Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Edgar Allan Poe: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Poe heeft zijn ouders nooit goed leren kennen: Elizabeth Arnold Poe, een Britse actrice, en David Poe, Jr., een acteur die geboren was in Baltimore. Zij waren in 1806 getrouwd, maar de vader verliet het gezin in het jaar dat Edgar geboren was, en zijn moeder overleed aan [[tuberculose]] toen hij nog geen drie jaar was. | Poe heeft zijn ouders nooit goed leren kennen: Elizabeth Arnold Poe, een Britse actrice, en David Poe, Jr., een acteur die geboren was in Baltimore. Zij waren in 1806 getrouwd, maar de vader verliet het gezin in het jaar dat Edgar geboren was, en zijn moeder overleed aan [[tuberculose]] toen hij nog geen drie jaar was. | ||
Hij had een broer, William Henry Leonard, en zus Rosalie, maar werd niet samen met hen opgevoed. Hij kwam terecht bij John Allan, en zijn echtgenote Frances, in Richmond, Virginia. John was een succesvol handelaar in tabak, | Hij had een broer, William Henry Leonard, en zus Rosalie, maar werd niet samen met hen opgevoed. Hij kwam terecht bij John Allan, en zijn echtgenote Frances, in Richmond, Virginia. John was een succesvol handelaar in tabak, textiel, tarwe en slaven. Edgar had een goede band met zijn pleegmoeder, maar een moeilijke verhouding tot John Allan. | ||
Toen hij dertien was, schreef hij al vele gedichten, maar zijn literair talent werd ontmoedigd door de hoofdonderwijzer en door John Allan, die liever had gezien dat Edgar Poe hem zou opvolgen in de familiezaak. Geld was ook een twistpunt. Poe ging in 1826 studeren aan de Universiteit van Virginia en was een uitmuntend student, maar kreeg niet genoeg financiële ondersteuning van Allan om al zijn kosten te dekken. Poe probeerde daarom zijn geluk met gokspelen, maar liep schulden op. | Toen hij dertien was, schreef hij al vele gedichten, maar zijn literair talent werd ontmoedigd door de hoofdonderwijzer en door John Allan, die liever had gezien dat Edgar Poe hem zou opvolgen in de familiezaak. Geld was ook een twistpunt. Poe ging in 1826 studeren aan de Universiteit van Virginia en was een uitmuntend student, maar kreeg niet genoeg financiële ondersteuning van Allan om al zijn kosten te dekken. Poe probeerde daarom zijn geluk met gokspelen, maar liep schulden op. | ||
Regel 19: | Regel 19: | ||
In februari 1837 trok Poe met het gezin voor ca. 15 maanden naar New York en in de zomer van 1838 verhuisde hij met Virginia en Maria Clemm naar Philadelphia. In maart 1842 ontmoette hij daar [[Charles Dickens]], wiens werk hij zeer waardeerde en meermaals positief had besproken. Dickens beloofde om zich bij Engelse uitgevers in te zetten om Poe in Engeland te laten publiceren, maar zijn inzet voor Poe bleef zonder succes. In maart 1844 verhuisde hij opnieuw naar New York, in de hoop dat hij daar in de tijdschriftenwereld een beter loon zou kunnen krijgen. | In februari 1837 trok Poe met het gezin voor ca. 15 maanden naar New York en in de zomer van 1838 verhuisde hij met Virginia en Maria Clemm naar Philadelphia. In maart 1842 ontmoette hij daar [[Charles Dickens]], wiens werk hij zeer waardeerde en meermaals positief had besproken. Dickens beloofde om zich bij Engelse uitgevers in te zetten om Poe in Engeland te laten publiceren, maar zijn inzet voor Poe bleef zonder succes. In maart 1844 verhuisde hij opnieuw naar New York, in de hoop dat hij daar in de tijdschriftenwereld een beter loon zou kunnen krijgen. | ||
In 1847 overleed Virginia aan tuberculose. Na Virginia’s overlijden ging Poe op zoek naar nieuwe partner. Behalve relaties met twee getrouwde vrouwen, deed hij serieuze pogingen met de dichteres Sarah Helen Whitman. Zij verloofden zich, maar de verloving werd verbroken omdat Whitman begon te twijfelen aan Poe’s betrouwbaarheid, en vooral omdat haar moeder koste wat kost een huwelijk met Poe wilde voorkomen. Poe nam toen een overdosis laudanum, vermoedelijk met de bedoeling zichzelf te doden, maar hij overleefde het. Dit is het enige goed gedocumenteerde geval van Poe’s gebruik van opium. Latere beweringen dat Poe regelmatig opium nam en er verslaafd aan was, worden als weerlegd beschouwd. | In 1847 overleed Virginia aan [[tuberculose]]. Na Virginia’s overlijden ging Poe op zoek naar nieuwe partner. Behalve relaties met twee getrouwde vrouwen, deed hij serieuze pogingen met de dichteres Sarah Helen Whitman. Zij verloofden zich, maar de verloving werd verbroken omdat Whitman begon te twijfelen aan Poe’s betrouwbaarheid, en vooral omdat haar moeder koste wat kost een huwelijk met Poe wilde voorkomen. Poe nam toen een overdosis [[laudanum]], vermoedelijk met de bedoeling zichzelf te doden, maar hij overleefde het. Dit is het enige goed gedocumenteerde geval van Poe’s gebruik van [[opium]]. Latere beweringen dat Poe regelmatig opium nam en er verslaafd aan was, worden als weerlegd beschouwd. | ||
In 1849 kwam Poe zijn jeugdliefde Elmira Shelton (geboren Royster) opnieuw tegen in Richmond. Zij was intussen weduwe geworden. Na een korte verkering deed Poe haar een huwelijksaanzoek, waarop zij bedenktijd vroeg. | In 1849 kwam Poe zijn jeugdliefde Elmira Shelton (geboren Royster) opnieuw tegen in Richmond. Zij was intussen weduwe geworden. Na een korte verkering deed Poe haar een huwelijksaanzoek, waarop zij bedenktijd vroeg. | ||
Regel 26: | Regel 26: | ||
Poe verliet Richmond in de ochtend van 27 september 1849 en zijn bestemming was zijn huis in Fordham. Daar wilde hij de voorbereiding van zijn bruiloft met Elmira Shelton vervroegen en abonnees voor zijn geplande tijdschrift ''The Stylus'' winnen. De eerste etappe van Poe’s reis was per schip van Richmond naar Baltimore. Wat er de volgende week is gebeurd en waar Poe verbleef is niet bekend. | Poe verliet Richmond in de ochtend van 27 september 1849 en zijn bestemming was zijn huis in Fordham. Daar wilde hij de voorbereiding van zijn bruiloft met Elmira Shelton vervroegen en abonnees voor zijn geplande tijdschrift ''The Stylus'' winnen. De eerste etappe van Poe’s reis was per schip van Richmond naar Baltimore. Wat er de volgende week is gebeurd en waar Poe verbleef is niet bekend. | ||
