Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Paul van Ostaijen: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(url's)
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 23: Regel 23:
Tijdens zijn schooltijd aan het [[Onze-Lieve-Vrouwecollege (Antwerpen)|jezuïetencollege]] kwam hij in contact met de Vlaamse Beweging. Later had hij op het [[Koninklijk Atheneum Antwerpen|Koninklijk Atheneum]] contact met een aantal charismatische Vlaamsgezinde leraren, zoals dr. [[August Borms]]. In juli 1913 werd hij van school gestuurd nadat hij een Franstalige medeleerling met een stok had afgetuigd.
Tijdens zijn schooltijd aan het [[Onze-Lieve-Vrouwecollege (Antwerpen)|jezuïetencollege]] kwam hij in contact met de Vlaamse Beweging. Later had hij op het [[Koninklijk Atheneum Antwerpen|Koninklijk Atheneum]] contact met een aantal charismatische Vlaamsgezinde leraren, zoals dr. [[August Borms]]. In juli 1913 werd hij van school gestuurd nadat hij een Franstalige medeleerling met een stok had afgetuigd.


Een paar maanden later ging hij aan de slag als bediende op het [[Stadhuis (Antwerpen)|stadhuis van Antwerpen]]. Veel verdiende hij als klerk niet, maar toch genoeg om met zijn eigen centen het Antwerpse uitgaansleven te gaan verkennen. Al gauw werd hij een bekendheid, en kreeg als bijnaam „Meneer 1830”, omdat hij als [[dandy]] in de mode van die tijd in Antwerpen langs de [[Meir (straat)|Meir]] en de [[De Keyserlei]] flaneerde.{{bron?}}
Een paar maanden later ging hij aan de slag als bediende op het [[Stadhuis (Antwerpen)|stadhuis van Antwerpen]]. Veel verdiende hij als klerk niet, maar toch genoeg om met zijn eigen centen het Antwerpse uitgaansleven te gaan verkennen. Al gauw werd hij een bekendheid, en kreeg als bijnaam ’Meneer 1830’, omdat hij als [[dandy]] in de mode van die tijd in Antwerpen langs de [[Meir (straat)|Meir]] en de [[De Keyserlei]] flaneerde.{{bron?}}


In maart 1913 vestigde de familie van Ostaijen zich op een landhuis aan de Lintsesteenweg 95 in het toen nog erg landelijke [[Hove (Antwerpen)|Hove]]. Vader Henrik Pieter van Ostaijen had zijn goed renderende loodgietersbedrijf stopgezet en ging rentenieren. In deze periode raakte Paul bevriend met [[Paul Joostens]], [[Floris Jespers|Floris]] en [[Oscar Jespers]] en met de componist [[Jef Van Hoof]], die toen in het naburige [[Edegem]] woonde. In het landhuis schrijft Paul zijn eerste gedichten zoals „Avondlast”, „Ik heb mijn venster” en „Stemming”. Deze worden later opgenomen in zijn eerste dichtbundel. Ook het overbekende kinderversje „Mark groet ’s morgens de dingen” schreef hij waarschijnlijk in Hove. Vanaf zijn eerste publicaties gebruikt hij de vereenvoudigde spelling van [[Roeland Anthonie Kollewijn|R. A. Kollewijn]].
In maart 1913 vestigde de familie van Ostaijen zich op een landhuis aan de Lintsesteenweg 95 in het toen nog erg landelijke [[Hove (Antwerpen)|Hove]]. Vader Henrik Pieter van Ostaijen had zijn goed renderende loodgietersbedrijf stopgezet en ging rentenieren. In deze periode raakte Paul bevriend met [[Paul Joostens]], [[Floris Jespers|Floris]] en [[Oscar Jespers]] en met de componist [[Jef Van Hoof]], die toen in het naburige [[Edegem]] woonde. In het landhuis schrijft Paul zijn eerste gedichten zoals „Avondlast”, „Ik heb mijn venster” en „Stemming”. Deze worden later opgenomen in zijn eerste dichtbundel. Ook het overbekende kinderversje „Mark groet ’s morgens de dingen” schreef hij waarschijnlijk in Hove. Vanaf zijn eerste publicaties gebruikte hij de vereenvoudigde spelling van [[Roeland Anthonie Kollewijn|R. A. Kollewijn]].


Op 4 augustus 1914 begon de [[Eerste Wereldoorlog]] en op 28 september volgde de Duitse aanval op Antwerpen. Paul en zijn oudere broer Constant behoorden op 4 oktober tot de laatste groep burgers die van Hove naar Antwerpen vluchtten. Vandaar trok het gezin van Ostaijen verder naar Steenbergen waar ze bij een paar weken bij oom van Paul logeerden tot ze eind oktober terugkwamen.
Op 4 augustus 1914 begon de [[Eerste Wereldoorlog]] en op 28 september volgde de Duitse aanval op Antwerpen. Paul en zijn oudere broer Constant behoorden op 4 oktober tot de laatste groep burgers die van Hove naar Antwerpen vluchtten. Vandaar trok het gezin van Ostaijen verder naar Steenbergen waar ze bij een paar weken bij een oom van Paul logeerden tot ze eind oktober terugkwamen.


