Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Paul Auguste Alting von Geusau: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Paul_Auguste_Alting_von_Geusau&oldid=38938589 12 sep 2013)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Paul_Auguste_Alting_von_Geusau&oldid=46602423 27 apr 2016)
Regel 1: Regel 1:
{{Leeswaarschuwing-19de eeuw}}
{{Infobox militair persoon
{{Infobox militair persoon
| naam = Paul Auguste Alting von Geusau
| naam = Paul Auguste Alting von Geusau
| periode = [[21 februari]] [[1867]] - [[26 augustus]], [[1894]]
| afbeelding =Alting van Geusau, 2de luitenant der infanterie. Gesneuveld 26 augustus 1894.jpg
| afbeelding =Alting van Geusau, 2de luitenant der infanterie. Gesneuveld 26 augustus 1894.jpg
| afbeeldingbreedte =200px
| afbeeldingbreedte =200px
Regel 7: Regel 8:
| bijnaam =
| bijnaam =
| geboorteplaats = [[Maastricht]]
| geboorteplaats = [[Maastricht]]
| plaatsvanoverlijden = [[Lombok (eiland)|Lombok]]
| geboortedatum = [[21 februari]] [[1867]]
| sterfplaats = [[Lombok (eiland)|Lombok]]
| sterfdatum = [[26 augustus]], [[1894]]
| partij = {{NL}}
| partij = {{NL}}
| onderdeel = [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indisch leger]]
| onderdeel = [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indisch leger]]
| dienstjaren = [[6]]
| dienstjaren = 6
| rang = [[Tweede luitenant]]
| rang = [[Tweede luitenant]]
| eenheid = [[Infanterie]]
| eenheid = [[Infanterie]]
Regel 19: Regel 22:
| portaal = KNIL
| portaal = KNIL
}}
}}
'''Paul Auguste (Guus) Alting von Geusau''' ([[Maastricht]], [[21 februari]] [[1867]] - [[Lombok (eiland)|Lombok]], [[26 augustus]], [[1894]]) was een Nederlands officier in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indische leger]] en publicist.  
'''Paul Auguste (Guus) Alting von Geusau''' ([[Maastricht]], [[21 februari]] [[1867]] - [[Lombok (eiland)|Lombok]], [[26 augustus]] [[1894]]) was een Nederlands officier in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indische leger]] en publicist.


==Familie==
==Familie==
Geusau, telg uit de familie [[Von Geusau]], was zoon van jhr. [[Willem Arnold Alting von Geusau|W.A. Alting von Geusau]] (1836-1885), officier en laatstelijk luitenant-kolonel, en M.E.J. Colen (1842-1925). Zijn broer jhr. [[George August Alexander Alting von Geusau]] (1864-1937) was minister van Oorlog 1918-1920, zijn jongste broer jhr. [[Jules Theodore Alting von Geusau|J.Th. Alting von Geusau]] (1881-1940) was ook officier, laatstelijk generaal-majoor, en directeur van de [[Hogere Krijgsschool]]. Hij trouwde in 1892 met Victorine Marie Dumonceau (1867-1938) met wie hij een zoon kreeg,<ref>[http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010496971%3Ampeg21%3Ap003%3Aa0027 Geboortebericht], Java-bode, 2 mei 1894</ref> de latere advocaat en voorzitter van de [[Landraad (Nederlands-Indië)|landraad]] te [[Kediri (stad)|Kediri]] [[Willem Henri Alting Von Geusau]].
Geusau, telg uit de familie [[Von Geusau]], was zoon van jhr. [[Willem Arnold Alting von Geusau|W.A. Alting von Geusau]] (1836-1885), officier en laatstelijk luitenant-kolonel, en M.E.J. Colen (1842-1925). Zijn broer jhr. [[George August Alexander Alting von Geusau]] (1864-1937) was minister van Oorlog 1918-1920, zijn jongste broer jhr. [[Jules Theodore Alting von Geusau|J.Th. Alting von Geusau]] (1881-1940) was ook officier, laatstelijk generaal-majoor, en directeur van de [[Hogere Krijgsschool]]. Hij trouwde in 1892 met Victorine Marie Dumonceau (1867-1938) met wie hij een zoon kreeg,<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010496971:mpeg21:a0027 Geboortebericht], Java-bode, 2 mei 1894</ref> de latere advocaat en voorzitter van de [[Landraad (Nederlands-Indië)|landraad]] te [[Kediri (stad)|Kediri]] [[Willem Henri Alting von Geusau]].


