Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Oorlog in Oost-Oekraïne: verschil tussen versies
Regel 88: | Regel 88: | ||
==Zie ook== | ==Zie ook== | ||
{{Commonscat|War in Donbass}} | |||
* [[Geschiedenis van Oekraïne]] | * [[Geschiedenis van Oekraïne]] | ||
* [[Tijdlijn van de Oekraïnecrisis]] | * [[Tijdlijn van de Oekraïnecrisis]] | ||
Regel 94: | Regel 95: | ||
{{References-scroll|height=200}} | {{References-scroll|height=200}} | ||
}} | }} | ||
{{DEFAULTSORT:Oost-Oekraïne, Oorlog in}} | {{DEFAULTSORT:Oost-Oekraïne, Oorlog in}} | ||
[[Categorie:Oekraïnecrisis]] | [[Categorie:Oekraïnecrisis]] |
Versie van 17 jan 2018 16:28
Conflict in het oosten van Oekraïne | ||||||
Datum | sinds 2014 | |||||
Locatie | Oekraïne | |||||
Resultaat | nog gaande | |||||
Strijdende partijen | ||||||
Troepensterkte | ||||||
| ||||||
Verliezen | ||||||
|
De oorlog in het oosten van Oekraïne is een gewapend conflict in het Donetsbekken (de Donbass) in het oosten van Oekraïne tussen separatistische groeperingen die door het Russische leger worden gesteund en het Oekraïense leger.
Het conflict ontstond in het voorjaar van 2014, nadat de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj in februari was afgezet na pro-westerse betogingen. Dit leidde vervolgens tot protesten in de oostelijke en zuidelijke delen van Oekraïne, waar relatief veel Russische minderheden wonen die niets zagen in de machtswisseling in Kiev. In de Oost-Oekraïense oblasten Donetsk en Loehansk escaleerden de protesten in een gewapend conflict, nadat rebellen vanaf 6 april 2014 diverse regeringsgebouwen bezetten en de Oekraïense regering in reactie daarop het leger inzette. De opstandelingen wisten de steden Donetsk en Loehansk in handen te krijgen, alsmede het gebied ten zuidoosten daarvan tot aan de Russische grens, alwaar zij de onafhankelijke Volksrepubliek Donetsk[3] en Volksrepubliek Loegansk uitriepen. De overige gebieden in Donbass bleven onder het gezag van het Oekraïense leger.
Op 5 september 2014 werd, onder internationale druk, een eerste staakt-het-vuren afgesproken, het Akkoord van Minsk, dat echter van beide kanten slecht werd nageleefd. Een nieuw staakt-het-vuren, Minsk II, kwam op 12 februari 2015 tot stand. Dit akkoord werd een tijdlang wel redelijk nageleefd, maar in de loop van 2016 laaide het geweld toch weer sterker op.
Het conflict heeft gezorgd voor een verdere verslechtering van de relaties tussen Rusland en het Westen, die al sterk waren bekoeld als gevolg van de Krimcrisis. Het Westen beschuldigt Rusland ervan de opstandelingen zowel financieel alsook militair te steunen, terwijl het Westen door Rusland juist wordt gezien als verantwoordelijke voor het uit de hand lopen van het conflict.
Aanloop
Zie ook Euromaidan en de Krimcrisis |
Bij de Oekraïense presidentsverkiezingen van 2004 kwam aanvankelijk de pro-Russische Viktor Janoekovytsj uit de bus als winnaar. De uitslag van de verkiezingen werd echter door een groot deel van de bevolking niet geaccepteerd, wat leidde tot de Oranjerevolutie. De uitslag werd uiteindelijk ongeldig verklaard waarna er nieuwe verkiezingen werden gehouden. Deze werden gewonnen door de pro-Europese Viktor Joesjtsjenko. Bij de verkiezingen van 2010 werd de pro-Russische Janoekovytsj echter alsnog verkozen tot president.
Op 21 november 2013 annuleerde Janoekovytsj de onderhandelingen met de Europese Unie over een handelsakkoord waarbij een grotere integratie met Europa mogelijk was (het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne). Onder een deel van de Oekraïense bevolking leefde echter de hoop op een nauwere samenwerking met het Westen[4] en Janoekovytsj creëerde bij hen enorm veel onbegrip met deze beslissing. Er volgden in heel het land protesten tegen deze beslissing die meer en meer omsloegen in anti-regeringsprotesten (Euromaidan). De protesten werden steeds gewelddadiger en er vielen talrijke doden door harde confrontaties tussen politie en opstandelingen. Op 19 februari 2014 riep Oekraïne daarom de noodtoestand uit. Enkele dagen later ontvluchtte Janoekovytsj Kiev. Het parlement zette de president af, schreef nieuwe verkiezingen uit en stelde een nieuwe parlementsvoorzitter aan.
De onrust verplaatste zich op 26 februari 2014 van Kiev naar de Krim in het zuiden. De meerderheid van de bevolking van dit schiereiland, dat tot 1954 bij Rusland hoorde, was Russisch en tegenstander van de machtswisseling in Kiev. Op 27 februari 2014 bezetten tientallen gewapende mannen het parlementsgebouw in de regionale hoofdstad van de Krim Simferopol.[5] Ook andere belangrijke gebouwen werden bezet en de Oekraïense regering verloor haar greep op het gebied. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties kwam bijeen vanwege de Krimcrisis, maar geraakte niet tot een oplossing. Op 16 maart 2014 organiseerde het parlement van de Krim een referendum waarbij 95% voor aanhechting met Rusland opteerde.[6] De objectiviteit van het referendum werd wereldwijd in twijfel getrokken en de Oekraïense regering verklaarde het referendum ongrondwettelijk. Naar aanleiding van het referendum verklaarde de Krim zich onafhankelijk.[7] Op 21 maart werden de Krim en de stad Sebastopol deelstaten van Rusland, hetgeen door zowel Oekraïne als de meeste andere landen tot op heden niet wordt erkend.
Na de afzetting van Janoekovitsj groeiden vooral in de oblasten Donetsk en de Loehansk, alwaar een relatief groot aantal Russische minderheden woont, de protesten tegen de nieuwe regering en de nieuwe koers die er werd gevaren. De Oekraïense politie probeerde de situatie onder controle te houden, maar slaagde daar amper in. Op 6 april 2014 bestormden de inwoners van de oblasten Donetsk en Loehansk de administratieve gebouwen. Onder invloed van de Krimcrisis eisten de inwoners van de Donetsk en Loehansk een gelijkaardig referendum, zoals er in de Krim was gekomen. Op 12 april werden overheidsgebouwen in de stad Slovjansk door separatisten bezet.[8] De eind 2005 opgerichte organisatie Donetskaja Respoeblika riep op 14 april de Volksrepubliek Donetsk uit.
Verloop van het gewapend conflict
Op 13 april 2014 stelde de Oekraïense interim-president Oleksandr Toertsjynov een ultimatum in om de bezetting van de overheidsgebouwen, die inmiddels uitgebreid was naar nog meer steden in het oosten en zuiden van Oekraïne (zoals Horlivka, Kramatorsk en Mariupol) te beëindigen, met de inzet van het leger als stok achter de deur.[9] Zijn eis bleef echter onbeantwoord en op 15 april werd het Oekraïense leger officieel ingezet en begonnen de militaire acties.[10] Nog diezelfde dag werd het vliegveld van Kramatorsk, dat door separatisten was ingenomen, terugveroverd door het Oekraïense leger.[11]In de daaropvolgende weken slaagde het Oekraïense leger erin het gezag in diverse steden te herstellen, maar de separatisten behielden de macht in onder andere Donetsk en Loehansk.
Op 11 mei schreven de separatisten een referendum uit over de onafhankelijkheid van Donetsk. Onafhankelijke waarnemingen waren tijdens het referendum onmogelijk, maar volgens de separatisten was 89% voor afscheiding. De volgende dag verklaarde Donetsk zich onafhankelijk.[12] Het scenario herhaalde zich in Loehansk, wat leidde tot de uitroeping van de onafhankelijke Volksrepubliek Loegansk. Igor Girkin werd uitgeroepen tot leider van de rebellen, en hij verklaarde dat alle Oekraïense militairen en leden van de politie zich moesten onderwerpen of anders binnen 48 uur het gebied moesten verlaten, anders zouden ze als terroristen worden vervolgd.[13] Volgens Oekraïne en het Westen waren de referenda gemanipuleerd door Rusland.[14]
Rond de Oekraïense presidentsverkiezingen van 25 mei, die niet gehouden konden worden in de door de separatisten bezette gebieden, werden de offensieven van het Oekraïense leger stilgelegd, maar nadat Petro Porosjenko tot nieuwe president was verkozen, werden de offensieven weer hervat. De separatisten in Donetsk verklaarden zich na de nieuwe offensieven in oorlog met Oekraïne.[15] De gevechten gingen verder en tegen eind juni waren er al zeker 423 doden gevallen volgens de VN.[16] Ondertussen had de nieuwe president op 8 juni eenzijdig een staakt-het-vuren aangekondigd,[17] maar dat hield geen stand. Op 13 juni werd Marioepol definitief veroverd door de Oekraïense regering.[18] Op 18 juni kwam er een nieuw staakt-het-vuren tot stand, maar na mislukte onderhandelingen besloot Porosjenko het bestand niet te verlengen.[19] Nadat een definitieve oplossing uit het zicht was geraakt, begon het Oekraïense leger een groot nieuw offensief. Op 5 juli eindigden de gevechten in Slovjansk en Kramatorsk waarna de rebellen zich terugtrokken naar Donetsk.[20] Het leger rukte verder op en voerde ook bombardementen uit op de rebellenkampen van Donetsk.
Op 17 juli 2014 stortte een Boeing van Malaysia Airlines met vluchtnummer MH17 neer nabij het dorp Hrabove in de oblast Donetsk. Aan boord waren vijftien bemanningsleden en 283 passagiers, waarvan 193 met de Nederlandse nationaliteit. Er waren geen overlevenden. Al snel werd er geconcludeerd uit dat het vliegtuig werd neergehaald. Volgens westerse analisten kwam de schade aan delen van het vliegtuig overeen met de inslag van schrapnel uit een luchtdoelraket.[21] In het Westen werd de hoofdverantwoordelijkheid gelegd bij de rebellen en Rusland, terwijl vanuit Russische zijde werd gesuggereerd dat het Oekraïense leger schuldig was aan het per ongeluk neerhalen van het vliegtuig. Ook ontstond er veel commotie rond een Russisch konvooi dat humanitaire hulp kwam bieden. Volgens Moskou bood Rusland geen militaire hulp, maar er waren meer en meer geruchten dat de Russen de opstandelingen actief steunden.[22]
Op 25 augustus kwam er een tegenoffensief van de separatisten die probeerden hun bevoorradingslijnen in handen te houden.[23] Het Oekraïense leger werd op verschillende plaatsen teruggedreven. De nieuwe opmars van de separatisten en het machtsevenwicht dat vervolgens ontstond zorgde ervoor dat de verschillende partijen nu wel bereid waren tot een staakt-het-vuren. Op 1 september[24] hadden de separatisten reeds overleg mogelijk gemaakt door te stellen dat ze geen onafhankelijkheid wensten, maar een apart statuut binnen Oekraïne. Op 5 september[25] werd er met het Akkoord van Minsk een staakt-het-vuren afgekondigd door de verschillende partijen. Het staakt-het-vuren werd in eerste instantie vrij goed nageleefd, hoewel er hier en daar schendingen plaatsvonden waarbij verschillende doden vielen.
In januari 2015 leek het er even op dat de strijdende partijen door goede gesprekken nader tot elkaar zouden komen. Echter, al snel waren er opnieuw talrijke incidenten en gevechten tussen het Oekraïense leger en de separatisten, waardoor het staakt-het-vuren in de loop van januari nog maar amper nageleefd werd en beide kanten elkaar bedreigden met nieuwe offensieven.[26] Naar aanleiding van de toenemende spanningen en conflicten riep de internationale gemeenschap op tot een nieuw staakt-het-vuren (Minsk II) dat het vorige moest hernieuwen. Op 7 februari 2015 werd het verdrag getekend door de verschillende partijen. In de daaropvolgende maanden bleven zich gewelddadige incidenten voordoen, maar deze waren sporadisch.
In juni 2015 laaiden de felle gevechten kortstondig weer op, met name bij de plaatsen Marjinka en Sjirokyne, waar in korte tijd ruim twintig doden vielen.[27] Op 17 augustus vielen er in 24 uur tijd acht burgerdoden en verloren ook twee soldaten het leven.[28]
In augustus 2015 deden de Duitse bondskanselier Merkel, de Franse president Hollande en Porosjenko een oproep tot een nieuw staakt-het-vuren.[29]
Begin november nam het aantal incidenten echter toch weer toe. Op 14 november werd bekend dat er de afgelopen 24 uur vijf Oekraïense soldaten waren gesneuveld bij nieuwe gevechten[30]
Op 29 april 2016 meldde een hoge VN-functionaris aan de VN-Veiligheidsraad dat er sinds het begin van het conflict in totaal meer dan 9.000 doden waren gevallen. Het geweld in Oost-Oekraïne zou inmiddels weer op het niveau zitten van augustus 2014.[31]
Juli 2016 was volgens een Oekraïense woordvoerder de bloedigste maand sinds de afkondiging van de wapenstilstand anderhalf jaar eerder. Er werd dagelijks over en weer geschoten en aan de zijde van het Oekraïense leger zouden in de periode van 27 juni tot 25 juli 41 doden zijn gevallen. Ook aan de zijde van de separatisten vielen in deze periode meerdere doden.[32]
Op 1 september 2016 werd er weer een nieuw bestand van kracht.[33] De eerste dagen hierna vielen er geen doden, op 9 september meldde woordvoerder Lysenko de dood van een Oekraïense soldaat.[34]
Op 3 februari 2017 kwamen zes soldaten van het Oekraïense regeringsleger om na een nieuw gevecht met de rebellen, die op hun beurt twee burgers verloren. Volgens de Verenigde Naties was het dodental inmiddels opgelopen tot 10.000. [35]
Op 18 februari bereikten de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland, Oekraïne, Duitsland en Frankrijk in München een nieuw akkoord over een wapenstilstand, die twee dagen later moest ingaan.[36]
Strijdende partijen
Separatisten
Het grootste deel van het pro-Russische verzet wordt gevormd door Russisch leger en de volksmilities van Donbass. De milities bestaan uit de milities van Donbass en Loegansk die samen de Verenigde Strijdrachten van Novorossiya vormen, het Russisch-Orthodoxe Leger, het Leger van het Zuidoosten en het Vostok-bataljon. De milities van Donbass en Loegansk hebben een leger van 20.000 man,[37] terwijl de andere milities vrij klein zijn. Daarnaast wordt er door onder andere Oekraïne en de NAVO beweerd dat er diverse Russische troepen zijn die de separatisten ondersteunen. Rusland beweert zelf echter dat er geen troepen aanwezig zijn en dat het enkel om vrijwilligers gaat. Dit is echter niet waar volgens de Oekraїense website Informnapalm.
Oekraïense zijde
Het officiële leger maakt het grootste deel van de troepenmacht uit met ongeveer 280.000 man.[38]. Daarnaast zijn er ook paramilitairen aanwezig met lokale vrijwilligers, maar ook buitenlandse vrijwilligers. Hun aantal is moeilijker in te schatten. Het Westen is geen militaire partij in het conflict, maar er werden wel wapenleveringen overwogen door de Amerikanen.[39] Veel Europese landen, waaronder Duitsland, waren hier echter op tegen, omdat ze van mening waren dat het conflict niet militair, maar diplomatiek moest worden opgelost.
Internationale reacties
- De NAVO verwees bij het conflict vooral naar de rol van Rusland en had kritiek op de mogelijke aanwezigheid van wapens en troepen die voor een humanitaire ramp zorgden.[40]
- De Europese Unie zag in Oekraïne een belangrijke nieuwe handelspartner en steunde het land dan ook economisch en humanitair. Er werden verschillende sancties ingesteld tegen Rusland.[41]
- Rusland zag zichzelf als waarnemer van het conflict en ontkende betrokkenheid bij het ontsporen hiervan. Rusland beschuldigde op zijn beurt juist de EU en de VS van escalatie.[42] Het land vond wel dat het het recht had om de Russische minderheden in het buitenland te beschermen.[43]
- De Verenigde Staten zagen vooral Rusland als opruier van de gebeurtenissen en eisten dat Rusland zich buiten het conflict zou houden.[44]
Gevolgen
- Op humanitair vlak was de oorlog een ramp voor de inwoners van Donbass. Ongeveer 1,2 miljoen mensen verloren hun huis en velen waren op de vlucht.[45]
- Volgens een schatting van de VN in maart 2015 waren er toen al zeker 6.000 doden gevallen in het conflict.[46]
- Op internationaal vlak raakten Rusland en de EU in elkaars vaarwater en volgden verschillende boycots en embargo's aan beide zijden.[47] Ook de spanningen tussen de VS en Rusland liepen hoger op en leidden tot een dieptepunt in hun onderlinge relaties.[48]
Zie ook
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met War in Donbass op Wikimedia Commons.