Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Roes (geslacht): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Roes_(geslacht)&diff=cur&oldid=48233283 20 dec 2016 Sebastiaan Roes 20 dec 2016)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Roes_(geslacht)&oldid=48308534 2 jan 2017)
 
Regel 3: Regel 3:


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
Het geslacht Roes was tot aan de [[Franse tijd]] een boerengeslacht, afkomstig uit het Nederlands-Duitse grensgebied van de [[Gelderse Achterhoek]] en het [[Münsterland]] in Westfalen. Vanaf het midden van de negentiende eeuw trad weliswaar meer beroepsdifferentiatie op, maar een groot deel van de familie bleef tot in de twintigste eeuw werkzaam in de landbouw.<br />
De stamreeks vangt aan met een Geryt Russen (ca. 1480-in of na 1552) die in 1550 ten overstaan van de richter van [[Wisch (Gelderland)|Wisch]] Rutger [[van Boetzelaer]] verklaarde 70 jaar oud te zijn. Geryt zal dus rond 1480 zijn geboren. Zijn broer Johan was toen 60 jaar oud.<ref>D.W. Kobes, ''Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten - Dinxperlo - Wisch'' (Aalten 1966), p. 87, met verwijzing naar Oud-Archief Gemeente Wisch, inv. nr. 1442 (1550).</ref>


De stamreeks vangt aan met een Geryt Russen (ca. 1480-in of na 1552) die in 1550 ten overstaan van de richter van [[Wisch]] Rutger [[van Boetzelaer]] verklaarde 70 jaar oud te zijn. Geryt zal dus rond 1480 zijn geboren. Zijn broer Johan was toen 60 jaar oud.<ref>D.W. Kobes, ''Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten - Dinxperlo - Wisch'' (Aalten 1966), p. 87, met verwijzing naar Oud-Archief Gemeente Wisch, inv. nr. 1442 (1550).</ref>
Kort voor 1530 stichtte Geryts zoon Luijcken Russen (ca. 1505-1581) in het [[Breedenbroek]] bij [[Gendringen]] de naar hem vernoemde Roessenstede (ook: het Roessengoed en De Roesse).<ref>In het boekjaar 1532/33 is voor het eerst sprake van ''eyn kempken by syn huijss'' dat Luijcken Russen ''upt nye'' (d.w.z. opnieuw (wederom), vermoedelijk voor de standaard-pachtperiode van zes jaar) pacht, waaruit volgt dat de Roessenstede in het Breedenbroek rond 1530 reeds bestond: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers te Doetinchem (hierna: ECAL), Archief Huis Bergh (hierna: AHB), inv. nr. 4227 (rekening van de rentmeester van Bergh Werner van Bemmel 1532/33), scan 5. Deze Roessenstede werd in 1534 voor het eerst vermeld als goed: ECAL, AHB, inv. nr. 4229 (rek. rentmeester Werner van Bemmel 1534/35), scan 10. In 1546 is sprake van ''dat Ruysschenguit'': Gelders Archief te Arnhem (hierna: GA), Archief van de Heren en Graven van Culemborg (hierna: AHGC), inv. nr. 6348 (akte van Berndt Schut, holtrichter in het Breedenbroek, 22 november 1546); in 1549 wordt het goed vermeld als ''Russchenhoff'': GA, AHGC, inv. nr. 6348 (ongedateerde akte uit het jaar 1549).</ref> Op dit Berghse pachtgoed heeft de familie gedurende zeven generaties tot 1793 onafgebroken gewoond. In 1754 had de Roessenstede inclusief bijbehorend leengoed een omvang van 47 ha.<ref>''CARTA van het Groot Breden Broeck'', getekend door de Kleefse landmeter Johann Heinrich Merner (1754/55) in: ECAL, AHB, inv. nr. 4722. Zie tevens van Merners hand: ECAL, AHB, inv. nr. 4726 (''Specifique Recapitulationstabella'' van de Bergsche domeinen onder Wisch, Gendringen en Etten enz., 1754, 6 dln., Domeinen onder Groot-Breedenbroek), scan 8, alsmede: J.J.S. Sloet, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven (eds.), ''Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen'' III (Kwartier van Zutphen) (Arnhem 1908-1915), p. 395 (nr. 155c § 9): belening van Jacob Roussen (ca. 1700-1776) en zijn echtgenote Henderske Janssen († 1784) op de Roessenstede in het Breedenbroek met ''het parceel weydegrond, in den Bredenbroek […], genaemt de Meentjesslege, so onder het Plantenslag mede begrepen is'' (17 oktober 1733).</ref> Het laatste familielid dat op de Roessenstede heeft gewoond, was sinds haar huwelijk in 1845 Dorothea Roes (1810-1887), tot eind januari 1883. De Roessenstede was toen inmiddels door Bergh aan Dorothea's schoonfamilie in eigendom overgedragen (1875).<ref>Verkoop van de Roessenstede in het Breedenbroek door de Berghse rentmeester Joseph Grimm namens vorst Karl Anton von Hohenzollern-Sigmaringen, de toenmalige graaf van den Bergh, aan Dorothea Roes' stiefschoonzoon Antoon te Stroet (1835-1899): ECAL, AHB 1842-1912, inv. nr. 76-45, scan 509 (verkooponderhandelingen d.d. 26 oktober 1874, nr. 18: ''Roessen''), scans 655-656 (''Hof Roesen''), scans 751-752 (Zusammenstellung des Besitztums Grosz-Bredenbroek) en scans 804-805 (idem), waarna verkrijging van de boerderij in eigendom op 22 februari 1875 bij notariële akte verleden voor G.J. Kolfschoten, notaris te Gendringen. </ref><br />


