amateur radio operator op Wikimedia Commons