==Loopbaan==
==Loopbaan==
[[File:Alting von Geusau, jhr. PA.jpg|thumb|left|150px|Paul Auguste Alting von Geusau]]
[[Bestand:Alting von Geusau, jhr. PA.jpg|thumb|left|150px|Paul Auguste Alting von Geusau]]
Alting von Geusau volgde het gymnasium in [[Amsterdam]], waar zijn vader toen als [[kolonel]] der [[artillerie]] in [[garnizoen]] was. Hij maakte het [[gymnasium]] niet af maar deed in september 1886 toelatingsexamen voor de hoofdcursus in [[Kampen (Overijssel)|Kampen]], waarvoor hij slaagde.<ref>Leeuwarder Courant, 22 september 1886</ref> Hij behaalde in juli 1887 het overgangsexamen voor het eerste naar het tweede studiejaar en werd voorgedragen om per 1 oktober in de tweede klasse te worden geplaatst.<ref>Leeuwarder Courant, 9 juli 1887</ref> Bij [[Koninklijk Besluit]] van november 1888 werd hij vanuit de [[militaire rang|rang]] van [[sergeant]] benoemd tot [[tweede luitenant]] bij het tweede [[regiment]]<ref>De Tijd, 20 november 1888</ref> en bij Koninklijk Besluit van juni 1892 overgeplaatst bij het leger in Oost-Indië, samen met de tweede luitenants W.A. Herold, [[Johan Jacob Boreel|J.J. Boreel]] en J.W. Schiff.<ref>Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 18 juni 1892</ref> Hij vertrok op 17 september vanuit [[Rotterdam]] per [[stoomboot|stoomschip]] '' Ardjoeno'', met onder zijn medecommando (overige commandanten waren [[kapitein (rang)|kapitein]] der [[Wapen der Genie (KNIL)|genie]] M.A.J. de Haan en tweede luitenant G. van Ginkel) een detachement suppletietroepen van 4 [[onderofficier]]en, 45 [[korporaal]]s en manschappen.<ref>Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 22 augustus 1892</ref>
Alting von Geusau volgde het gymnasium in [[Amsterdam]], waar zijn vader toen als [[kolonel]] der [[artillerie]] in [[garnizoen]] was. Hij maakte het [[gymnasium]] niet af maar deed in september 1886 toelatingsexamen voor de hoofdcursus in [[Kampen (stad)|Kampen]], waarvoor hij slaagde.<ref>Leeuwarder Courant, 22 september 1886</ref> Hij behaalde in juli 1887 het overgangsexamen voor het eerste naar het tweede studiejaar en werd voorgedragen om per 1 oktober in de tweede klasse te worden geplaatst.<ref>Leeuwarder Courant, 9 juli 1887</ref> Bij [[Koninklijk Besluit]] van november 1888 werd hij vanuit de [[militaire rang|rang]] van [[sergeant]] benoemd tot [[tweede luitenant]] bij het tweede [[regiment]]<ref>De Tijd, 20 november 1888</ref> en bij Koninklijk Besluit van juni 1892 overgeplaatst bij het leger in Oost-Indië, samen met de tweede luitenants W.A. Herold, [[Johan Jacob Boreel|J.J. Boreel]] en J.W. Schiff.<ref>Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 18 juni 1892</ref> Hij vertrok op 17 september vanuit [[Rotterdam]] per [[stoomboot|stoomschip]] '' Ardjoeno'', met onder zijn medecommando (overige commandanten waren [[kapitein (rang)|kapitein]] der [[Wapen der Genie (KNIL)|genie]] M.A.J. de Haan en tweede luitenant G. van Ginkel) een detachement suppletietroepen van 4 [[onderofficier]]en, 45 [[korporaal]]s en manschappen.<ref>Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 22 augustus 1892</ref>


