Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Strafbaarheid van mensenhandel: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Strafbaarheid_van_mensenhandel&oldid=24025656 17 jan 2011 Corriebert) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Strafbaarheid_van_mensenhandel&oldid=33882602 5 dec 2012 Corriebert () |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Dit artikel behandelt eerst de ontwikkeling van de strafbaarheid in Nederland, sinds 1811, van feiten die soms onder een Nederlandse definitie van [[Mensenhandel|vrouwenhandel of mensenhandel]] vielen of nu vallen. Daarna behandelt dit artikel een thematische vergelijking van de strafbaarheid van enkele ‘soorten mensenhandel’, in diverse landen. | |||
Voor de gedetailleerde situatie in enkele andere landen, zie de verwijzingen onderaan dit artikel. | |||
== | == Nederland == | ||
Tot 1911 waren vrouwenhandel en mensenhandel nog geen juridische begrippen in Nederland; tot circa 1880 vermoedelijk ook nog geen taalkundige begrippen. We behandelen hieronder tot 1911 delicten die na 1911 (soms) (deels) onder vrouwenhandel/mensenhandel zouden vallen. | |||
‘Vrouwenhandel’ werd in 1911 één keer juridisch gedefinieerd; ‘mensenhandel’ werd vanaf 1994 een groot aantal malen ge(her)definieerd. | |||
=== 1811 === | |||
''[[Code Napoléon|Code pénal]]'' artikel 334: strafbaar is om als gewoonte de losbandigheid of de prostitutie of de corruptie van jeugd onder de 21 jaar uit te lokken, te bevorderen of te faciliteren<ref>Het [[Eerste Franse Keizerrijk|Franse bezettingsregime]] voerde in 1811 in [[Koninkrijk Holland|het gebied dat later ‘Nederland’ zou worden]] de Franse strafwet, ''code pénal'', in (bron: De Vries, pag. 142-143). Artikel 334 daarin zegt: ”Quiconque aura attenté aux meurs, en excitant, favorisant ou facilitant habituellement la débauche ou la corruption de la jeunesse de l'un ou de l'autre sexe au-dessous de l'âge de vingt-un ans, sera puni d'un emprisonnement de six mois à deux ans, et d'une amende de cinquante francs à cinq cents francs. Si la prostitution ou la corruption a été excitée, favorisée ou facilitée par leurs père, mère, tuteurs ou autres personnes chargées de leur surveillance, la peine sera de deux ans à cinq ans d'emprisonnement, et de trois cents francs à mille francs d'amende.” (Bron: [http://ledroitcriminel.free.fr/la_legislation_criminelle/anciens_textes/code_penal_de_1810.htm ''Code pénal'' (Franse strafwet) van 1810]; geraadpleegd 13 december 2008.)</ref>. | |||
=== 1886 === | |||
[[Wetboek van Strafrecht]] (ter vervanging van ''Code pénal'') artikel 250 [koppelarij]: strafbaar is om uit winstbejag of als gewoonte, of in de hoedanigheid van ouder of (toeziend) voogd, de ontucht van een minderjarige te bevorderen<ref>WvS, Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden, Artikel 250 (in 1886): “Als schuldig aan koppelarij wordt gestraft: 1º. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, de vader, moeder, voogd of toeziende voogd die opzettelijk het plegen van ontucht door zijn minderjarig kind of den onder zijne voogdij of toeziende voogdij staanden minderjarige met een derde teweegbrengt of bevordert; 2º. Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren, ieder ander die uit winstbejag opzettelijk het plegen van ontucht door een minderjarige met een derde teweegbrengt of bevordert, of die van het opzettelijk teweegbrengen of bevorderen van ontucht door een minderjarige met een derde eene gewoonte maakt”. (Bron: ''Het Wetboek van Strafrecht; vastgesteld bij de Wet van 3 Maart 1881 (Staatsblad No. 35), zooals het is gewijzigd bij de Wet van 15 Januari 1886 (Staatsblad No. 6).'' (Bewerkt door J.C. van Schermbeek.) 's-Gravenhage, Gebr. Belinfante, 1886.)</ref>. | |||
=== | === 1911 === | ||
In maart 1911 besloot de Tweede Kamer tot strafbaarstelling van “vrouwenhandel”<ref>WvS art. 250ter (1911): “Vrouwenhandel wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren”. (Bron: [Noyon 1914] (zie literatuur).)</ref>. Uit het voorstel daartoe in de Nota van Wijziging en het Kamerdebat blijkt, dat men met ‘vrouwenhandel’ bedoelde: iedere handeling, bedoeld om de werkzaamheid van een vrouw als prostituee te bevorderen of faciliteren<ref> De betekenis van ‘vrouwenhandel’ werd pas goed duidelijk tijdens het Kamerdebat op 1 en 2 maart 1911. | |||
Zie daarvoor: | |||
* Wetsvoorstel Bestrijding van zedeloosheid en Memorie van toelichting, 7 mei 1909: ''Verslag der handelingen van de Staten-Generaal 1908-1909. Bijlagen 2e Kamer [3e band] 246-331. '' Bijlage 293,. | |||
* Nota van wijziging, ‘vrouwenhandel’, 20 februari 1911: in ''Verslag der handelingen van de Staten-Generaal 1910-1911. Bijlagen 2e Kamer '', Bijlage 28-5 (Bestrijding van zedeloosheid). | |||