Als overtuigd [[Vlaamse Beweging|flamingant]] raakte van Ostaijen betrokken bij het [[activisme (Vlaanderen)|activisme]]. In november 1917 werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf omdat hij de [[Franskiljons|franskiljonse]] [[Désiré-Joseph Mercier|kardinaal Mercier]] had uitgejouwd die naar Antwerpen was gekomen een grote [[processie]] te houden. Hij en een aantal vrienden hadden afgesproken om Mercier met boegeroep te onthalen, maar zijn vrienden besloten om Paul een poets te bakken door zich, anders dan afgesproken, stil te houden. Van Ostaijen stond dus als enige te roepen en viel bijgevolg op. Door toedoen van het Duitse bestuur werd de veroordeling omgezet in een voorwaardelijke straf en hoefde hij voorlopig niet de cel in.
Als overtuigd [[Vlaamse Beweging|flamingant]] raakte van Ostaijen betrokken bij het [[activisme (Vlaanderen)|activisme]]. In november 1917 werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf omdat hij de [[Franskiljons|franskiljonse]] [[Désiré-Joseph Mercier|kardinaal Mercier]] had uitgejouwd die naar Antwerpen was gekomen een grote [[processie]] te houden. Hij en een aantal vrienden hadden afgesproken om Mercier met boegeroep te onthalen, maar zijn vrienden besloten om Paul een poets te bakken door zich, anders dan afgesproken, stil te houden. Van Ostaijen stond dus als enige te roepen en viel bijgevolg op. Door toedoen van het Duitse bestuur werd de veroordeling omgezet in een voorwaardelijke straf en hoefde hij voorlopig niet de cel in.


Van Ostaijen hielp mee om plannen te smeden voor het oprichten van een „Vlaamse Rijkswacht”. Toen de Eerste Wereldoorlog eindigde, kregen diegenen die betrokken waren in het activisme, de aanbeveling om zich stil te houden, of – wanneer ze meer op de voorgrond waren getreden met het activisme – het land te verlaten om niet gearresteerd te worden. Van Ostaijen vluchtte met zijn vriendin, Emma Clément, een gescheiden vrouw met een kind, naar [[Berlijn]]. Ze gingen er in de [[Wilhelmstrasse]] wonen. Naar verluidt zou de latere rijksmaarschalk [[Hermann Goering]] in die periode een tijdje in een woning in hetzelfde huis hebben gewoond.<ref>Interview met [[Marc Reynebeau]], ''De bankroet jazz'', dvd, Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2009.</ref> In Berlijn kon Paul van Ostaijen voor zijn deur vaststellen hoe hardhandig de [[Spartakistenoproer]] werd neergeslagen door de sociaaldemocratische minister [[Gustav Noske]]. Observaties als deze leidden ertoe dat hij in een diepe emotionele crisis terechtkwam. Hij ging zijn politieke mening volledig herzien. In Berlijn kwam hij tevens in contact met literatoren en kunstenaars van het [[dadaïsme]] en [[expressionisme]]. Zijn knappe vriendin Emma viel in dat milieu op en kon aan de slag als mannequin en model. Zij ging steeds verder op in het uitgaansleven. Paul begon toen ook meer proza te schrijven. Rond 1921 schreef hij een filmscenario: ''De bankroet jazz''. Dit werd pas in 1996 voor het eerst uitgegeven. In 2008 werd het door regisseur [[Leo van Maaren]] bewerkt tot een speelfilm, met fragmenten uit oud filmmateriaal. Het is „waarschijnlijk het eerste filmscenario dat in de Nederlandse taal is overgeleverd en tegelijkertijd het eerste volwaardig dadaïstische filmscenario ter wereld.”<ref>''De bankroet jazz''. Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2009. ISBN 978 90 8684 012 0 (Achterflap.)</ref>
Van Ostaijen hielp mee om plannen te smeden voor het oprichten van een ’Vlaamse Rijkswacht’. Toen de Eerste Wereldoorlog eindigde, kregen diegenen die betrokken waren in het activisme, de aanbeveling om zich stil te houden, of – wanneer ze meer op de voorgrond waren getreden met het activisme – het land te verlaten om niet gearresteerd te worden. Van Ostaijen vluchtte met zijn vriendin, Emma Clément, een gescheiden vrouw met een kind, naar [[Berlijn]]. Ze gingen er in de [[Wilhelmstrasse]] wonen. Naar verluidt zou de latere rijksmaarschalk [[Hermann Goering]] in die periode een tijdje in een woning in hetzelfde huis hebben gewoond.<ref>Interview met [[Marc Reynebeau]], ''De bankroet jazz'', dvd, Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2009.</ref> In Berlijn kon Paul van Ostaijen voor zijn deur vaststellen hoe hardhandig de [[Spartakistenoproer]] werd neergeslagen door de sociaaldemocratische minister [[Gustav Noske]]. Observaties als deze leidden ertoe dat hij in een diepe emotionele crisis terechtkwam. Hij ging zijn politieke mening volledig herzien. In Berlijn kwam hij tevens in contact met literatoren en kunstenaars van het [[dadaïsme]] en [[expressionisme]]. Zijn knappe vriendin Emma viel in dat milieu op en kon aan de slag als mannequin en model. Zij ging steeds verder op in het uitgaansleven. Paul begon toen ook meer proza te schrijven. Rond 1921 schreef hij een filmscenario: ''De bankroet jazz''. Dit werd pas in 1996 voor het eerst uitgegeven. In 2008 werd het door regisseur [[Leo van Maaren]] bewerkt tot een speelfilm, met fragmenten uit oud filmmateriaal. Het is „waarschijnlijk het eerste filmscenario dat in de Nederlandse taal is overgeleverd en tegelijkertijd het eerste volwaardig dadaïstische filmscenario ter wereld.”<ref>''De bankroet jazz''. Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2009. ISBN 978 90 8684 012 0 (Achterflap.)</ref>


In 1921 kwam het tot een breuk tussen Paul en Emma. Gezien zijn financiële toestand zag hij zich genoodzaakt om terug naar België te komen. Hij kreeg ’bestuurlijke amnestie’ waardoor zijn gevangenisstraf werd opgeheven. Na het vervullen van zijn dienstplicht in het Duitse Krefeld in 1922 werkte hij even in een drukkerij en publiceerde hij in enkele tijdschriften. Hij ging als kunsthandelaar aan de slag en opende in de Naamsestraat 70 in Brussel de kunstgalerij ''’A la vièrge poupine’''. Die werd al na een jaar opnieuw gesloten. Hij begon echter te lijden aan [[tuberculose]]. Tijdens zijn verblijf in het privésanatorium ''Le Vallon'' in het dorpje [[Anthée|Miavoye-Anthée]] in de [[Ardennen]], werkte hij nog samen met [[Edgar du Perron]] en [[Gaston Burssens]] aan het tijdschrift ''Avontuur''. Op 18 maart 1928 overleed hij in het sanatorium aan de gevolgen van de tuberculose. Aanvankelijk werd hij in dit dorpje begraven, maar later werd hij op aandringen van Burssens herbegraven op het Antwerpse [[Schoonselhof]]. Op 8 november 1972 kreeg hij er zijn definitieve rustplaats op het erepark.
In 1921 kwam het tot een breuk tussen Paul en Emma. Gezien zijn financiële toestand zag hij zich genoodzaakt om terug naar België te komen. Hij kreeg ’bestuurlijke amnestie’ waardoor zijn gevangenisstraf werd opgeheven. Na het vervullen van zijn dienstplicht in het Duitse Krefeld in 1922 werkte hij even in een drukkerij en publiceerde hij in enkele tijdschriften. Hij ging als kunsthandelaar aan de slag en opende in de Naamsestraat 70 in Brussel de kunstgalerij ''’A la vièrge poupine’''. Die werd al na een jaar opnieuw gesloten. Hij begon echter te lijden aan [[tuberculose]]. Tijdens zijn verblijf in het privésanatorium ''Le Vallon'' in het dorpje [[Anthée|Miavoye-Anthée]] in de [[Ardennen]], werkte hij nog samen met [[Edgar du Perron]] en [[Gaston Burssens]] aan het tijdschrift ''Avontuur''. Op 18 maart 1928 overleed hij in het sanatorium aan de gevolgen van de tuberculose. Aanvankelijk werd hij in dit dorpje begraven, maar later werd hij op aandringen van Burssens herbegraven op het Antwerpse [[Schoonselhof]]. Op 8 november 1972 kreeg hij er zijn definitieve rustplaats op het erepark.
Regel 54: Regel 54:


=== Citaten ===
=== Citaten ===
:''„Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerd spel met woorden.”''
:''„Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerd spel met woorden.”''''Verzameld werk,'' deel IV, p. 338</ref>
:''„Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een … ethiese tafel. Zo de dichter.”''
:''„Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een … ethiese tafel. Zo de dichter.”''<ref>''Verzameld werk,'' deel IV, p. 127</ref>
:''„Ik ben twee-en-dertig haast en ben nog niet getrouwd. Zal ik dan op alle punten een toonbeeld moeten zijn van de integriteit eens kunstenaars? Zal ik dan in alle vakken van de kunst de eerste prijs halen?”''
:''„Ik ben twee-en-dertig haast en ben nog niet getrouwd. Zal ik dan op alle punten een toonbeeld moeten zijn van de integriteit eens kunstenaars? Zal ik dan in alle vakken van de kunst de eerste prijs halen?”''Brief aan E. du Perron, 13 november 1927, gepubliceerd in ''Brieven uit Miavoye'', p. 29</ref>
:''„Bezette Stad was een vergif, als tegengif gebruikt. Het nihilisme van Bezette Stad kureerde mij van een oneerlijkheid, die ik eerlijkheid waande, en van buitenlyriese hoge-borst-zetterij. Daarna werd ik een doodgewoon dichter, dit is iemand die gedichtjes maakt voor zijn plezier, zoals een duivenmelker duiven houdt. Ik maak geen aanspraak op de medalje van burgerdeugd.”''
:''„Bezette Stad was een vergif, als tegengif gebruikt. Het nihilisme van Bezette Stad kureerde mij van een oneerlikheid, die ik eerlikheid waande, en van buitenlyriese hoge-borst-zetterij. Daarna werd ik een doodgewoon dichter, dit is iemand die gedichtjes maakt voor zijn plezier, zoals een duivenmelker duiven houdt. Ik maak geen aanspraak op de medalje van burgerdeugd.”''<ref>''Verzameld werk'', deel IV, p. 330</ref>


==Erkenningen==
==Erkenningen==
Regel 63: Regel 63:
* 1996, honderd jaar na de geboorte van Paul van Ostaijen, werd uitgeroepen tot het Van Ostaijenjaar. Naar aanleiding daarvan maakte de Vlaamse beeldhouwer [[Wilfried Pas]] maakte een bronzen beeld van de dichter, dat sindsdien staat opgesteld op een pleintje aan de Minderbroedersrui en de Pottenbrug in de binnenstad van Antwerpen. De beeldhouwer wou vooral de vitaliteit van de dichter uitdrukken: het beeld van een dichter op zijn qui-vive.
* 1996, honderd jaar na de geboorte van Paul van Ostaijen, werd uitgeroepen tot het Van Ostaijenjaar. Naar aanleiding daarvan maakte de Vlaamse beeldhouwer [[Wilfried Pas]] maakte een bronzen beeld van de dichter, dat sindsdien staat opgesteld op een pleintje aan de Minderbroedersrui en de Pottenbrug in de binnenstad van Antwerpen. De beeldhouwer wou vooral de vitaliteit van de dichter uitdrukken: het beeld van een dichter op zijn qui-vive.
* In 2005 raakte hij op de 50e plaats in de uitslag van het [[VRT]]-televisieprogramma [[De Grootste Belg]].
* In 2005 raakte hij op de 50e plaats in de uitslag van het [[VRT]]-televisieprogramma [[De Grootste Belg]].
* In de gemeente Hove kreeg een straat de naam ''Paul Van Ostaijenlaan''. Er zijn drie kleine monumentjes: een VTB-gedenkplaat aan de woning aan de Lintsesteenweg 95 (villa Jeanne), een VTB-gedenkplaat met het gedicht „Mark groet ’s morgens de dingen” in de bibliotheek van Cultureel centrum ’De Markgraaf’ in de Kapelstraat 8 en een gedenkplaat van de vzw ’Culturele kring Paul van Ostaijen’ in de voortuin van het Regina Pacisinstituut-basisschool 2, aan de Jozef Mattheessensstraat 62 Hove. In september 2011 koos het gemeentebestuur van Hove bovendien als gemeentelijke slogan „Want het dorp is een wereld”, een citaat uit Paul van Ostaijens nooit gepubliceerde biografische roman „Het landhuis in het dorp”. In 1983 had de ''Hovese Kulturele Kring Paul van Ostaijen vzw'', o.l.v. Luciana De Potter en Jef Meulepas reeds een gemeentelijke jaarkalender uitgebracht met dit citaat.
* In de gemeente Hove kreeg een straat de naam ''Paul Van Ostaijenlaan''. Er zijn drie kleine monumentjes: een VTB-gedenkplaat aan de woning aan de Lintsesteenweg 95 (villa Jeanne), een VTB-gedenkplaat met het gedicht „Mark groet ’s morgens de dingen” in de bibliotheek van Cultureel centrum ’De Markgraaf’ in de Kapelstraat 8 en een gedenkplaat van de vzw ’Culturele kring Paul van Ostaijen’ in de voortuin van het Regina Pacisinstituut-basisschool 2, aan de Jozef Mattheessensstraat 62 Hove. In september 2011 koos het gemeentebestuur van Hove bovendien als gemeentelijke slogan „Want het dorp is een wereld”, een citaat uit Paul van Ostaijens nooit gepubliceerde biografische roman ''Het landhuis in het dorp''. In 1983 had de ''Hovese Kulturele Kring Paul van Ostaijen vzw'', o.l.v. Luciana De Potter en Jef Meulepas reeds een gemeentelijke jaarkalender uitgebracht met dit citaat.
* In België is er nog een ''Paul Van Ostaijenlaan'' in Antwerpen-Linkeroever en in Leuven-Heverlee; een ''Paul Van Ostaijenstraat'' in Wevelgem-Gullegem (West-Vlaanderen), in Zele (Oost-Vlaanderen) en in Zemst (Vlaams-Brabant). In Nederland is er een Paul van Ostaijenstraat en een Paul van Ostaijensingel in Rotterdam, een Paul van Ostaijenlaan in Amstelveen en in Berkel en Rodenrijs (Zuid-Holland) en een Paul van Ostayenstraat in Dongen (Noord-Brabant), in Landgraaf (Limburg) en in Wageningen (Gelderland).
* In België is er nog een ''Paul Van Ostaijenlaan'' in Antwerpen-Linkeroever, in Lint, in Leuven-Heverlee en in Vlissegem; een ''Paul Van Ostaijenstraat'' in Wevelgem-Gullegem (West-Vlaanderen), in Zele (Oost-Vlaanderen), een Paul van Ostaeyenstraat in Beveren-Waas, en een Paul van Ostaijenvoetweg in Zemst (Vlaams-Brabant). In Nederland is er een Paul van Ostaijenstraat en een Paul van Ostaijensingel in Rotterdam, een Paul van Ostaijenlaan in Amstelveen en in Berkel en Rodenrijs (Zuid-Holland) en een Paul van Ostayenstraat in Dongen (Noord-Brabant), in Landgraaf (Limburg) en in Wageningen (Gelderland).
 