Alting von Geusau werd bij zijn aankomst in Nederlands-Indië geplaatst bij het [[8ste Bataljon Infanterie|achtste bataljon]] te [[Fort Willem I (Nederlands-Indië)|Fort Willem I]]<ref> Java-bode, 14 oktober 1892</ref> en in juni 1894 overgeplaatst bij het [[7e Bataljon Infanterie|zevende bataljon]].<ref>De Locomotief, 7 juni 1894</ref> Hij werd als commandant van de derde sectie [[Barisankorps van Madoera|Madoerezen]], tijdens de [[Lombok-expeditie]] op 26 augustus 1894 dodelijk gewond. Eerst werd hij door een schot in zijn dij getroffen, en terwijl hij zijn slagader aan het opbinden was opnieuw geraakt, ditmaal door een kogel in zijn borst. In de tijd dat Alting von Geusau in Kampen verbleef publiceerde hij zijn eerste gedicht: ''Gevallen'' (dat handelde over de dood op het veld van eer, met als laatste zin: ''Gevallen - zijn roeping vervuld''). Later, tijdens zijn militaire loopbaan, bleef hij onder zijn pseudoniem ''Fabian'' de ''Indische warongpraatjes'' schrijven voor ''Het Weekblad''. [[Justus van Maurik jr.|Justus van Maurik]] wijdde in het Weekblad een hartelijk woord aan Alting von Geusau: "Op de cursus in Kampen toonde hij wat een flinke kop hij was en niet alleen als zodanig werd hij geacht; hij was ook een der meest beminden onder zijn kameraden. " En naar aanleiding van het gedicht "Gevallen": "Ja, Von Geusau heeft zijn roeping als krijgsman vervuld, en dat is dan ook de enige troost die zijn jeugdige diepbedroefde echtgenote, zijn treurende en bejaarde moeder en bloedverwanten overblijft, want hij viel in de volle bloei van zijn leven, en werd slechts 27 jaar oud." <ref>'Lombok', in het Algemeen Handelsblad, 23 september 1894</ref>
Alting von Geusau werd bij zijn aankomst in Nederlands-Indië geplaatst bij het [[8ste Bataljon Infanterie|achtste bataljon]] te [[Fort Willem I (Nederlands-Indië)|Fort Willem I]]<ref>Java-bode, 14 oktober 1892</ref> en in juni 1894 overgeplaatst bij het [[7e Bataljon Infanterie|zevende bataljon]].<ref>De Locomotief, 7 juni 1894</ref> Hij werd als commandant van de derde sectie [[Barisankorps van Madoera|Madoerezen]], tijdens de [[Lombok-expeditie]] op 26 augustus 1894 dodelijk gewond. Eerst werd hij door een schot in zijn dij getroffen, en terwijl hij zijn slagader aan het opbinden was opnieuw geraakt, ditmaal door een kogel in zijn borst. In de tijd dat Alting von Geusau in Kampen verbleef publiceerde hij zijn eerste gedicht: ''Gevallen'' (dat handelde over de dood op het veld van eer, met als laatste zin: ''Gevallen - zijn roeping vervuld''). Later, tijdens zijn militaire loopbaan, bleef hij onder zijn pseudoniem ''Fabian'' de ''Indische warongpraatjes'' schrijven voor ''Het Weekblad''. [[Justus van Maurik jr.|Justus van Maurik]] wijdde in het Weekblad een hartelijk woord aan Alting von Geusau: "Op de cursus in Kampen toonde hij wat een flinke kop hij was en niet alleen als zodanig werd hij geacht; hij was ook een der meest beminden onder zijn kameraden. " En naar aanleiding van het gedicht "Gevallen": "Ja, Von Geusau heeft zijn roeping als krijgsman vervuld, en dat is dan ook de enige troost die zijn jeugdige diepbedroefde echtgenote, zijn treurende en bejaarde moeder en bloedverwanten overblijft, want hij viel in de volle bloei van zijn leven, en werd slechts 27 jaar oud." <ref>'Lombok', in het Algemeen Handelsblad, 23 september 1894</ref>
{{clearleft}}
{{Clearleft}}
Alting von Geusau zelf schreef in een brief van 19 augustus 1894 over generaal [[Jacobus Augustinus Vetter|J.A. Vetter]] en de keuze van het bivak:  
Alting von Geusau zelf schreef in een brief van 19 augustus 1894 over generaal [[Jacobus Augustinus Vetter|J.A. Vetter]] en de keuze van het bivak:
:''We moesten in het donker terugtrekken om het bivak te vernauwen. Ziet u, al kijkt zo'n generaal als de oneindig hoge Vetter, die geen subaltern officier aankijkt, ook nog zo deftig en voornaam, toen heeft hij een fout gemaakt, de enige die hij kon maken, en was er een vijand gekomen, dan hadden wij een catastrofe aan diezelfde hoge generaal te danken gehad. Natuurlijk wordt dit door ons allen door de mantel der discipline bedekt. Dat niemand van te voren gezien heeft wat ik terstond heb gezien, dat we in een open bivak stonden, waar een inlandsche vijand 's nachts tussenin zit, voordat men het weet, dat is mij onbegrijpelijk van de staf die in grote getale met de expeditie is meegegaan. 't Is waar dat de staf niets aan de [[opperbevelhebber]] durft op te merken, die weet alles alleen. U zult zeggen dat ik wat bitter ben tegen Vetter, maar ik ga nu ook al zes weken gebukt onder de druk die hij uitoefent. Wij, mannen van het zwaard, vol illusie opgerukt naar de velden van Lombok, bezield met het heiligste vuur om ons bloed te offeren en lauweren te vergaderen, wij krijgslieden vol strijdlust wij doen hier in het bivak niets dan voortdurend heen en weer snellen om soep te proeven. En om deze hartverheffende bezigheid te beoefenen zit ik hier midden in een sawah in een strohut, ver van vrouw en kind! dat is hard.''<ref>Zie de brief die hieronder geplaatst is, met dank aan de familie Von Geusau</ref>
:''(...) moesten we in het donker terugtrekken om het bivak te vernauwen. Ziet u, al kijkt zoo'n generaal als de oneindig hooge Vetter, die geen subaltern officier aankijkt, ook nog zoo deftig en zoo voornaam, toen heeft hij een fout gemaakt, de eenige die hij kon maken, en was er een vijand gekomen, dan hadden wij een catastrophe aan dienzelfden hooge generaal te danken gehad. Natuurlijk wordt dit door ons met den mantel der discipline bedekt. Dat niemand van tevoren gezien heeft wat ik terstond heb gezien, dat we in een open bivak stonden, waar een inlandsche vijand 's nachts tusschenin zit, voordat men het weet, dat is mij onbegrijpelijk van den staf die in grooten getale met de expeditie is meegegaan. 't Is waar dat de staf niets aan den [[opperbevelhebber]] durft op te merken, die weet alles alleen. U zult zeggen dat ik wat bitter ben tegen Vetter, maar ik ga nu ook al zes weken gebukt onder den druk die hij uitoefent. Wij, mannen van het zwaard, vol illusie opgerukt naar de velden van Lombok, bezield met het heiligste vuur om ons bloed te offeren en lauweren te vergaderen, wij krijgslieden vol strijdlust ... wij doen hier in het bivak niets dan voortdurend heen en weer snellen om soep te proeven. En om deze hartverheffende bezigheid te beoefenen zit ik hier midden in een sawah in een stroohut, ver van vrouw en kind! dat is hard.''<ref>Zie de brief die hieronder geplaatst is, met dank aan de familie Von Geusau.</ref>


==Gevallen - zijn roeping vervuld==
==Gevallen - zijn roeping vervuld==
:Gevallen - de slapen met lauw'ren omkroond,
:Gevallen - de slapen met lauw'ren omkroond,
:neen, ook hem heeft de grijnzende dood niet verschoond,
:neen, ook hem heeft de grijnzende dood niet verschoond,
Regel 40: Regel 42:
:en het moordende lood heeft hem nedergeveld.
:en het moordende lood heeft hem nedergeveld.
:''gevallen - zijn roeping vervuld''.
:''gevallen - zijn roeping vervuld''.
 
:Gevallen - bezield met dat hemelsche vuur,
:Gevallen - bezield met dat hemelsche vuur,
:dat den krijgsman verzelt in het hachelijkste uur,
:dat den krijgsman verzelt in het hachelijkste uur,
Regel 46: Regel 48:
:in een nevel van stof en van aschgrauwen damp,
:in een nevel van stof en van aschgrauwen damp,
:''gevallen - zijn roeping vervuld''.
:''gevallen - zijn roeping vervuld''.
 
:Gevallen - de gapende wonde in de borst,
:Gevallen - de gapende wonde in de borst,
:en de lippen ontkleurd door den brandenden dorst,
:en de lippen ontkleurd door den brandenden dorst,
Regel 52: Regel 54:
:'t zendt alles het bitter verwijt naar omhoog:
:'t zendt alles het bitter verwijt naar omhoog:
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
 
:Gevallen - en straks, als met plechtigen tred
:Gevallen - en straks, als met plechtigen tred
:men hem wegdragen gaat van het eervolle bed,
:men hem wegdragen gaat van het eervolle bed,
Regel 58: Regel 60:
:en bij de opene groeve daar fluist'ren ze zacht:
:en bij de opene groeve daar fluist'ren ze zacht:
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
 
:Gevallen - en straks, als, door tranen verblind,
:Gevallen - en straks, als, door tranen verblind,
:de moeder komt bidden op 't graf van haar kind,
:de moeder komt bidden op 't graf van haar kind,
Regel 64: Regel 66:
:dan weerklink' in haar ooren de zalige troost:
:dan weerklink' in haar ooren de zalige troost:
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
:''Gevallen - zijn roeping vervuld''.
 
:Gevallen - o krijgsman, uw streven is schoon,
:Gevallen - o krijgsman, uw streven is schoon,
:gij verwerft u op aard' een onsterflijke kroon,
:gij verwerft u op aard' een onsterflijke kroon,
Regel 71: Regel 73:
:''Gevallen - zijn roeping vervuld.''
:''Gevallen - zijn roeping vervuld.''


=Afbeeldingen=
== Afbeeldingen ==
Onderstaand brieven die Alting von Geusau aan zijn familie schreef.
Onderstaand brieven die Alting von Geusau aan zijn familie schreef.
<center>
<gallery>
<gallery>
Bestand:brief1.png
Bestand:brief1.png
Regel 86: Regel 87:
Bestand:Het nieuwsblad voor Nederland 25 december 1894 pag 3.jpg|Pagina 3 van het Nieuwsblad voor Nederland van 25 december 1894
Bestand:Het nieuwsblad voor Nederland 25 december 1894 pag 3.jpg|Pagina 3 van het Nieuwsblad voor Nederland van 25 december 1894
</gallery>
</gallery>
</center>


{{Link portaal|KNIL}}
{{Appendix|2=
{{Appendix|2=
{{references}}
{{References}}
* 1894. ''Nederland - Lombok''. Elsevier.  
* 1894. ''Nederland - Lombok''. Elsevier.
* 1895. J.P. Schoemaker. ''Het verraad van Lombok''. W.P. van Stockum & Zoon. Den Haag.
* 1895. J.P. Schoemaker. ''Het verraad van Lombok''. W.P. van Stockum & Zoon. Den Haag.
* 1896. [[Wouter Cool]]. ''De Lombok-expeditie''. G. Kolff & Co. Den Haag.
* 1896. [[Wouter Cool]]. ''De Lombok-expeditie''. G. Kolff & Co. Den Haag.
*1993. [[Nederland's Adelsboek]] 83 (1993), p. 124.
* 1993. [[Nederland's Adelsboek]] 83 (1993), p. 124.
*[http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010528558%3Ampeg21%3Ap005%3Aa0031 Geboortebericht van Paul Auguste]}}  
* [http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010528558:mpeg21:a0031 Geboortebericht van Paul Auguste]
{{Wikidata|Q1956702}} }}


{{DEFAULTSORT:Alting von Geusau, Paul Auguste}}
{{DEFAULTSORT:Alting von Geusau, Paul Auguste}}
[[Categorie:militair in het KNIL]]
[[Categorie:Militair in het KNIL]]
[[Categorie:Nederlandse adel]]
[[Categorie:Nederlandse adel]]
[[Categorie:Nederlands publicist]]

Versie van 14 mei 2016 11:21

Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


rel=nofollow

Paul Auguste (Guus) Alting von Geusau (Maastricht, 21 februari 1867 - Lombok, 26 augustus 1894) was een Nederlands officier in het Indische leger en publicist.

