Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Walter Salter: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(beginmateriaal, overgenomen uit: http://nl.wikisage.org/w/index.php?title=Joseph_Franklin_Rutherford&oldid=121628#Karakter_en_houding)
 
(in artikelvorm zetten. Verbinden, verschuiven, schrappen, toevoegen enz.)
Regel 1: Regel 1:
== Karakter en houding ==
'''Walter F. Salter''' was een tijd de opziener van het bijkantoor van [[Jehovah's Getuigen]] in [[Canada]].
Rutherford was een grote man die alleen al door zijn verschijning respect afdwong. Hij had een luide, diepe stem en leek in alles op een zuidelijke Amerikaanse senator.<ref>{{Aut|Herbert H. Stroup}}, ''The Jehovah’s Witnesses'', Columbia University Press, 1945, blz. 16</ref> Biografen beschrijven Rutherford als een krachtige spreker met een ongezouten en directe stijl. Hij ging met zijn vrienden om als een despoot en was meedogenloos richting zijn vijanden.<ref>{{Publicatie|auteur=Alexander H. Macmillan |titel=Faith on the march |toevoeging= |uitgever= |plaats= |editie= |jaar=1957 |isbn= |issn= |deel= |pagina=77, 150, 151 }} {{en}}</ref> Hij was onderhevig aan stemmingen, was soms zo bot dat het grof was en had een explosief karakter dat hem zo nu en dan tot fysiek geweld dreef. Hij was zo overtuigd van zijn eigen (religieuze) opvattingen dat hij een ieder die hem tegenstond zag als aanhangers van de [[satan|duivel]].<ref>{{Publicatie|auteur=Tony Wills |titel=A people For His Name |toevoeging= |uitgever=Lulu Enterprises |plaats= |editie= |jaar=2006 |isbn= |issn= |deel= |pagina=107, 131 }} {{en}}</ref>


De historicus M. J. Penton, die zelf een voormalige ''Getuige'' is, beschreef Rutherford als volgt:
Jarenlang was hij een intieme vriend en vertrouweling van [[Joseph Franklin Rutherford]], de toenmalige president van het [[Wachttorengenootschap]] van Jehovah’s Getuigen.
{{cquote|Het meest curieuze trekje van Rutherford was wel dat hij in sommige [[puritein]]se zaken „[[rooms-katholieke Kerk|roomser]] dan de [[paus]] was”, terwijl hij in andere ronduit losbandig was. Hij gebruikte veelvuldig vulgaire taal, was een [[alcoholisme|alcoholist]] en werd ooit door een naaste medewerker beschuldigd een [[klucht]] met veel naakt te hebben bijgewoond met twee collega-[[ouderling]]en en een jonge vrouwelijke Bijbelonderzoeker op een woensdagavond voorafgaand aan de herdenking van het ''Avondmaal''.<ref name= "Penton-48" /><ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging=documentatie in de noten op blz 348 |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=348 }} {{en}}</ref><ref>Zie ook de {{en}}[http://www.watchtowerdocuments.com/downloads/1939%20Olin%20Moyles%20letter%20to%20Rutherford.pdf open brief] die Olin Moyle aan Rutherford schreef.</ref>}}


Sommige voormalige medewerkers van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap vertelden verhalen over Rutherfords drankzucht en zijn dronken buien. Anderen vertelden hoe moeilijk het wegens zijn dronkenschap zou zijn geweest om hem op het podium te krijgen om een lezing te houden.<ref>{{Publicatie|auteur=M. J. Penton |titel=Apocalypse delayed |toevoeging= |uitgever=University of Toronto Press |plaats=Toronto |editie= |jaar=1997 |isbn= |issn= |deel= |pagina=72 }} {{en}}</ref> Deze beschuldigingen komen bijvoorbeeld in een open brief van de voormalige ''landsopziener'' van het Wachttorengenootschap in Canada, [[Walter Salter]].<ref>Deze kan op {{en}}[http://corior.blogspot.com/2006/02/walter-salters-letter-to-j-f.html deze pagina] worden gelezen.</ref> Salter was jarenlang een intieme vriend en vertrouweling van Rutherford, maar begon volgens het tijdschrift ''The Golden Age'' vanaf 1935 eigen voorstellingen te promoten, zoals ideeën over „universele redding” of de mening dat het prediken pas na „Armageddon” nodig zou zijn.<ref group=noot>Salter schreef verschillende brieven aan de uitgever van het tijdschrift ''[[Unsearcheable Riches]]'' waarin hij zijn waardering uitte voor hun uitleg over de universele redding of alverzoening, en ging ook verder met deze groep samenwerken. Een brief werd bijvoorbeeld opgenomen in ''Unsearcheable Riches'', jaargang 28, p. 274.</ref> Hij vertelde openlijk dat hij de volgende president van het Wachttorengenootschap zou worden en dat de Wachttoren zijn ideeën zou overnemen. Wat men hem bijzonder kwalijk nam, was dat Salter op oneerlijke wijze het briefhoofd van het Wachttorengenootschap gebruikte om gemeenten in Canada en daarbuiten opdracht te geven om materiaal te bestuderen dat hij persoonlijk had geschreven.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Golden Age |editie=5 mei |jaar=1937 |code= |titel= |pagina=498-507 }}</ref> Het Wachttorengenootschap vatte samen dat Salter een samenzwering had gesmeed „om het werk van de Heer teniet te doen en de dood van sommige dienaren van de Heer te bewerkstelligen”.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=1 mei |jaar=1937 |code=w1937 1/5-E |titel= |pagina=141 }}</ref> Uiteindelijk werd hij in 1937 door de gemeente te Toronto [[Jehovah's Getuigen en disciplinering|uitgesloten]] (geëxcommuniceerd).<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah’s Getuigen |editie= |jaar=1980 |code=yb80-O |titel=Canada |pagina=132 }}</ref> Naast Salter werden degenen die zijn lijn volgden verwijderd.<ref>Degenen die op het bijkantoor wilden blijven, dienden in te stemmen met een resolutie waarin zij hun „geloof en loyaliteit in het Genootschap, en zijn dienaren, broeder Rutherford in Brooklyn” en Chapman (de vervanger van Salter) verklaarden.{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=1 juni |jaar=1937 |code=w1937 1/6-E |titel= |pagina=175 }}</ref>
Volgens het tijdschrift ''The Golden Age'' begon Salter vanaf 1935 eigen voorstellingen te promoten, zoals ideeën over „universele redding” of de mening dat het prediken pas na „Armageddon” nodig zou zijn. Salter schreef verschillende brieven aan [[Alfred Ernst Knoch]], de uitgever van het tijdschrift ''[[Unsearcheable Riches]]'' waarin hij zijn waardering uitte voor hun uitleg over de universele redding of alverzoening, en ging ook verder met deze groep samenwerken.<ref>Een brief werd bijvoorbeeld opgenomen in ''Unsearcheable Riches'', jaargang 28, p. 274.</ref> Salter vertelde openlijk dat hij de volgende president van het Wachttorengenootschap zou worden en dat de Wachttoren zijn ideeën zou overnemen.
 
In zijn ijver om zijn ideeën te verspreiden, maakte hij ook gebruik van briefpapier met het briefhoofd van het Wachttorengenootschap om gemeenten in Canada en ver daarbuiten opdracht te geven om materiaal te bestuderen dat hij persoonlijk had geschreven.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Golden Age |editie=5 mei |jaar=1937 |code= |titel= |pagina=498-507 }}</ref>
 
Deze oneerlijkheid werd hem kwalijk genomen.
 