* Kamerdebat over bordeelverbod en vrouwenhandel (WvS 250bis en 250ter), maart 1911: ''Verslag der handelingen van de Staten-Generaal 1910-1911. Handelingen II. '' , pagina’s 1569-1581 (1 en 2 maart 1911) en 1775-1781 (16 maart 1911).</ref>. | |||
Tot dat moment had de Kamer nooit een parlementair stuk over vrouwenhandel ontvangen, dus de Kamer moet zich hebben gebaseerd op morele oordelen over prostitutie, en eventuele geruchten over vrouwenhandel. | |||
Daarnaast werd WvS art. 250 aangescherpt: ieder bevorderen van ontucht van een minderjarige werd strafbaar<ref>In WvS art. 250 blijft 1º gelijk. 2º wordt in 1911 gewijzigd tot: “met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren, ieder ander die het plegen van ontucht door een minderjarige, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert. Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf een beroep of gewoonte maakt, kunnen de straffen met een derde worden verhoogd.” (Bron: [Noyon 1912].)</ref>. | |||
een | |||
In | === 1927 === | ||
In 1927 werd ook werven of bemiddelen van mannen jonger dan 21 jaar voor prostitutie, wat nog viel onder WvS art. 250 (drie jaar cel), strafbaar gesteld onder art. 250ter (vijf jaar cel)<ref>Art. 250ter in 1927: “Vrouwenhandel en handel in minderjarigen van het mannelijk geslacht wordt gestraft met (…)”. (Bron: [Kluwer 1997].)</ref>. | |||
=== 1988 === | |||
Op 1 februari 1988 overlegde de Vaste commissie voor het Emancipatiebeleid van de Tweede Kamer met de ministers van Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in een uitgebreide commissievergadering (UCV), over vrouwenhandel<ref> [UCV:] Verslag van het debat van de Vaste commissie voor het Emancipatiebeleid, 1 februari 1988, met de heren Korthals Altes, minister van Justitie, De Koning, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Korte-van Hemel, staatssecretaris van Justitie. (Te vinden via [http://www.statengeneraaldigitaal.nl/uitgebreidzoeken?documentType=Kamerverslagen Staten-Generaal Digitaal], Kamerverslag, UCV/OCV)</ref>. | |||
Minister Korthals Altes (Justitie) zei daar: “de Hoge Raad” oordeelde recentelijk (11 maart 1986, arrest nr. 737) dat “onder vrouwenhandel dient te worden verstaan "elke daad die ertoe strekt een vrouw over te leveren aan prostitutie" ”. Hij stelde echter voor, “het misdrijf vrouwenhandel in overeenstemming met de hedendaagse opvattingen” te definiëren of interpreteren als “door (bedreiging met) geweld (…) of door misleiding of door misbruik van (…) overwicht iemand tot prostitutie (proberen te) brengen”, waarbij het aan een vrouw “voorspiegelen” van een beter inkomen al geldt als ‘misbruik van overwicht’<ref>UCV 1 febr. 1988 (zie vorige noot), pag. 19 en 20</ref>. | |||
=== | === 1989-1994 === | ||
In | In 1989 presenteerde de regering een wijzigingsvoorstel voor WvS 250ter, ter verhoging van de strafmaat van 5 naar 6 jaar<ref>Memorie van Toelichting, Kamerstuk 21027 nr. 3, 11 febr. 1989; pag. 1</ref>. | ||
Daarbij stelde de minister, dat ook de “interpretatie” van de strafbepaling nu “enige aanpassing behoeft” wegens gewijzigde “maatschappelijke opvattingen” en stelde hij deze nieuwe “formulering van het delict vrouwenhandel” voor: “een ander door (dreiging met) geweld (…) of door misbruik van (…) overwicht of door misleiding tot prostitutie” (proberen te) brengen of een persoon aanwerven of meenemen voor prostitutie in een ander land<ref> Memorie van Toelichting, p.3</ref>. Misbruik van overwicht bestaat daarbij reeds, volgens de minister, indien bij aanwerving van een vrouw haar een beter inkomen wordt voorgespiegeld<ref> Memorie van Toelichting, p.3/4, verwijzend naar de UCV-vergadering van 1 feb. 1988 (zie enkele noten hierboven)</ref>. | |||
In 1990 werd aan de formulering toegevoegd: een minderjarige tot prostitutie brengen<ref>Kamerstukken 21027 nrs. 5 en 6</ref>. | |||
In | In het Kamerdebat 20 mei 1992 maakten vier partijen bezwaar tegen de clausule: “…aanwerft, medeneemt … met het oogmerk die persoon in een ander land in de prostitutie te brengen”: men achtte dat strijdig met “de veronderstelde volwassenheid en mondigheid van mensen” (VVD), strijdig met het doel om vrijwillige prostitutie van buitenlandse vrouwen “uit de criminele sfeer halen” (D66), strijdig met het doel om onderscheid te maken tussen “vrouwenhandel (per definitie gedwongen) enerzijds en vrijwillig werknemerschap van vrouwen anderzijds” (GL), en “ontkenning van het zelfbeschikkingsrecht van volwassen buitenlanders” (PvdA). | ||
De motie om die clausule te schrappen werd echter alleen ondersteund door VVD, D66 en GroenLinks. Daarna werd het wetsvoorstel, mét daarin de gewraakte clausule, aangenomen, met daartegen alleen de stemmen van SGP en RPF. | |||
= | Het wetsartikel werd 1 februari 1994 van kracht<ref name=WvS1994>WvS art. 250ter (1994): “1.-1º. (…) degene die een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding tot prostitutie brengt, (…). | ||
1.-2º: degene die een persoon aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk die persoon in een ander land in de prostitutie te brengen. | |||
1.-3º: degene die een ander tot prostitutie brengt, dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander daardoor in de prostitutie belandt, indien die ander minderjarig is”. (Bron: [Kluwer 1997].) </ref>. | |||
=== | === 2000-2002 === | ||
Per 1 oktober 2000 werd WvS art. 250ter gewijzigd, en verletterd tot 250a met als titel [mensenhandel en strafbare exploitatie van prostitutie]<ref>Via [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/parlementaire_documenten officiëlebekendmakingen.nl:] Kamerstukken Eerste Kamer: (voor de wetstekst:) 25437 nr. 189, Gewijzigd voorstel van wet, 2 februari 1999; en (voor de ingangsdatum:) 25437 nr. 14c, brief van minister A.H. Korthals, 23 december 1999. | |||
WvS art. 250a (2000): “1.-1º. Degene die een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid dwingt dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, (…). | |||
1.-2º. Degene die een persoon aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. | |||
1.-3º. Degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt, terwijl die ander minderjarig is”.</ref>. Door die combinatietitel is tussen 2000 en 2005 niet goed duidelijk wat precies juridisch geldt als ‘mensenhandel’. ‘Tot prostitutie brengen’ heet nu: ‘bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling’. | |||
Wegens het tegelijkertijd schrappen van het eertijdse ‘bordeelverbod’ (art. 250bis) werd aan art. 250a nu toegevoegd: (4º) ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de onder 1º genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen’, etc.. | |||
een | |||
Per oktober 2002 werd art. 250a licht gewijzigd, om ook andere seksuele uitbuiting behalve prostitutie strafbaar te stellen: ‘seksuele handelingen met een derde’, werd: ‘… met of voor een derde’<ref>[https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2002-388.html Staatsblad 2002 nr. 388 (13 juli 2002)]</ref>. | |||
=== | === Sinds 2005 === | ||
Per 1 januari 2005 wenste de regering tevens handelingen strafbaar te stellen die genoemd worden in een VN-protocol van 15 november 2000<ref name=K29291>Kamerstuk 29291 nrs. 1-3, Memorie van toelichting, 12 nov. 2003</ref> inzake '' “trafficking in persons, especially women and children” ''<ref name=VN2000>De [[Algemene Vergadering van de Verenigde Naties]] nam op 15 november 2000 een Protocol aan ''“to Prevent, Suppress and Punish Trafficking in Persons, Especially Women and Children”''. Dit definieert in Annex II (Protocol to Prevent…), artikel 3a, '' “trafficking in persons” '' als: '' “the recruitment, transportation, transfer, harbouring or receipt of persons, by means of the threat or use of force or other forms of coercion, of abduction, of fraud, of deception, of the abuse of power or of a position of vulnerability or of the giving or receiving of payments or benefits to achieve the consent of a person having control over another person, for the purpose of exploitation. Exploitation shall include, at a minimum, the exploitation of the prostitution of others or other forms of sexual exploitation, forced labour or services, slavery or practices similar to slavery, servitude or the removal of organs”''. (Bron: [http://daccess-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/N00/560/89/PDF/N0056089.pdf?OpenElement VN-Resolutie A/RES/55/25], pag. 31 en verder, Annex II (Protocol to Prevent…), artikel 3a “Trafficking in persons”. Geraadpleegd 21 maart 2010.)</ref>. Basisgedachte van dat protocol lijkt: strafbaar stellen van door machtsmisbruik etc. een persoon werven of vervoeren of onderbrengen etc. voor het doel van dwangarbeid, slavernij, verwijdering van organen, of exploitatie van prostitutie. | |||
=== | Daartoe werd WvS art. 250a vernummerd tot 273a [mensenhandel] en gewijzigd<ref name=K29291>Kamerstuk 29291, nrs. 1-3 (12 nov. 2003)</ref><ref name=273f>[http://wetten.overheid.nl/BWBR0001854/TweedeBoek/TitelXVIII/Artikel273f/geldigheidsdatum_22-03-2010 Wetboek van Strafrecht artikel 273f zoals geldend op 22-03-2010] : op die website, op informatieblad ‘informatie over dit regelingselement’, te vinden achter het knopje i direct naast de titel ‘Artikel 273f’, wordt melding gemaakt van de hernummering in september 2006, van 273a tot 273f.</ref>. | ||
Het nieuwe artikel 273a maakt nogal hutspot van het oude art. 250a en het VN-protocol<ref name=K29291/>. 273a bevat bijvoorbeeld, in lid 1-4º, de strafbaarheid van: ‘een ander, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid’. Aangezien dat ‘...voortvloeiend overwicht...’ niet uit het VN-protocol komt maar uit het oude WvS 250a, omvat dat ‘misbruik van overwicht’ tevens: het voorspiegelen van een beter inkomen (zie hierboven bij 1989). Dus: iemand werven voor arbeid door te wijzen op een beter inkomen, is in Nederland sinds 2005 mensenhandel. | |||
== | |||
Per 1 september 2006 werd dit wetsartikel verletterd tot WvS art. 273f<ref name=273f/>. | |||
Per 1 juli 2009 werden de maximale straffen verhoogd: mensenhandel (lid 1) ging van zes naar acht jaar; de verzwarende omstandigheden gaan resp. van 8 naar 12 jaar, 10 naar 12, 12 naar 15, en 15 naar 18 jaar<ref>Staatsblad 2009 nrs. 245 en 263</ref>. | |||
== Werven minderjarige prostituees == | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Frankrijk|Frankrijk]] is sinds 1811 het werven van minderjarigen voor prostitutie verboden, als het ‘als gewoonte’ gebeurt. Sinds 1946 is alle werven van minderjarigen voor prostitutie verboden. In [[Strafbaarheid van mensenhandel#1811|Nederland]] is sinds 1811 het werven van een minderjarige (vrouw of man) voor prostitutie strafbaar als het ‘als gewoonte’ gebeurt of door een ouder/opvoeder; sinds 1886 als het gebeurt uit winstbejag of als gewoonte of door een ouder/opvoeder. Sinds 1911 is ieder werven van een minderjarige strafbaar. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Duitsland|Duitsland]] is sinds 1872 werven van minderjarigen voor prostitutie verboden als het ‘als gewoonte of uit eigenbelang’, of met misleiding, of door ouders, opvoeders et cetera gebeurt. Sinds 1973 is er alle werven van minderjarigen voor prostitutie verboden. In [[‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk|Engeland]] wás sinds 1885 ieder werven van een minderjarige vrouw voor prostitutie strafbaar; sinds 2003 is alleen werven van een vrouw óf man voor prostitutie, in de verwachting daar zelf beter van te worden, strafbaar. | |||
In 1910 sloten vijftien landen een verdrag<ref name=verdrag1910>In 1910 sluiten afgevaardigden van België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Rusland, Spanje en Zweden het Verdrag van Parijs betreffende ''“la répression de la traite des blanches”''. Artikel 1 van het verdrag stelt strafbaar degene die ''“pour satisfaire les passions d’autrui, a embauché, entrainé ou détourné, même avec son consentement, une femme ou fille mineure, en vue de la débauche”'' ; artikel 2 degene die ''“pour satisfaire les passions d’autrui, a, par fraude ou à l’aide de violences, menaces, abus d’autorité, ou tout autre moyen de contrainte, embauché, entrainé ou détourné une femme ou fille majeure en vue de la débauche”''. (Bron: Staatsblad 1912, nº. 355.)</ref> om het aanwerven, africhten of ontvoeren van een minderjarige vrouw voor losbandigheid strafbaar te stellen als ''[[Mensenhandel#1880-1999: betekenissen binnen de prostitutie|‘la traite des blanches’]]''. Meer landen sloten zich hierbij aan<ref name="ReferenceA">Zie Staatsblad der Nederlanden 1923 no. 526, en 1935 no. 598.</ref>. | |||
In Oostenrijk is de situatie moeilijk in te schatten; zie details in [[‘Mensenhandel’ in Oostenrijk]]. Over de Verenigde Staten zijn gegevens moeilijk te vinden; zie [[‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten]]. | |||
== Door misleiding of met dwang tot prostitutie brengen == | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Duitsland|Duitsland]] is sinds 1872 iemand met misleiding tot prostitutie brengen strafbaar. Met geweld of bedreiging iemand tot prostitutie brengen is sinds 1872 strafbaar als het gebeurt ‘als gewoonte of uit eigenbelang’, en sinds 1973 in alle gevallen. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk|Engeland en Wales]] wàs sinds 1885 met misleiding of dwang tot prostitutie brengen altijd strafbaar; sinds 2003 is dit alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt. | |||
In 1910 sloten vijftien landen een verdrag<ref name=verdrag1910/> om het door bedrog of met dwang aanwerven, africhten of ontvoeren van een vrouw voor losbandigheid, strafbaar te stellen als ''[[Mensenhandel#1880-1999: betekenissen binnen de prostitutie|‘la traite des blanches’]]''. Meer landen sloten zich hierbij aan<ref name="ReferenceA">Zie Staatsblad der Nederlanden 1923 no. 526, en 1935 no. 598.</ref>. | |||
In [[Strafbaarheid van mensenhandel#1911|Nederland]] is sinds 1911 vrouwen door misleiding of met dwang tot prostitutie brengen strafbaar; sinds 1994 ook mannen. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Frankrijk|Frankrijk]] is sinds 1946 door misleiding of met dwang een persoon tot prostitutie brengen strafbaar. | |||
== Werven prostituees voor ander land == | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Duitsland|Duitsland]] was sinds 1872 werven voor prostitutie in een ander land strafbaar indien dit gebeurde ‘als gewoonte of uit eigenbelang’; sinds 1973 is die werving strafbaar als die ‘beroepsmatig’ gebeurt. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk|Engeland en Wales]] wás sinds 1885 werven voor prostitutie in een ander land altijd strafbaar; sinds 2003 is dit alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt. | |||
In de [[‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten|V.S.]] is sinds 1910 werven voor prostitutie in een andere staat van de V.S., of buiten de V.S., strafbaar. | |||
In [[Strafbaarheid van mensenhandel#1911|Nederland]] is sinds 1911 ieder aanwerven van een vrouw voor prostitutie in een ander land verboden; sinds 1994 ook mannen. | |||
In 1933 sloten vijfentwintig landen een verdrag<ref>Op 11 oktober 1933 sluiten Albanië, België, Bulgarije, Chili, Duitsland, Frankrijk, Gdansk, Griekenland, Hongarije, Joegoslavië, Letland, Litouwen, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Panama, Polen, Portugal, Spanje, Taiwan, Tsjecho-Slowakije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland het Verdrag van Genève ''“for the suppression of the traffic in women of full age / relative à la répression de la traite des femmes majeures”'' . Artikel 1: '' “… embauché, entrainé ou détourné, même avec son consentement, une femme ou fille majeure en vue de la débauche dans un autre pays …”'' . (Bron: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 1935, no. 598.)</ref> dat aanwerven, africhten of ontvoeren van een meerderjarige vrouw voor losbandigheid in een ander land strafbaar stelt als | |||
''[[Mensenhandel#1880-1999: betekenissen binnen de prostitutie|’la traite des femmes majeures / traffic in women of full age’]]''; dit als aanvulling op hun eerdere verdrag betreffende minderjarige vrouwen. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Frankrijk|Frankrijk]] is sinds 1946 werven voor prostitutie in een ander land strafbaar. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Oostenrijk|Oostenrijk]] is sinds 1975, maar misschien al eerder, werven voor prostitutie in een ander land strafbaar. | |||
== Werven of bemiddelen meerderjarige prostituees, zonder dwang/misleiding en niet voor ander land == | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Duitsland|Duitsland]] was sinds 1872 werven voor prostitutie strafbaar indien dit gebeurde ‘als gewoonte of uit eigenbelang’; sinds 1973 is die werving strafbaar als die ‘beroepsmatig’ gebeurt. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk|Engeland en Wales]] was tussen 1885 en 2003 ieder werven van een vrouw als prostituee strafbaar; sinds 2003 is werven van een persoon tot prostitutie alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt. | |||
Tussen 1911 en 1994 was in [[Strafbaarheid van mensenhandel#Chronologisch (Nederland)|Nederland]] ieder aanwerven van een vrouw voor prostitutie verboden. Sinds 1994 is aanwerven voor prostitutie in het algemeen niet strafbaar. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Frankrijk|Frankrijk]] is sinds 1946 een persoon werven of bemiddelen tot prostitutie strafbaar. | |||
In 1949 nam de [[Algemene Vergadering van de Verenigde Naties|Verenigde Naties]] een resolutie<ref>Zie www.un.org → Welcome → documents → General Assembly, Resolutions → 1949 → 317 (IV) ''Convention for the Suppression of the Traffic in Persons and of the Exploitation of Prostitution of Others''; en [http://www.amicaledunid.org/cadrejuri.htm VN-verdrag 1949 tegen prostitutie, Franse tekst (fragment)]. Beide geraadpleegd 3-1-2009.</ref> aan die werven van prostituees strafbaar stelt als ''[[Mensenhandel#1880-1999: betekenissen binnen de prostitutie|Traffic in persons]]''. De helft van de VN-lidstaten heeft deze resolutie geratificeerd – België wel, Nederland niet. | |||
In [[‘Mensenhandel’ in Oostenrijk|Oostenrijk]] is zeker sinds 1975 ‘iemand tot prostitutie brengen’ strafbaar. | |||
In de [[‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten|V.S.]] lijkt werven voor prostitutie over het algemeen verboden. | |||
== Zie ook == | |||
* | *[[‘Mensenhandel’ in Duitsland]] | ||
* | *[[‘Mensenhandel’ in Oostenrijk]] | ||
* | *[[‘Mensenhandel’ in Frankrijk]] | ||
*[[‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk]] | |||
*[[‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten]] | |||
* | == Externe links == | ||
* [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001854/TweedeBoek/TitelXVIII/Artikel273f/geldigheidsdatum_22-03-2010 Artikel 273f Wetboek van Strafrecht zoals geldend op 22-03-2010] | |||
* [http://europa.eu/legislation_summaries/justice_freedom_security/fight_against_trafficking_in_human_beings/index_nl.htm Samenvatting EU-wetgeving tegen mensenhandel], website europa.eu | |||
{{Appendix|Bronnen en noten | {{Appendix|Bronnen en noten | ||
Literatuur: | Literatuur: | ||
*[Kluwer 1997] ''Strafrecht: de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar. '' Cleiren, C.P.M. en J.F. Nijboer (redactie). Tweede druk. Kluwer, Deventer, 1997. | |||
*[Noyon 1912] Noyon, Mr. T.J. – ''De Strafbepalingen der Wet van 20 Mei 1911, Staatsblad No. 130, tot bestrijding van zedeloosheid. '' Arnhem, S. Gouda Quint, 1912. | |||
*[Noyon 1914] Noyon, Mr. T.J. – ''Het wetboek van Strafrecht, (…), Tweede deel. Boek II. '' Derde druk, Arnhem, S. Gouda Quint, 1914. | |||
* Vries, Petra de – [http://www.emancipatie.nl/_documenten/focus/prostitutie/ketenenblankeslavin.pdf ''De ketenen van de blanke slavin en het belastbare inkomen van de sekswerkster. Honderd jaar feminisme en prostitutie in Nederland''], vermoedelijk in: ''Eeuwige kwesties. Honderd jaar vrouwen en recht in Nederland'', jubileumuitgave Nemesis, Deventer, 1999; p. 140-153. (Met weinig bronverwijzingen.) Gevonden 5-10-2008. | * Vries, Petra de – [http://www.emancipatie.nl/_documenten/focus/prostitutie/ketenenblankeslavin.pdf ''De ketenen van de blanke slavin en het belastbare inkomen van de sekswerkster. Honderd jaar feminisme en prostitutie in Nederland''], vermoedelijk in: ''Eeuwige kwesties. Honderd jaar vrouwen en recht in Nederland'', jubileumuitgave Nemesis, Deventer, 1999; p. 140-153. (Met weinig bronverwijzingen.) Gevonden 5-10-2008. | ||
Noten: | Noten: | ||
}} | }} | ||
[[Categorie:Mensenhandel]] | [[Categorie:Mensenhandel]] |
Versie van 8 nov 2017 10:19
Dit artikel behandelt eerst de ontwikkeling van de strafbaarheid in Nederland, sinds 1811, van feiten die soms onder een Nederlandse definitie van vrouwenhandel of mensenhandel vielen of nu vallen. Daarna behandelt dit artikel een thematische vergelijking van de strafbaarheid van enkele ‘soorten mensenhandel’, in diverse landen.
Voor de gedetailleerde situatie in enkele andere landen, zie de verwijzingen onderaan dit artikel.
Nederland
Tot 1911 waren vrouwenhandel en mensenhandel nog geen juridische begrippen in Nederland; tot circa 1880 vermoedelijk ook nog geen taalkundige begrippen. We behandelen hieronder tot 1911 delicten die na 1911 (soms) (deels) onder vrouwenhandel/mensenhandel zouden vallen. ‘Vrouwenhandel’ werd in 1911 één keer juridisch gedefinieerd; ‘mensenhandel’ werd vanaf 1994 een groot aantal malen ge(her)definieerd.
1811
Code pénal artikel 334: strafbaar is om als gewoonte de losbandigheid of de prostitutie of de corruptie van jeugd onder de 21 jaar uit te lokken, te bevorderen of te faciliteren[1].
1886
Wetboek van Strafrecht (ter vervanging van Code pénal) artikel 250 [koppelarij]: strafbaar is om uit winstbejag of als gewoonte, of in de hoedanigheid van ouder of (toeziend) voogd, de ontucht van een minderjarige te bevorderen[2].
1911
In maart 1911 besloot de Tweede Kamer tot strafbaarstelling van “vrouwenhandel”[3]. Uit het voorstel daartoe in de Nota van Wijziging en het Kamerdebat blijkt, dat men met ‘vrouwenhandel’ bedoelde: iedere handeling, bedoeld om de werkzaamheid van een vrouw als prostituee te bevorderen of faciliteren[4]. Tot dat moment had de Kamer nooit een parlementair stuk over vrouwenhandel ontvangen, dus de Kamer moet zich hebben gebaseerd op morele oordelen over prostitutie, en eventuele geruchten over vrouwenhandel.
Daarnaast werd WvS art. 250 aangescherpt: ieder bevorderen van ontucht van een minderjarige werd strafbaar[5].
1927
In 1927 werd ook werven of bemiddelen van mannen jonger dan 21 jaar voor prostitutie, wat nog viel onder WvS art. 250 (drie jaar cel), strafbaar gesteld onder art. 250ter (vijf jaar cel)[6].
1988
Op 1 februari 1988 overlegde de Vaste commissie voor het Emancipatiebeleid van de Tweede Kamer met de ministers van Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in een uitgebreide commissievergadering (UCV), over vrouwenhandel[7].
Minister Korthals Altes (Justitie) zei daar: “de Hoge Raad” oordeelde recentelijk (11 maart 1986, arrest nr. 737) dat “onder vrouwenhandel dient te worden verstaan "elke daad die ertoe strekt een vrouw over te leveren aan prostitutie" ”. Hij stelde echter voor, “het misdrijf vrouwenhandel in overeenstemming met de hedendaagse opvattingen” te definiëren of interpreteren als “door (bedreiging met) geweld (…) of door misleiding of door misbruik van (…) overwicht iemand tot prostitutie (proberen te) brengen”, waarbij het aan een vrouw “voorspiegelen” van een beter inkomen al geldt als ‘misbruik van overwicht’[8].
1989-1994
In 1989 presenteerde de regering een wijzigingsvoorstel voor WvS 250ter, ter verhoging van de strafmaat van 5 naar 6 jaar[9].
Daarbij stelde de minister, dat ook de “interpretatie” van de strafbepaling nu “enige aanpassing behoeft” wegens gewijzigde “maatschappelijke opvattingen” en stelde hij deze nieuwe “formulering van het delict vrouwenhandel” voor: “een ander door (dreiging met) geweld (…) of door misbruik van (…) overwicht of door misleiding tot prostitutie” (proberen te) brengen of een persoon aanwerven of meenemen voor prostitutie in een ander land[10]. Misbruik van overwicht bestaat daarbij reeds, volgens de minister, indien bij aanwerving van een vrouw haar een beter inkomen wordt voorgespiegeld[11]. In 1990 werd aan de formulering toegevoegd: een minderjarige tot prostitutie brengen[12].
In het Kamerdebat 20 mei 1992 maakten vier partijen bezwaar tegen de clausule: “…aanwerft, medeneemt … met het oogmerk die persoon in een ander land in de prostitutie te brengen”: men achtte dat strijdig met “de veronderstelde volwassenheid en mondigheid van mensen” (VVD), strijdig met het doel om vrijwillige prostitutie van buitenlandse vrouwen “uit de criminele sfeer halen” (D66), strijdig met het doel om onderscheid te maken tussen “vrouwenhandel (per definitie gedwongen) enerzijds en vrijwillig werknemerschap van vrouwen anderzijds” (GL), en “ontkenning van het zelfbeschikkingsrecht van volwassen buitenlanders” (PvdA). De motie om die clausule te schrappen werd echter alleen ondersteund door VVD, D66 en GroenLinks. Daarna werd het wetsvoorstel, mét daarin de gewraakte clausule, aangenomen, met daartegen alleen de stemmen van SGP en RPF.
Het wetsartikel werd 1 februari 1994 van kracht[13].
2000-2002
Per 1 oktober 2000 werd WvS art. 250ter gewijzigd, en verletterd tot 250a met als titel [mensenhandel en strafbare exploitatie van prostitutie][14]. Door die combinatietitel is tussen 2000 en 2005 niet goed duidelijk wat precies juridisch geldt als ‘mensenhandel’. ‘Tot prostitutie brengen’ heet nu: ‘bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling’.
Wegens het tegelijkertijd schrappen van het eertijdse ‘bordeelverbod’ (art. 250bis) werd aan art. 250a nu toegevoegd: (4º) ‘degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de onder 1º genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen’, etc..
Per oktober 2002 werd art. 250a licht gewijzigd, om ook andere seksuele uitbuiting behalve prostitutie strafbaar te stellen: ‘seksuele handelingen met een derde’, werd: ‘… met of voor een derde’[15].
Sinds 2005
Per 1 januari 2005 wenste de regering tevens handelingen strafbaar te stellen die genoemd worden in een VN-protocol van 15 november 2000[16] inzake “trafficking in persons, especially women and children” [17]. Basisgedachte van dat protocol lijkt: strafbaar stellen van door machtsmisbruik etc. een persoon werven of vervoeren of onderbrengen etc. voor het doel van dwangarbeid, slavernij, verwijdering van organen, of exploitatie van prostitutie.
Daartoe werd WvS art. 250a vernummerd tot 273a [mensenhandel] en gewijzigd[16][18].
Het nieuwe artikel 273a maakt nogal hutspot van het oude art. 250a en het VN-protocol[16]. 273a bevat bijvoorbeeld, in lid 1-4º, de strafbaarheid van: ‘een ander, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid’. Aangezien dat ‘...voortvloeiend overwicht...’ niet uit het VN-protocol komt maar uit het oude WvS 250a, omvat dat ‘misbruik van overwicht’ tevens: het voorspiegelen van een beter inkomen (zie hierboven bij 1989). Dus: iemand werven voor arbeid door te wijzen op een beter inkomen, is in Nederland sinds 2005 mensenhandel.
Per 1 september 2006 werd dit wetsartikel verletterd tot WvS art. 273f[18].
Per 1 juli 2009 werden de maximale straffen verhoogd: mensenhandel (lid 1) ging van zes naar acht jaar; de verzwarende omstandigheden gaan resp. van 8 naar 12 jaar, 10 naar 12, 12 naar 15, en 15 naar 18 jaar[19].
Werven minderjarige prostituees
In Frankrijk is sinds 1811 het werven van minderjarigen voor prostitutie verboden, als het ‘als gewoonte’ gebeurt. Sinds 1946 is alle werven van minderjarigen voor prostitutie verboden. In Nederland is sinds 1811 het werven van een minderjarige (vrouw of man) voor prostitutie strafbaar als het ‘als gewoonte’ gebeurt of door een ouder/opvoeder; sinds 1886 als het gebeurt uit winstbejag of als gewoonte of door een ouder/opvoeder. Sinds 1911 is ieder werven van een minderjarige strafbaar. In Duitsland is sinds 1872 werven van minderjarigen voor prostitutie verboden als het ‘als gewoonte of uit eigenbelang’, of met misleiding, of door ouders, opvoeders et cetera gebeurt. Sinds 1973 is er alle werven van minderjarigen voor prostitutie verboden. In Engeland wás sinds 1885 ieder werven van een minderjarige vrouw voor prostitutie strafbaar; sinds 2003 is alleen werven van een vrouw óf man voor prostitutie, in de verwachting daar zelf beter van te worden, strafbaar.
In 1910 sloten vijftien landen een verdrag[20] om het aanwerven, africhten of ontvoeren van een minderjarige vrouw voor losbandigheid strafbaar te stellen als ‘la traite des blanches’. Meer landen sloten zich hierbij aan[21].
In Oostenrijk is de situatie moeilijk in te schatten; zie details in ‘Mensenhandel’ in Oostenrijk. Over de Verenigde Staten zijn gegevens moeilijk te vinden; zie ‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten.
Door misleiding of met dwang tot prostitutie brengen
In Duitsland is sinds 1872 iemand met misleiding tot prostitutie brengen strafbaar. Met geweld of bedreiging iemand tot prostitutie brengen is sinds 1872 strafbaar als het gebeurt ‘als gewoonte of uit eigenbelang’, en sinds 1973 in alle gevallen.
In Engeland en Wales wàs sinds 1885 met misleiding of dwang tot prostitutie brengen altijd strafbaar; sinds 2003 is dit alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt.
In 1910 sloten vijftien landen een verdrag[20] om het door bedrog of met dwang aanwerven, africhten of ontvoeren van een vrouw voor losbandigheid, strafbaar te stellen als ‘la traite des blanches’. Meer landen sloten zich hierbij aan[21].
In Nederland is sinds 1911 vrouwen door misleiding of met dwang tot prostitutie brengen strafbaar; sinds 1994 ook mannen.
In Frankrijk is sinds 1946 door misleiding of met dwang een persoon tot prostitutie brengen strafbaar.
Werven prostituees voor ander land
In Duitsland was sinds 1872 werven voor prostitutie in een ander land strafbaar indien dit gebeurde ‘als gewoonte of uit eigenbelang’; sinds 1973 is die werving strafbaar als die ‘beroepsmatig’ gebeurt.
In Engeland en Wales wás sinds 1885 werven voor prostitutie in een ander land altijd strafbaar; sinds 2003 is dit alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt.
In de V.S. is sinds 1910 werven voor prostitutie in een andere staat van de V.S., of buiten de V.S., strafbaar.
In Nederland is sinds 1911 ieder aanwerven van een vrouw voor prostitutie in een ander land verboden; sinds 1994 ook mannen.
In 1933 sloten vijfentwintig landen een verdrag[22] dat aanwerven, africhten of ontvoeren van een meerderjarige vrouw voor losbandigheid in een ander land strafbaar stelt als ’la traite des femmes majeures / traffic in women of full age’; dit als aanvulling op hun eerdere verdrag betreffende minderjarige vrouwen.
In Frankrijk is sinds 1946 werven voor prostitutie in een ander land strafbaar.
In Oostenrijk is sinds 1975, maar misschien al eerder, werven voor prostitutie in een ander land strafbaar.
Werven of bemiddelen meerderjarige prostituees, zonder dwang/misleiding en niet voor ander land
In Duitsland was sinds 1872 werven voor prostitutie strafbaar indien dit gebeurde ‘als gewoonte of uit eigenbelang’; sinds 1973 is die werving strafbaar als die ‘beroepsmatig’ gebeurt.
In Engeland en Wales was tussen 1885 en 2003 ieder werven van een vrouw als prostituee strafbaar; sinds 2003 is werven van een persoon tot prostitutie alleen strafbaar als dit gebeurt in de verwachting dat men zelf, of een derde, daaruit winst behaalt.
Tussen 1911 en 1994 was in Nederland ieder aanwerven van een vrouw voor prostitutie verboden. Sinds 1994 is aanwerven voor prostitutie in het algemeen niet strafbaar.
In Frankrijk is sinds 1946 een persoon werven of bemiddelen tot prostitutie strafbaar.
In 1949 nam de Verenigde Naties een resolutie[23] aan die werven van prostituees strafbaar stelt als Traffic in persons. De helft van de VN-lidstaten heeft deze resolutie geratificeerd – België wel, Nederland niet.
In Oostenrijk is zeker sinds 1975 ‘iemand tot prostitutie brengen’ strafbaar.
In de V.S. lijkt werven voor prostitutie over het algemeen verboden.
Zie ook
- ‘Mensenhandel’ in Duitsland
- ‘Mensenhandel’ in Oostenrijk
- ‘Mensenhandel’ in Frankrijk
- ‘Mensenhandel’ in het Verenigd Koninkrijk
- ‘Mensenhandel’ in de Verenigde Staten
Externe links
- Artikel 273f Wetboek van Strafrecht zoals geldend op 22-03-2010
- Samenvatting EU-wetgeving tegen mensenhandel, website europa.eu
Bronnen en noten
Literatuur:
Noten:
|