Kort voor 1530 stichtte Geryts zoon Luijcken Russen (ca. 1505-1581) in het toenmalige ontginningsgebied het [[Breedenbroek]] bij [[Gendringen]] de naar hem vernoemde Roessenstede (ook: het Roessengoed en De Roesse).<ref>In het boekjaar 1532/33 is voor het eerst sprake van ''eyn kempken by syn huijss'' dat Luijcken Russen ''upt nye'' (d.w.z. opnieuw (wederom), vermoedelijk voor de standaard-pachtperiode van zes jaar) pacht, waaruit volgt dat de Roessenstede in het Breedenbroek rond 1530 reeds bestond: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers te Doetinchem (hierna: ECAL), Archief Huis Bergh (hierna: AHB), inv. nr. 4227 (rekening van de rentmeester van Bergh Werner van Bemmel 1532/33), scan 5. Deze Roessenstede werd in 1534 voor het eerst vermeld als goed: ECAL, AHB, inv. nr. 4229 (rek. rentmeester Werner van Bemmel 1534/35), scan 10. In 1546 is sprake van ''dat Ruysschenguit'': Gelders Archief te Arnhem (hierna: GA), Archief van de Heren en Graven van Culemborg (hierna: AHGC), inv. nr. 6348 (akte van Berndt Schut, holtrichter in het Breedenbroek, 22 november 1546); in 1549 wordt het goed vermeld als ''Russchenhoff'': GA, AHGC, inv. nr. 6348 (ongedateerde akte uit het jaar 1549).</ref> De Roessenstede werd na verloop van tijd een flink Berghs pachtgoed waarop de familie gedurende zeven generaties tot 1793 onafgebroken woonde. In 1754 had de Roessenstede inclusief bijbehorend leengoed een omvang van 47 ha.<ref>''CARTA van het Groot Breden Broeck'', getekend door de Kleefse landmeter Johann Heinrich Merner (1754/55) in: ECAL, AHB, inv. nr. 4722. Zie tevens van Merners hand: ECAL, AHB, inv. nr. 4726 (''Specifique Recapitulationstabella'' van de Bergsche domeinen onder Wisch, Gendringen en Etten enz., 1754, 6 dln., Domeinen onder Groot-Breedenbroek), scan 8, alsmede: J.J.S. Sloet, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven (eds.), ''Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen'' III (Kwartier van Zutphen) (Arnhem 1908-1915), p. 395 (nr. 155c § 9): belening van Jacob Roussen (ca. 1700-1776) en zijn echtgenote Henderske Janssen († 1784) op de Roessenstede in het Breedenbroek met ''het parceel weydegrond, in den Bredenbroek [], genaemt de Meentjesslege, so onder het Plantenslag mede begrepen is'' (17 oktober 1733).</ref>
Binnen de familie Roes worden drie takken onderscheiden. De oudste tak wordt de Groot Immink-tak genoemd, naar de [[scholtenboerderij]] Groot Immink in de buurtschap [[Voorst (Oude IJsselstreek)]] onder Gendringen waarop de familie gedurende vijf generaties van 1750 tot 1921 heeft gewoond. In 1849 had Groot Immink inclusief grond in eigendom een omvang van 50 ha.<ref>Eerste vermelding omstreeks 1300 als ''de manso in Ymmi[n]gh'' en ''de bonis Ymmi[n]gh'' in: S. Muller Fz. (ed.), 'De hof te Knijfheze', ''Verslagen en Mededeelingen Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht'' (1909) V,2, p. 71-95, aldaar p. 83, resp. p. 86.</ref> Deze (tot in de twintigste eeuw voornamelijk boeren)tak is tot op heden vooral in de Gelderse Achterhoek woonachtig gebleven, sinds 1904 tevens in Groenlo en omstreken (gemeente [[Oost Gelre]], o.a. in [[Zwolle (Gelderland)]]).


Eind 1549 verkocht Luijcken namens zijn echtgenote Naelken ten overstaan van de genoemde richter Rutger [[van Boetzelaer]] een achtste aandeel in het eigengeërfde goed Gielink te Westendorp in het kerspel Varsseveld in de hoge heerlijkheid [[Wisch]]. Luijcken verkocht dit aandeel aan zijn eigen pachtheer, de toen nog minderjarige graaf [[Willem IV van den Bergh]].<ref>ECAL, AHB, inv. nr. 4766; A.P. van Schilfgaarde, ''Het archief van het Huis Bergh'', 5 dln. in 9 banden (Nijmegen 1932-1952) IV (Regestenlijst van oorkonden, 1932), nr. 2674 (30 december 1549)</ref> Het laatste familielid dat op de Roessenstede in het Breedenbroek heeft gewoond, was sinds haar huwelijk in 1845 Dorothea Roes (1810-1887).
De middelste tak staat binnen de familie bekend als de Holder-tak, vernoemd naar de Hollerstede (ook: Het Holder) in het [[Breedenbroek]] onder [[Gendringen]]. Op deze boerderij heeft de familie Roes gedurende vijf generaties van 1734 tot 1919 gewoond. De Holder-tak is sinds 1791 tot op heden, inmiddels zeven generaties, tevens woonachtig op de [[Gutshof]] Biesenstätte in het Dwarsefeld onder [[Anholt (Duitsland)|Anholt]] in het Münsterland (Westfalen). Om deze reden bezitten de meeste telgen van deze (tot in de twintigste eeuw voornamelijk boeren)tak thans de Duitse nationaliteit. Sommige telgen zijn echter nog steeds in de Gelderse Achterhoek woonachtig (in de gemeenten [[Oude IJsselstreek]] en [[Doetinchem (stad)|Doetinchem]]).