In een open brief beschuldigde Salter Rutherford van drankmisbruik en een al te luxueuze levensstijl.<ref>{{en}}[http://corior.blogspot.com/2006/02/walter-salters-letter-to-j-f.html deze pagina] Brief van Walter Salter.</ref>
 
Het Wachttorengenootschap vatte samen dat Salter een samenzwering had gesmeed „om het werk van de Heer teniet te doen en de dood van sommige dienaren van de Heer te bewerkstelligen”.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=1 mei |jaar=1937 |code=w1937 1/5-E |titel= |pagina=141 }}</ref> Uiteindelijk werd hij in 1937 door de gemeente te Toronto [[Jehovah's Getuigen en disciplinering|uitgesloten]] (geëxcommuniceerd).<ref>{{Wachttorenref|publicatie=Jaarboek van Jehovah’s Getuigen |editie= |jaar=1980 |code=yb80-O |titel=Canada |pagina=132 }}</ref>
 
Degenen die op het bijkantoor wilden blijven, dienden in te stemmen met een resolutie waarin zij hun „geloof en loyaliteit in het Genootschap, en zijn dienaren, broeder Rutherford in Brooklyn” en Chapman (de vervanger van Salter) verklaarden.<ref>{{Wachttorenref|publicatie=The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom |editie=1 juni |jaar=1937 |code=w1937 1/6-E |titel= |pagina=175 }}</ref>
 
{{Appendix|Bron}}
 
[[Categorie: Jehovah's Getuigen]]

Versie van 18 dec 2012 11:09

Walter F. Salter was een tijd de opziener van het bijkantoor van Jehovah's Getuigen in Canada.

Jarenlang was hij een intieme vriend en vertrouweling van Joseph Franklin Rutherford, de toenmalige president van het Wachttorengenootschap van Jehovah’s Getuigen.

Volgens het tijdschrift The Golden Age begon Salter vanaf 1935 eigen voorstellingen te promoten, zoals ideeën over „universele redding” of de mening dat het prediken pas na „Armageddon” nodig zou zijn. Salter schreef verschillende brieven aan Alfred Ernst Knoch, de uitgever van het tijdschrift Unsearcheable Riches waarin hij zijn waardering uitte voor hun uitleg over de universele redding of alverzoening, en ging ook verder met deze groep samenwerken.[1] Salter vertelde openlijk dat hij de volgende president van het Wachttorengenootschap zou worden en dat de Wachttoren zijn ideeën zou overnemen.

In zijn ijver om zijn ideeën te verspreiden, maakte hij ook gebruik van briefpapier met het briefhoofd van het Wachttorengenootschap om gemeenten in Canada en ver daarbuiten opdracht te geven om materiaal te bestuderen dat hij persoonlijk had geschreven.[2]

Deze oneerlijkheid werd hem kwalijk genomen.

In een open brief beschuldigde Salter Rutherford van drankmisbruik en een al te luxueuze levensstijl.[3]

Het Wachttorengenootschap vatte samen dat Salter een samenzwering had gesmeed „om het werk van de Heer teniet te doen en de dood van sommige dienaren van de Heer te bewerkstelligen”.[4] Uiteindelijk werd hij in 1937 door de gemeente te Toronto uitgesloten (geëxcommuniceerd).[5]

Degenen die op het bijkantoor wilden blijven, dienden in te stemmen met een resolutie waarin zij hun „geloof en loyaliteit in het Genootschap, en zijn dienaren, broeder Rutherford in Brooklyn” en Chapman (de vervanger van Salter) verklaarden.[6]

Bronnen, noten en/of referenties

Bron
  1. º Een brief werd bijvoorbeeld opgenomen in Unsearcheable Riches, jaargang 28, p. 274.
  2. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Golden Age, 5 mei 1937, Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 498-507
  3. º (en) deze pagina Brief van Walter Salter.
  4. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 mei 1937, (w1937 1/5-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 141
  5. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah’s Getuigen (yb80-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1980. Canada,, p. 132
  6. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, The Watchtower Announcing Jehovah’s Kingdom, 1 juni 1937, (w1937 1/6-E) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. , p. 175
rel=nofollow
rel=nofollow