Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Blokgooien: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Blokgooien&diff=cur&oldid=46418757 29 mrt 2016)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Blokgooien&oldid=46444914 GuppieB52 2 apr 2016)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Blokgooien spel.jpg|thumb|Het Rodense blok met fiches en ijzeren kogel in november 2014.]]
[[File:De kegelaars Rijksmuseum SK-A-1763.jpeg|thumb|De kegelaars <br>(Rijksmuseum 1763)]]  
'''''Blokgooien''''' is een typisch [[Drents]] buiten[[spel]] wat tussen [[Roden (Nederland)|Roden]] en [[Alteveer (Noordenveld)|Alteveer]] op het heidegebied ''Moltmakersstuk'' beoefend wordt en waarbij het erom gaat om met zelfgemaakte [[aluminium]] kogels (of jeu de boulesballen) anderen af proberen te gooien of een houten blok te raken met daarop plastic [[fiche]]s. Het gaat daarbij niet alleen om het spel, maar ook om de 'knikkers': er wordt gespeeld om 2-eurocentmuntjes.
'''Blokgooien''' ''([[Drents]])'', '''kaaibakken'''  ''([[Gronings]])'' of '''butken''' ''([[Twents_(dialect)|Twents]])''  is een typisch [[Salland|Sallands]] buiten[[spel]] waarbij het erom gaat om met een [[aluminium]] kogel, een bal (bijvoorbeeld een [[jeu de boules|jeu de boulesbal]]) of zoals oorspronkelijk een afgerond [[Kei_(afzettingsgesteente)|veldkeitje]], anderen af proberen te gooien of een houten blok te raken met daarop de door de spelers ingezette munten of plastic [[fiche]]s. Het gaat daarbij niet alleen om het spel, maar ook om de 'knikkers': er wordt gespeeld om (2-eurocent) munten. Het spel heeft kenmerken van het [[kegelen]] en het [[Jeu de boules]].


De ondergrond waarop gespeeld wordt is afwisselend. Heide, gras, zand, grind, ijs en soms zelfs sneeuw en obstakels zoals [[vliegden]]nen maken het spel extra moeilijk. Er wordt gespeeld vanaf september totdat het in de zomer te warm wordt om te spelen. Er volgt dan een soort zomerstop.
Het 'blokgooien in Roden' is op [[9 juli]] [[2015]] toegevoegd (op positie 79) aan de lijst van het [[Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed| Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (NCVIE)]]<ref>[http://immaterieelerfgoed.nl/traditions/details/79 Blokgooien op NCVIE]</ref>)<ref>[http://www.volkscultuur.nl Het NCVIE certificaat is officieel ondertekend op 10 september 2015]</ref>.


Elk spel kan in de regel gespeeld zijn na ongeveer vijf minuten, maar het kan soms ook veel langer of korter duren. Het blokgooien in Roden is op 9 juli 2015 toegevoegd (op positie 79 van het [[Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed|NCVIE]]<ref>[http://immaterieelerfgoed.nl/traditions/details/79 Blokgooien op NCVIE]</ref>) aan de [[Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed|Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland]].<ref>[http://www.volkscultuur.nl NCVIE]</ref> Het certificaat is officieel ondertekend op 10 september 2015.


== Drentse benamingen en identiteit ==
== Oorsprong en geschiedenis==
[[File:Let.jpg|thumb|Het Drentse woord 'let' slaat op de letter W van koning Willem I, die vroeger op een cent stond.]]
[[File:Munten willem i (1813-1840).png|thumb|Afbeelding van Nederlandse 1/2 cent munt uit 1822 – met "Let" en “Lieuw”]]
Het spel wordt ook op verschillende andere plaatsen in Drenthe gespeeld maar afhankelijk van de regio kunnen de regels en ook de materialen net even iets anders zijn. Zo ook de verschillende benamingen voor het spel. Dit zijn achtereenvolgens: ''konkeln'' of ''konkelen'', ''keichiebakken'', ''blokschieten/blokscheeiten'' of ''blokpikken'', ''baoken'', ''bolderen'', ''klobben'', ''klobbejagen/klobbejaogen'' of ''klobbegooien''. De benamingen ''blokschieten'' en ''blokpikken'' zijn [[Morfologie (taalkunde)|gemorft]] naar [[friese talen|Fries]], omdat ze het net even over de provinciale grens bij [[Haulerwijk]] hebben over 'piksjitten'. Het ''keichiebakken'' is in de [[Veenkolonie|veenkoloniale]] streken gemorft naar 'kaaibakken'. Gelet op deze feiten is het een aan zekerheid grenzende en zeer plausibel feit dat het spel een typisch Drentse, dan wel Saksische oorsprong heeft. Linguïstisch is 'klobbe' trouwens ook gelinkt met '[[kubb]]' want beide woorden zijn [[Oudsaksisch]] en betekenen hetzelfde, namelijk een stuk/brok hout.
Blokgooien wordt waarschijnlijk al honderden jaren gespeeld en is vaak omgeven door (lokale) tradities en gebruiken. De spelregels werden van generatie op generatie mondeling doorgegeven. De gebruikte speeltermen  '’let'’ en '’lieuw'’  (kop en munt) wijzen er op dat het spel  ''in ieder geval'' meer dan een eeuw oud is omdat deze zijn afgeleid van de centen munten uit de [[19e eeuw]] met de letter 'W' op de kopzijde en het wapen van de [[Generaliteitsleeuw|(Generaliteits)leeuw]] op de muntzijde.
In [[Overijssel]] staat blokgooien bekend onder de naam 'butken'. Dit zou kunnen duiden op het feit dat blokgooien al in de [[middeleeuwen]] gespeeld werd omdat een [[botje (munt)|butken of botje]] een muntstuk was uit die tijd.
Het spel werd vroeger gespeeld door [[Vervening|veenarbeiders]] en boeren die tijdelijk zonder werk zaten en het spel speelden als tijdverdrijf. In het [[Roden_(Nederland)|Noorddrentse Roden]] werd (volgens de overlevering) dagelijks gespeeld, en het spel was zo populair dat er 'lu oet Stad' (mensen uit de stad [[Groningen (stad)|Groningen]]) speciaal voor kwamen kijken. Er was toen zelfs een eetkraampje aanwezig bij het speelveld op de [[heide (vegetatie)|heide]].


Buiten de benamingen voor het spel zelf, worden er ook typische Drentse woorden gebruikt, zoals:
== Benamingen en identiteit ==
Op verschillende plaatsen in Groningen, Drenthe, Twente en Oost Friesland wordt het spel nog steeds gespeeld. Afhankelijk van de regio kunnen de regels en ook de materialen net even iets anders zijn. Zo ook de verschillende benamingen voor het spel: ''konkeln'' of ''konkelen'', ''keichiebakken'', ''blokschieten/blokscheeiten'' of ''blokpikken'', ''baoken'', ''bolderen'', ''klobben'', ''klobbejagen/klobbejaogen'' of ''klobbegooien''. De benamingen ''blokschieten'' en ''blokpikken'' zijn [[Morfologie (taalkunde)|gemorft]] naar [[friese talen|Fries]], omdat ze het nabij de provinciale grens bij [[Haulerwijk]] hebben over ''piksjitten''. Het ''keichiebakken'' is in de [[Veenkolonie|veenkoloniale]] streken gemorft naar ''kaaibakken''.  Met deze laatste term wordt ook het als typisch [[Groningen_(provincie)#Volksgebruiken|Gronings bekende volksgebruik]] aangeduid.
Gelet op deze benamingen is het aannemelijk dat het spel een Saksische oorsprong heeft. Linguïstisch is 'klobbe' gelinkt met '[[kubb]]' ; beide woorden zijn [[Oudsaksisch]] en betekenen hetzelfde, namelijk een stuk/brok hout.
 
Het spelen om de 'let' en de 'lieuw' heeft een soort boodschap in zich dat verstrengeld is met de Drentse identeit. Immers, de 'let' was de letter W van koning Willem en daar mocht je niet aankomen. Die moest dus weer terug op het blok. De 'leeuw' daarentegen had je zelf verdiend en mocht je dan ook zelf houden. (De Drenten hebben respect voor de overheid en 'aander volk', maar zij zijn wel altijd hun eigen baas geweest.)
Ook het gebruik om de spelregels aan nieuwe spelers niet uit te leggen past bij de Drentse zelfredzame volksaard.
 
==Speltermen, gebruiken en attributen==
[[Bestand:Blokgooien spel.jpg|thumb|De attributen met  van links naar rechts het blok, de fiches en een  ijzeren kogel.]]
Buiten de benamingen voor het spel zelf, worden er ook typische woorden gebruikt, zoals:
* ''Meet'' (De denkbeeldige beginlijn van waar gegooid moet worden.)
* ''Meet'' (De denkbeeldige beginlijn van waar gegooid moet worden.)
* ''Blokstee'' (De plaats waar het blok staat.)
* ''Blokstee'' (De plaats waar het blok staat.)
* ''Strieken'' (Het strijken van de centjes / winst.)
* ''Strieken'' (Het strijken van de centjes / winst.)
* ''Aofpikken'' (Een kogel van een ander afgooien.)
* ''Aofpikken'' (Een kogel van een ander afgooien.)
* ''Stien'' / ''Steen'' / ''koegel'' (De speelbal.)
* ''Stien'' / ''Steen'' / ''koegel'' /''Pikstien'' (de speelbal.)
* ''Haolen'' (De techniek om via het blok of een andere speler naar een bepaalde plaats te gaan.)
* ''Haolen'' (De techniek om via het blok of een andere speler naar een bepaalde plaats te gaan.)
* ''Schotholder'' (De speler die het blok omgooit en waarbij de centjes met de muntzijde omhoog vallen.)
* ''Schotholder'' (De speler die het blok omgooit en waarbij de munten of fiches  met de muntzijde omhoog vallen.)
* ''Lieuw'' (Leeuw oftewel de muntzijde van de cent.)
* ''Lieuw'' (Leeuw oftewel de muntzijde van de cent.)
* ''Let'' ('Letter' oftewel de kopzijde van een cent.)
* ''Let'' ('Letter' oftewel de kopzijde van een cent.)


Het spelen om de 'let' en de 'lieuw' heeft een soort boodschap in zich dat verstrengeld is met de Drentse identeit. Immers, de 'let' was de letter W van koning Willem en daar mocht je niet aankomen. Die moest dus weer terug op het blok. De 'leeuw' daarentegen had je zelf verdiend en mocht je dan ook zelf houden. (De Drenten hebben respect voor de overheid en 'aander volk', maar zij zijn wel altijd hun eigen baas geweest.)
De ondergrond waarop gespeeld wordt is afwisselend. Heide, gras, zand, grind, ijs en soms zelfs sneeuw. Natuurlijke obstakels zoals [[vliegden]]nen maken het spel extra moeilijk. Er wordt gespeeld vanaf september totdat het in de zomer te warm wordt om te spelen. Er volgt dan een soort zomerstop.
 
== Ontstaan ==
Het blokgooien is oud, maar niemand weet hoe oud het precies is. Het is een van vader op zoon (of dochter) overgeleverd spel. Vanwege het feit dat oude blokgooiers de termen 'let' en 'lieuw' nog kennen is het spel ''in ieder geval'' twee eeuwen oud omdat het één cent muntstukje (met de letter 'W' op de kopzijde) uit de [[19e eeuw]] stamt.
 
Het spel werd gespeeld door [[Vervening|veenarbeiders]] en boeren die tijdelijk zonder werk zaten en het spel speelden als tijdverdrijf. In Roden werd (volgens de overlevering) dagelijks gespeeld, en het spel was zo populair dat er 'lu oet Stad' (mensen uit de stad [[Groningen (stad)|Groningen]]) speciaal voor kwamen kijken. Er was toen zelfs een eetkraampje aanwezig op de [[heide (vegetatie)|heide]].
 
In [[Overijssel]] staat blokgooien bekend onder de naam 'butken'. Dit zou kunnen duiden op het feit dat blokgooien al in de [[middeleeuwen]] bekend was omdat een butke of [[botje (munt)]] een muntstuk was uit die tijd.
 
== Onderdelen van het spel ==
Het spel bestaat uit 6 onderdelen:
* Het houten blok van ongeveer 25/30 cm x 10 cm.
* Plastic fiches, aan een kant wit (kop) en de andere kant rood (munt).
* Zelfgemaakte aluminium kogels of jeu de boules ballen.
* 2-eurocentmuntjes (de inzet).
* Een plastic beker om de plastic fiches tijdelijk in op te bergen.
* Een 'blokstee', een stuk in de grond verankerd hout waar het blok op staat.
 
Oorspronkelijke onderdelen:
* Een baksteen of een houten balkje / paaltje van 25 cm x 10 cm.
* Centjes, 'diggels' (scherven) of knopen.
* Veldflinten / zwerfkeien al dan niet afgerond.
 
== Oorspronkelijke regels ==
Er werd door de deelnemers met (afgeronde) veldkeien in willekeurige volgorde gegooid vanaf de 'meet' (de beginlijn), op een afstand van ongeveer 15 meter van het houten blok. Op dit blok lagen de centjes van elke deelnemer. Per deelnemer werden er 2 centjes per man opgelegd, dus als er zes personen meededen dan lagen er 12 centjes op het blok.


Omdat je afgegooid kon worden was de strategische plaatsing van je veldkei belangrijk. Daarom hoefde je niet per se op het blok te gooien, je kon ook iemand anders 'aofpikken' (afgooien) of gewoon naar een strategische plaats gooien. Degene die afgegooid werd, was 'dood' en moest terug naar de meet om te wachten op het volgende spelletje. Degene die de persoon afgooide moest trouwens ook de kei van de tegenstander weer terug naar de meet gooien.
Het spel bestaat uit de volgende onderdelen:
*Het houten blok van ongeveer 25/30 cm x 10 cm. (soms ook een baksteen of een houten balkje / paaltje van 25 cm x 10 cm)
* Plastic fiches, aan een kant wit (kop) en de andere kant rood (munt)<ref>Er is een speciale set fiches voor in de winter, als het (licht) sneeuwt. Die zijn niet rood/wit, maar rood/paars.</ref>. Of in plaats daarvan munten (centjes), 'diggels' (scherven) of knopen.
* De ‘stien’: een zelfgemaakte aluminium kogel of een jeu de boules bal. Ook de van oorsprong gebruikte veldflinten / zwerfkeien al dan niet afgerond worden nog gebruikt.  
*Een 'blokstee', een stuk in de grond verankerd hout waar het blok op staat.
Elk spel kan gespeeld zijn na ongeveer vijf minuten, maar het kan soms ook veel langer of korter duren.  


Je kon afwisselend op de kei van een tegenstander gooien en op het blok, maar je mocht nooit twee maal achter elkaar het blok raken. Deed je dat toch, ook al was dat per ongeluk, dan was je dood en moest je terug naar de meet.
== Spelregels  ==
Er zijn een aantal lokale verschillen in de wijze waarop het spel gespeeld wordt<ref> [http://orveltejournaal.nl/files/Spelregels%20blokgooien.pdf Spelregels blokgooien in Orvelte]</ref>. De navolgende regels geven hoofdzakelijk de ''Rooner variant'' weer.


Als het blok omviel, dan moesten de 'letten' (koppen) weer op het blok, en de 'lieuwen' (leeuwen/munt) mocht je in je zak steken. Je mocht dan nog eens spelen, maar zoals gezegd, niet meer op het blok. Als alle muntjes met de kopzijde omhoog vielen had je pech, want dan moest je blijven liggen waar je lag. Het blok moest weer omhoog en de muntjes moesten daarna weer op het blok. Daarna was het de beurt aan de eerstvolgende speler.
Op veel plaatsen waar het spel gespeeld wordt is er een vaste (traditioneel bepaalde) speelplaats. In Roden speelt men op het heidegebied dat het ''Moltmakersstuk'' genoemd wordt , gelegen tussen [[Roden (Nederland)|Roden]] en [[Alteveer (Noordenveld)|Alteveer]].
Het spel wordt gespeeld in groepjes van  5 of 6 personen, maar meer of minder is mogelijk.


Als je kans zag om met je kei alle andere spelers af te gooien dan was je winnaar en kon er een nieuw spelletje gespeeld worden. Maar ook als een speler het blok omgooide en de centjes vielen met de muntzijde omhoog dan had je kans om te winnen. Je was op dat moment dan namelijk 'schotholder' en dat betekende dat je je kei (en het blok) moest laten liggen waar ze lagen, en dan mochten de andere overgebleven spelers je nog eenmaal proberen te raken. Lukte dit niet, dan had je het spel gewonnen. Maar lukte het een andere speler om jouw steen te raken, dan was dat de nieuwe schotholder. De laatste muntjes die je gewonnen had, moest je dan weer afstaan een de nieuwe schotholder. De schotholder moest alle keien die de tegenstanders op zijn kei gooiden, weer terug meenemen / gooien naar de meet.
Per speler wordt er ''van tevoren''  één 2-eurocentmuntje ingezet (in Roden op de daar aanwezige [[picknicktafel]]). Voorafgaand aan het eerste spel wordt er daarnaast nog eenzelfde muntstuk op een aparte plek neergelegd. Deze zijn  'extra' voor de winnaar van het laatste spel. Men doet dit omdat er bij het eerste spelletje nog geen winnaar is; de winnaar hoeft namelijk niet in te zetten. Zo blijft de inzet altijd één 2-eurocentmuntje minder dan het aantal spelers. In andere spelregels is de inzet 2 of meerdere munten per persoon. Bij 2  munten per speler  en  6 spelers liggen er dan bij aanvang 12 munten op het blok.


De speelvolgorde bleef in het volgende spelletje gelijk, alleen gingen de 'doden' nu het eerst. Dus degene die er het eerst was afgegooid, gooide als eerst.
Bij aanvang wordt het houten blok op een afstand van ongeveer 15 meter de 'meet' (de beginlijn) geplaatst. Iedere speler legt de afgesproken inzet (munten of fiches) op het blok. In sommige spelvarianten wordt er door alle spelers eerst een stien (speelbal) vanaf het blok naar de meet gegooid. Wie de stien het dichtsbij de meet gooit mag het spel beginnen.  


== Huidige 'Rooner' regels ==
Er wordt vervolgens door de deelnemers met de stien onderhands gegooid vanaf de meet in de richting van het blok.
Per man wordt er nu ''van tevoren'' één 2-eurocentmuntje ingezet op de aanwezige [[picknicktafel]]. In het begin wordt er een zo'n muntje op een aparte plek neergelegd. Deze is 'extra' voor de winnaar van het laatste spel. De reden om dit te doen is omdat er bij het eerste spelletje nog geen winnaar is, en de winnaar hoeft namelijk nooit in te zetten. Zo blijft de inzet altijd één 2-eurocentmuntje minder dan het aantal spelers.
Omdat je afgegooid kan worden is de strategische plaatsing van de stien belangrijk. Daarom hoeft men niet per se op het blok te gooien, je kan er ook voor kiezen om iemand anders te 'aofpikken' (afgooien) of de stien naar een strategische plaats gooien. Degene die afgegooid wordt, is 'dood' en moet terug naar de meet om te wachten op de volgende spelronde. Degene die de persoon afgooide gooit de pikstien van deze tegenstander weer terug naar de meet. Men kan afwisselend op een stien van een tegenstander gooien of op het blok, maar mag nooit twee maal achter elkaar het blok raken. Gebeurt dat toch, ook al was dat per ongeluk, dan ben je ook af en moet je terug naar de meet.


Omdat de inzet nu vooraf gedaan wordt, liggen er op het blok nu plastic muntjes die aan een kant wit, en aan de andere kant rood zijn. Dit zijn er nu standaard twaalf, ook al spelen er maar drie spelers.
Als het blok geraakt wordt en omvalt, dan moeten de 'letten' (koppen) weer op het blok, en de 'lieuwen' (leeuwen/munt) mag de speler houden. Deze speler mag dan nog eens spelen, maar zoals gezegd, niet meer op het blok. Als alle fiches met de kopzijde omhoog vallen heb je pech, want dan blijft de speelbal liggen waar deze terecht is gekomen. Het blok wordt weer omhoog gezet en de fiches weer op het blok. Daarna is het de beurt aan de volgende speler.


Als de fiches met de rode (munt) kant omhoog vallen, mogen ze in een speciaal daarvoor aan een boom hangende plastic beker en de fiches die met de witte (kop) zijde naar boven vallen gaan weer op het blok. De boom (een vliegden), staat in de buurt van de blokstee waardoor het makkelijker is om de fiches weer terug op het blok te plaatsen bij een nieuw spelletje. Degene die gewonnen heeft, moet ervoor zorgen dat de 'muntjes' weer op het blok komen. Degene die het laatste spelletje gewonnen heeft, mag de inzet 'strieken' (innen) plus die ene extra munt die van tevoren was ingezet. Deze winnaar is dan tevens ook degene die het blok weer opnieuw moet verstoppen.
De speler die kans ziet om alle andere spelers af te gooien is de winnaar en er kan een nieuwe speelronde worden begonnen. Ook als een speler het blok omgooide en alle fiches vallen met de muntzijde omhoog is dit een kans om te winnen. Deze speler is  op dat moment dan namelijk 'schotholder' en dat betekent dat je je stien (en het blok) moet laten liggen waar ze op dat moment liggen. De andere overgebleven spelers mogen  nog eenmaal proberen de stien van de schotholder te raken. Lukt dit niet, dan is het spel gewonnen door de schotholder. Maar lukt het een andere speler wel om de schotholder's stien te raken dan is deze speler de nieuwe schotholder. De laatste fiches die hij/zij gewonnen had, worden dan afgestaan aan de nieuwe schotholder. De schotholder neemt alle speelballen van de tegenstanders mee terug naar de meet.


Er is een speciale set fiches voor in de winter, als het (licht) sneeuwt. Die zijn niet rood/wit, maar rood/paars.
De speelvolgorde blijft in de volgende speelronde gelijk, alleen gaan de 'doden' nu het eerst. Dus degene die er het eerst was afgegooid, gooide als eerst. Men speelt gebruikelijk tenminste een aantal - bijvoorbeeld 6 - speelrondes.


De overige regels zijn precies zoals beschreven bij de oorspronkelijke regels.
== Zie ook / Externe links==
 
== Zie ook ==
* [[Kubb]]
* [[Kubb]]
* [[Bocce]]
* [[Bocce]]


== Externe links ==
*[http://blokgooien.blogspot.nl/ Website van het Rodense blokgooien]
*[http://blokgooien.blogspot.nl/ Website van het Rodense blokgooien]
*[http://woorden.huusvandetaol.nl/resultaten.php?q=klobbe Klobbe in het Drentse woordenboek]
*[http://woorden.huusvandetaol.nl/resultaten.php?q=klobbe Klobbe in het Drentse woordenboek]
*[http://www.veendammer.nl/evenementen/31904/open-kampioenschap-kaaibakken-in-nieuwe-pekela/ De Veendammer: open kampioenschap Kaaibakken in Nieuwe Pekela]


{{Appendix}}
{{Appendix}}

Versie van 7 mei 2016 16:08

Bestand:De kegelaars Rijksmuseum SK-A-1763.jpeg
De kegelaars
(Rijksmuseum 1763)

Blokgooien (Drents), kaaibakken (Gronings) of butken (Twents) is een typisch Sallands buitenspel waarbij het erom gaat om met een aluminium kogel, een bal (bijvoorbeeld een jeu de boulesbal) of zoals oorspronkelijk een afgerond veldkeitje, anderen af proberen te gooien of een houten blok te raken met daarop de door de spelers ingezette munten of plastic fiches. Het gaat daarbij niet alleen om het spel, maar ook om de 'knikkers': er wordt gespeeld om (2-eurocent) munten. Het spel heeft kenmerken van het kegelen en het Jeu de boules.

Het 'blokgooien in Roden' is op 9 juli 2015 toegevoegd (op positie 79) aan de lijst van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (NCVIE)[1])[2].


Oorsprong en geschiedenis

Bestand:Munten willem i (1813-1840).png
Afbeelding van Nederlandse 1/2 cent munt uit 1822 – met "Let" en “Lieuw”

Blokgooien wordt waarschijnlijk al honderden jaren gespeeld en is vaak omgeven door (lokale) tradities en gebruiken. De spelregels werden van generatie op generatie mondeling doorgegeven. De gebruikte speeltermen '’let'’ en '’lieuw'’ (kop en munt) wijzen er op dat het spel in ieder geval meer dan een eeuw oud is omdat deze zijn afgeleid van de centen munten uit de 19e eeuw met de letter 'W' op de kopzijde en het wapen van de (Generaliteits)leeuw op de muntzijde. In Overijssel staat blokgooien bekend onder de naam 'butken'. Dit zou kunnen duiden op het feit dat blokgooien al in de middeleeuwen gespeeld werd omdat een butken of botje een muntstuk was uit die tijd. Het spel werd vroeger gespeeld door veenarbeiders en boeren die tijdelijk zonder werk zaten en het spel speelden als tijdverdrijf. In het Noorddrentse Roden werd (volgens de overlevering) dagelijks gespeeld, en het spel was zo populair dat er 'lu oet Stad' (mensen uit de stad Groningen) speciaal voor kwamen kijken. Er was toen zelfs een eetkraampje aanwezig bij het speelveld op de heide.

Benamingen en identiteit

Op verschillende plaatsen in Groningen, Drenthe, Twente en Oost Friesland wordt het spel nog steeds gespeeld. Afhankelijk van de regio kunnen de regels en ook de materialen net even iets anders zijn. Zo ook de verschillende benamingen voor het spel: konkeln of konkelen, keichiebakken, blokschieten/blokscheeiten of blokpikken, baoken, bolderen, klobben, klobbejagen/klobbejaogen of klobbegooien. De benamingen blokschieten en blokpikken zijn gemorft naar Fries, omdat ze het nabij de provinciale grens bij Haulerwijk hebben over piksjitten. Het keichiebakken is in de veenkoloniale streken gemorft naar kaaibakken. Met deze laatste term wordt ook het als typisch Gronings bekende volksgebruik aangeduid. Gelet op deze benamingen is het aannemelijk dat het spel een Saksische oorsprong heeft. Linguïstisch is 'klobbe' gelinkt met 'kubb' ; beide woorden zijn Oudsaksisch en betekenen hetzelfde, namelijk een stuk/brok hout.

Het spelen om de 'let' en de 'lieuw' heeft een soort boodschap in zich dat verstrengeld is met de Drentse identeit. Immers, de 'let' was de letter W van koning Willem en daar mocht je niet aankomen. Die moest dus weer terug op het blok. De 'leeuw' daarentegen had je zelf verdiend en mocht je dan ook zelf houden. (De Drenten hebben respect voor de overheid en 'aander volk', maar zij zijn wel altijd hun eigen baas geweest.) Ook het gebruik om de spelregels aan nieuwe spelers niet uit te leggen past bij de Drentse zelfredzame volksaard.

Speltermen, gebruiken en attributen

De attributen met van links naar rechts het blok, de fiches en een ijzeren kogel.

Buiten de benamingen voor het spel zelf, worden er ook typische woorden gebruikt, zoals:

  • Meet (De denkbeeldige beginlijn van waar gegooid moet worden.)
  • Blokstee (De plaats waar het blok staat.)
  • Strieken (Het strijken van de centjes / winst.)
  • Aofpikken (Een kogel van een ander afgooien.)
  • Stien / Steen / koegel /Pikstien (de speelbal.)
  • Haolen (De techniek om via het blok of een andere speler naar een bepaalde plaats te gaan.)
  • Schotholder (De speler die het blok omgooit en waarbij de munten of fiches met de muntzijde omhoog vallen.)
  • Lieuw (Leeuw oftewel de muntzijde van de cent.)
  • Let ('Letter' oftewel de kopzijde van een cent.)

De ondergrond waarop gespeeld wordt is afwisselend. Heide, gras, zand, grind, ijs en soms zelfs sneeuw. Natuurlijke obstakels zoals vliegdennen maken het spel extra moeilijk. Er wordt gespeeld vanaf september totdat het in de zomer te warm wordt om te spelen. Er volgt dan een soort zomerstop.

Het spel bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Het houten blok van ongeveer 25/30 cm x 10 cm. (soms ook een baksteen of een houten balkje / paaltje van 25 cm x 10 cm)
  • Plastic fiches, aan een kant wit (kop) en de andere kant rood (munt)[3]. Of in plaats daarvan munten (centjes), 'diggels' (scherven) of knopen.
  • De ‘stien’: een zelfgemaakte aluminium kogel of een jeu de boules bal. Ook de van oorsprong gebruikte veldflinten / zwerfkeien al dan niet afgerond worden nog gebruikt.
  • Een 'blokstee', een stuk in de grond verankerd hout waar het blok op staat.

Elk spel kan gespeeld zijn na ongeveer vijf minuten, maar het kan soms ook veel langer of korter duren.

Spelregels

Er zijn een aantal lokale verschillen in de wijze waarop het spel gespeeld wordt[4]. De navolgende regels geven hoofdzakelijk de Rooner variant weer.

Op veel plaatsen waar het spel gespeeld wordt is er een vaste (traditioneel bepaalde) speelplaats. In Roden speelt men op het heidegebied dat het Moltmakersstuk genoemd wordt , gelegen tussen Roden en Alteveer. Het spel wordt gespeeld in groepjes van 5 of 6 personen, maar meer of minder is mogelijk.

Per speler wordt er van tevoren één 2-eurocentmuntje ingezet (in Roden op de daar aanwezige picknicktafel). Voorafgaand aan het eerste spel wordt er daarnaast nog eenzelfde muntstuk op een aparte plek neergelegd. Deze zijn 'extra' voor de winnaar van het laatste spel. Men doet dit omdat er bij het eerste spelletje nog geen winnaar is; de winnaar hoeft namelijk niet in te zetten. Zo blijft de inzet altijd één 2-eurocentmuntje minder dan het aantal spelers. In andere spelregels is de inzet 2 of meerdere munten per persoon. Bij 2 munten per speler en 6 spelers liggen er dan bij aanvang 12 munten op het blok.

Bij aanvang wordt het houten blok op een afstand van ongeveer 15 meter de 'meet' (de beginlijn) geplaatst. Iedere speler legt de afgesproken inzet (munten of fiches) op het blok. In sommige spelvarianten wordt er door alle spelers eerst een stien (speelbal) vanaf het blok naar de meet gegooid. Wie de stien het dichtsbij de meet gooit mag het spel beginnen.

Er wordt vervolgens door de deelnemers met de stien onderhands gegooid vanaf de meet in de richting van het blok. Omdat je afgegooid kan worden is de strategische plaatsing van de stien belangrijk. Daarom hoeft men niet per se op het blok te gooien, je kan er ook voor kiezen om iemand anders te 'aofpikken' (afgooien) of de stien naar een strategische plaats gooien. Degene die afgegooid wordt, is 'dood' en moet terug naar de meet om te wachten op de volgende spelronde. Degene die de persoon afgooide gooit de pikstien van deze tegenstander weer terug naar de meet. Men kan afwisselend op een stien van een tegenstander gooien of op het blok, maar mag nooit twee maal achter elkaar het blok raken. Gebeurt dat toch, ook al was dat per ongeluk, dan ben je ook af en moet je terug naar de meet.

Als het blok geraakt wordt en omvalt, dan moeten de 'letten' (koppen) weer op het blok, en de 'lieuwen' (leeuwen/munt) mag de speler houden. Deze speler mag dan nog eens spelen, maar zoals gezegd, niet meer op het blok. Als alle fiches met de kopzijde omhoog vallen heb je pech, want dan blijft de speelbal liggen waar deze terecht is gekomen. Het blok wordt weer omhoog gezet en de fiches weer op het blok. Daarna is het de beurt aan de volgende speler.

De speler die kans ziet om alle andere spelers af te gooien is de winnaar en er kan een nieuwe speelronde worden begonnen. Ook als een speler het blok omgooide en alle fiches vallen met de muntzijde omhoog is dit een kans om te winnen. Deze speler is op dat moment dan namelijk 'schotholder' en dat betekent dat je je stien (en het blok) moet laten liggen waar ze op dat moment liggen. De andere overgebleven spelers mogen nog eenmaal proberen de stien van de schotholder te raken. Lukt dit niet, dan is het spel gewonnen door de schotholder. Maar lukt het een andere speler wel om de schotholder's stien te raken dan is deze speler de nieuwe schotholder. De laatste fiches die hij/zij gewonnen had, worden dan afgestaan aan de nieuwe schotholder. De schotholder neemt alle speelballen van de tegenstanders mee terug naar de meet.

De speelvolgorde blijft in de volgende speelronde gelijk, alleen gaan de 'doden' nu het eerst. Dus degene die er het eerst was afgegooid, gooide als eerst. Men speelt gebruikelijk tenminste een aantal - bijvoorbeeld 6 - speelrondes.

Zie ook / Externe links


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Blokgooien op NCVIE
  2. º Het NCVIE certificaat is officieel ondertekend op 10 september 2015
  3. º Er is een speciale set fiches voor in de winter, als het (licht) sneeuwt. Die zijn niet rood/wit, maar rood/paars.
  4. º Spelregels blokgooien in Orvelte
rel=nofollow
rel=nofollow