<!---
<!---
== Trivia ==
== Trivia ==
* In het [[Nero (strip)|Neroalbum]] ''[[De Ring van Petatje]]'' (1953) verklaart Nero's [[muze]] ''"[[Friedrich Schiller|Schiller]], [[Joost van den Vondel|Vondel]] en [[Paul Van Ostaijen|Pol Van Ostayen]] te hebben bijgestaan."'' (strook 38).
* In het [[Nero (strip)|Neroalbum]] ''[[De Ring van Petatje]]'' (1953) verklaart Nero’s [[muze]] ''[[Friedrich Schiller|Schiller]], [[Joost van den Vondel|Vondel]] en [[Paul Van Ostaijen|Pol Van Ostayen]] te hebben bijgestaan.'' (strook 38).
* In het [[Nero (strip)|Neroalbum]] ''De Prinses van Wataboeng'' (1995) wordt Nero in strook 4 [[drummer]] en verklaart: ''"Boem Boem Paukeslag. Zoals bij Van Ostaijen."'' (strook 4)
* In het [[Nero (strip)|Neroalbum]] ''De Prinses van Wataboeng'' (1995) wordt Nero in strook 4 [[drummer]] en verklaart: ''„Boem Boem Paukeslag. Zoals bij Van Ostaijen.'' (strook 4)
* Naar aanleiding van de dichtbundel ''Bezette Stad'' (die verwantschap vertoont met het dadaïsme) verscheen in 1993 de gelijknamige strip [[Bezette Stad]] met in de hoofdrol Van Ostaijen.
* Naar aanleiding van de dichtbundel ''Bezette Stad'' (die verwantschap vertoont met het dadaïsme) verscheen in 1993 de gelijknamige strip [[Bezette Stad]] met in de hoofdrol Van Ostaijen.
* De Belgische surrealistische schilder [[René Magritte]] illustreerde in 1926 reeds Van Ostaijens bundel ''Het Bordeel van Ika Loch'' met een tekening;  
* De Belgische surrealistische schilder [[René Magritte]] illustreerde in 1926 reeds Van Ostaijens bundel ''Het Bordeel van Ika Loch'' met een tekening;  
Regel 84: Regel 83:
* [http://www.paulvanostaijen.be/ Genootschap Paul van Ostaijen]
* [http://www.paulvanostaijen.be/ Genootschap Paul van Ostaijen]
* [http://www.letterenhuis.be/Museum_Letterenhuis_NL/LetterenhuisNL/LetterenhuisNL-Museum/Museumparcours/Het-interbellum-(1918-1940)/Paul-van-Ostaijen.html?highlight=ostaijen Het Letterenhuis], waar het [http://anet.ua.ac.be/record/isaarlh/au::14188 literair archief van Paul van Ostaijen] wordt bewaard.
* [http://www.letterenhuis.be/Museum_Letterenhuis_NL/LetterenhuisNL/LetterenhuisNL-Museum/Museumparcours/Het-interbellum-(1918-1940)/Paul-van-Ostaijen.html?highlight=ostaijen Het Letterenhuis], waar het [http://anet.ua.ac.be/record/isaarlh/au::14188 literair archief van Paul van Ostaijen] wordt bewaard.
* [http://www.brakkehond.be/pvo/pvoinh.html De nagelaten gedichten] op de website van cultureel centrum ''De Brakke Hond''
* [https://web.archive.org/web/20050121000000*/http://www.brakkehond.be:80/pvo/inhoud.html De nagelaten gedichten] op de website van cultureel centrum ''De Brakke Hond'' (gearchiveerde link via archive.org)
* {{Aut|Louis Jacobs}}, [http://users.pandora.be/louis.jacobs/Vanostaijen.html Van Ostaijen op Pandora]
* {{Aut|Louis Jacobs}}, [http://users.pandora.be/louis.jacobs/Vanostaijen.html Van Ostaijen op Pandora] <small>(dode link)</small> [https://web.archive.org/web/20210218080306/http://users.telenet.be/louis.jacobs/Vanostaijen.html gearchiveerde versie op archive.org]
* {{Aut|Thomas Vaessens}}, [http://www.thomasvaessens.nl/Vaessens%20Circus.pdf Boek Circus Dubio & Schroom, over Van Ostaijen en Nijhoff]
* {{Aut|Thomas Vaessens}}, [https://web.archive.org/web/20070707205054/http://www.thomasvaessens.nl/Vaessens%20Circus.pdf Boek Circus Dubio & Schroom, over Van Ostaijen en Nijhoff], 2007 (gearchiveerde link via archive.org)
* {{Aut|Thomas Vaessens}}, [http://www.thomasvaessens.nl/Vaessens%20Van%20Ostaijen.pdf Over Van Ostaijens ontwikkeling]
* {{Aut|Thomas Vaessens}}, [https://web.archive.org/web/20070927234243/http://www.thomasvaessens.nl/Vaessens%20Van%20Ostaijen.pdf Over Van Ostaijens ontwikkeling], 2007 (gearchiveerde link via archive.org)
* {{Aut|Len Dumont}}, [http://home.deds.nl/~lendumont/ Doctoraalscriptie over de elektronisch-poëtische potentie van ''Bezette Stad'' met animaties van delen uit de dichtbundel]
* {{Aut|Len Dumont}}, [http://home.deds.nl/~lendumont/ Doctoraalscriptie over de elektronisch-poëtische potentie van ''Bezette Stad'' met animaties van delen uit de dichtbundel] {flash player noodzakelijk)
* {{Aut|Laurens Janszoon Coster}}, Universtiteit Amsterdam, [http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/ostaijen/ Werk van Van Ostaijen in het Coster-huis]
* {{Aut|Laurens Janszoon Coster}}, Universtiteit Amsterdam, [https://web.archive.org/web/20161226004607/http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/ostaijen/ Werk van Van Ostaijen in het Coster-huis], gearvchiveerd via archive.org, 2016
* [http://www.roxymovies.nl Roxymovies.nl], producenten van de film „De bankroet jazz” naar het script van Paul van Ostaijen uit 1920
* [http://www.roxymovies.nl Roxymovies.nl], producenten van de film „De bankroet jazz” naar het script van Paul van Ostaijen uit 1920
* {{Aut|Gerard Kockelmans}}, [http://www.kockelmans.nl diverse liederen op teksten van Paul van Ostaijen]
* {{Aut|Gerard Kockelmans}}, [http://www.kockelmans.nl/gerard/diverterend.php diverse liederen op teksten van Paul van Ostaijen]
* {{Aut|Sonja A. J. Neef}}, [http://books.google.com/books?id=AgFpRlht8ykC&printsec=frontcover&output=html_text ''Kalligramme. Zur Medialität einer Schrift. Anhand von Paul van Ostaijens „De feesten van angst en pijn”.''], Dissertatie over de gedichtenbundel „De feesten van angst en pijn”. Amsterdam: ASCA Press 2000
* {{Aut|Sonja A. J. Neef}}, [http://books.google.com/books?id=AgFpRlht8ykC&printsec=frontcover&output=html_text ''Kalligramme. Zur Medialität einer Schrift. Anhand von Paul van Ostaijens „De feesten van angst en pijn”.''], Dissertatie over de gedichtenbundel ''De feesten van angst en pijn''. Amsterdam: ASCA Press 2000


==Noten==
==Noten==
<references/>
{{reflist}}
{{Authority control|TYPE=p|ISAAR=au::14188|BPN=64718615|DBNL=osta002
{{Authority control|TYPE=p|ISAAR=au::14188|BPN=64718615|DBNL=osta002|GND=119044455|LCCN=n/50/82884|VIAF=14812170|Wikidata=Q739190}}
|GND=119044455|LCCN=n/50/82884|VIAF=14812170|Wikidata=Q739190}}
 
{{DEFAULTSORT:Vanostaijen, Paul}}
{{DEFAULTSORT:Vanostaijen, Paul}}
[[Categorie: Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
[[Categorie: Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
Regel 111: Regel 108:
[[Categorie: Geboren in Antwerpen (stad)]]
[[Categorie: Geboren in Antwerpen (stad)]]
[[Categorie: Begraven op het Schoonselhof]]
[[Categorie: Begraven op het Schoonselhof]]
{{groei}}

Huidige versie van 14 apr 2023 om 00:10

rel=nofollow

Paul van Ostaijen, bij zijn geboorte geregistreerd als Leopoldus Andreas Van Ostayen[1] (Antwerpen, 22 februari 1896Miavoye-Anthée, 18 maart 1928) was een Vlaams dichter en prozaschrijver.

Biografie

Van Ostaijen werd geboren te Antwerpen op 22 februari 1896 als jongste zoon van Hendrik Pieter van Ostaijen (1852–1932) uit Steenbergen (Nederland) en Maria Catharina Engelen (1853–1923) uit Rekem in (Belgisch) Limburg. Hij had twee broers: Pieter-Floris (1884–1910) en Constant (1887–1928), en een zus: Hubertina (1882–1912).[2][3] Tijdens zijn schooltijd aan het jezuïetencollege kwam hij in contact met de Vlaamse Beweging. Later had hij op het Koninklijk Atheneum contact met een aantal charismatische Vlaamsgezinde leraren, zoals dr. August Borms. In juli 1913 werd hij van school gestuurd nadat hij een Franstalige medeleerling met een stok had afgetuigd.

Een paar maanden later ging hij aan de slag als bediende op het stadhuis van Antwerpen. Veel verdiende hij als klerk niet, maar toch genoeg om met zijn eigen centen het Antwerpse uitgaansleven te gaan verkennen. Al gauw werd hij een bekendheid, en kreeg als bijnaam ’Meneer 1830’, omdat hij als dandy in de mode van die tijd in Antwerpen langs de Meir en de De Keyserlei flaneerde.[bron?]

In maart 1913 vestigde de familie van Ostaijen zich op een landhuis aan de Lintsesteenweg 95 in het toen nog erg landelijke Hove. Vader Henrik Pieter van Ostaijen had zijn goed renderende loodgietersbedrijf stopgezet en ging rentenieren. In deze periode raakte Paul bevriend met Paul Joostens, Floris en Oscar Jespers en met de componist Jef Van Hoof, die toen in het naburige Edegem woonde. In het landhuis schrijft Paul zijn eerste gedichten zoals „Avondlast”, „Ik heb mijn venster” en „Stemming”. Deze worden later opgenomen in zijn eerste dichtbundel. Ook het overbekende kinderversje „Mark groet ’s morgens de dingen” schreef hij waarschijnlijk in Hove. Vanaf zijn eerste publicaties gebruikte hij de vereenvoudigde spelling van R. A. Kollewijn.

Op 4 augustus 1914 begon de Eerste Wereldoorlog en op 28 september volgde de Duitse aanval op Antwerpen. Paul en zijn oudere broer Constant behoorden op 4 oktober tot de laatste groep burgers die van Hove naar Antwerpen vluchtten. Vandaar trok het gezin van Ostaijen verder naar Steenbergen waar ze bij een paar weken bij een oom van Paul logeerden tot ze eind oktober terugkwamen.

Als overtuigd flamingant raakte van Ostaijen betrokken bij het activisme. In november 1917 werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf omdat hij de franskiljonse kardinaal Mercier had uitgejouwd die naar Antwerpen was gekomen een grote processie te houden. Hij en een aantal vrienden hadden afgesproken om Mercier met boegeroep te onthalen, maar zijn vrienden besloten om Paul een poets te bakken door zich, anders dan afgesproken, stil te houden. Van Ostaijen stond dus als enige te roepen en viel bijgevolg op. Door toedoen van het Duitse bestuur werd de veroordeling omgezet in een voorwaardelijke straf en hoefde hij voorlopig niet de cel in.

Van Ostaijen hielp mee om plannen te smeden voor het oprichten van een ’Vlaamse Rijkswacht’. Toen de Eerste Wereldoorlog eindigde, kregen diegenen die betrokken waren in het activisme, de aanbeveling om zich stil te houden, of – wanneer ze meer op de voorgrond waren getreden met het activisme – het land te verlaten om niet gearresteerd te worden. Van Ostaijen vluchtte met zijn vriendin, Emma Clément, een gescheiden vrouw met een kind, naar Berlijn. Ze gingen er in de Wilhelmstrasse wonen. Naar verluidt zou de latere rijksmaarschalk Hermann Goering in die periode een tijdje in een woning in hetzelfde huis hebben gewoond.[4] In Berlijn kon Paul van Ostaijen voor zijn deur vaststellen hoe hardhandig de Spartakistenoproer werd neergeslagen door de sociaaldemocratische minister Gustav Noske. Observaties als deze leidden ertoe dat hij in een diepe emotionele crisis terechtkwam. Hij ging zijn politieke mening volledig herzien. In Berlijn kwam hij tevens in contact met literatoren en kunstenaars van het dadaïsme en expressionisme. Zijn knappe vriendin Emma viel in dat milieu op en kon aan de slag als mannequin en model. Zij ging steeds verder op in het uitgaansleven. Paul begon toen ook meer proza te schrijven. Rond 1921 schreef hij een filmscenario: De bankroet jazz. Dit werd pas in 1996 voor het eerst uitgegeven. In 2008 werd het door regisseur Leo van Maaren bewerkt tot een speelfilm, met fragmenten uit oud filmmateriaal. Het is „waarschijnlijk het eerste filmscenario dat in de Nederlandse taal is overgeleverd en tegelijkertijd het eerste volwaardig dadaïstische filmscenario ter wereld.”[5]

In 1921 kwam het tot een breuk tussen Paul en Emma. Gezien zijn financiële toestand zag hij zich genoodzaakt om terug naar België te komen. Hij kreeg ’bestuurlijke amnestie’ waardoor zijn gevangenisstraf werd opgeheven. Na het vervullen van zijn dienstplicht in het Duitse Krefeld in 1922 werkte hij even in een drukkerij en publiceerde hij in enkele tijdschriften. Hij ging als kunsthandelaar aan de slag en opende in de Naamsestraat 70 in Brussel de kunstgalerij ’A la vièrge poupine’. Die werd al na een jaar opnieuw gesloten. Hij begon echter te lijden aan tuberculose. Tijdens zijn verblijf in het privésanatorium Le Vallon in het dorpje Miavoye-Anthée in de Ardennen, werkte hij nog samen met Edgar du Perron en Gaston Burssens aan het tijdschrift Avontuur. Op 18 maart 1928 overleed hij in het sanatorium aan de gevolgen van de tuberculose. Aanvankelijk werd hij in dit dorpje begraven, maar later werd hij op aandringen van Burssens herbegraven op het Antwerpse Schoonselhof. Op 8 november 1972 kreeg hij er zijn definitieve rustplaats op het erepark.

Zijn ’zuivere lyriek’ werd postuum uitgegeven onder de titel Nagelaten gedichten.

