Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Albert Hardenberg: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox persoon
| naam          = Albertus Risaeus Hardenberg
| afbeelding    =
| onderschrift  =
| volledigenaam  =
| geboortenaam  =
| bijnaam        =
| geboorteplaats = Rheeze, bij Hardenberg
| geboortedatum  = ca. 1510
| sterfplaats    = [[Emden]]
| sterfdatum    = 18 mei 1574
| doodsoorzaak  =
| nationaliteit  =
| land          =
| beroep        = predikant
| bekendvan      = reformator
| algemeennaam1  =
| algemeen1      =
| algemeennaam2  =
| algemeen2      =
| tijdvak1      =
| functie1      =
| tijdvak2      =
| functie2      =
| tijdvak3      =
| functie3      =
| tijdvak4      =
| functie4      =
| tijdvak5      =
| functie5      =
| tijdvak6      =
| functie6      =
| tijdvak7      =
| functie7      =
| tijdvak8      =
| functie8      =
| tijdvak9      =
| functie9      =
| partners      = Truytje Syssinghe uit Groningen
| kinderen      =
| religie        = gereformeerd, met ideeën van [[Philipp Melanchthon|Melanchthon]] en [[Hyldrich Zwingli|Zwingli]]
| politieknaam  =
| politiek      =
| politieknaam1  =
| politiek1      =
| politieknaam2  =
| politiek2      =
| overignaam1    =
| overig1        =
| overignaam2    =
| overig2        =
| zieook        =
| website        =
| handtekening  =
| portaal        =
| extra portaal  =
| extra portaal2 =
}}
'''Albert Hardenberg''', ook bekend als '''Albert(us) Rizaeus''' of '''Risaeus''' (Rheeze bij Hardenberg (Overijssel), ca. 1510 – [[Emden]], 18 mei 1574) was een gereformeerd theoloog en reformator, actief in onder andere [[Keulen]], [[Bremen]] en Emden.
'''Albert Hardenberg''', ook bekend als '''Albert(us) Rizaeus''' of '''Risaeus''' (Rheeze bij Hardenberg (Overijssel), ca. 1510 – [[Emden]], 18 mei 1574) was een gereformeerd theoloog en reformator, actief in onder andere [[Keulen]], [[Bremen]] en Emden.


==Leven==
==Leven==
Albert ’Rizaeus’ werd geboren in 1510 in een arm boerengezin in de buurschap Rheeze, bij Hardenberg. De naam Rizaeus is afgeleid van de plaatsnaam Rheeze. Met de hulp van rijkere familieleden kon de jongen op zevenjarige leeftijd naar school gaan in [[Groningen]]. Hij kon verblijven in het fraterhuis van de [[broeders van het gemene leven]]. Daarna werd hij leerling van de Latijnse St. Maartensschool in Groningen. Een van zijn medeleerlingen was Regnerus Praedinius, een boerenzoon uit [[Winsum]], die later de rector werd van de school. In 1527 werd hij, op 17-jarige leeftijd, monnik in het cisterciënzerklooster te Aduard. Van daaruit werd hij in 1530 naar Leuven gestuurd om op kosten van het klooster de vrije kunsten en theologie te studeren, met het vooruitzicht dat hij later de abt zou kunnen opvolgen. Hoewel de Universiteit van Leuven een bolwerk was tegen het lutheranisme – in Leuven werden al lutherse geschriften verbrand vóór de paus hiertoe opriep –, nam Hardenberg al in zijn studietijd onder invloed van [[Erasmus van Rotterdam|Erasmus]] afstand van de [[scholastiek]]e traditie en begon protestantse zienswijzen aan te hangen. Omdat hij verdacht werd van ’ketterse’ sympathieën vertrok Hardenberg uit Leuven. Na een kort verblijf in [[Frankfurt]] werd hij onderweg naar Italië ziek. In die omstandigheden besloot hij in Mainz te blijven, waar hij colleges gaf en in 1539 de doctorstitel behaalde.
Albert ’Rizaeus’ werd geboren in 1510 in een arm boerengezin in de [[buurschap]] Rheeze, bij Hardenberg. De naam Rizaeus is afgeleid van de plaatsnaam Rheeze. Met de hulp van rijkere familieleden kon de jongen op zevenjarige leeftijd naar school gaan in [[Groningen]]. Hij kon verblijven in het fraterhuis van de [[broeders van het gemene leven]]. Daarna werd hij leerling van de Latijnse St. Maartensschool in Groningen. Een van zijn medeleerlingen was [[Regnerus Praedinius]], een boerenzoon uit [[Winsum]], die later de [[rector]] werd van de school. In 1527 werd hij, op 17-jarige leeftijd, monnik in het [[cisterciënzers|cisterciënzerklooster]] te [[Aduard]], waar zijn oom, Johannes Reekamp, abt was. Van daaruit werd hij in 1530 naar Leuven gestuurd om op kosten van het klooster de vrije kunsten en theologie te studeren, met het vooruitzicht dat hij later de abt zou kunnen opvolgen. Hoewel de Universiteit van Leuven een bolwerk was tegen het lutheranisme – in Leuven werden al lutherse geschriften verbrand vóór de paus hiertoe opriep –, nam Hardenberg al in zijn studietijd onder invloed van [[Erasmus van Rotterdam|Erasmus]] afstand van de [[scholastiek]]e traditie en begon protestantse zienswijzen aan te hangen. Omdat hij verdacht werd van ’ketterse’ sympathieën vertrok Hardenberg uit Leuven. Na een kort verblijf in [[Frankfurt]] werd hij onderweg naar Italië ziek. In die omstandigheden besloot hij in Mainz te blijven, waar hij colleges gaf en in 1539 de doctorstitel behaalde.


Nadat hij in Frankfurt [[Johannes à Lasco]] ontmoette, ging hij die regelmatig vergezellen. Samen gingen zij naar Leuven, waar Hardenberg door zijn talent als spreker een grote groep toehoorders verzamelde. Maar wegens zijn hervormingsgezinde houding werd hij aangeklaagd. Door de actie van duizenden burgers en studenten ging het proces niet door in Brussel maar in Leuven. Tegen de verwachting in verliep de rechtszaak vrij gunstig voor Hardenberg. Het oordeel luidde dat zijn boeken verbrand moesten worden, dat hij de kosten van de rechtszaak op zich moest nemen en het land uitgewezen werd.
Nadat hij in Frankfurt [[Johannes à Lasco]] ontmoette, ging hij die regelmatig vergezellen. Samen gingen zij naar Leuven, waar Hardenberg door zijn talent als spreker een grote groep toehoorders verzamelde. Maar wegens zijn hervormingsgezinde houding werd hij aangeklaagd. Door de actie van duizenden burgers en studenten ging het proces niet door in Brussel maar in Leuven. [[Ruard Tapper]], van wie hij in Leuven nog les had gekregen, leidde de rechtszaak. Tegen de verwachting in verliep de rechtszaak vrij gunstig voor Hardenberg. Het oordeel luidde dat een aantal van zijn boeken verbrand moesten worden, dat hij de kosten van de rechtszaak op zich moest nemen en het land uitgewezen werd.


Na een kort verblijf in het klooster Aduard werd hij opgeroepen om zich in [[Keulen]] te melden. Intussen was hij sterker naar de reformatorische strekking overgegaan. Op aanraden van [[Philipp Melanchthon]] reisde hij naar [[Wittenberg]], waar hij in juni 1543 aankwam en zich liet inschrijven als „Frisius Theologiae Doctor”. Hij bleef bevriend met Melanchthon.
Na een kort verblijf in het klooster Aduard werd hij opgeroepen om zich in [[Keulen]] te melden. Intussen was hij sterker naar de reformatorische strekking overgegaan. Op aanraden van [[Philipp Melanchthon]] reisde hij naar [[Wittenberg]], waar hij in juni 1543 aankwam en zich liet inschrijven als „Frisius Theologiae Doctor”. Hij bleef bevriend met Melanchthon.


Na lang aarzelen besloot hij ook te trouwen en trad in het huwelijk met de ex-non Truytje Syssinghe uit Groningen.
Na lang aarzelen besloot hij, op aanraden van à Lasco, te trouwen. Hij trad in het huwelijk met de ex-non Truytje Syssinghe uit Groningen.


In 1544 trok hij van Wittenberg naar de reformatorisch gezinde aartsbisschop van Keulen, [[Hermann von Wied]], die hem de opdracht gaf om de door [[Martin Bucer]] en Melanchthon ingeleide reformatie door te voeren. Hardenberg vond deze taak zo belangrijk dat hij verschillende beroepingen om ergens als predikant te dienen, afwees. In dezelfde periode was ook de anabaptist [[Menno Simons]] in deze streek werkzaam. Johannes à Lasco kwam tweemaal op bezoek. Hardenberg correspondeerde met à Lasco over Menno’s activiteiten, en schreef ook aan de [[renaissancehumanisme|geleerde]] [[Joachim Vadian]] over Menno’s succesvolle werk.
In 1544 trok hij van Wittenberg naar de reformatorisch gezinde aartsbisschop van Keulen, [[Hermann von Wied]], die hem de opdracht gaf om de door [[Martin Bucer]] en Melanchthon ingeleide reformatie door te voeren. Hardenberg vond deze taak zo belangrijk dat hij verschillende beroepingen om ergens als predikant te dienen, afwees. In dezelfde periode was ook de anabaptist [[Menno Simons]] in deze streek werkzaam. Johannes à Lasco kwam tweemaal op bezoek en bleef er maandenlang logeren om samen te werken aan hun doelen. Hardenberg correspondeerde ook met à Lasco over Menno’s activiteiten, en schreef ook aan de [[renaissancehumanisme|geleerde]] [[Joachim Vadian]] over Menno’s succesvolle werk.


Na de [[Rijksdag van Worms]] in 1545 verbleef hij langere tijd in [[Straatsburg]], [[Basel]] en [[Zürich]]. Zijn activiteiten in Keulen stopten pas toen Hermann von Wied uit het bisschopsambt gezet werd.
Na de [[Rijksdag van Worms]] in 1545 verbleef hij langere tijd in [[Straatsburg]], [[Basel]] en [[Zürich]]. Zijn activiteiten in Keulen stopten pas toen Hermann von Wied uit het bisschopsambt gezet werd.
Regel 16: Regel 74:
Als aalmoezenier bij de troepen van graaf Christoph von Oldenburg, die het door de keizerlijke katholieke legers belegerde stad Bremen kwam bevrijden, maakte hij de veldslag mee bij Drakenburg, ten noorden van Nienburg/Weser, waar het protestantse leger van de [[Schmalkaldische Bond]] de keizerlijke legers van hertog Erich II von Calenberg overwon.
Als aalmoezenier bij de troepen van graaf Christoph von Oldenburg, die het door de keizerlijke katholieke legers belegerde stad Bremen kwam bevrijden, maakte hij de veldslag mee bij Drakenburg, ten noorden van Nienburg/Weser, waar het protestantse leger van de [[Schmalkaldische Bond]] de keizerlijke legers van hertog Erich II von Calenberg overwon.


In 1547 werd Hardenberg op aanbeveling van de graaf predikant van de domkathedraal van [[Bremen]]. Behalve twee preken per week was het ook zijn taak om theologische voordrachten te houden.
In 1547 werd Hardenberg op aanbeveling van de graaf aangesteld als dompredikant van [[Bremen]], hoewel de omgeving gedomineerd werd door luthersen, die weinig op hadden met iemand die in nauw contact stond met Zuid-Duitse en Zwitserse hervormers. Behalve twee preken per week was het ook zijn taak om theologische voordrachten te houden.


Hij kwam goed overeen met de plaatselijke pastores en proosten. Maar weldra stelde men zijn ’[[Zwingli|zwingliaanse]]’ zienswijze over het [[Avondmaal]] vast. Dit leidde tot conflicten met de andere pastores in Bremen, vooral [[Johannes Timann]], die eerder ’orthodox lutherse’ zienswijzen hadden. De sociale lagere en middelklassen stonden versterkt aan de kant van de bescheiden Hardenberg. Door besluit van de Braunschweigse Kreistag van 8 februari 1561 werd hij uitgewezen uit Bremen. Maar er bleven gelijkgezinden in Bremen, onder wie de latere burgemeester Daniel von Büren en de rector Johannes Molanus, die de weg voorbereidden voor Bremens overgang naar de gereformeerde richting van Melanchthon.
Hij kwam goed overeen met de plaatselijke pastores en [[proost]]en. Maar al spoedig kwam zijn ’[[Zwingli|zwingliaanse]]’ zienswijze over het [[Avondmaal]] aan het licht. Dit leidde tot conflicten met de andere pastores in Bremen, vooral [[Johannes Timann]], die eerder ’orthodox lutherse’ zienswijzen hadden. De sociale lagere en middelklassen stonden versterkt aan de kant van de bescheiden Hardenberg. Door besluit van de Braunschweigse Kreistag van 8 februari 1561 werd hij uitgewezen uit Bremen. Maar er bleven gelijkgezinden in Bremen, onder wie de latere burgemeester Daniel von Büren en de rector Johannes Molanus, die de weg voorbereidden voor Bremens overgang naar de gereformeerde richting van Melanchthon.


Tot 1565 bevond hij zich in het klooster Rastede, waar hij vooral als schrijver werkte. In 1565 werd hij predikant in Sengwarden, en vanaf 1567 in Emden. Ongetwijfeld kwam hij ook in zijn periode in Emden in contact met mennonieten.
Tot 1565 bevond hij zich in het klooster Rastede, waar hij vooral als schrijver werkte. In 1565 werd hij predikant in Sengwarden.


Hij overleed kinderloos op 18 mei 1574. Zijn opvolger als predikant in Emden werd [[Menso Alting]], ook een Nederlander. Hardenbergs theologische bibliotheek door zijn weduwe Truytje aan de Grote Kerk van Emden geschonken en vormt de basis voor de huidige nog bestaande Johannes a Lasco bibliotheek.
In 1566 was hij als hagenprediker onder andere in Elburg, Harderwijk en Amsterdam. Op 10 augustus da jaar begon in [[Steenvoorde]] onder impuls van [[Sebastiaan Matte]] de [[beeldenstorm]], die in snel tempo over grote delen van de Nederlanden zou razen. Een gevolg was dat Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden stuurde om orde op zaken te stellen. Vele protestanten vluchtten het land uit. Vanaf 1567 was Hardenberg predikant in Emden. Ongetwijfeld kwam hij ook in zijn periode in Emden in contact met mennonieten.
 
Hij overleed kinderloos op 18 mei 1574. Zijn opvolger als predikant in Emden werd [[Menso Alting]], ook een Nederlander. Hardenbergs theologische bibliotheek werd door zijn weduwe Truytje aan de Grote Kerk van Emden geschonken en vormt de basis voor de huidige nog bestaande Johannes a Lasco bibliotheek.


==Varia==
==Varia==
Regel 41: Regel 101:
* {{aut|Cornelius Krahn}}, {{GAMEO|Hardenberg, Albert (1510-1574)}}, 1956.
* {{aut|Cornelius Krahn}}, {{GAMEO|Hardenberg, Albert (1510-1574)}}, 1956.
* {{aut|Otto Stolberg-Wernigerode}}, [https://daten.digitale-sammlungen.de/0001/bsb00016325/images/index.html?seite=677 Hardenberg] in: {{ts.|Neue deutsche Biographie}}, deel 7, Grassauer-Hartmann, Berlijn, 1966
* {{aut|Otto Stolberg-Wernigerode}}, [https://daten.digitale-sammlungen.de/0001/bsb00016325/images/index.html?seite=677 Hardenberg] in: {{ts.|Neue deutsche Biographie}}, deel 7, Grassauer-Hartmann, Berlijn, 1966
* [https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/salland/hardenberg/albertus-risaeus ''Albertus Risaeus'' op  canonvaannederland.nl
* https://historischeprojecten.nl/geheugenvanhardenberg/toen-op-18-mei-1574-albertus-risaeus-overleden/
{{authority control|TYPE=p|BPN=95938115|GND=118720317|VIAF=52484384|Wikidata=Q319802}}
{{authority control|TYPE=p|BPN=95938115|GND=118720317|VIAF=52484384|Wikidata=Q319802}}
{{DEFAULTSORT:Hardenberg, Albertus}}
{{DEFAULTSORT:Hardenberg, Albertus}}

Versie van 14 jun 2024 23:43

rel=nofollow

Albert Hardenberg, ook bekend als Albert(us) Rizaeus of Risaeus (Rheeze bij Hardenberg (Overijssel), ca. 1510 – Emden, 18 mei 1574) was een gereformeerd theoloog en reformator, actief in onder andere Keulen, Bremen en Emden.

Leven

Albert ’Rizaeus’ werd geboren in 1510 in een arm boerengezin in de buurschap Rheeze, bij Hardenberg. De naam Rizaeus is afgeleid van de plaatsnaam Rheeze. Met de hulp van rijkere familieleden kon de jongen op zevenjarige leeftijd naar school gaan in Groningen. Hij kon verblijven in het fraterhuis van de broeders van het gemene leven. Daarna werd hij leerling van de Latijnse St. Maartensschool in Groningen. Een van zijn medeleerlingen was Regnerus Praedinius, een boerenzoon uit Winsum, die later de rector werd van de school. In 1527 werd hij, op 17-jarige leeftijd, monnik in het cisterciënzerklooster te Aduard, waar zijn oom, Johannes Reekamp, abt was. Van daaruit werd hij in 1530 naar Leuven gestuurd om op kosten van het klooster de vrije kunsten en theologie te studeren, met het vooruitzicht dat hij later de abt zou kunnen opvolgen. Hoewel de Universiteit van Leuven een bolwerk was tegen het lutheranisme – in Leuven werden al lutherse geschriften verbrand vóór de paus hiertoe opriep –, nam Hardenberg al in zijn studietijd onder invloed van Erasmus afstand van de scholastieke traditie en begon protestantse zienswijzen aan te hangen. Omdat hij verdacht werd van ’ketterse’ sympathieën vertrok Hardenberg uit Leuven. Na een kort verblijf in Frankfurt werd hij onderweg naar Italië ziek. In die omstandigheden besloot hij in Mainz te blijven, waar hij colleges gaf en in 1539 de doctorstitel behaalde.

Nadat hij in Frankfurt Johannes à Lasco ontmoette, ging hij die regelmatig vergezellen. Samen gingen zij naar Leuven, waar Hardenberg door zijn talent als spreker een grote groep toehoorders verzamelde. Maar wegens zijn hervormingsgezinde houding werd hij aangeklaagd. Door de actie van duizenden burgers en studenten ging het proces niet door in Brussel maar in Leuven. Ruard Tapper, van wie hij in Leuven nog les had gekregen, leidde de rechtszaak. Tegen de verwachting in verliep de rechtszaak vrij gunstig voor Hardenberg. Het oordeel luidde dat een aantal van zijn boeken verbrand moesten worden, dat hij de kosten van de rechtszaak op zich moest nemen en het land uitgewezen werd.

Na een kort verblijf in het klooster Aduard werd hij opgeroepen om zich in Keulen te melden. Intussen was hij sterker naar de reformatorische strekking overgegaan. Op aanraden van Philipp Melanchthon reisde hij naar Wittenberg, waar hij in juni 1543 aankwam en zich liet inschrijven als „Frisius Theologiae Doctor”. Hij bleef bevriend met Melanchthon.

Na lang aarzelen besloot hij, op aanraden van à Lasco, te trouwen. Hij trad in het huwelijk met de ex-non Truytje Syssinghe uit Groningen.

In 1544 trok hij van Wittenberg naar de reformatorisch gezinde aartsbisschop van Keulen, Hermann von Wied, die hem de opdracht gaf om de door Martin Bucer en Melanchthon ingeleide reformatie door te voeren. Hardenberg vond deze taak zo belangrijk dat hij verschillende beroepingen om ergens als predikant te dienen, afwees. In dezelfde periode was ook de anabaptist Menno Simons in deze streek werkzaam. Johannes à Lasco kwam tweemaal op bezoek en bleef er maandenlang logeren om samen te werken aan hun doelen. Hardenberg correspondeerde ook met à Lasco over Menno’s activiteiten, en schreef ook aan de geleerde Joachim Vadian over Menno’s succesvolle werk.

Na de Rijksdag van Worms in 1545 verbleef hij langere tijd in Straatsburg, Basel en Zürich. Zijn activiteiten in Keulen stopten pas toen Hermann von Wied uit het bisschopsambt gezet werd.

Als aalmoezenier bij de troepen van graaf Christoph von Oldenburg, die het door de keizerlijke katholieke legers belegerde stad Bremen kwam bevrijden, maakte hij de veldslag mee bij Drakenburg, ten noorden van Nienburg/Weser, waar het protestantse leger van de Schmalkaldische Bond de keizerlijke legers van hertog Erich II von Calenberg overwon.

In 1547 werd Hardenberg op aanbeveling van de graaf aangesteld als dompredikant van Bremen, hoewel de omgeving gedomineerd werd door luthersen, die weinig op hadden met iemand die in nauw contact stond met Zuid-Duitse en Zwitserse hervormers. Behalve twee preken per week was het ook zijn taak om theologische voordrachten te houden.

Hij kwam goed overeen met de plaatselijke pastores en proosten. Maar al spoedig kwam zijn ’zwingliaanse’ zienswijze over het Avondmaal aan het licht. Dit leidde tot conflicten met de andere pastores in Bremen, vooral Johannes Timann, die eerder ’orthodox lutherse’ zienswijzen hadden. De sociale lagere en middelklassen stonden versterkt aan de kant van de bescheiden Hardenberg. Door besluit van de Braunschweigse Kreistag van 8 februari 1561 werd hij uitgewezen uit Bremen. Maar er bleven gelijkgezinden in Bremen, onder wie de latere burgemeester Daniel von Büren en de rector Johannes Molanus, die de weg voorbereidden voor Bremens overgang naar de gereformeerde richting van Melanchthon.

Tot 1565 bevond hij zich in het klooster Rastede, waar hij vooral als schrijver werkte. In 1565 werd hij predikant in Sengwarden.

In 1566 was hij als hagenprediker onder andere in Elburg, Harderwijk en Amsterdam. Op 10 augustus da jaar begon in Steenvoorde onder impuls van Sebastiaan Matte de beeldenstorm, die in snel tempo over grote delen van de Nederlanden zou razen. Een gevolg was dat Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden stuurde om orde op zaken te stellen. Vele protestanten vluchtten het land uit. Vanaf 1567 was Hardenberg predikant in Emden. Ongetwijfeld kwam hij ook in zijn periode in Emden in contact met mennonieten.

Hij overleed kinderloos op 18 mei 1574. Zijn opvolger als predikant in Emden werd Menso Alting, ook een Nederlander. Hardenbergs theologische bibliotheek werd door zijn weduwe Truytje aan de Grote Kerk van Emden geschonken en vormt de basis voor de huidige nog bestaande Johannes a Lasco bibliotheek.

Varia

Literatuur over A. Hardenberg

  • Wim Janse, Albert Hardenberg als Theologe. Profil eines Bucer-Schülers. Leiden, 1994;
  • Wim Janse, A Lasco und Albert Hardenberg. Einigkeit im Dissens. in: Christoph Strohm (uitg.), Johannes a Lasco (1499-1560). Polnischer Baron, Humanist und europäischer Reformator. Tübingen, 2000, p. 261-282
  • Henning P. Jürgens, Johannes a Lasco. Ein Leben in Büchern und Briefen, Wuppertal, 1999
  • Henning P. Jürgens, Johannes a Lasco in Ostfriesland. Der Werdegang eines europäischen Reformators. Tübingen, 2002

Werken

  • Een biografie van Wessel Gansfort, uitgegeven te Groningen in 1614.
  • Defensio adversus Mennonem Simonis de Incarnatione (= Verdediging tegen Menno Simons over de Menswording), Bonn.

Online bronnen

rel=nofollow
 
rel=nofollow