Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hersenen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
(commonscatcorrect) |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Afbeelding:Human_brain_lateral_view.jpg|300px|thumb|right|<center> Zijaanzicht van [[mens]]elijke [[hersenen]]. </center>]] | |||
De '''hersenen''' ([[plurale tantum]]), ook het '''brein''', vormen het deel van het [[centrale zenuwstelsel]] dat zich in het [[hoofd (anatomie)|hoofd]] bevindt ([[Grieks]]: ἐγκέφαλον, encephalon, ''in het hoofd''). De hersenen zijn het waarnemende, aansturende, controlerende en informatieverwerkende [[orgaan]] in [[dier]]en. Er zijn drie groepen dieren met hersenen: de [[gewervelde dieren|gewervelden]], de [[geleedpotigen]] (insecten, spinnen, kreeften) binnen de groep van de [[ongewervelde dieren|ongewervelden]] en de [[inktvissen]]. De overige ongewervelden hebben geen hersenen maar collecties van individuele [[zenuwknoop|ganglia]]. De hersenen bevinden zich over het algemeen in de [[hoofd (anatomie)|kop]] van het dier. | De '''hersenen''' ([[plurale tantum]]), ook het '''brein''', vormen het deel van het [[centrale zenuwstelsel]] dat zich in het [[hoofd (anatomie)|hoofd]] bevindt ([[Grieks]]: ἐγκέφαλον, encephalon, ''in het hoofd''). De hersenen zijn het waarnemende, aansturende, controlerende en informatieverwerkende [[orgaan]] in [[dier]]en. Er zijn drie groepen dieren met hersenen: de [[gewervelde dieren|gewervelden]], de [[geleedpotigen]] (insecten, spinnen, kreeften) binnen de groep van de [[ongewervelde dieren|ongewervelden]] en de [[inktvissen]]. De overige ongewervelden hebben geen hersenen maar collecties van individuele [[zenuwknoop|ganglia]]. De hersenen bevinden zich over het algemeen in de [[hoofd (anatomie)|kop]] van het dier. | ||
Regel 50: | Regel 52: | ||
Mensen gebruiken niet veel procent van hun hersenen, meestal tussen de 9 en 12 procent, ook is uit onderzoek gebleken dat van meditatie je brein kan groeien, het is nog niet bewezen of je daar slimmer van wordt of niet. | Mensen gebruiken niet veel procent van hun hersenen, meestal tussen de 9 en 12 procent, ook is uit onderzoek gebleken dat van meditatie je brein kan groeien, het is nog niet bewezen of je daar slimmer van wordt of niet. | ||
{{ | {{commonscat|Brain}} | ||
{| class="toccolours" style="float:right; width:950px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" | {| class="toccolours" style="float:right; width:950px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" | ||
Regel 59: | Regel 61: | ||
|<center>[[Alvleesklier]] · [[Baarmoeder]] · [[Bijnier]]en · [[Bijschildklier]] · [[Darmen]] · [[Eierstok]]ken · [[Galblaas]] · [[Hart]] · '''Hersenen''' · [[Hypofyse]] · [[Longen]] · [[Lever]] · [[Maag]] · [[Milt]] · [[Nier]] · [[Prostaatklier]] · [[Schildklier]] · [[Teelbal]]len · [[Twaalfvingerige darm]] · [[Urineblaas]] · [[Wormvormig aanhangsel]] · [[Zwezerik]]</center> | |<center>[[Alvleesklier]] · [[Baarmoeder]] · [[Bijnier]]en · [[Bijschildklier]] · [[Darmen]] · [[Eierstok]]ken · [[Galblaas]] · [[Hart]] · '''Hersenen''' · [[Hypofyse]] · [[Longen]] · [[Lever]] · [[Maag]] · [[Milt]] · [[Nier]] · [[Prostaatklier]] · [[Schildklier]] · [[Teelbal]]len · [[Twaalfvingerige darm]] · [[Urineblaas]] · [[Wormvormig aanhangsel]] · [[Zwezerik]]</center> | ||
|} | |} | ||
[[Categorie:Menselijk lichaam]] | [[Categorie:Menselijk lichaam]] | ||
[[Categorie:Neurologie]] | [[Categorie:Neurologie]] |
Huidige versie van 28 okt 2016 om 14:01
De hersenen (plurale tantum), ook het brein, vormen het deel van het centrale zenuwstelsel dat zich in het hoofd bevindt (Grieks: ἐγκέφαλον, encephalon, in het hoofd). De hersenen zijn het waarnemende, aansturende, controlerende en informatieverwerkende orgaan in dieren. Er zijn drie groepen dieren met hersenen: de gewervelden, de geleedpotigen (insecten, spinnen, kreeften) binnen de groep van de ongewervelden en de inktvissen. De overige ongewervelden hebben geen hersenen maar collecties van individuele ganglia. De hersenen bevinden zich over het algemeen in de kop van het dier.
De hersenen zijn een complex orgaan; het menselijk brein is opgebouwd uit vele tientallen miljarden neuronen (zenuwcellen) waarvan elk in verbinding staat met een groot aantal andere neuronen, soms vele duizenden. De hersenen besturen en coördineren sensorische systemen, beweging, gedrag en homeostatische lichaamsfuncties zoals ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur. De hersenen zijn de bron van beweging, geheugen en (bij hogere soorten) cognitie, bewustzijn, emotie en onderbewustzijn.
Anatomie
In de meeste hersenen is een verschil zichtbaar tussen grijze stof en witte stof. Grijze stof bestaat uit de cellichamen van de neuronen, witte stof bestaat uit de vezels (axonen) die de neuronen over lange afstand verbinden. De buitenste lagen van de telencephalon noemt men de cortex cerebri of hersenschors. Deze bestaat voornamelijk uit grijze stof. Behalve in lagen komen cellichamen ook voor in kernen. Ze zijn over het gehele centrale zenuwstelsel verspreid. De axonen in de witte stof zijn omgeven door een vettige, beschermende en isolerende laag: myeline. Myeline is verantwoordelijk voor de kleur van de witte stof. dwarsdoorsneden van de hersenen geven inzicht in de structuur van de grijze en witte stof binnen een plat vlak (zie hersenanatomie)
Bij lagere gewervelden (vissen, reptielen, amfibieën) bestaat de cortex cerebri uit minder dan zes lagen. Deze structuur wordt ook wel allocortex genoemd. Bij zoogdieren bestaat een deel van de cortex cerebri uit zes lagen. Dit deel wordt de neocortex genoemd en ligt bovenop de oudere allocortex. Bij hogere zoogdieren zoals primaten vormt de neocortex een groter deel van de hersenen dan bij lagere zoogdieren.
De hersenen zijn in te delen in verschillende gebieden:
- Rhombencephalon (achterhersenen)
- Mesencephalon (middenhersenen)
- Prosencephalon (voorhersenen)
Een eenvoudiger en gangbaardere indeling is:
- Cerebrum (grote hersenen)
- Cerebellum (kleine hersenen)
- Hersenstam
Neurobiologie
Ondanks de variatie in diersoorten die hersenen hebben zijn er op cellulair, structureel en functioneel niveau veel overeenkomsten. Op cellulair niveau: de hersenen bestaan uit twee soorten cellen: neuronen en gliacellen. Beide soorten cellen komen voor als verschillende celtypen met verschillende functies. Onderling verbonden neuronen vormen neuronale netwerken. Deze netwerken bestaan uit schakelende elementen (neuronen) die met elkaar verbonden zijn door biologische bedrading (zenuwvezels). Normaliter zijn neuronen verbonden met minimaal 1000 andere neuronen. Deze uiterst gespecialiseerde netwerken vormen systemen die de basis vormen van perceptie, actie en hogere cognitieve functies.
Histologie
De cellen die actiepotentialen genereren en informatie doorsturen naar andere cellen zijn de neuronen. In elk hersengebied bevinden zich neuronen die input ontvangen (afferente neuronen), die een output produceren (efferente neuronen) en interneuronen. Afferente neuronen ontvangen projecties van andere hersengebieden. Efferente neuronen projecteren naar andere gebieden. Interneuronen hebben geen connecties buiten het hersengebied waarin ze liggen, maar zorgen voor lokale verwerking.
Naast neuronen bevatten de hersenen gliacellen, ongeveer 10 tot 50 per neuron. Gliacellen (van het Griekse glia wat staat voor lijm) hebben een ondersteunende rol in de hersenen, waaronder het produceren van het isolerende myeline, het verschaffen van structuur aan het neuronale netwerk en het verwerken van afval. De meeste soorten gliacellen die zich in het centrale zenuwstelsel bevinden bevinden zich in het perifeer zenuwstelsel. Een uitzondering zijn de oligodendrocyten die in het centrale zenuwstelsel axonen isoleren. In het perifeer zenuwstelsel zijn hiervoor de Schwanncellen verantwoordelijk.
Bij zoogdieren worden de hersenen omgeven door bindweefselvliezen, de hersenvliezen. Dit is een systeem van membranen dat de hersenen scheidt van de schedel. De vliezen zijn van buiten naar binnen opgebouwd uit het harde hersenvlies, het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies. Het spinnenwebvlies is verbonden met het harde hersenvlies en deze tezamen worden soms als één laag gezien. Onder het spinnenwebvlies bevindt zich een ruimte waarin zich het hersenvocht (ook cerebrospinalis, cerbrospinale vloeistof of liquor) bevindt. Hierin "drijven" de hersenen. Het hersenvocht circuleert tussen de lagen van de hersenvliezen en door holtes in de hersenen die we ventrikels noemen. Chemisch is het belangrijk voor het metabolisme en mechanisch is het belangrijk als schokdemper. Bloedvaten komen het zenuwstelsel binnen via de ruimte boven het zachte hersenvlies. De bloed-hersenbarrière, een functionele scheiding tussen bloedvaten en hersenweefsel, beschermt de hersenen deels tegen toxines die mogelijk met het bloed mee binnenkomen.
De menselijke hersenen wegen ongeveer 1 tot 1,5 kilo. De massa en dichtheid van de hersenen zijn zo hoog dat de hersenen onder hun eigen gewicht in elkaar zakken als ze niet worden gesteund. Doordat ze drijven in het hersenvocht, raken ze niet beschadigd onder invloed van de zwaartekracht. Omdat de schedel hard en op enkele kleine openingen na gesloten is, zouden de hersenen niet kunnen opzwellen of uitzetten als er geen hersenvocht was; de druk zou bij zwellingen en kneuzingen snel oplopen tot waarden waarbij geen doorbloeding meer mogelijk is, met de dood als onmiddellijk gevolg. De verdringbare hersenvloeistof ondervangt ook dit effect voor een groot deel.
Functies
Hersenen van gewervelden ontvangen signalen van de 'sensors' (receptoren) van het organisme via de zenuwen. Deze signalen worden door het centrale zenuwstelsel geïnterpreteerd waarna reacties worden geformuleerd, gebaseerd op reflexen en aangeleerde kennis. Eenzelfde soort systeem bezorgt aansturende boodschappen vanuit de hersenen bij de spieren in het hele lichaam.
Sensorische input wordt verwerkt door de hersenen voor de herkenning van gevaar, het vinden van voedsel, het identificeren van mogelijke partners en verscheidene andere functies. Gezichts-, gevoels- en gehoorsinformatie gaat eerst naar specifieke kernen van de thalamus en vervolgens naar gebieden van de cortex cerebri die bij dat specifieke sensorische systeem horen. Reukinformatie (fylogenetisch het oudste systeem) gaat eerst naar de bulbus olfactorius en vervolgens naar andere delen van het olfactorisch systeem. Smaak wordt via de hersenstam geleid naar andere delen van het betreffende systeem.
Om bewegingen te coördineren hebben de hersenen een aantal parallelle systemen die spieren besturen. Het motorisch systeem bestuurt de bewegingen van spieren, geholpen door de motorische schors, de kleine hersenen (het cerebellum) en de basale ganglia. Uiteindelijk projecteert het systeem via het ruggenmerg naar de zogenaamde spiereffectors. Kernen in de hersenstam besturen veel onwillekeurige spierfuncties zoals de ademhaling. Daarnaast kunnen veel automatische handelingen zoals reflexen gestuurd worden door het ruggenmerg.
De hersenen produceren ook een deel van de hormonen die organen en klieren beïnvloeden. Aan de andere kant reageren de hersenen ook op hormonen die elders in het lichaam geproduceerd zijn. Bij zoogdieren worden de hormonen afgegeven aan de bloedsomloop. De besturing van veel hormonen verloopt via de hypofyse.
Zie ook
Mensen gebruiken niet veel procent van hun hersenen, meestal tussen de 9 en 12 procent, ook is uit onderzoek gebleken dat van meditatie je brein kan groeien, het is nog niet bewezen of je daar slimmer van wordt of niet.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Brain op Wikimedia Commons.
Organen van het menselijk lichaam | |
---|---|