Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Alice Nahon: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
(toevoeging uit Wikipedia:Alice Nahon, deze versie (60049479)) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Alice Nahon''' ([[1896]] – [[1933]]) was een [[Antwerpen (stad)|Antwerpse]] dichteres met een Nederlandse vader en een Vlaamse moeder. | '''Alice Nahon''' ([[1896]] – [[1933]]) was een [[Antwerpen (stad)|Antwerpse]] dichteres met een Nederlandse vader en een Vlaamse moeder. | ||
==Leven== | |||
Alice Nahon werd geboren te Antwerpen (Grote Markt 58) als derde in een gezin van elf kinderen. | |||
Haar vader was Nederlander en boekhandelaar in Antwerpen. Haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van [[Putte (Belgische gemeente)|Putte]] bij Mechelen en was een gediplomeerde onderwijzeres. Alice was derde in een gezin van elf kinderen. Van 1911 tot 1913 ging ze naar de landbouw-huishoudschool te [[Overijse]] in [[Vlaams-Brabant]], het huidige ''Sint-Martinuscollege'' dat later een schoolgebouw naar haar vernoemde. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het [[Stuivenberg (Antwerpen)|Stuivenberg]]-ziekenhuis te Antwerpen. Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ze ernstig ziek. Ze werd jarenlang behandeld als [[tuberculose]]-patiënte maar in feite leed ze aan chronische [[bronchitis]] (mogelijk veroorzaakt door een aangeboren hartafwijking) en depressiviteit. Van juni 1917 tot december 1922 verbleef ze in het Sint-Jozefintituut, een [[sanatorium]] in [[Tessenderlo]]. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: ''Vondelingskens'' (1920) en ''Op zachte vooizekens'' (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Een aantal van deze gedichten verschenen eerst in tijdschriften zoals [[De Schelde (krant)|De Schelde]], een [[Vlaams-nationalisme|Vlaams-nationalistisch]] dagblad. Tijdens de jaren twintig had ze verschillende korte relaties, o.m. met de avant-gardist [[Michel Seuphor]], de Belgische journalist en publicist [[Paul Pée]] en de Limburgse [[poète maudit]], [[Jef Leynen]]. | |||
Na verblijven in [[Italië]] en [[Frankrijk]] ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van [[Mechelen (België)|Mechelen]] tot ze wegens haar wankele gezondheid eind 1930 op pensioen werd gesteld. Met de bundel ''Schaduw'' (1928) wilde ze zich tevergeefs afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere [[Paul van Ostaijen]] en [[Martinus Nijhoff]]. Begin jaren dertig verbleef ze in Mortsel in de kapelwoning van [[Kasteel Cantecroy]]. In haar laatste levensjaar woonde ze in de [[Carnotstraat]] in [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, [[Sylvia Newton]], daar ingeschreven was. De dichtbundel ''Maart-April'' verscheen postuum (1936). Ze kreeg een graf in een ereperk op het [[Schoonselhof]]. | |||
In de gemeente Putte is een lagere school naar haar genoemd. In de gemeenten Zwijndrecht, Melsele (Beveren) en Zolder (Heusden-Zolder) is er een Alice Nahonlaan. De gemeenten Zele, Putte, Belsele (Sint-Niklaas) en Beernem en het district Ekeren (Antwerpen) hebben een Alice Nahonstraat. Een Alice Nahonlei is te vinden in Schoten en Mechelen kent een Alice Nahonplein. Ook in het Nederlandse Rijen (Gilze en Rijen) is er een Alice Nahonstraat. In de gemeente Overijse staat het borstbeeld van Nahon. In Oostduinkerke is een Alice Nahonsquare te vinden. | |||
==Werken== | |||
Haar bekendste gedicht is ''Avondliedeke III'' uit haar gedichtenbundel ''Op zachte vooizekens'' die in 1921 werd gepubliceerd: | Haar bekendste gedicht is ''Avondliedeke III'' uit haar gedichtenbundel ''Op zachte vooizekens'' die in 1921 werd gepubliceerd: | ||
Regel 37: | Regel 46: | ||
* De mooiste gedichten van Alice Nahon (1983) | * De mooiste gedichten van Alice Nahon (1983) | ||
== | == Literatuur == | ||
* [ | * Manu van der Aa, ''Ik heb de liefde liefgehad; het leven van Alice Nahon''. Tielt: Lannoo, 2008. (biografie) | ||
*Manu van der Aa (red.), ''Mijn ziel ligt overhoop zoals de koffer met niet beantwoorde brieven'', brieven van Alice Nahon, uitgave in eigen beheer, 2018. | |||
* Erik Verstraete, "1933-1983 Alice Nahon Verzamelde Gedichten". Antwerpen: Stichting Mercator-Plantijn, 1984 | |||
==Weblinks== | |||
* {{Link dbnl auteur|id=naho001|label=Profiel}} | |||
* [http://users.pandora.be/gaston.d.haese/nahon_home.html Poëzieweb/Alice Nahon] | |||
* [http://librivox.org/multilingual-poetry-collection-vol-009/ Avondliedeke III (Audiobook bij Librivox)] | |||
* [http://schrijversgewijs.be/schrijvers/nahon-alice-2/ Schrijversgewijs, ''Nahon, Alice, Vlaamse Schrijvers, 1830-heden''] | |||
{{DEFAULTSORT:Nahon, Alice}} | {{DEFAULTSORT:Nahon, Alice}} | ||
[[Categorie: Belgisch dichter]] | [[Categorie: Belgisch dichter]] | ||
[[Categorie: Belgisch journalist]] | |||
[[Categorie: Geboren in 1896]] | [[Categorie: Geboren in 1896]] | ||
[[Categorie: Overleden in 1933]] | [[Categorie: Overleden in 1933]] | ||
[[Categorie: Begraven op het Schoonselhof]] | |||
{{kiem}} | {{kiem}} |
Versie van 16 okt 2021 10:31
Alice Nahon (1896 – 1933) was een Antwerpse dichteres met een Nederlandse vader en een Vlaamse moeder.
