Aquatische zonering

Aquatische zoneringen zijn indelingen van het watermilieu. Op verschillende dieptes en afstanden tot de kust/oever gelden andere ecologische omstandigheden die in de zoneringen tot uitdrukking worden gebracht.

• aquatisch, in het water
  • benthisch, op de bodem van zoete en zoute wateren, bentische zone (benthos)
    • Het littoraal, de door de zon verwarmde zone langs de rand van een zee of meer
    • Het profundaal, de donkerdere, koudere, dieper gelegen zone
  • zoet water (bijvoorbeeld hydrofyt)
    • submers, ondergedoken
    • emers, drijvend, gedeeltelijk boven en gedeeltelijk onderwater
    • wortelend in de bodem (bijvoorbeeld helofyt)
  • marien, in/op zee
  • pelagisch, diep marien (ver van de kust)
    • epipelagische of (eu-)fotische zone - Vanaf het wateroppervlak (zeeniveau) tot 200 m diepte. Dit is de ondiepe zone waar genoeg zonlicht doordringt voor fotosynthese.
    • mesopelagische zone; de schemerzone - Van 200 m tot 1.000 m diepte. Hoewel hier nog wel licht doordringt, is dit onvoldoende voor fotosynthese.
    • bathyale of bathypelagische zone - Van 1.000 m tot ongeveer 4.000 m diepte. Op deze diepte is de oceaan vrijwel helemaal donker met de uitzondering van bioluminescente organismen als lantaarnvissen.
    • abyssale of abyssopelagische zone - Van 4.000 m tot 6.000 m diepte. Dit betekent normaal gesproken tot de oceaanbodem. In deze zone komt geen licht door. De meeste organismen zijn kleurloos en blind.
    • hadale of hadopelagische zone - Al het water onder 6.000 m diepte, voornamelijk in oceanische troggen.
    • afotische zone (?) - Het gedeelte van de waterkolom van een meer, zee of oceaan waar geen zonlicht doordringt. De bovengrens van de zone is de plek waar minder dan 1% van het aan het oppervlakte inkomende licht doordringt.