Op 3 oktober 1849 vond | Op 3 oktober 1849 vond Joseph W. Walker, die voor de ''Baltimore Sun'' werkte, Poe op straat. De meeste voorbijgangers namen aan dat hij een dronken zwerver was en liepen voorbij. Walker herkende Poe van enkele foto’s in de kranten en bracht hem naar de nabijgelegen herberg, Ryan’s Tavern (ook bekend als Gunner’s Hall). Poe maakte een verwarde indruk en leek dronken en/of ernstig ziek. In de plaats van zijn klassieke zwarte pak, was hij gekleed in goedkope, slecht passende kleding en een strohoed. Walker kreeg van Poe gedaan dat hij de naam van een bevriende plaatselijke arts opgaf, dr. Joseph E. Snodgrass, en bracht hem snel per brief op de hoogte. Een familielid van Poe dat ook op de hoogte werd gebracht, weigerde om voor hem te zorgen. Poe werd bijgevolg naar het Washington Medical College in Baltimore gebracht, waar dr. John J. Moran voor hem zorgde. Poe was regelmatig buiten bewustzijn en overleed op 7 oktober 1849. De omstandigheden van het overlijden zijn onduidelijk, de doodsoorzaak is onbekend. De ''Baltimore Sun'' beschreef de doodsoorzaak als ’''Congestion of brain''’. Dit kon een beroerte betekenen, een hersenbloeding, een bloedklonter in de hersenen, misschien een [[aneurysma]]. Dr. Snodgrass geloofde dat Poe overleed als gevolg van alcoholontwenning. | ||
Dr. Moran liet verschillende rapporten achter over Poe’s toestand en overlijden. Deze zijn achteraf geschreven en spreken elkaar en de getuigenissen van andere ooggetuigen op tal van punten tegen. Ze kunnen nauwelijks worden gebruikt voor onderzoek. Documenten uit het ziekenhuis zijn niet bewaard gebleven. Het aantal theorieën over het overlijden van Poe is groot. Ze variëren van [[zelfdoding|zelfmoord]] en moord tot schade veroorzaakt door [[alcoholisme]], [[diabetes]], [[cholera]], [[hondsdolheid]], [[syfilis]] of een [[hersentumor]]. | Dr. Moran liet verschillende rapporten achter over Poe’s toestand en overlijden. Deze zijn achteraf geschreven en spreken elkaar en de getuigenissen van andere ooggetuigen op tal van punten tegen. Ze kunnen nauwelijks worden gebruikt voor onderzoek. Documenten uit het ziekenhuis zijn niet bewaard gebleven. Het aantal theorieën over het overlijden van Poe is groot. Ze variëren van [[zelfdoding|zelfmoord]] en moord tot schade veroorzaakt door [[alcoholisme]], [[diabetes]], [[cholera]], [[hondsdolheid]], [[syfilis]] of een [[hersentumor]]. | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
Hij ligt begraven op de Westminster Presbyteriaanse Begraafplaats in Baltimore. Maria en Virginia Clemm werden later herbegraven naast hem. | Hij ligt begraven op de Westminster Presbyteriaanse Begraafplaats in Baltimore. Maria en Virginia Clemm werden later herbegraven naast hem. | ||
== Werken == | |||
=== Gedichten === | |||
In chronologische volgorde: | |||
* ''A Dream'', 1827 | |||
* ''A Dream Within a Dream'', 1827 | |||
* ''Dreams'', 1827 | |||
* ''Tamerlane'', 1827 | |||
* ''Al Aaraaf'', 1829 | |||
* ''Fairy-land'', 1829 | |||
* ''Alone'', 1830 | |||
* ''To Helen'', 1831 | |||
* ''Israfel'', 1831 | |||
* ''The City in the Sea'', 1831 | |||
* ''The Sleeper'', 1831 | |||
* ''The Conqueror Worm'', 1837 | |||
* ''Silence'', 1840 | |||
* ''Lenore'', 1843 | |||
* ''Dreamland'', 1844 | |||
* ''The Raven'', 1845 | |||
* ''Ulalume'', 1847 | |||
* ''Eureka: a Prose Poem'', 1848 | |||
* ''Eldorado'', 1849 | |||
* ''Annabel Lee'', 1849 | |||
* ''The Bells'', 1849 | |||
=== Proza === | |||
In chronologische volgorde, op maand van eerste publicatie: | |||
{{Kolommen lijst | breedte=30 | aantal=3 | inhoud= | |||
* ''[[Metzengerstein]]'' (januari 1831) | |||
* ''[[A Dream]]'' (augustus 1831) | |||
* ''[[Le Duc De L'Omelette]]'' (maart 1832) | |||
* ''[[A Tale of Jerusalem]]'' (juni 1832) | |||
* ''[[Ms. Found in a Bottle]]'' (oktober 1833) | |||
* ''[[The Assignation]]'' (januari 1834) | |||
* ''[[Berenice (verhaal)|Berenice]]'' (maart 1835) | |||
* ''[[Morella (verhaal)|Morella]]'' (april 1835) | |||
* ''[[Lionizing]]'' (mei 1835) | |||
* ''[[The Unparalleled Adventure of one Hans Pfaal]]'' (novelle, juni 1835) | |||
* ''[[Bon-Bon (Edgar Allan Poe)|Bon-Bon]]'' (augustus 1835) | |||
* ''[[King Pest]]'' (september 1835) | |||
* ''[[Shadow - A Parable]]'' (september 1835) | |||
* ''[[Loss of Breath]]'' (september 1835) | |||
* ''[[Four Beasts in One]]'' (maart 1836) | |||
* ''[[Mystification]]'' (juni 1836) | |||
* ''[[Ligeia]]'' (september 1837) | |||
* ''[[The Narrative of Arthur Gordon Pym of Nantucket]]'' (roman, juli 1838) | |||
* ''[[How to Write a Blackwood Article]]'' (november 1838) | |||
* ''[[Silence - A Fable]]'' (eind 1838) | |||
* ''[[The Devil in the Belfry]]'' (mei 1839) | |||
* ''[[The Man that was Used up]]'' (augustus 1839) | |||
* ''[[The Fall of the House of Usher (Edgar Allan Poe)|The Fall of the House of Usher]]'' (september 1839) | |||
* ''[[William Wilson]]'' (oktober 1839) | |||
* ''[[The Conversation of Eiros and Charmion]]'' (december 1839) | |||
* ''[[Why the Little Frenchman Wears His Hand in a Sling]]'' (begin 1840) | |||
* ''[[The Journal of Julius Rodman]]'' (novelle, januari-juni 1840) | |||
* ''[[The Business Man]]'' (februari 1840) | |||
* ''[[The Man of the Crowd]]'' (december 1840) | |||
* ''[[The Murders in the Rue Morgue]]'' (april 1841) | |||
* ''[[A Descent into the Maelström]]'' (mei 1841) | |||
* ''[[The Island of the Fay (Edgar Allan Poe)|The Island of the Fay]]'' (juni 1841) | |||
* ''[[The Colloquy of Monos and Una]]'' (augustus 1841) | |||
* ''[[Never Bet the Devil Your Head]]'' (september 1841) | |||
* ''[[Three Sundays in a Week]]'' (november 1841) | |||
* ''[[Eleonora (Edgar Allan Poe)|Eleonora]]'' (eind 1841) | |||
* ''[[The Oval Portrait]]'' (april 1842) | |||
* ''[[Het masker van de rode dood|The Masque of the Red Death]]'' (mei 1842) | |||
* ''[[The Pit and the Pendulum (verhaal)|The Pit and the Pendulum]]'' (eind 1842) | |||
* ''[[The Mystery of Marie Rogêt]]'' (november 1842-februari 1843) | |||
* ''[[The Tell-Tale Heart]]'' (januari 1843) | |||
* ''[[The Gold-Bug]]'' (juni 1843) | |||
* ''[[The Black Cat (Edgar Allan Poe)|The Black Cat]]'' (augustus 1843) | |||
* ''[[Diddling]]'' (november 1843) | |||
* ''[[Morning on the Wissahiccon]]'' (begin 1844) | |||
* ''[[The Spectacles]]'' (maart 1844) | |||
* ''[[The Balloon Hoax]]'' (april 1844) | |||
* ''[[A Tale of the Ragged Mountains]]'' (april 1844) | |||
* ''[[De voortijdige begrafenis|The Premature Burial]]'' (juni 1844) | |||
* ''[[Mesmeric Revelation]]'' (augustus 1844) | |||
* ''[[The Oblong Box]]'' (september 1844) | |||
* ''[[The Purloined Letter]]'' (september 1844) | |||
* ''[[The Angel of the Odd]]'' (oktober 1844) | |||
* ''[[Thou Art the Man]]'' (november 1844) | |||
* ''[[The Literary Life of Thingum Bob, Esq.]]'' (december 1844) | |||
* ''[[The Thousand-and-Second Tale of Scheherazade]]'' (februari 1845) | |||
* ''[[Some Words with a Mummy]]'' (april 1845) | |||
* ''[[The Power of Words]]'' (juni 1845) | |||
* ''[[The Imp of the Perverse]]'' (juli 1845) | |||
* ''[[The System of Doctor Tarr and Professor Fether]]'' (november 1845) | |||
* ''[[The Facts in the Case of Mr. Valdemar]]'' (december 1845) | |||
* ''[[The Sphinx]]'' (januari 1846) | |||
* ''[[The Cask of Amontillado]]'' (november 1846) | |||
* ''[[The Domain of Arnheim]]'' (maart 1847) | |||
* ''[[Mellonta tauta]]'' (februari 1849) | |||
* ''[[Hop-frog]]'' (maart 1849) | |||
* ''[[Von Kempelen and his Discovery]]'' (april 1849) | |||
* ''[[X-in a Paragrab]]'' (mei 1849) | |||
* ''[[Landor's Cottage]]'' (juni 1849) | |||
* ''[[The Lighthouse (proza)|The Lighthouse]]'' (onvoltooid) | |||
}} | |||
{{authority control|TYPE=p |Wikidata=Q16867}} | {{authority control|TYPE=p |Wikidata=Q16867}} | ||
{{kiem}} | {{kiem}} |
Versie van 13 jun 2024 14:08
Edgar Allan Poe (Boston, Massachusetts, VS, 19 januari 1809 – Baltimore, Maryland, 7 oktober 1849) was een Amerikaanse schrijver die een grote invloed had op de ontwikkeling van het genre van de korte verhalen, de misdaadliteratuur, en horrorverhalen. Afzonderlijke verhalen zouden ook latere sciencefictionschrijvers zoals Jules Verne beïnvloeden. Zijn gedichten, in Frankrijk vertaald door Charles Baudelaire, werden de basis van de moderne poëzie. De vreemde omstandigheden van zijn overlijden zijn tot op heden onopgehelderd.
Leven
Poe heeft zijn ouders nooit goed leren kennen: Elizabeth Arnold Poe, een Britse actrice, en David Poe, Jr., een acteur die geboren was in Baltimore. Zij waren in 1806 getrouwd, maar de vader verliet het gezin in het jaar dat Edgar geboren was, en zijn moeder overleed aan tuberculose toen hij nog geen drie jaar was.
Hij had een broer, William Henry Leonard, en zus Rosalie, maar werd niet samen met hen opgevoed. Hij kwam terecht bij John Allan, en zijn echtgenote Frances, in Richmond, Virginia. John was een succesvol handelaar in tabak, textiel, tarwe en slaven. Edgar had een goede band met zijn pleegmoeder, maar een moeilijke verhouding tot John Allan.
Toen hij dertien was, schreef hij al vele gedichten, maar zijn literair talent werd ontmoedigd door de hoofdonderwijzer en door John Allan, die liever had gezien dat Edgar Poe hem zou opvolgen in de familiezaak. Geld was ook een twistpunt. Poe ging in 1826 studeren aan de Universiteit van Virginia en was een uitmuntend student, maar kreeg niet genoeg financiële ondersteuning van Allan om al zijn kosten te dekken. Poe probeerde daarom zijn geluk met gokspelen, maar liep schulden op.
Op bezoek bij zijn pleegouders stelde hij vast dat zijn vriendin, het buurmeisje Sarah Elmira Royster, intussen met iemand anders verloofd was. Met een gebroken hart verliet hij de familie Allan in maart 1827 en vertrok na enkele dagen naar Boston. Mogelijk om aan schuldeisers te ontsnappen, nam Poe de naam Henri Le Rennet aan (afgeleid van de naam van zijn broer William Henry Leonard). In Boston, zijn geboorteplaats en de favoriete stad van zijn moeder, publiceerde hij in juni of juli 1827 zijn eerste dichtbundel Tamerlane, op eigen kosten, in kleine oplage. In die tijd ging hij ook in het leger om aan de kost te komen. Twee jaar later vernam hij dat Frances Allan op sterven lag wegens tuberculose, maar tegen de tijd dat hij terug in Richmond was, was zij reeds overleden. John Allan kocht hem los uit het leger en hielp hem om ingeschreven te geraken aan de U.S. Military Academy in West Point. Edgar A. Poe blonk uit in zijn studies daar, maar na een acht maanden was hij het daar beu, en hij ging opzettelijk een week lang niet naar oefeningen en lessen, zodat hij uit de Academy ontslagen werd.
Tijdens zijn tijd op West Point verbitterde Poe’s relatie met zijn pleegvader, die in oktober 1830 hertrouwd was zonder het hem te laten weten. Sommigen hebben gespeculeerd dat Poe zich opzettelijk uit de Academy liet zetten om zijn pleegvader te blameren. Uiteindelijk verbrak Allan alle banden met Poe.
Hij trok naar Baltimore, op zoek naar familieleden die hem uit de penarie konden helpen. Een van zijn neven beroofde hem ’s nachts, maar hij vond ook een tante, Maria Clemm, die als een nieuwe moeder voor hem werd en waar hij ook logement kreeg. Kort daarop overleed zijn broer William Henry Leonard op 1 augustus 1831 op 24-jarige leeftijd als gevolg van alcoholisme. Poe had zijn broer niet vaak gezien, maar stond wel in briefcontact met hem en bewonderde hem voor zijn zeereizen. Bij enkele vroege geschriften van Poe kan men ervan uitgaan dat zijn broer mede-auteur was.
Tijdens zijn verblijf in Baltimore overleed John Allan. Hij liet in zijn testament niets na aan Poe, maar wel aan een buitenechtelijk kind dat Poe nooit had gezien. Toen hij 27 was, ging hij met tante Maria Clemm en haar dochter, Virginia Clemm, naar Richmond wonen. Op 16 mei 1836 trouwde hij met Virginia, die toen 13 jaar was.
In februari 1837 trok Poe met het gezin voor ca. 15 maanden naar New York en in de zomer van 1838 verhuisde hij met Virginia en Maria Clemm naar Philadelphia. In maart 1842 ontmoette hij daar Charles Dickens, wiens werk hij zeer waardeerde en meermaals positief had besproken. Dickens beloofde om zich bij Engelse uitgevers in te zetten om Poe in Engeland te laten publiceren, maar zijn inzet voor Poe bleef zonder succes. In maart 1844 verhuisde hij opnieuw naar New York, in de hoop dat hij daar in de tijdschriftenwereld een beter loon zou kunnen krijgen.
In 1847 overleed Virginia aan tuberculose. Na Virginia’s overlijden ging Poe op zoek naar nieuwe partner. Behalve relaties met twee getrouwde vrouwen, deed hij serieuze pogingen met de dichteres Sarah Helen Whitman. Zij verloofden zich, maar de verloving werd verbroken omdat Whitman begon te twijfelen aan Poe’s betrouwbaarheid, en vooral omdat haar moeder koste wat kost een huwelijk met Poe wilde voorkomen. Poe nam toen een overdosis laudanum, vermoedelijk met de bedoeling zichzelf te doden, maar hij overleefde het. Dit is het enige goed gedocumenteerde geval van Poe’s gebruik van opium. Latere beweringen dat Poe regelmatig opium nam en er verslaafd aan was, worden als weerlegd beschouwd.
In 1849 kwam Poe zijn jeugdliefde Elmira Shelton (geboren Royster) opnieuw tegen in Richmond. Zij was intussen weduwe geworden. Na een korte verkering deed Poe haar een huwelijksaanzoek, waarop zij bedenktijd vroeg.
Overlijden
Poe verliet Richmond in de ochtend van 27 september 1849 en zijn bestemming was zijn huis in Fordham. Daar wilde hij de voorbereiding van zijn bruiloft met Elmira Shelton vervroegen en abonnees voor zijn geplande tijdschrift The Stylus winnen. De eerste etappe van Poe’s reis was per schip van Richmond naar Baltimore. Wat er de volgende week is gebeurd en waar Poe verbleef is niet bekend.
Op 3 oktober 1849 vond Joseph W. Walker, die voor de Baltimore Sun werkte, Poe op straat. De meeste voorbijgangers namen aan dat hij een dronken zwerver was en liepen voorbij. Walker herkende Poe van enkele foto’s in de kranten en bracht hem naar de nabijgelegen herberg, Ryan’s Tavern (ook bekend als Gunner’s Hall). Poe maakte een verwarde indruk en leek dronken en/of ernstig ziek. In de plaats van zijn klassieke zwarte pak, was hij gekleed in goedkope, slecht passende kleding en een strohoed. Walker kreeg van Poe gedaan dat hij de naam van een bevriende plaatselijke arts opgaf, dr. Joseph E. Snodgrass, en bracht hem snel per brief op de hoogte. Een familielid van Poe dat ook op de hoogte werd gebracht, weigerde om voor hem te zorgen. Poe werd bijgevolg naar het Washington Medical College in Baltimore gebracht, waar dr. John J. Moran voor hem zorgde. Poe was regelmatig buiten bewustzijn en overleed op 7 oktober 1849. De omstandigheden van het overlijden zijn onduidelijk, de doodsoorzaak is onbekend. De Baltimore Sun beschreef de doodsoorzaak als ’Congestion of brain’. Dit kon een beroerte betekenen, een hersenbloeding, een bloedklonter in de hersenen, misschien een aneurysma. Dr. Snodgrass geloofde dat Poe overleed als gevolg van alcoholontwenning.
Dr. Moran liet verschillende rapporten achter over Poe’s toestand en overlijden. Deze zijn achteraf geschreven en spreken elkaar en de getuigenissen van andere ooggetuigen op tal van punten tegen. Ze kunnen nauwelijks worden gebruikt voor onderzoek. Documenten uit het ziekenhuis zijn niet bewaard gebleven. Het aantal theorieën over het overlijden van Poe is groot. Ze variëren van zelfmoord en moord tot schade veroorzaakt door alcoholisme, diabetes, cholera, hondsdolheid, syfilis of een hersentumor.
Een hypothese uit 1872 luidt, dat hij mogelijk het slachtoffer werd van zogenaamde ’Coopers’: helpers van politici, die destijds mensen van straat plukten om deze onder invloed van drugs op ’hun’ kandidaat te laten stemmen. Er waren toen verkiezingen, maar de hypothese kon nooit bevredigend worden bewezen.
Hij ligt begraven op de Westminster Presbyteriaanse Begraafplaats in Baltimore. Maria en Virginia Clemm werden later herbegraven naast hem.
Werken
Gedichten
In chronologische volgorde:
- A Dream, 1827
- A Dream Within a Dream, 1827
- Dreams, 1827
- Tamerlane, 1827
- Al Aaraaf, 1829
- Fairy-land, 1829
- Alone, 1830
- To Helen, 1831
- Israfel, 1831
- The City in the Sea, 1831
- The Sleeper, 1831
- The Conqueror Worm, 1837
- Silence, 1840
- Lenore, 1843
- Dreamland, 1844
- The Raven, 1845
- Ulalume, 1847
- Eureka: a Prose Poem, 1848
- Eldorado, 1849
- Annabel Lee, 1849
- The Bells, 1849
Proza
In chronologische volgorde, op maand van eerste publicatie:
- Metzengerstein (januari 1831)
- A Dream (augustus 1831)
- Le Duc De L'Omelette (maart 1832)
- A Tale of Jerusalem (juni 1832)
- Ms. Found in a Bottle (oktober 1833)
- The Assignation (januari 1834)
- Berenice (maart 1835)
- Morella (april 1835)
- Lionizing (mei 1835)
- The Unparalleled Adventure of one Hans Pfaal (novelle, juni 1835)
- Bon-Bon (augustus 1835)
- King Pest (september 1835)
- Shadow - A Parable (september 1835)
- Loss of Breath (september 1835)
- Four Beasts in One (maart 1836)
- Mystification (juni 1836)
- Ligeia (september 1837)
- The Narrative of Arthur Gordon Pym of Nantucket (roman, juli 1838)
- How to Write a Blackwood Article (november 1838)
- Silence - A Fable (eind 1838)
- The Devil in the Belfry (mei 1839)
- The Man that was Used up (augustus 1839)
- The Fall of the House of Usher (september 1839)
- William Wilson (oktober 1839)
- The Conversation of Eiros and Charmion (december 1839)
- Why the Little Frenchman Wears His Hand in a Sling (begin 1840)
- The Journal of Julius Rodman (novelle, januari-juni 1840)
- The Business Man (februari 1840)
- The Man of the Crowd (december 1840)
- The Murders in the Rue Morgue (april 1841)
- A Descent into the Maelström (mei 1841)
- The Island of the Fay (juni 1841)
- The Colloquy of Monos and Una (augustus 1841)
- Never Bet the Devil Your Head (september 1841)
- Three Sundays in a Week (november 1841)
- Eleonora (eind 1841)
- The Oval Portrait (april 1842)
- The Masque of the Red Death (mei 1842)
- The Pit and the Pendulum (eind 1842)
- The Mystery of Marie Rogêt (november 1842-februari 1843)
- The Tell-Tale Heart (januari 1843)
- The Gold-Bug (juni 1843)
- The Black Cat (augustus 1843)
- Diddling (november 1843)
- Morning on the Wissahiccon (begin 1844)
- The Spectacles (maart 1844)
- The Balloon Hoax (april 1844)
- A Tale of the Ragged Mountains (april 1844)
- The Premature Burial (juni 1844)
- Mesmeric Revelation (augustus 1844)
- The Oblong Box (september 1844)
- The Purloined Letter (september 1844)
- The Angel of the Odd (oktober 1844)
- Thou Art the Man (november 1844)
- The Literary Life of Thingum Bob, Esq. (december 1844)
- The Thousand-and-Second Tale of Scheherazade (februari 1845)
- Some Words with a Mummy (april 1845)
- The Power of Words (juni 1845)
- The Imp of the Perverse (juli 1845)
- The System of Doctor Tarr and Professor Fether (november 1845)
- The Facts in the Case of Mr. Valdemar (december 1845)
- The Sphinx (januari 1846)
- The Cask of Amontillado (november 1846)
- The Domain of Arnheim (maart 1847)
- Mellonta tauta (februari 1849)
- Hop-frog (maart 1849)
- Von Kempelen and his Discovery (april 1849)
- X-in a Paragrab (mei 1849)
- Landor's Cottage (juni 1849)
- The Lighthouse (onvoltooid)
Werk in uitvoering | ||
Iemand is nog met dit artikel bezig. Kom later terug om het resultaat te bekijken. | ||