Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lucretia van Merken: verschil tussen versies
(Aanvullingen) |
(aanvullingen) |
||
Regel 12: | Regel 12: | ||
Lucretia Wilhelmina van Merken trouwde op [[26 september]] [[1768]], op 47-jarige leeftijd, in Amsterdam met [[Nicolaas Simon van Winter]] (1718-1795), dichter en makelaar in verfstoffen. Van Winter was weduwnaar van Johanna Mühl (1718-1768))<ref name=vda638>[http://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog14_01/aa__001biog14_01_1194.php van der Aa, p.638]</ref>, een vriendin van Lucretia. Lucretias huwelijk bleef kinderloos<ref name=jtw399>[http://www.dbnl.org/tekst/wink002ontw05_01/wink002ontw05_01_0027.php te Winkel, p.399]</ref>. Van Winter had zijn aanstaande geheel in stijl met een gedicht ten huwelijk gevraagd. Van Merken antwoordde eveneens met een gedicht. | Lucretia Wilhelmina van Merken trouwde op [[26 september]] [[1768]], op 47-jarige leeftijd, in Amsterdam met [[Nicolaas Simon van Winter]] (1718-1795), dichter en makelaar in verfstoffen. Van Winter was weduwnaar van Johanna Mühl (1718-1768))<ref name=vda638>[http://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog14_01/aa__001biog14_01_1194.php van der Aa, p.638]</ref>, een vriendin van Lucretia. Lucretias huwelijk bleef kinderloos<ref name=jtw399>[http://www.dbnl.org/tekst/wink002ontw05_01/wink002ontw05_01_0027.php te Winkel, p.399]</ref>. Van Winter had zijn aanstaande geheel in stijl met een gedicht ten huwelijk gevraagd. Van Merken antwoordde eveneens met een gedicht. | ||
Van Merken had een voorkeur voor ernstige onderwerpen en verheven genres, zoals treurspelen en heldendichten. Verrassend is haar lofdicht op president [[George Washington]], dat ze hem persoonlijk toestuurde. | Van Merken had een voorkeur voor ernstige onderwerpen en verheven genres, zoals treurspelen en heldendichten. | ||
Na hun echtverbintenis gaven Van Merken en Van Winter hun toneelwerken gezamenlijk uit in twee delen Tooneelpoëzij (1774, 1786). Van Merkens Frans-classicistische treurspelen stonden met grote regelmaat op het repertoire van de schouwburgen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Leiden, maar de dichteres bemoeide zich niet met de opvoeringen en bezocht nooit een repetitie. Op 14 september 1774 werd de nieuwe schouwburg van Amsterdam feestelijk geopend met de première van haar treurspel Jacob Simonszoon de Rijk. Tot ver in de negentiende eeuw zou dit stuk bij speciale gelegenheden worden opgevoerd, bijvoorbeeld op 30 november 1840 bij een ‘galaspektakel’ in de hoofdstedelijke schouwburg in ‘tegenwoordigheid van Hunne Majesteiten’, zoals het aanplakbiljet vermeldde. | |||
In 1774 werden Van Merken en haar man tot ereburgers van [[Leiden]] benoemd. Haar treurspel Het beleg der stad Leyden (1774) heeft hierbij zeker een rol gespeeld. In Leiden hield Van Merken zich verder afzijdig van de literaire wereld. Behalve van het gelegenheidsgenootschap ‘Laus Deo’ is zij nooit lid van een dichtgenootschap geweest. | |||
Verrassend is ook haar lofdicht op president [[George Washington]], dat ze hem persoonlijk toestuurde. | |||
In 1774 publiceerde zij een opzienbarend toneelstuk: [[Jacob Simonszoon de Ryk]]. In dit treurspel staan de heldendaden van de zestiende-eeuwse watergeus De Rijk centraal. | In 1774 publiceerde zij een opzienbarend toneelstuk: [[Jacob Simonszoon de Ryk]]. In dit treurspel staan de heldendaden van de zestiende-eeuwse watergeus De Rijk centraal. | ||
Versie van 9 jan 2019 10:43
Lucretia Wilhelmina van Merken (Amsterdam, 21 augustus 1721 - Leiden, 19 oktober 1789) was een Nederlandse dichteres en toneelschrijfster – volgens Betje Wolff zelfs ‘de grootste dichteresse onzes lands’.
