Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan Moltzer: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Jan_Moltzer&oldid=28277890 27 nov 2011 Menke 31 okt 2011)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Jan_Moltzer&diff=cur&oldid=41951907 27 aug 2014 JanB46)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Zittende officier.jpg||250px|thumb|Zittende officier]]
'''Johan Moltzer''' ([[1806]] - gesneuveld op [[Sumatra's Westkust]], [[24 juni]] [[1835]]) was een Nederlands [[eerste luitenant]]-[[Adjudant (functie)|adjudant]], [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]]. Hij vond de dood bij het vestigen van het Koninklijk Nederlands gezag in [[Oost-Indië]].
'''Johan Moltzer''' ([[1806]] - gesneuveld op [[Sumatra's Westkust]], [[24 juni]] [[1835]]) was een Nederlands [[eerste luitenant]]-[[Adjudant (functie)|adjudant]], [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]].


==Loopbaan==
==Loopbaan==
Moltzer volgde een militaire opleiding, werd op 31 mei 1825 als [[vaandrig|cadet]] benoemd tot [[tweede luitenant]] bij de vijfde [[Afdeling (leger)|afdeling]] [[infanterie]] en werd op 12 april 1827 in zijn [[militaire rang|rang]] en [[anciënniteit]] overgeplaatst bij de infanterie dienstdoende in [[Indië (regio)|Oost-Indië]]. Hij werd op 7 april 1834 bevorderd tot eerste luitenant-adjudant bij het derde [[bataljon]] en verkreeg (postuum) bij [[Koninklijk Besluit]] van 29 oktober 1835 nummer 90 de Militaire Willems-Orde voor zijn verrichtingen tijdens de [[Padri-oorlogen]]. Hij overleed (op 24 juni 1835) aan zijn verwondingen, opgelopen tijdens het gevecht op 21 juni voor Djamba.<ref> 1850. [[Hendrik Merkus Lange|H.M. Lange]]. ''Hulde aan de nagedachtenis van hen, die sinds de vestiging van het Koninklijk Nederlands gezag in Oost-Indië, roemvol gesneuveld zijn.'' [[Militaire Spectator]]. Bladzijde 464-475.</ref>
Moltzer volgde een militaire opleiding, werd op 31 mei 1825 als [[vaandrig|cadet]] benoemd tot [[tweede luitenant]] bij de vijfde [[Afdeling (leger)|afdeling]] [[infanterie]] en werd op 12 april 1827 in zijn [[militaire rang|rang]] en [[anciënniteit]] overgeplaatst bij de infanterie dienstdoende in [[Indië (regio)|Oost-Indië]]. Hij werd op 7 april 1834 bevorderd tot eerste luitenant-adjudant bij het derde [[bataljon]] en verkreeg (postuum) bij [[Koninklijk Besluit]] van 29 oktober 1835 nummer 90 de Militaire Willems-Orde voor zijn verrichtingen tegen de islamitische [[Padri-oorlogen|Padri-sekte]]. Hij overleed op 24 juni 1835 aan zijn verwondingen, opgelopen tijdens het gevecht op 21 juni voor [[Djamba]].<ref> 1850. [[Hendrik Merkus Lange|H.M. Lange]]. ''Hulde aan de nagedachtenis van hen, die sinds de vestiging van het Koninklijk Nederlands gezag in Oost-Indië, roemvol gesneuveld zijn.'' [[Militaire Spectator]]. Bladzijde 464-475.</ref>
 
===Padri-oorlogen===
De 21ste werd men 's morgens om acht uur in het gebergte op de weg naar Limoe Manies met blijdschap het detachement gewaar dat onder [[luitenant]] Von Tschudy was uitgerukt om de [[Mortier (wapen)|handmortier]] af te halen maar zag tevens dat het met de vijand, door wie de doortocht betwist werd, in een scherp gevecht gewikkeld was geraakt. Onmiddellijk gaf [[majoor]] [[Harm Andries Eilers|Eilers]] aan Moltzer last om met 60 man geregelde troepen, met daarnaast de [[Regent (bestuurder)|regent]] [[Radja (titel)|radja]] Gedongbang met al zijn volk, luitenant H.H. Von Tschudy tegemoet te gaan om hem de doortocht gemakkelijker te maken en  de vijand, die in het bos met een aanzienlijke macht verenigd was, van daar te verdrijven. Deze beweging werd met zoveel beleid uitgevoerd, dat het luitenant Von Tschudy, na een zeer levendig gevecht, gelukte de handmortier met veertig [[Granaat (munitie)|granaten]] en verdere benodigdheden binnen het kampement te brengen, maar aan 200 Bata's, die hem van Limoen Manies vergezeld hadden, werd de doortocht afgesneden. Moltzer en regent Radja Gedongbang waren met de Padries langer dan twee uur zeer ernstig slaags, waarbij drie man van de Mandehiling sneuvelden. Op het tijdstip dat Moltzer en Von Tschudy in het heetst van het gevecht waren, werd ook het kampement aan de westelijke zijde aangevallen; het gelukte echter luitenant Logeman de vijand door enige welgerichte [[Kanon (geschut)|kononschoten]] te verdrijven en hem ook enig verlies toe te brengen, en wel door enige van de te Bondjol verloren handmortier overgebleven granaten, met de hand, nadat ze ontstoken waren,  van de hoogte waarop het [[Fort (vesting)|fort]] gelegen was, te doen afwerpen zodat zij in de nabijheid van de vijand aan stukken sprongen.<ref> 1844. H.M. Lange. ''Verhaal van de krijgsgebeurtenissen in het landschap Rauw, aan de westkust van Sumatra, gedurende het jaar 1833, en van de heldhaftige verdediging van het fort Amerongen.'' Militaire Spectator. Bladzijde 119-125.</ref>


===Gevecht===
De 21ste juni 1835 kwam om 's morgens om acht uur het detachement dat onder [[luitenant]] Von Tschudy was uitgerukt om de [[handmortier]] af te halen in gevaar doordat de Padri's haar de doortocht betwistte. [[Majoor]] [[Harm Andries Eilers|Eilers]] gaf Moltzer last om met zestig man geregelde troepen en [[Regent (bestuurder)|regent]] [[Radja (titel)|radja]] Gedongbang met al zijn volk, Von Tschudy tegemoet te gaan om hem de doortocht gemakkelijker te maken en de tegenstander, die zich in groten getale in het bos ophield, van daar te verdrijven. Na een zeer levendig gevecht  gelukte het de handmortier met veertig [[Granaat (munitie)|granaten]] en verdere benodigdheden binnen het kampement te brengen. Tweehonderd [[Bata's]], die Von Tschudy vergezeld hadden moesten daarbij worden achtergelaten. Moltzer en regent Radja Gedongbang waren met de Padries langer dan twee uur slaags, waarbij drie man sneuvelden en Moltzer dodelijk gewond raakte.
{{Link portaal|KNIL}}
{{Link portaal|KNIL}}
{{bron|bronvermelding=
{{Appendix|2=
{{references}}
{{References}}
*1841. J.C. Boelhouwer. ''Herinneringen aan mijn tijd op Sumatra's Westkust gedurende de jaren 1831-1834''. Erven Doorman.
*1841. J.C. Boelhouwer. ''Herinneringen aan mijn tijd op Sumatra's Westkust gedurende de jaren 1831-1834''. Erven Doorman.
*1940. [[George Carl Emil Köffler|G.C.E. Köffler]]. ''De Militaire Willemsorde 1815-1940''. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.}}
*1940. [[George Carl Emil Köffler|G.C.E. Köffler]]. ''De Militaire Willemsorde 1815-1940''. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.}}

Versie van 12 jul 2016 00:18

Johan Moltzer (1806 - gesneuveld op Sumatra's Westkust, 24 juni 1835) was een Nederlands eerste luitenant-adjudant, ridder in de Militaire Willems-Orde. Hij vond de dood bij het vestigen van het Koninklijk Nederlands gezag in Oost-Indië.

Loopbaan

Moltzer volgde een militaire opleiding, werd op 31 mei 1825 als cadet benoemd tot tweede luitenant bij de vijfde afdeling infanterie en werd op 12 april 1827 in zijn rang en anciënniteit overgeplaatst bij de infanterie dienstdoende in Oost-Indië. Hij werd op 7 april 1834 bevorderd tot eerste luitenant-adjudant bij het derde bataljon en verkreeg (postuum) bij Koninklijk Besluit van 29 oktober 1835 nummer 90 de Militaire Willems-Orde voor zijn verrichtingen tegen de islamitische Padri-sekte. Hij overleed op 24 juni 1835 aan zijn verwondingen, opgelopen tijdens het gevecht op 21 juni voor Djamba.[1]

Gevecht

De 21ste juni 1835 kwam om 's morgens om acht uur het detachement dat onder luitenant Von Tschudy was uitgerukt om de handmortier af te halen in gevaar doordat de Padri's haar de doortocht betwistte. Majoor Eilers gaf Moltzer last om met zestig man geregelde troepen en regent radja Gedongbang met al zijn volk, Von Tschudy tegemoet te gaan om hem de doortocht gemakkelijker te maken en de tegenstander, die zich in groten getale in het bos ophield, van daar te verdrijven. Na een zeer levendig gevecht gelukte het de handmortier met veertig granaten en verdere benodigdheden binnen het kampement te brengen. Tweehonderd Bata's, die Von Tschudy vergezeld hadden moesten daarbij worden achtergelaten. Moltzer en regent Radja Gedongbang waren met de Padries langer dan twee uur slaags, waarbij drie man sneuvelden en Moltzer dodelijk gewond raakte.

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º 1850. H.M. Lange. Hulde aan de nagedachtenis van hen, die sinds de vestiging van het Koninklijk Nederlands gezag in Oost-Indië, roemvol gesneuveld zijn. Militaire Spectator. Bladzijde 464-475.
rel=nofollow
  • 1841. J.C. Boelhouwer. Herinneringen aan mijn tijd op Sumatra's Westkust gedurende de jaren 1831-1834. Erven Doorman.
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
rel=nofollow