Dichtbundels

  • Music-Hall (1916)
  • Het Sienjaal (1918) (humanitair expressionisme)
  • Bezette Stad (1921) (typografisch expressionisme)
  • Feesten van Angst en Pijn (geschreven 1921, postuum gepubliceerd) (kalligrafisch expressionisme)
  • Het eerste boek van Schmoll (1928) (’poésie pure’) (nooit uitgegeven)
  • Nagelaten gedichten (1928) (organisch expressionisme) met o.a. Melopee

Andere publicaties

  • De bankroet jazz (geschreven rond 1921, postuum gepubliceerd, filmscenario)
  • De trust der vaderlandsliefde (1925, grotesken)
  • Gebruiksaanwijzing der lyriek (poëticale lezing, 1926)
  • Het bordeel van Ika Loch (1926, grotesken)
  • Vogelvrij (1928, grotesken)
  • De bende van de stronk (1932, grotesken)

Citaten

„Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerd spel met woorden.”'Verzameld werk, deel IV, p. 338</ref>
„Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een … ethiese tafel. Zo de dichter.”[6]
„Ik ben twee-en-dertig haast en ben nog niet getrouwd. Zal ik dan op alle punten een toonbeeld moeten zijn van de integriteit eens kunstenaars? Zal ik dan in alle vakken van de kunst de eerste prijs halen?”Brief aan E. du Perron, 13 november 1927, gepubliceerd in Brieven uit Miavoye, p. 29</ref>
„Bezette Stad was een vergif, als tegengif gebruikt. Het nihilisme van Bezette Stad kureerde mij van een oneerlikheid, die ik eerlikheid waande, en van buitenlyriese hoge-borst-zetterij. Daarna werd ik een doodgewoon dichter, dit is iemand die gedichtjes maakt voor zijn plezier, zoals een duivenmelker duiven houdt. Ik maak geen aanspraak op de medalje van burgerdeugd.”[7]

Erkenningen

  • Weinig dichters kregen na hun dood een zo opmerkelijke belangstelling als Paul van Ostaijen. De bekende van Ostaijen-kenner, wijlen dr. Gerrit Borgers zei ooit, naar aanleiding van het feit dat van Ostaijen drie keer werd begraven: „Hoe meer hij begraven werd, hoe meer zijn werk tot leven kwam”.
  • 1996, honderd jaar na de geboorte van Paul van Ostaijen, werd uitgeroepen tot het Van Ostaijenjaar. Naar aanleiding daarvan maakte de Vlaamse beeldhouwer Wilfried Pas maakte een bronzen beeld van de dichter, dat sindsdien staat opgesteld op een pleintje aan de Minderbroedersrui en de Pottenbrug in de binnenstad van Antwerpen. De beeldhouwer wou vooral de vitaliteit van de dichter uitdrukken: het beeld van een dichter op zijn qui-vive.
  • In 2005 raakte hij op de 50e plaats in de uitslag van het VRT-televisieprogramma De Grootste Belg.
  • In de gemeente Hove kreeg een straat de naam Paul Van Ostaijenlaan. Er zijn drie kleine monumentjes: een VTB-gedenkplaat aan de woning aan de Lintsesteenweg 95 (villa Jeanne), een VTB-gedenkplaat met het gedicht „Mark groet ’s morgens de dingen” in de bibliotheek van Cultureel centrum ’De Markgraaf’ in de Kapelstraat 8 en een gedenkplaat van de vzw ’Culturele kring Paul van Ostaijen’ in de voortuin van het Regina Pacisinstituut-basisschool 2, aan de Jozef Mattheessensstraat 62 Hove. In september 2011 koos het gemeentebestuur van Hove bovendien als gemeentelijke slogan „Want het dorp is een wereld”, een citaat uit Paul van Ostaijens nooit gepubliceerde biografische roman Het landhuis in het dorp. In 1983 had de Hovese Kulturele Kring Paul van Ostaijen vzw, o.l.v. Luciana De Potter en Jef Meulepas reeds een gemeentelijke jaarkalender uitgebracht met dit citaat.
  • In België is er nog een Paul Van Ostaijenlaan in Antwerpen-Linkeroever, in Lint, in Leuven-Heverlee en in Vlissegem; een Paul Van Ostaijenstraat in Wevelgem-Gullegem (West-Vlaanderen), in Zele (Oost-Vlaanderen), een Paul van Ostaeyenstraat in Beveren-Waas, en een Paul van Ostaijenvoetweg in Zemst (Vlaams-Brabant). In Nederland is er een Paul van Ostaijenstraat en een Paul van Ostaijensingel in Rotterdam, een Paul van Ostaijenlaan in Amstelveen en in Berkel en Rodenrijs (Zuid-Holland) en een Paul van Ostayenstraat in Dongen (Noord-Brabant), in Landgraaf (Limburg) en in Wageningen (Gelderland).

Literatuur

  • Paul van Ostaijen. BZZLLETIN 66, mei 1979.
  • Gerrit Borgers, Kroniek van Paul van Ostaijen 1896–1928, Uitgeverij Scheltens & Giltay, Den Haag; Uitgeverij Orion, Brugge, 1975, 154 blz., ISBN 90 264 3526 6

Links

Noten

rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow