Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Onze-Lieve-Vrouw van Halle: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(+ affiche en Mostaert)
Regel 30: Regel 30:


==Processie==
==Processie==
[[Afbeelding:O.L.V. Halle 1899.jpg|300px|thumb|Aankondiging van het 25-jarige jubileum van de ''kroning'' van het Mariabeeld, 1899.]]
De oudste vermelding van een Mariaprocessie in Halle stamt uit 1335.
De oudste vermelding van een Mariaprocessie in Halle stamt uit 1335.


Regel 44: Regel 45:


De "Tweede Broederschappen" waren/zijn talrijk (tussen haakjes het jaar van ontstaan): [[Aat]] (meer dan waarschijnlijk in 1325), [[Doornik]] (1420), [[Brussel (stad)|Brussel]], [[Valenciennes]] (1421), [[Condé]] (1430), [[Namen (stad)|Namen]], [[Lembeek]], [[Quiévrain]], [[Crespin (Noorderdepartement)|Crespin]], [['s-Gravenbrakel]], [[Gussignies]], [[Sint-Renelde]], [[Luik (stad)|Luik]] (1643), [[Hoei]] (1646), [[Dinant]] (1654), [[Gent]] (1657), [[Oudenaarde]]-Sint-Walburga (1657), [[Bellingen (België)|Bellingen]], [[Pepingen (Brabant)|Pepingen]], [[Beert]], [[Herfelingen]], [[Heikruis]], [[Bogaarden]], [[Kester]], [[Oetingen]], [[Leerbeek]] (1659), [[Nijvel]] (1661), [[Rijsel]], [[Mouveaux]], [[Bergen (Mons)|Bergen]] (1677), [[Sint-Niklaas]] (1699), [[Wakken]], [[Hooglede]], [[Lokeren]], [[Zottegem]], [[Dentergem]], [[Verrebroek]], [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], Brussel, [[Tielt]], [[Kortrijk]], [[Harelbeke]], [[Brugge]], Haringen, [[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]], [[Lembeek]], [[Belle (gemeente)|Ballieul]], Oudenaarde-Pamel en [[Oostrozebeke]] (1892).
De "Tweede Broederschappen" waren/zijn talrijk (tussen haakjes het jaar van ontstaan): [[Aat]] (meer dan waarschijnlijk in 1325), [[Doornik]] (1420), [[Brussel (stad)|Brussel]], [[Valenciennes]] (1421), [[Condé]] (1430), [[Namen (stad)|Namen]], [[Lembeek]], [[Quiévrain]], [[Crespin (Noorderdepartement)|Crespin]], [['s-Gravenbrakel]], [[Gussignies]], [[Sint-Renelde]], [[Luik (stad)|Luik]] (1643), [[Hoei]] (1646), [[Dinant]] (1654), [[Gent]] (1657), [[Oudenaarde]]-Sint-Walburga (1657), [[Bellingen (België)|Bellingen]], [[Pepingen (Brabant)|Pepingen]], [[Beert]], [[Herfelingen]], [[Heikruis]], [[Bogaarden]], [[Kester]], [[Oetingen]], [[Leerbeek]] (1659), [[Nijvel]] (1661), [[Rijsel]], [[Mouveaux]], [[Bergen (Mons)|Bergen]] (1677), [[Sint-Niklaas]] (1699), [[Wakken]], [[Hooglede]], [[Lokeren]], [[Zottegem]], [[Dentergem]], [[Verrebroek]], [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], Brussel, [[Tielt]], [[Kortrijk]], [[Harelbeke]], [[Brugge]], Haringen, [[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]], [[Lembeek]], [[Belle (gemeente)|Ballieul]], Oudenaarde-Pamel en [[Oostrozebeke]] (1892).
==In de kunst==
* Jan Mostaert (ca. 1474 – ca. 1553) schilderde een ''portret van een Afrikaanse man'', ook bekend als ''de gekerstende Moor''. Het schilderij bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het is het eerste bekende schilderij van een Afrikaanse man in de Europese kunst. Op de muts van de geportreteerde man is een pelgrimsinsigne van de Onze-Lieve-Vrouw van Halle te herkennen.


==Verwijzingen==
==Verwijzingen==

Versie van 30 apr 2015 13:44

Onze-Lieve-Vrouw van Halle (de Zwarte Madonna van Halle) is een Mariabeeld in de Sint-Martinusbasiliek (Halle). Het wordt door katholieke gelovigen gezien als een miraculeus beeld.

Beschrijving

Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld stelt Maria voor als Sedes Sapientia (zittende Maria met Jezus op de schoot) en Virgo Lactans (de maagd die het kind de borst geeft).

Het is 92,5 centimeter hoog. Hoofd en handen van Maria en Jezus zijn in hout uitgesneden. De kledij van beiden is in linnen gedrenkt in gips, uitgewerkt. Sporen van polychromie zijn waargenomen: donkerbruin voor de huidpartijen en blauw voor het kleed.[1]

Er bestaat geen zekerheid over de herkomst en stijl van het beeld. Het zou van Brabants of Maaslands, kunnen zijn, Henegouws of zelfs Centraal-Europees.[1]

Ook over de oorzaak van de bruinzwarte kleur bestaat geen overeenstemming. Er werd wel eens verondersteld dat de zwarte kleur afkomstig zou zijn van een laagje zilver waarmee het beeld vroeger bedekt zou zijn geweest, en dat zwart geoxideerd zou zijn geweest. Maar er werd nooit een spoor van zilver aan het beeld ontdekt. Een andere mogelijkheid is dat het door de inwerking van kaarsroet en wierook zwart zou zijn geworden. Of het beeld is mogelijk altijd zwart geweest en hoort in dat geval thuis in de eeuwenoude, zelfs voorchristelijke traditie van zwarte 'Maria'beelden.[1]

Legende

Volgens een legende zou Maria de stad Halle hebben beschermd toen deze in 1489 door Filips van Kleef werd belegerd, door de kanonskogels in haar mantel op te vangen. De kanonballen werden in een nis gelegd in de basiliek, waar men ze nog steeds kan bezichtigen.[2]

Het is niet bekend wanneer deze legende ontstond. De oudste gepubliceerde versie dateert van meer dan driehonderd jaar na de belegering: het NIEUW LIEDEKEN Tot lof van O.L.Vrouve van Halle, dat bewaard wordt in de universiteitsbibliotheek van Gent, kan niet vóór 1816 gedrukt zijn. Pas vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw worden op bedevaartsvaantjes ook kanonballen afgebeeld.[1]

Plaats

Vanaf de aankomst van het beeld in Halle in 1267 tot in 1859 stond het beeld in een eigen kapel aan de noordkant van de kerk. De bouw van de nog bestaande Mariakapel werd begonnen in 1335. Vanaf 1859 begon men het beeld regelmatig in het hoogkoor te plaatsen. Vanaf 1866 kreeg het een vaste plaats op een balkon boven het hoogkoor.[1]

Geschiedenis

Volgens de traditie zou het beeld zou door Elisabeth van Hongarije, (Elisabeth van Thüringen), aan haar dochter Sofia gegeven zijn. Sofia zou het aan haar schoondochter Machteld van Brabant hebben gegeven. Haar dochter, Aleyde van Avesnes, gravin van Holland en Henegouwen, schonk het in 1267 in opdracht van haar moeder aan de stad Halle.[3][1][4]

Het beeld werd door het gravengeslacht van Henegouwen aan de stad geschonken; niet aan de kerk. Op die manier wilde Henegouwen zijn rechten op Halle kracht bijzetten. Halle lag toen in het graafschap Henegouwen, aan de grens met het hertogdom Brabant.

Door het beeld werd Halle in de wijde omgeving bekend als een bedevaartsstad.

Het beeld werd op 4 oktober 1874 in opdracht van paus Pius IX gekroond.

Processie

Aankondiging van het 25-jarige jubileum van de kroning van het Mariabeeld, 1899.

De oudste vermelding van een Mariaprocessie in Halle stamt uit 1335.

Omdat het beeld eigendom was van de stad, niet van de kerk, leidde dit tot de volgende procedure: ter gelegenheid van de processie, waarin het beeld door en rond de stad gedragen werd, nam de stadsmagistraat het beeld van de sokkel om het tijdelijk aan de geestelijkheid over te dragen. Na de processie werd het beeld door de magistraat teruggeplaatst.[1]

Tijdens processies of als bewijs voor het afleggen van een bedevaart naar Halle werden bedevaartsvaantjes verkocht: vlaggetjes met een afbeelding van het zwarte madonnabeeld. Vanaf de 19e eeuw staan ook de kanonballen vaak afgebeeld.

Wegens de verkoop van deze vlaggetjes kregen de inwoners van de stad Halle (zonder de huidige randgemeenten) de bijnaam vaantjesboeren.

Broederschap van de Onze Lieve Vrouw van Halle

In 1344 werd de "Broederschap van de Onze Lieve Vrouw van Halle" opgericht. Ze is één van de oudste van het land.

Later werden andere broederschappen opgericht, eerst in Henegouwen waarvan Halle deel uitmaakte en later elders. Ze worden "Tweede Broederschappen" genoemd. De broederschappen hadden het recht om tijdens de processies het Mariabeeld te dragen. Voorrang, duur en traject van het dragen van het beeld werden bepaald door anciënniteit en gaven al eens aanleiding tot discussies.

De "Tweede Broederschappen" waren/zijn talrijk (tussen haakjes het jaar van ontstaan): Aat (meer dan waarschijnlijk in 1325), Doornik (1420), Brussel, Valenciennes (1421), Condé (1430), Namen, Lembeek, Quiévrain, Crespin, 's-Gravenbrakel, Gussignies, Sint-Renelde, Luik (1643), Hoei (1646), Dinant (1654), Gent (1657), Oudenaarde-Sint-Walburga (1657), Bellingen, Pepingen, Beert, Herfelingen, Heikruis, Bogaarden, Kester, Oetingen, Leerbeek (1659), Nijvel (1661), Rijsel, Mouveaux, Bergen (1677), Sint-Niklaas (1699), Wakken, Hooglede, Lokeren, Zottegem, Dentergem, Verrebroek, Antwerpen, Brussel, Tielt, Kortrijk, Harelbeke, Brugge, Haringen, Aalst, Lembeek, Ballieul, Oudenaarde-Pamel en Oostrozebeke (1892).

In de kunst

  • Jan Mostaert (ca. 1474 – ca. 1553) schilderde een portret van een Afrikaanse man, ook bekend als de gekerstende Moor. Het schilderij bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het is het eerste bekende schilderij van een Afrikaanse man in de Europese kunst. Op de muts van de geportreteerde man is een pelgrimsinsigne van de Onze-Lieve-Vrouw van Halle te herkennen.

Verwijzingen

rel=nofollow