Familie

Geusau, telg uit de familie Von Geusau, was zoon van jhr. W.A. Alting von Geusau (1836-1885), officier en laatstelijk luitenant-kolonel, en M.E.J. Colen (1842-1925). Zijn broer jhr. George August Alexander Alting von Geusau (1864-1937) was minister van Oorlog 1918-1920, zijn jongste broer jhr. J.Th. Alting von Geusau (1881-1940) was ook officier, laatstelijk generaal-majoor, en directeur van de Hogere Krijgsschool. Hij trouwde in 1892 met Victorine Marie Dumonceau (1867-1938) met wie hij een zoon kreeg,[1] de latere advocaat en voorzitter van de landraad te Kediri Willem Henri Alting von Geusau.

Loopbaan

Bestand:Alting von Geusau, jhr. PA.jpg
Paul Auguste Alting von Geusau

Alting von Geusau volgde het gymnasium in Amsterdam, waar zijn vader toen als kolonel der artillerie in garnizoen was. Hij maakte het gymnasium niet af maar deed in september 1886 toelatingsexamen voor de hoofdcursus in Kampen, waarvoor hij slaagde.[2] Hij behaalde in juli 1887 het overgangsexamen voor het eerste naar het tweede studiejaar en werd voorgedragen om per 1 oktober in de tweede klasse te worden geplaatst.[3] Bij Koninklijk Besluit van november 1888 werd hij vanuit de rang van sergeant benoemd tot tweede luitenant bij het tweede regiment[4] en bij Koninklijk Besluit van juni 1892 overgeplaatst bij het leger in Oost-Indië, samen met de tweede luitenants W.A. Herold, J.J. Boreel en J.W. Schiff.[5] Hij vertrok op 17 september vanuit Rotterdam per stoomschip Ardjoeno, met onder zijn medecommando (overige commandanten waren kapitein der genie M.A.J. de Haan en tweede luitenant G. van Ginkel) een detachement suppletietroepen van 4 onderofficieren, 45 korporaals en manschappen.[6]

Alting von Geusau werd bij zijn aankomst in Nederlands-Indië geplaatst bij het achtste bataljon te Fort Willem I[7] en in juni 1894 overgeplaatst bij het zevende bataljon.[8] Hij werd als commandant van de derde sectie Madoerezen, tijdens de Lombok-expeditie op 26 augustus 1894 dodelijk gewond. Eerst werd hij door een schot in zijn dij getroffen, en terwijl hij zijn slagader aan het opbinden was opnieuw geraakt, ditmaal door een kogel in zijn borst. In de tijd dat Alting von Geusau in Kampen verbleef publiceerde hij zijn eerste gedicht: Gevallen (dat handelde over de dood op het veld van eer, met als laatste zin: Gevallen - zijn roeping vervuld). Later, tijdens zijn militaire loopbaan, bleef hij onder zijn pseudoniem Fabian de Indische warongpraatjes schrijven voor Het Weekblad. Justus van Maurik wijdde in het Weekblad een hartelijk woord aan Alting von Geusau: "Op de cursus in Kampen toonde hij wat een flinke kop hij was en niet alleen als zodanig werd hij geacht; hij was ook een der meest beminden onder zijn kameraden. " En naar aanleiding van het gedicht "Gevallen": "Ja, Von Geusau heeft zijn roeping als krijgsman vervuld, en dat is dan ook de enige troost die zijn jeugdige diepbedroefde echtgenote, zijn treurende en bejaarde moeder en bloedverwanten overblijft, want hij viel in de volle bloei van zijn leven, en werd slechts 27 jaar oud." [9]

Alting von Geusau zelf schreef in een brief van 19 augustus 1894 over generaal J.A. Vetter en de keuze van het bivak:

(...) moesten we in het donker terugtrekken om het bivak te vernauwen. Ziet u, al kijkt zoo'n generaal als de oneindig hooge Vetter, die geen subaltern officier aankijkt, ook nog zoo deftig en zoo voornaam, toen heeft hij een fout gemaakt, de eenige die hij kon maken, en was er een vijand gekomen, dan hadden wij een catastrophe aan dienzelfden hooge generaal te danken gehad. Natuurlijk wordt dit door ons met den mantel der discipline bedekt. Dat niemand van tevoren gezien heeft wat ik terstond heb gezien, dat we in een open bivak stonden, waar een inlandsche vijand 's nachts tusschenin zit, voordat men het weet, dat is mij onbegrijpelijk van den staf die in grooten getale met de expeditie is meegegaan. 't Is waar dat de staf niets aan den opperbevelhebber durft op te merken, die weet alles alleen. U zult zeggen dat ik wat bitter ben tegen Vetter, maar ik ga nu ook al zes weken gebukt onder den druk die hij uitoefent. Wij, mannen van het zwaard, vol illusie opgerukt naar de velden van Lombok, bezield met het heiligste vuur om ons bloed te offeren en lauweren te vergaderen, wij krijgslieden vol strijdlust ... wij doen hier in het bivak niets dan voortdurend heen en weer snellen om soep te proeven. En om deze hartverheffende bezigheid te beoefenen zit ik hier midden in een sawah in een stroohut, ver van vrouw en kind! dat is hard.[10]

Gevallen - zijn roeping vervuld

Gevallen - de slapen met lauw'ren omkroond,
neen, ook hem heeft de grijnzende dood niet verschoond,
want noch jeugd, noch verwachting wordt door hem geteld,
en het moordende lood heeft hem nedergeveld.
gevallen - zijn roeping vervuld.
Gevallen - bezield met dat hemelsche vuur,
dat den krijgsman verzelt in het hachelijkste uur,
ging hij voorwaarts in 't felst van den woedenden kamp,
in een nevel van stof en van aschgrauwen damp,
gevallen - zijn roeping vervuld.
Gevallen - de gapende wonde in de borst,
en de lippen ontkleurd door den brandenden dorst,
het nog drupplende bloed en het brekende oog,
't zendt alles het bitter verwijt naar omhoog:
Gevallen - zijn roeping vervuld.
Gevallen - en straks, als met plechtigen tred
men hem wegdragen gaat van het eervolle bed,
ja, dan slaken zijn makkers een droevige klacht,
en bij de opene groeve daar fluist'ren ze zacht:
Gevallen - zijn roeping vervuld.
Gevallen - en straks, als, door tranen verblind,
de moeder komt bidden op 't graf van haar kind,
en zij stil nog een zucht van vertwijfeling loost,
dan weerklink' in haar ooren de zalige troost:
Gevallen - zijn roeping vervuld.
Gevallen - o krijgsman, uw streven is schoon,
gij verwerft u op aard' een onsterflijke kroon,
en in stilte blijft steeds ons de smeekbede bij,
dat, o God, ook bij ons eens de lijkrede zij:
Gevallen - zijn roeping vervuld.

Afbeeldingen

Onderstaand brieven die Alting von Geusau aan zijn familie schreef.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Geboortebericht, Java-bode, 2 mei 1894
  2. º Leeuwarder Courant, 22 september 1886
  3. º Leeuwarder Courant, 9 juli 1887
  4. º De Tijd, 20 november 1888
  5. º Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 18 juni 1892
  6. º Het Nieuws van de Dag: kleine courant, 22 augustus 1892
  7. º Java-bode, 14 oktober 1892
  8. º De Locomotief, 7 juni 1894
  9. º 'Lombok', in het Algemeen Handelsblad, 23 september 1894
  10. º Zie de brief die hieronder geplaatst is, met dank aan de familie Von Geusau.
rel=nofollow

Q1956702 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow