Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Dietrich Eckart: verschil tussen versies
(uitbreiden) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11: | Regel 11: | ||
In 1915 werd hij actief als schrijver van [[antisemitisme|antisemitische]] pamfletten. Tussen 1918 en 1920 was hij de redacteur van het antisemitische tijdschrift ''Auf gut Deutsch'' met de hulp van [[Alfred Rosenberg]] en [[Gottfried Feder]]. | In 1915 werd hij actief als schrijver van [[antisemitisme|antisemitische]] pamfletten. Tussen 1918 en 1920 was hij de redacteur van het antisemitische tijdschrift ''Auf gut Deutsch'' met de hulp van [[Alfred Rosenberg]] en [[Gottfried Feder]]. | ||
In 1919 was hij één van de oprichters van de Deutsche Arbeiterpartei (DAP), die later ombenoemd werd tot Nationalsozialistische deutsche Arbeiterpartei (NSDAP). | In 1919 was hij één van de oprichters van de Deutsche Arbeiterpartei (DAP), die later ombenoemd werd tot Nationalsozialistische deutsche Arbeiterpartei (NSDAP). Toen de partij het blad ''Völkischer Beobachter'' opkocht, gaf Eckart zijn tijdschrift ''Auf gut Deutsch'' op en bracht zijn lezers in contact met de ''Völkischer Beobachter'', dat het partijblad werd. Vanaf de zomer van 1921 was hij samen met Rosenberg de redacteur van dit blad. Eckart schreef ook het lied ''Sturm! Sturm! Sturm!'', dat met de titel ''Deutschland erwache'' de nazi-partijhymne werd. | ||
Waarschijnlijk leerde hij in de herfst van 1919 de 21 jaar jongere [[Adolf Hitler]] kennen. Gedurende geruime tijd was hij Hitlers mentor. | Waarschijnlijk leerde hij in de herfst van 1919 de 21 jaar jongere [[Adolf Hitler]] kennen. Gedurende geruime tijd was hij Hitlers mentor. | ||
Na de mislukte staatsgreep door de nazi’s in november 1923, bekend als de ''Bierhallenputsch'', werd hij gearresteerd. Wegens zijn zwakke gezondheid werd hij reeds snel vrijgelaten. | |||
== | Hij hoopte in Berchtesgaden in het Pension Moritz, waar hij reeds eerder te gast was, spoedig weer gezond te worden, maar overleed er op 26 december. | ||
==Erkenningen door Hitler== | |||
Toen Adolf Hitler in 1925 zijn boek ''[[Mein Kampf]]'' uitgaf, schreef hij hierin een opdracht aan o.a. Dietrich Eckart, die hij prees als de martelaar van de nationaalsocialistische beweging. Hitler hing Eckarts portret in het ''Bruine Huis'' in München, en zette zijn borstbeeld in de Rijkskanselarij naast dat van [[Otto von Bismarck|Bismarck]]. | |||
Het grote [[Berliner Waldbühne]] openluchttheater met plaats voor 22.000 toeschouwers, dat gebouwd werd voor de [[Olympische Zomerspelen 1936|Olympische Zomerspelen van 1936]] op de [[Olympiastadion (Berlijn)|Olympische site]] in Berlijn, kreeg als oorspronkelijke naam ’Dietrich-Eckart-Bühne’. | |||
==Literatuur== | |||
* {{google books|id=pOoDc55wOBEC|Hitler’s Mentor: Dietrich Eckart, His Life, Times, and Milieu}} | |||
{{Wikidata|Q60259}} | {{Wikidata|Q60259}} | ||
{{Authority control|TYPE=p|GND=118687638 |LCCN=n/86/026124 |VIAF=8181682 |Wikidata=Q60259}} | {{Authority control|TYPE=p|GND=118687638 |LCCN=n/86/026124 |VIAF=8181682 |Wikidata=Q60259}} |
Versie van 13 feb 2015 20:06
Dietrich Eckart (Neumarkt in der Oberpfalz, 23 maart 1868 – Berchtesgaden, 26 december 1923) was een Duits publicist, een vroege aanhanger van het nationaalsocialisme. Hij was een vormende invloed op de jonge Adolf Hitler.
Eckart was de zoon van een lutherse notaris en advocaat, Christian Eckart, en een katholieke moeder, Anna. Zijn moeder overleed toen hij tien jaar was.
Hij werd van verschillende scholen weggestuurd. In 1891 brak hij zijn rechtenstudie te Erlangen af. Nadat hij een jaar geneeskunde studeerde te München, was hij ernstig verslaafd aan morfine en werd enkele maanden opgenomen in een psychiatrische instelling. Hij probeerde zijn brood te verdienen als journalist, literatuur- und theaterrecensent. In 1895 stierf ook zijn vader en liet een aanzienlijke erfenis achter. Dietrich Eckart verbleef vervolgens te Leipzig, Berlijn en Regensburg, en tegen 1899 had hij het geërfde fortuin vrijwel volledig opgebruikt.
Zich baserend op vroege geschriften van Lanz von Liebenfels, ging hij zichzelf zien als geniale übermensch. De religieuze opvattingen van de Maya’s fascineerden hem.
Hoewel hij de beschermeling werd van graaf Georg von Hülsen-Haeseler, de artistiek directeur van de Koninklijke Schouwburgen, had hij geen succes als toneelschrijver. Het enige stuk dat hem enig financieel succes bracht was een door hem herwerkte versie van Henrik Ibsens Peer Gynt, waarvan de premièrevoorstelling in februari 1914 was. Zijn gebrek aan succes was volgens hem de schuld van de Joden, die naar zijn mening de touwtjes in handen hadden in het Duitse theater.
In 1915 werd hij actief als schrijver van antisemitische pamfletten. Tussen 1918 en 1920 was hij de redacteur van het antisemitische tijdschrift Auf gut Deutsch met de hulp van Alfred Rosenberg en Gottfried Feder.
In 1919 was hij één van de oprichters van de Deutsche Arbeiterpartei (DAP), die later ombenoemd werd tot Nationalsozialistische deutsche Arbeiterpartei (NSDAP). Toen de partij het blad Völkischer Beobachter opkocht, gaf Eckart zijn tijdschrift Auf gut Deutsch op en bracht zijn lezers in contact met de Völkischer Beobachter, dat het partijblad werd. Vanaf de zomer van 1921 was hij samen met Rosenberg de redacteur van dit blad. Eckart schreef ook het lied Sturm! Sturm! Sturm!, dat met de titel Deutschland erwache de nazi-partijhymne werd.
Waarschijnlijk leerde hij in de herfst van 1919 de 21 jaar jongere Adolf Hitler kennen. Gedurende geruime tijd was hij Hitlers mentor.
Na de mislukte staatsgreep door de nazi’s in november 1923, bekend als de Bierhallenputsch, werd hij gearresteerd. Wegens zijn zwakke gezondheid werd hij reeds snel vrijgelaten.
Hij hoopte in Berchtesgaden in het Pension Moritz, waar hij reeds eerder te gast was, spoedig weer gezond te worden, maar overleed er op 26 december.
Erkenningen door Hitler
Toen Adolf Hitler in 1925 zijn boek Mein Kampf uitgaf, schreef hij hierin een opdracht aan o.a. Dietrich Eckart, die hij prees als de martelaar van de nationaalsocialistische beweging. Hitler hing Eckarts portret in het Bruine Huis in München, en zette zijn borstbeeld in de Rijkskanselarij naast dat van Bismarck.
Het grote Berliner Waldbühne openluchttheater met plaats voor 22.000 toeschouwers, dat gebouwd werd voor de Olympische Zomerspelen van 1936 op de Olympische site in Berlijn, kreeg als oorspronkelijke naam ’Dietrich-Eckart-Bühne’.