Biografie
Lucretia van Merken was de dochter van Jacob van Merken (1691-1754), bonthandelaar, en Susanna Wilhelmina Brandt (1687-1759). [1] Zij groeide op in Amsterdam aan de Keizersgracht op de hoek met de Herenstraat, in een remonstrants gezin. Lucretia Wilhelmina van Merken functioneerde in de kringen van protestantse dissenters, waarin na 1761 haar psalmberijmingen steeds vaker gezongen werden. [2] Die nieuwe psalmenbundel stamde uit het door haar latere echtgenoot Nicolaas Simon van Winter opgerichte genootschap Laus Deo, Salus Populo. [3] Lucretia had als jong meisje al belangstelling voor poëzie en werd daarin gestimuleerd door haar moeder en de dichter Frans de Haes, een oudere neef van haar. Haar grote voorbeelden waren Sybrand Feitama en vooral Vondel. In haar jonge jaren schreef Van Merken veel gelegenheidsgedichten voor vrienden van haar ouders.
In de jaren vijftig verloor Lucretia al haar naaste familie: haar vader in 1754, haar moeder in 1759 en haar twee jaar jongere zus Wilhelmina in 1760[4]. Ook haar eigen gezondheid was sterk achteruitgegaan: ze bereidde zich in 1761 zelfs serieus voor op de dood, zoals zij in 1781 terugblikkend schreef in een brief aan haar stiefzoon Pieter van Winter.
Lucretia Wilhelmina van Merken trouwde op 26 september 1768, op 47-jarige leeftijd, in Amsterdam met Nicolaas Simon van Winter (1718-1795), dichter en makelaar in verfstoffen. Van Winter was weduwnaar van Johanna Mühl (1718-1768))[5], een vriendin van Lucretia. Lucretias huwelijk bleef kinderloos[6]. Van Winter had zijn aanstaande geheel in stijl met een gedicht ten huwelijk gevraagd. Van Merken antwoordde eveneens met een gedicht. Van Merken had een voorkeur voor ernstige onderwerpen en verheven genres, zoals treurspelen en heldendichten. Na hun echtverbintenis gaven Van Merken en Van Winter hun toneelwerken gezamenlijk uit in twee delen Tooneelpoëzij (1774, 1786). Van Merkens Frans-classicistische treurspelen stonden met grote regelmaat op het repertoire van de schouwburgen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Leiden, maar de dichteres bemoeide zich niet met de opvoeringen en bezocht nooit een repetitie. Op 14 september 1774 werd de nieuwe schouwburg van Amsterdam feestelijk geopend met de première van haar treurspel Jacob Simonszoon de Rijk. Tot ver in de negentiende eeuw zou dit stuk bij speciale gelegenheden worden opgevoerd, bijvoorbeeld op 30 november 1840 bij een ‘galaspektakel’ in de hoofdstedelijke schouwburg in ‘tegenwoordigheid van Hunne Majesteiten’, zoals het aanplakbiljet vermeldde.
In 1774 werden Van Merken en haar man tot ereburgers van Leiden benoemd. Haar treurspel Het beleg der stad Leyden (1774) heeft hierbij zeker een rol gespeeld. In Leiden hield Van Merken zich verder afzijdig van de literaire wereld. Behalve van het gelegenheidsgenootschap ‘Laus Deo’ is zij nooit lid van een dichtgenootschap geweest.
Verrassend is ook haar lofdicht op president George Washington, dat ze hem persoonlijk toestuurde.
In 1774 publiceerde zij een opzienbarend toneelstuk: Jacob Simonszoon de Ryk. In dit treurspel staan de heldendaden van de zestiende-eeuwse watergeus De Rijk centraal.
Werken van Lucretia van Merken
In haar jongere jaren schreef Lucretia veel gelegenheidsgedichten, bijvoorbeeld voor David van Mollem, bezitter van het landgoed Zijdebalen, en voor Gerard Aarnout Hasselaar, burgemeester van Amsterdam, eveneens woonachtig op de Keizersgracht. Lucretia schreef haar eerste grote toneelstuk toen zij net in de twintig was: het treurspel Artemines uit 1745[7], dat onder de zinspreuk ‘La vertu pour guide’ bij Izaak Duim te Amsterdam verscheen[8]. Een kort overzicht:
- Artemines (1745)
- Het nut der tegenspoeden (1762)
- David (1768)
- Beleg der stad Leyden (1774)
- Jacob Simonsz de Rijk (1774)
- Toneelpoezij (1774-1786)
- Germanicus (1779)
- De ware geluksbedeeling (1792)
Bronnen, noten en/of referenties
|