Leven
Alice Nahon werd geboren te Antwerpen (Grote Markt 58) als derde in een gezin van elf kinderen.
Haar vader was Nederlander en boekhandelaar in Antwerpen. Haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van Putte bij Mechelen en was een gediplomeerde onderwijzeres. Alice was derde in een gezin van elf kinderen. Van 1911 tot 1913 ging ze naar de landbouw-huishoudschool te Overijse in Vlaams-Brabant, het huidige Sint-Martinuscollege dat later een schoolgebouw naar haar vernoemde. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ze ernstig ziek. Ze werd jarenlang behandeld als tuberculose-patiënte maar in feite leed ze aan chronische bronchitis (mogelijk veroorzaakt door een aangeboren hartafwijking) en depressiviteit. Van juni 1917 tot december 1922 verbleef ze in het Sint-Jozefintituut, een sanatorium in Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: Vondelingskens (1920) en Op zachte vooizekens (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Een aantal van deze gedichten verschenen eerst in tijdschriften zoals De Schelde, een Vlaams-nationalistisch dagblad. Tijdens de jaren twintig had ze verschillende korte relaties, o.m. met de avant-gardist Michel Seuphor, de Belgische journalist en publicist Paul Pée en de Limburgse poète maudit, Jef Leynen. Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen tot ze wegens haar wankele gezondheid eind 1930 op pensioen werd gesteld. Met de bundel Schaduw (1928) wilde ze zich tevergeefs afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen en Martinus Nijhoff. Begin jaren dertig verbleef ze in Mortsel in de kapelwoning van Kasteel Cantecroy. In haar laatste levensjaar woonde ze in de Carnotstraat in Antwerpen; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, Sylvia Newton, daar ingeschreven was. De dichtbundel Maart-April verscheen postuum (1936). Ze kreeg een graf in een ereperk op het Schoonselhof.
In de gemeente Putte is een lagere school naar haar genoemd. In de gemeenten Zwijndrecht, Melsele (Beveren) en Zolder (Heusden-Zolder) is er een Alice Nahonlaan. De gemeenten Zele, Putte, Belsele (Sint-Niklaas) en Beernem en het district Ekeren (Antwerpen) hebben een Alice Nahonstraat. Een Alice Nahonlei is te vinden in Schoten en Mechelen kent een Alice Nahonplein. Ook in het Nederlandse Rijen (Gilze en Rijen) is er een Alice Nahonstraat. In de gemeente Overijse staat het borstbeeld van Nahon. In Oostduinkerke is een Alice Nahonsquare te vinden.
Werken
Haar bekendste gedicht is Avondliedeke III uit haar gedichtenbundel Op zachte vooizekens die in 1921 werd gepubliceerd:
- Avondliedeke III
- ’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
- Nog even vóór het slapen gaan,
- Of ik van dageraad tot avond
- Geen enkel hert heb zeer gedaan
- Of ik geen ogen heb doen schreien,
- Geen weemoed op een wezen lei;
- Of ik aan liefdelooze menschen
- Een woordeke van liefde zei.
- En vind ik in het huis mijns herten,
- Dat ik één droefenis genas,
- Dat ik mijn armen heb gewonden
- Rondom één hoofd, dat eenzaam was...;
- Dan voel ik op mijn jonge lippen,
- Die goedheid lijk een avondzoen...
- ’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
- En zóó z’n oogen toe te doen.
In 2007 werd op haar tekst Het halssnoer het lied gecreëerd van Luc Bataillie naar aanleiding van het jaarconcert van de Woluwse componisten.
Bibliografie
- Vondelingskens (1920)
- Op zachte vooizekens (1921)
- Schaduw (1928)
- Alice Nahon en haar gedichten (1932)
- Maart-April (1936)
- Bloemen van ’t veld (anthologie verzameld door Karel Jonckheere 1970)
- Alice Nahon. Verzamelde gedichten (1983)
- De mooiste gedichten van Alice Nahon (1983)
Literatuur
- Manu van der Aa, Ik heb de liefde liefgehad; het leven van Alice Nahon. Tielt: Lannoo, 2008. (biografie)
- Manu van der Aa (red.), Mijn ziel ligt overhoop zoals de koffer met niet beantwoorde brieven, brieven van Alice Nahon, uitgave in eigen beheer, 2018.
- Erik Verstraete, "1933-1983 Alice Nahon Verzamelde Gedichten". Antwerpen: Stichting Mercator-Plantijn, 1984
Weblinks
Profiel bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl) |