Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jacobus Praepositus: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
Jacob Proost trad in bij de kloosterorde van de augustijnen in [[Erfurt]] en studeerde theologie in Wittenberg bij [[Maarten Luther]]. In 1519 werd hij benoemd tot prior van het augustijnenklooster te Antwerpen. [[Desiderius Erasmus|Erasmus]] schreef in een brief aan Luther, gedateerd 30 mei 1519, dat Jacob Praepositus de enige was in de orde van de predikheren, die niet materiële winst maar de Christus predikte.
Jacob Proost trad in bij de kloosterorde van de augustijnen in [[Erfurt]] en studeerde theologie in Wittenberg bij [[Maarten Luther]]. In 1519 werd hij benoemd tot prior van het augustijnenklooster te Antwerpen. [[Desiderius Erasmus|Erasmus]] schreef in een brief aan Luther, gedateerd 30 mei 1519, dat Jacob Praepositus de enige was in de orde van de predikheren, die niet materiële winst maar de Christus predikte.


In 1521 reisde Praepositus opnieuw naar Wittenberg om zijn [[baccalaureaat]] en [[licentiaat]] in de theologie te behalen. Na zijn terugkeer in Antwerpen predikte Praepositus in de kloosterkerk van de augustijnen (de huidige Sint-Andrieskerk) lutherse opvattingen. Al snel werd een klacht tegen hem ingediend. De bisschop van [[Kamerijk]], tot wiens bisdom Antwerpen toen behoorde, gelastte op 6 december 1521 twee Leuvense theologen om een onderzoek in te stellen: de inquisiteurs [[Nicolaas Baechem van Egmond]] en [[Jacobus Latomus]]. Praepositius werd gevangen gezet in Brussel. Na enkele weken herriep de prior zijn dwalingen; hij las op 9 februari 1522 in de St. Goedelekerk zijn herroeping van dertig lutherse stellingen af in het Latijn en het Nederlands. Hij werd overgeplaatst naar Ieper en kreeg het verbod om nog in Antwerpen te verschijnen. In Antwerpen werd hij vervangen door [[Hendrik van Zutphen]], die echter ook in Wittenberg bij Luther gestudeerd had en dezelfde leer ging volgen.
In 1521 reisde Praepositus opnieuw naar Wittenberg om zijn [[baccalaureaat]] en [[licentiaat]] in de theologie te behalen. Na zijn terugkeer in Antwerpen predikte Praepositus in de kloosterkerk van de augustijnen (de huidige Sint-Andrieskerk) lutherse opvattingen. Al snel werd een klacht tegen hem ingediend. De bisschop van [[Kamerijk]], tot wiens bisdom Antwerpen toen behoorde, gelastte op 6 december 1521 twee Leuvense theologen: de inquisiteurs [[Nicolaas Baechem van Egmond]] en [[Jacobus Latomus]] om een onderzoek in te stellen. Praepositius werd gevangen gezet in Brussel.


In Ieper predikte Praepositus het evangelie zonder gewag te maken van kerkelijke instellingen en de paus. Een gevolg was dat hij opnieuw gearresteerd werd. Deze keer dreigde de brandstapel, zoals gebruikelijk was voor ’ketters’ die hadden herroepen maar die waren hervallen in hun ketterse zienswijzen. Praepositus kon echter ontsnappen naar Wittenberg. Hij bleef als protestant geen monnik, maar huwde een jongedame die nauw verwant was aan Luthers echtgenote. Hij stond in vriendschappelijke verhouding tot Luther en Melanchthon en werd de dooppeter van een van Luthers kinderen. Op aanbeveling van Luther werd hij werd „superintendent” (d.w.z. leidend geestelijke in een luthers bisdom) in [[Bremen]]. Toen er meningsverschillen rezen rond [[Albert Hardenberg]]s calvinistische visie op het [[Avondmaal]], verdedigde Praepositus een meer conservatief luthers standpunt.
[[Frans van der Hulst]], een lid van de raad van Brabant, was de inquisiteur. Na enkele weken herriep de prior zijn dwalingen; hij las op 9 februari 1522 in de St. Goedelekerk zijn herroeping van dertig lutherse stellingen af in het Latijn en het Nederlands. Hij werd overgeplaatst naar Ieper en kreeg het verbod om nog in Antwerpen te verschijnen. In Antwerpen werd hij vervangen door [[Hendrik van Zutphen]], die echter ook in Wittenberg bij Luther gestudeerd had en dezelfde leer ging volgen.
 
Praepositus predikte in Ieper het evangelie zonder gewag te maken van kerkelijke instellingen en de paus. Een gevolg was dat hij opnieuw gearresteerd werd. Deze keer dreigde de brandstapel, zoals gebruikelijk was voor ’ketters’ die hadden herroepen maar die waren hervallen in hun ketterse zienswijzen. Praepositus kon echter ontsnappen naar Wittenberg. Hij bleef als protestant geen monnik, maar huwde een jongedame die nauw verwant was aan Luthers echtgenote. Hij stond in vriendschappelijke verhouding tot Luther en Melanchthon en werd de dooppeter van een van Luthers kinderen. Op aanbeveling van Luther werd hij werd „superintendent” (d.w.z. leidend geestelijke in een luthers bisdom) in [[Bremen]]. Toen er meningsverschillen rezen rond [[Albert Hardenberg]]s calvinistische visie op het [[Avondmaal]], verdedigde Praepositus een meer conservatief luthers standpunt.


In 1559 gaf hij zijn functie af aan zijn opvolger [[Tilemann Hesshusen]]. Hij lverleed in 1559.
In 1559 gaf hij zijn functie af aan zijn opvolger [[Tilemann Hesshusen]]. Hij lverleed in 1559.

Versie van 8 mei 2016 05:26

Jacob Proost, gelatiniseerd: Jacobus Praepositus, of verduitst tot Jakob Probst (Ieper, 1486 – Bremen, 30 januari 1562) was de eerste lutheraan in de Zuidelijke Nederlanden tegen wie door de Katholieke Kerk actie werd ondernomen.

Leven

Jacob Proost trad in bij de kloosterorde van de augustijnen in Erfurt en studeerde theologie in Wittenberg bij Maarten Luther. In 1519 werd hij benoemd tot prior van het augustijnenklooster te Antwerpen. Erasmus schreef in een brief aan Luther, gedateerd 30 mei 1519, dat Jacob Praepositus de enige was in de orde van de predikheren, die niet materiële winst maar de Christus predikte.

In 1521 reisde Praepositus opnieuw naar Wittenberg om zijn baccalaureaat en licentiaat in de theologie te behalen. Na zijn terugkeer in Antwerpen predikte Praepositus in de kloosterkerk van de augustijnen (de huidige Sint-Andrieskerk) lutherse opvattingen. Al snel werd een klacht tegen hem ingediend. De bisschop van Kamerijk, tot wiens bisdom Antwerpen toen behoorde, gelastte op 6 december 1521 twee Leuvense theologen: de inquisiteurs Nicolaas Baechem van Egmond en Jacobus Latomus om een onderzoek in te stellen. Praepositius werd gevangen gezet in Brussel.

Frans van der Hulst, een lid van de raad van Brabant, was de inquisiteur. Na enkele weken herriep de prior zijn dwalingen; hij las op 9 februari 1522 in de St. Goedelekerk zijn herroeping van dertig lutherse stellingen af in het Latijn en het Nederlands. Hij werd overgeplaatst naar Ieper en kreeg het verbod om nog in Antwerpen te verschijnen. In Antwerpen werd hij vervangen door Hendrik van Zutphen, die echter ook in Wittenberg bij Luther gestudeerd had en dezelfde leer ging volgen.

Praepositus predikte in Ieper het evangelie zonder gewag te maken van kerkelijke instellingen en de paus. Een gevolg was dat hij opnieuw gearresteerd werd. Deze keer dreigde de brandstapel, zoals gebruikelijk was voor ’ketters’ die hadden herroepen maar die waren hervallen in hun ketterse zienswijzen. Praepositus kon echter ontsnappen naar Wittenberg. Hij bleef als protestant geen monnik, maar huwde een jongedame die nauw verwant was aan Luthers echtgenote. Hij stond in vriendschappelijke verhouding tot Luther en Melanchthon en werd de dooppeter van een van Luthers kinderen. Op aanbeveling van Luther werd hij werd „superintendent” (d.w.z. leidend geestelijke in een luthers bisdom) in Bremen. Toen er meningsverschillen rezen rond Albert Hardenbergs calvinistische visie op het Avondmaal, verdedigde Praepositus een meer conservatief luthers standpunt.

In 1559 gaf hij zijn functie af aan zijn opvolger Tilemann Hesshusen. Hij lverleed in 1559.

Spreng

In latere biografieën kreeg hij ook de naam Spreng of Sprenger toegemeten. Somigen meenden hieruit een beroep te kunnen concluderen. De naam Spreng kwam in Ieper niet voor. Waarschijnlijk is de naam Spreng een gevolg van een verkeerde lezing van Yperensis of Hyperensis, een verwijzing naar zijn geboortestad.


rel=nofollow