Het geslacht Roes van de Roessenstede in het Breedenbroek wordt onderscheiden in drie takken. Deze hebben het echtpaar Bernardus Roes (Berent, ca. 1660-1734) en Henrica ter Boeck (Hendersken, ca. 1663-1738) als stamouders met elkaar gemeen. Berent Roes trouwde (vermoedelijk vanuit de Roessenstede) in 1693 in, op het goed Ter Boeck in [[Gaanderen]] onder [[Ambt Doetinchem]] waar Hendersken vandaan kwam en waaraan zij haar naam ontleende. De familie Roes heeft vervolgens tot ca. 1770 op Ter Boeck gewoond.<ref>Een beschrijving van het goed Ter Boeck in Gaanderen ten tijde van Bernardus' zoon en opvolger Stephanus Roes (ca. 1704-1776) in: GA, Archief van de Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 403 (Rapporten van de opnemingen van geestelijke goederen onder het Rentambt Doetinchem ingediend ingevolge een resolutie van de Staten van het Kwartier op 2 november 1757): ''Rigterampt Deutichem // Boerschap Gander // Het Erve Ter Buek'' (augustus-september 1762). Eerste vermelding van het goed Ter Boeck in 1311 als ''bona mea dicta Bůchte'' in: GA, Archief van het Klooster Bethlehem bij Doetinchem, Akten en brieven (1301-1350), nr. 142 (26 april 1311), tevens in: ibidem, nr. 976 (Cartularium); E.J. Harenberg (ed.), ''Oorkondenboek van Gelre en Zutphen tot 1326'', 8 dln. ('s-Gravenhage 1980-2003) VII (1996), nr. 1311.04.26.</ref>
De jongste tak van de familie wordt wel de Heterense tak genoemd. Deze tak bewoonde in het laatste kwart van de achttiende eeuw in Andelst onder [[Heteren]] (gemeente [[Overbetuwe]]) de bouwhoeve Het Klein Slop. Deze Overbetuwse hoeve had ten tijde van de verkoop in augustus 1798 een omvang van 59 Rijnlandse [[Morgen (oppervlaktemaat)|morgen]] of 50 ha.<ref>Verkoop van de bouwhoeve Het Klein Slop in Andelst onder Heteren door Gerardus Roes (1742-1817) te Heteren aan zijn zwager en pachter Otto Burgers (ca. 1759-1845) in: GA, Oud-Rechterlijk Archief, inv. nr. 0359, Tweede Protocol (1780-1804), kerspel Andelst (18 augustus 1798); W.P. Thijsen, ''Het Geslacht Roes'' (Rotterdam 1950), p. 192.</ref> De genealogie van de hiervan afstammende takken te Wageningen, Arnhem, Winssen (Beuningen) en Delft is opgenomen in de serie [[Nederlands Patriciaat]].<ref>''Nederland's Patriciaat'' 92 (2013), p. 311-402.</ref> De Nijmeegse tak van deze Heterense tak bracht vooral smeden voort, maar ook een aantal transportondernemers.<br />


De oudste tak van het geslacht Roes wordt de Groot Immink-tak genoemd, naar de [[scholtenboerderij]] Groot Immink in de buurtschap [[Voorst (Oude IJsselstreek)]] onder Gendringen waarop de familie gedurende vijf generaties van 1750 tot 1921 heeft gewoond. In 1849 had Groot Immink inclusief grond in eigendom een omvang van 50 ha.<ref>Eerste vermelding omstreeks 1300 als ''de manso in Ymmi[n]gh'' en ''de bonis Ymmi[n]gh'' in: S. Muller Fz. (ed.), 'De hof te Knijfheze', ''Verslagen en Mededeelingen Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht'' (1909) V,2, p. 71-95, aldaar p. 83 en p. 86.</ref> Deze tak is tot op heden vooral in de Gelderse Achterhoek woonachtig gebleven, sedert 1904 tevens in [[Groenlo]] en omstreken (gemeente [[Oost Gelre]]), o.a. in de buurtschap [[Zwolle (Gelderland)]].
De familie Roes staat bekend als een notarisfamilie. Zij bracht sinds 1851 negen notarissen voort, o.a. drie generaties te Arnhem (1865-1963) en vier generaties te [[Winssen]]/Beuningen (1861-1996). De familie speelde bovendien een zekere rol in de emancipatie van het katholieke volksdeel in Nederland en in het ontstaan van de katholieke zuil, o.a. de Arnhemse pastoor en [[aartspriester]] van Gelderland en Zutphen Bernardus Roes (ca. 1735-1809), de [[deken (Kerk)|deken]] van Utrecht Mgr. Theodorus Stephanus Roes (1836-1913) en de pastoor van Deurne [[Hendrik Roes]] (1864-1941). Vanaf het midden van de achttiende eeuw tot op heden vervulden in totaal twintig familieleden Roes de functie van [[kerkmeester]] van een rooms-katholieke [[Statie (missie)|statie]] (schuil- of schuurkerk) of parochie.
 
De middelste tak staat binnen de familie bekend als de Holder-tak, vernoemd naar de Hollerstede (ook: Het Holder) in het Breedenbroek onder Gendringen. Op deze Berghse pachtboerderij heeft de familie Roes gedurende vijf generaties van 1734 tot 1919 gewoond. In 1875 werd pachter Antonius Hendrikus Roes (1831-1902) eigenaar van de boerderij.<ref>ECAL, AHB 1842-1912, inv. nr. 76-45, scan 510 (Verkooponderhandelingen d.d. 26 oktober 1874, nr. 21). Zie tevens: ibidem, de scans 664-665, 751-752 en 804-805 (Zusammenstellung des Besitztums Grosz-Bredenbroek), waarna eigendomsverkrijging bij notariële akte d.d. 22 februari 1875 verleden voor G.J. Kolfschoten, notaris te Gendringen.</ref> De Holder-tak is sinds 1791 tot op heden, inmiddels zeven generaties, tevens woonachtig op de [[Gutshof]] Biesenstätte, juist over de Duitse grens in het Dwarsefeld onder [[Anholt]] in het Münsterland (Westfalen). Om deze reden bezitten de meeste telgen van de Holder-tak thans de Duitse nationaliteit. Andere telgen van deze tak wonen echter nog steeds vooral in de Gelderse Achterhoek (gemeenten [[Oude IJsselstreek]] en [[Doetinchem]]).
 
De jongste tak van het geslacht Roes wordt wel de Heterense tak genoemd of de tak van Het Klein Slop, naar de Overbetuwse bouwhoeve van die naam in Andelst onder [[Heteren]] (gemeente [[Overbetuwe]]). De familie Roes bewoonde deze hoeve in het laatste kwart van de achttiende eeuw en had haar tot 1798 in eigendom. Het Klein Slop had ten tijde van de verkoop in augustus 1798 een omvang van 59 Rijnlandse [[morgen]] of 50 ha.<ref>Verkoop van de bouwhoeve Het Klein Slop in Andelst onder Heteren in 1798 door eigenaar Gerardus Roes (1742-1817) te Heteren, zoon van de genoemde Stephanus Roes (ca. 1704-1776) op Ter Boeck in Gaanderen, aan Gerardus' zwager en pachter Otto Burgers (ca. 1759-1845) voor ƒ 22.000,00 in: GA, Oud-Rechterlijk Archief, inv. nr. 0359, Tweede Protocol (1780-1804), kerspel Andelst (18 augustus 1798); W.P. Thijsen, ''Het Geslacht Roes'' (Rotterdam 1950), p. 192.</ref> De genealogie van de hiervan afstammende takken te Wageningen, Arnhem, Winssen (Beuningen) en Delft is opgenomen in de serie [[Nederlands Patriciaat]].<ref>''Nederland's Patriciaat'' 92 (2013), p. 311-402.</ref> De Nijmeegse tak van deze Heterense tak bracht vooral smeden voort, maar ook een aantal transportondernemers.
 
De familie Roes staat bekend als een notarisfamilie. Zij bracht sinds 1851 negen notarissen voort, o.a. drie generaties te Arnhem (1865-1963) en vier generaties te [[Winssen]]/Beuningen (1861-1996).  
 
De familie Roes speelde bovendien een zekere rol in de emancipatie van het katholieke volksdeel in Nederland en in het ontstaan van de katholieke zuil, o.a. de Arnhemse pastoor en [[aartspriester]] van Gelderland en Zutphen Bernardus Roes (ca. 1735-1809), de [[deken]] van Utrecht Mgr. Theodorus Stephanus Roes (1836-1913) en de pastoor van Deurne [[Hendrik Roes]] (1864-1941). Vanaf het midden der achttiende eeuw tot op heden vervulden in totaal twintig familieleden Roes de functie van [[kerkmeester]] van een rooms-katholieke [[statie]] (schuil- of schuurkerk) of parochie.


== Wapens ==
== Wapens ==
Er worden in de familie Roes verschillende wapens gevoerd. Het bekendste [[familiewapen]] is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in goud een gaande rode leeuw op grasgrond, staande ter linkerzijde van een rechts in het schild geplante groene geknotte boom. Helmteken: een uitkomende rode leeuw. Dekkleden: rood, gevoerd van goud. Een ander binnen de familie bekend [[familiewapen]] is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in rood twee toegewende zilveren zwanen, staande op een verlaagde zilveren [[dwarsbalk]]. Helmteken: een zilveren zwaan met opgeheven vlucht. Dekkleden: rood, gevoerd van zilver.
Er worden in de familie Roes, in het bijzonder in de jongste of Heterense tak, twee wapens gevoerd. Het meest gevoerde [[familiewapen]] is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in goud een gaande rode leeuw op grasgrond, staande ter linkerzijde van een rechts in het schild geplante groene geknotte boom. Helmteken: een uitkomende rode leeuw. Dekkleden: rood, gevoerd van goud. Een ander in de familie gevoerd [[familiewapen]] is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in rood twee toegewende zilveren zwanen, staande op een verlaagde zilveren [[dwarsbalk]]. Helmteken: een zilveren zwaan met opgeheven vlucht. Dekkleden: rood, gevoerd van zilver.
 
Pastoor Bernardus Roes (ca. 1735-1809) te Arnhem voerde blijkens lakafdrukken uit de jaren 1796/97 een [[persoonlijk wapen]] waarvan de beschrijving luidt: op lage grond een Latijns kruis waarvan de dwarsarm sterk is verhoogd, voorzien van een sierkroon en dekkleden, waarvan de kleuren onbekend zijn. De Wageningse lederfabrikant Johannes Bernardus Roes (1818-1884) voerde blijkens een lakafdruk uit 1850 eveneens een [[persoonlijk wapen]]. Hiervan luidt de beschrijving: gevierendeeld, I: twee afgewende zwanen, staande op een verlaagde dwarsbalk, II: een naar links gewend klaverblad, III: in blauw drie zespuntige sterren (2:1), IV: een hart waaruit drie vijfbladige bloemen spruiten. Helmteken: een zwaan met opgeheven vlucht. Dekkleden: kleuren onbekend.


== Enkele telgen ==
== Enkele telgen ==
* Johannes Bernardus Roes (1720-1783), vanaf de zomer van 1750 de eerste bewoner uit de familie Roes van de [[scholtenboerderij]] Groot Immink (Scholte Immink) in [[Voorst (Oude IJsselstreek)]]
* Prof. dr. [[Jan Roes]] (1939-2003), directeur Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, hoogleraar Geschiedenis van het Nederlands katholicisme aan de Katholieke Universiteit Nijmegen
** Joannes Henricus Roes (1859-1914), de vierde en laatste [[scholtenboer]] Roes op Groot Immink (Scholte Immink) in [[Voorst (Oude IJsselstreek)]], oprichter en bestuurslid van de Coöperatieve Boerenleenbank voor [[Breedenbroek]] en Omstreken, oprichter en voorzitter van de Coöperatieve Boerenleenbank te [[Ulft]], kerkmeester van de parochie H.H. Petrus en Paulus te [[Ulft]]
* Prof. mr. Sebastiaan Roes (1971), hoogleraar Centrum voor Notarieel Recht (CNR) [[Radboud Universiteit Nijmegen]]
** Prof. dr. Johannes Heinrich Antonius Maria Roes (1939-2003), historicus, directeur Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen, hoogleraar Geschiedenis van het Nederlands katholicisme aan de Katholieke Universiteit Nijmegen
* [[Frans Roes]] (1902-1974), Achterhoeks dialectschrijver onder het pseudoniem Herman van Velzen
** Dr. ir. Johannes Isodorus Roes (1943), gepromoveerd scheikundig ingenieur, kerkmeester van de parochie O.L. Vrouw Tenhemelopneming te [[Joppe (Gelderland)]]
** Ir. Theodorus Johannes Franciscus Roes (1934), [[brigade-generaal]] b.d. Koninklijke Landmacht, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
** Drs. Josephus Johannes Richardus Roes (1947), fiscaal econoom, oud-partner [[PricewaterhouseCoopers]] (PwC) te Rotterdam en Eindhoven, bestuurder van diverse stichtingen en instellingen
** Johannes Bernardus Antonius Roes (1906-1977), oprichter en directeur van het Eerste Groenlosche Assuratiekantoor, later Makelaars- en Assurantiekantoor Roes te [[Groenlo]]
*** Andreas Antonius Johannes Roes RT (1947), oprichter en directeur van Roes Makelaars o.g. te [[Groenlo]], register-makelaar en register-taxateur, onteigeningsdeskundige register DOBS (Deskundigen Onteigening en Bestuursrechtelijke Schadevergoeding)
**** Prof. mr. drs. Johannes Sebastiaan Lodewijk Andreas Wilhelmus Bernardus Roes (1971), jurist en historicus, bijzonder hoogleraar Deontologie en de geschiedenis van het notariaat Centrum voor Notarieel Recht (CNR) [[Radboud Universiteit Nijmegen]], kerkmeester van de parochie H. Maria Geboorte te Nijmegen, noviet [[Orde van het Heilig Graf]], gehuwd met de sopraanzangeres Clara Lammers [[Lisnet]]
* [[Frans Roes]] (1902-1974), horlogemaker, Achterhoeks dialectschrijver onder het pseudoniem Herman van Velzen
** Ir. Theodorus Johannes Franciscus Roes (1934), [[brigade-generaal]] b.d. Koninklijke Landmacht, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]] (met de zwaarden)
* Dr. [[Michael Roes]] ([[Rhede (Borken)]] 1960), Duits schrijver, romancier, dichter, essayist, antropoloog en filmmaker, gasthoogleraar Central European University (CEU) te Boedapest (Hongarije), research fellow [[Freie Universität Berlin]]
* Dr. [[Michael Roes]] ([[Rhede (Borken)]] 1960), Duits schrijver, romancier, dichter, essayist, antropoloog en filmmaker, gasthoogleraar Central European University (CEU) te Boedapest (Hongarije), research fellow [[Freie Universität Berlin]]
* Bernardus Roes (ca. 1735-1809), pastoor van [[Heteren]], daarna pastoor te Arnhem, [[aartspriester]] van Gelderland en Zutphen, oprichter en eerste provisor van het groot seminarie op [[Huis Bergh]] te ’s-Heerenberg, lid commissie voor de rooms-katholieken in het [[Koninkrijk Holland]]
* Bernardus Roes (ca. 1735-1809), pastoor te Arnhem, [[aartspriester]] van Gelderland en Zutphen, lid commissie voor de rooms-katholieken in het [[Koninkrijk Holland]]
* Gerardus Roes (1742-1817), [[heemraad]], [[buurmeester]], tweede [[schepen]] en [[rentmeester]] te [[Heteren]], lid [[Provisionele Representanten]] van het Volk van Gelderland, [[gecommitteerde ad causas]] van het [[Kwartier van Nijmegen]]
* Gerardus Roes (1742-1817), lid [[Provisionele Representanten]] van het Volk van Gelderland, [[gecommitteerde ad causas]] van het [[Kwartier van Nijmegen]]
** Mr. Stephanus Roes (1788-1864), ''juris doctor'' (doctor in de rechtsgeleerdheid) te Harderwijk (1810), advocaat, plaatsvervangend kantonrechter te Elst, [[schout]] (burgemeester) en secretaris van [[Heteren]], [[heemraad]] en [[rentmeester]] te [[Heteren]], lid Provinciale Staten van Gelderland
** Mr. Stephanus Roes (1788-1864), [[schout]] (burgemeester) en secretaris van [[Heteren]], lid Provinciale Staten van Gelderland
*** Johannes Bernardus Roes (1818-1864), lederfabrikant, oprichter en directeur van J.B. Roes & Zonen te Wageningen (vanaf 1916 N.V. Wageningsche Lederfabriek), oprichter en vennoot der N.V. Wageningsche Gasverlichting-Maatschappij (1856), lid gemeenteraad van Wageningen
*** [[Paul Roes]] (1887-1955), concertpianist, componist en muziektheoreticus te Parijs
**** Johanna Aleida Roes (1856-1924), oprichtster en firmante der Doesburgsche IJzer- en Metaalgieterij (later [[Gieterij Ubbink]]) te Doesburg, gehuwd met de Zwolse ijzerfabrikant Alexander Petrus Antonius Ignatius [[Schaepman]] (1855-1898)
*** Beatrijs Roes (1915-1998), concertpianiste te New York
**** [[Paul Roes]] (1887-1955), concertpianist en componist te Parijs, auteur van muziektheoretische essays
*** Mr. Stephanus Theodorus Johannes Roes (1854-1939), advocaat en notaris te Arnhem, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
**** Beatrijs Roes (1915-1998), concertpianiste te New York, gehuwd geweest met prof. dr. Bartholomeus Landheer (1904-1989), [[Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw]]
**** Mr. Louis Emile Roes (1887-1963), advocaat te Rotterdam, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
*** Gerardus Wilhelmus Roes (1820-1894), steenfabrikant te Randwijk, de eerste notaris uit de familie Roes, eerst vanaf 1851 te Heteren, daarna vanaf 1865 te Arnhem, kerkmeester van de parochie H. Walburgis te Arnhem
***** Mr. Maarten Lodewijk Roes (1918-1991), advocaat te Rotterdam, raadadviseur van Staat en hoofd stafafdeling geschillen van bestuur Raad van State, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
**** Mr. Stephanus Theodorus Johannes Roes (1854-1939), advocaat en notaris te Arnhem, kerkmeester van de parochie H. Martinus te Arnhem, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
***** Mr. Louis Emile Roes (1887-1963), advocaat te Rotterdam, president-commissaris van de distilleerderij [[Hulstkamp]] en Zoon & Molijn N.V. (voorheen Hulstkamp & Hoogeweegen) te Rotterdam, president-commissaris van de tricotagefabriek Reinier Muller N.V. te Groningen, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
****** Mr. Maarten Lodewijk Roes (1918-1991), advocaat te Rotterdam, raadadviseur van Staat en hoofd stafafdeling geschillen van bestuur Raad van State, [[Officier in de Orde van Oranje-Nassau]]
******* Mr. Frank Willem Maarten Roes (1957), notaris te Leiden, kerkmeester van de parochie H. Willibrord te Oegstgeest, Grafridder (lid [[Orde van het Heilig Graf]])
*** [[Tom Roes]] (1980), programmamaker en televisiepresentator, in het seizoen 2014/2015 winnaar van het KRO-NCRV-tv-programma [[De Slimste Mens]]
*** [[Tom Roes]] (1980), programmamaker en televisiepresentator, in het seizoen 2014/2015 winnaar van het KRO-NCRV-tv-programma [[De Slimste Mens]]
*** Bernardus Antonius Roes (1822-1904), burgemeester en secretaris van Beuningen, daarna notaris te [[Winssen]], in de jaren 1886-1892 de eerste genealoog van de familie Roes
*** [[Hendrik Roes]] (1864-1941), pastoor te Deurne, emancipator van de katholieke boerenbevolking in de Peel, [[Ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]
**** [[Hendrik Roes]] (1864-1941), pastoor van Kessel, daarna pastoor te Deurne, emancipator van de katholieke boerenbevolking in de Peel, [[Ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]
*** Theodorus Stephanus Roes (1867-1938), directeur N.V. Delftsche Lederfabriek (v/h H.H. Roes & Zonen's Zoolleerlooierij te Delft), voorzitter van de Federatie van Vereenigingen van Nederlandsche Lederfabrikanten en van de Bond van Nederlandsche Lederfabrikanten, [[Ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]
**** Mr. Jan Bernard Marie Roes (1939-2014), notaris te Beuningen, wetenschappelijk hoofdmedewerker Katholieke Universiteit Nijmegen
*** Mgr. Theodorus Stephanus Roes (1836-1913), [[deken (Kerk)|deken]] van Utrecht, [[huisprelaat]] van paus Pius X, Ridder in de [[Orde van de Eikenkroon]]
*** Henricus Hermanus Roes (1830-1900), lederfabrikant, oprichter en directeur van H.H. Roes & Zonen's Zoolleerlooierij te Delft (vanaf 1920 N.V. Delftsche Lederfabriek), wethouder van Delft, oprichter en kapitein van het weerbaarheidskorps Frederik Hendrik
** Dr. Gerardus Franciscus Roes (1793-1854), corpsstudent te Göttingen ([[Corps Hannovera Göttingen]]) en Berlijn, lid van de [[Urburschenschaft]] te Jena, geneesheer te Doesburg, Arnhem en Nijmegen
**** Theodorus Stephanus Roes, lederfabrikant, directeur N.V. Delftsche Lederfabriek, voorzitter van de Federatie van Vereenigingen van Nederlandsche Lederfabrikanten en voorzitter van de Bond van Nederlandsche Lederfabrikanten, [[Ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]
** Prof. dr. Christian Bernardo (Kit) Roes (1961), hoogleraar biostatistiek Julius Centrum UMC te Utrecht
*** Mgr. Theodorus Stephanus Roes (1836-1913), [[deken]] van Utrecht, [[huisprelaat]] van paus Pius X, Ridder in de [[Orde van de Eikenkroon]]
** Dr. Gerardus Franciscus Roes (1793-1854), corpsstudent te Göttingen ([[Corps Hannovera Göttingen]]) en Berlijn, lid van de [[Urburschenschaft]] te Jena, ''medicinae doctor'' (doctor in de geneeskunde) te Bonn (1821) en Leiden (1822), geneesheer te Doesburg, Arnhem en Nijmegen
** Albertus Antonius Roes (1863-1945), smid en transportwagenfabrikant, oprichter en directeur der Stoom-Transportwagenfabriek en Hoefsmederij A.A. Roes te Nijmegen
*** Albertus Theodorus Wilhelmus Roes (1945), [[majoor]] b.d. Koninklijke Luchtmacht
*** Prof. dr. Christian Bernardo (Kit) Roes (1961), wiskundige en biostatisticus, hoogleraar biostatistiek Julius Centrum UMC te Utrecht


== Literatuur ==
== Literatuur ==
Regel 68: Regel 43:
* A.Th.M. Duffhues, ''Generaties en patronen. De katholieke beweging te Arnhem in de 19de en 20ste eeuw.'' KDC bronnen & studies 23 (Baarn 1991)
* A.Th.M. Duffhues, ''Generaties en patronen. De katholieke beweging te Arnhem in de 19de en 20ste eeuw.'' KDC bronnen & studies 23 (Baarn 1991)
* Ton Duffhues, O. Moorman van Kappen, Jan Roes, ''… verleden in het Land van Maas en Waal. Bijdragen over 125 jaar notariaat Roes'' (Zwolle 1993)
* Ton Duffhues, O. Moorman van Kappen, Jan Roes, ''… verleden in het Land van Maas en Waal. Bijdragen over 125 jaar notariaat Roes'' (Zwolle 1993)
* ''Nederland’s Patriciaat'' 92 (2013), p. 311-402 (genealogie Roes)
* ''Nederland’s Patriciaat'' 92 (2013), p. 311-402


{{Appendix}}
{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|}}}}  


{{nocat}}
[[Categorie:Nederlands patriciërsgeslacht]]

Huidige versie van 4 jan 2017 om 01:32

Roes is een katholieke familie uit de Oude IJsselstreek waarvan de jongste tak grotendeels werd opgenomen in het genealogisch naslagwerk Nederlands Patriciaat. Een kleine naar Engeland geëmigreerde tak leeft daar voort onder de dubbele naam Roes Francken (ook: Roes-Francken).

Geschiedenis

De stamreeks vangt aan met een Geryt Russen (ca. 1480-in of na 1552) die in 1550 ten overstaan van de richter van Wisch Rutger van Boetzelaer verklaarde 70 jaar oud te zijn. Geryt zal dus rond 1480 zijn geboren. Zijn broer Johan was toen 60 jaar oud.[1]

Kort voor 1530 stichtte Geryts zoon Luijcken Russen (ca. 1505-1581) in het Breedenbroek bij Gendringen de naar hem vernoemde Roessenstede (ook: het Roessengoed en De Roesse).[2] Op dit Berghse pachtgoed heeft de familie gedurende zeven generaties tot 1793 onafgebroken gewoond. In 1754 had de Roessenstede inclusief bijbehorend leengoed een omvang van 47 ha.[3] Het laatste familielid dat op de Roessenstede heeft gewoond, was sinds haar huwelijk in 1845 Dorothea Roes (1810-1887), tot eind januari 1883. De Roessenstede was toen inmiddels door Bergh aan Dorothea's schoonfamilie in eigendom overgedragen (1875).[4]

Binnen de familie Roes worden drie takken onderscheiden. De oudste tak wordt de Groot Immink-tak genoemd, naar de scholtenboerderij Groot Immink in de buurtschap Voorst (Oude IJsselstreek) onder Gendringen waarop de familie gedurende vijf generaties van 1750 tot 1921 heeft gewoond. In 1849 had Groot Immink inclusief grond in eigendom een omvang van 50 ha.[5] Deze (tot in de twintigste eeuw voornamelijk boeren)tak is tot op heden vooral in de Gelderse Achterhoek woonachtig gebleven, sinds 1904 tevens in Groenlo en omstreken (gemeente Oost Gelre, o.a. in Zwolle (Gelderland)).

De middelste tak staat binnen de familie bekend als de Holder-tak, vernoemd naar de Hollerstede (ook: Het Holder) in het Breedenbroek onder Gendringen. Op deze boerderij heeft de familie Roes gedurende vijf generaties van 1734 tot 1919 gewoond. De Holder-tak is sinds 1791 tot op heden, inmiddels zeven generaties, tevens woonachtig op de Gutshof Biesenstätte in het Dwarsefeld onder Anholt in het Münsterland (Westfalen). Om deze reden bezitten de meeste telgen van deze (tot in de twintigste eeuw voornamelijk boeren)tak thans de Duitse nationaliteit. Sommige telgen zijn echter nog steeds in de Gelderse Achterhoek woonachtig (in de gemeenten Oude IJsselstreek en Doetinchem).

De jongste tak van de familie wordt wel de Heterense tak genoemd. Deze tak bewoonde in het laatste kwart van de achttiende eeuw in Andelst onder Heteren (gemeente Overbetuwe) de bouwhoeve Het Klein Slop. Deze Overbetuwse hoeve had ten tijde van de verkoop in augustus 1798 een omvang van 59 Rijnlandse morgen of 50 ha.[6] De genealogie van de hiervan afstammende takken te Wageningen, Arnhem, Winssen (Beuningen) en Delft is opgenomen in de serie Nederlands Patriciaat.[7] De Nijmeegse tak van deze Heterense tak bracht vooral smeden voort, maar ook een aantal transportondernemers.

De familie Roes staat bekend als een notarisfamilie. Zij bracht sinds 1851 negen notarissen voort, o.a. drie generaties te Arnhem (1865-1963) en vier generaties te Winssen/Beuningen (1861-1996). De familie speelde bovendien een zekere rol in de emancipatie van het katholieke volksdeel in Nederland en in het ontstaan van de katholieke zuil, o.a. de Arnhemse pastoor en aartspriester van Gelderland en Zutphen Bernardus Roes (ca. 1735-1809), de deken van Utrecht Mgr. Theodorus Stephanus Roes (1836-1913) en de pastoor van Deurne Hendrik Roes (1864-1941). Vanaf het midden van de achttiende eeuw tot op heden vervulden in totaal twintig familieleden Roes de functie van kerkmeester van een rooms-katholieke statie (schuil- of schuurkerk) of parochie.

Wapens

Er worden in de familie Roes, in het bijzonder in de jongste of Heterense tak, twee wapens gevoerd. Het meest gevoerde familiewapen is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in goud een gaande rode leeuw op grasgrond, staande ter linkerzijde van een rechts in het schild geplante groene geknotte boom. Helmteken: een uitkomende rode leeuw. Dekkleden: rood, gevoerd van goud. Een ander in de familie gevoerd familiewapen is het wapen waarvan de beschrijving luidt: in rood twee toegewende zilveren zwanen, staande op een verlaagde zilveren dwarsbalk. Helmteken: een zilveren zwaan met opgeheven vlucht. Dekkleden: rood, gevoerd van zilver.

Enkele telgen

Literatuur

  • W.P. Thijsen, Het Geslacht Roes (Rotterdam 1950)
  • A.Th.M. Duffhues, Generaties en patronen. De katholieke beweging te Arnhem in de 19de en 20ste eeuw. KDC bronnen & studies 23 (Baarn 1991)
  • Ton Duffhues, O. Moorman van Kappen, Jan Roes, … verleden in het Land van Maas en Waal. Bijdragen over 125 jaar notariaat Roes (Zwolle 1993)
  • Nederland’s Patriciaat 92 (2013), p. 311-402

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º D.W. Kobes, Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten - Dinxperlo - Wisch (Aalten 1966), p. 87, met verwijzing naar Oud-Archief Gemeente Wisch, inv. nr. 1442 (1550).
  2. º In het boekjaar 1532/33 is voor het eerst sprake van eyn kempken by syn huijss dat Luijcken Russen upt nye (d.w.z. opnieuw (wederom), vermoedelijk voor de standaard-pachtperiode van zes jaar) pacht, waaruit volgt dat de Roessenstede in het Breedenbroek rond 1530 reeds bestond: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers te Doetinchem (hierna: ECAL), Archief Huis Bergh (hierna: AHB), inv. nr. 4227 (rekening van de rentmeester van Bergh Werner van Bemmel 1532/33), scan 5. Deze Roessenstede werd in 1534 voor het eerst vermeld als goed: ECAL, AHB, inv. nr. 4229 (rek. rentmeester Werner van Bemmel 1534/35), scan 10. In 1546 is sprake van dat Ruysschenguit: Gelders Archief te Arnhem (hierna: GA), Archief van de Heren en Graven van Culemborg (hierna: AHGC), inv. nr. 6348 (akte van Berndt Schut, holtrichter in het Breedenbroek, 22 november 1546); in 1549 wordt het goed vermeld als Russchenhoff: GA, AHGC, inv. nr. 6348 (ongedateerde akte uit het jaar 1549).
  3. º CARTA van het Groot Breden Broeck, getekend door de Kleefse landmeter Johann Heinrich Merner (1754/55) in: ECAL, AHB, inv. nr. 4722. Zie tevens van Merners hand: ECAL, AHB, inv. nr. 4726 (Specifique Recapitulationstabella van de Bergsche domeinen onder Wisch, Gendringen en Etten enz., 1754, 6 dln., Domeinen onder Groot-Breedenbroek), scan 8, alsmede: J.J.S. Sloet, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven (eds.), Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen III (Kwartier van Zutphen) (Arnhem 1908-1915), p. 395 (nr. 155c § 9): belening van Jacob Roussen (ca. 1700-1776) en zijn echtgenote Henderske Janssen († 1784) op de Roessenstede in het Breedenbroek met het parceel weydegrond, in den Bredenbroek […], genaemt de Meentjesslege, so onder het Plantenslag mede begrepen is (17 oktober 1733).
  4. º Verkoop van de Roessenstede in het Breedenbroek door de Berghse rentmeester Joseph Grimm namens vorst Karl Anton von Hohenzollern-Sigmaringen, de toenmalige graaf van den Bergh, aan Dorothea Roes' stiefschoonzoon Antoon te Stroet (1835-1899): ECAL, AHB 1842-1912, inv. nr. 76-45, scan 509 (verkooponderhandelingen d.d. 26 oktober 1874, nr. 18: Roessen), scans 655-656 (Hof Roesen), scans 751-752 (Zusammenstellung des Besitztums Grosz-Bredenbroek) en scans 804-805 (idem), waarna verkrijging van de boerderij in eigendom op 22 februari 1875 bij notariële akte verleden voor G.J. Kolfschoten, notaris te Gendringen.
  5. º Eerste vermelding omstreeks 1300 als de manso in Ymmi[n]gh en de bonis Ymmi[n]gh in: S. Muller Fz. (ed.), 'De hof te Knijfheze', Verslagen en Mededeelingen Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht (1909) V,2, p. 71-95, aldaar p. 83, resp. p. 86.
  6. º Verkoop van de bouwhoeve Het Klein Slop in Andelst onder Heteren door Gerardus Roes (1742-1817) te Heteren aan zijn zwager en pachter Otto Burgers (ca. 1759-1845) in: GA, Oud-Rechterlijk Archief, inv. nr. 0359, Tweede Protocol (1780-1804), kerspel Andelst (18 augustus 1798); W.P. Thijsen, Het Geslacht Roes (Rotterdam 1950), p. 192.
  7. º Nederland's Patriciaat 92 (2013), p. 311-402.
rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow