Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ate de Groot: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{wiu|Meebezig, Moira}}
'''Ate de Groot''' (Huizum (Leeuwarderadeel), [[25 augustus]] [[1906]] – [[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[7 februari]] [[1966]]) was een Nederlands bedrijfsleider tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]].


'''Ate de Groot''' (Huizum (Leeuwarderadeel) 25.8.1906 – Utrecht 7.2.1966)
Ate de Groot werd geboren als jongste zoon van het Friese echtpaar Dirk de Groot (18 maart 1880 – 22 januari 1951) en Jantje Atema (5 oktober 1872 – 31 januari 1950).
 
Ate de Groot werd geboren als jongste zoon van het Friese echtpaar Dirk de Groot (18.3.1880 – 22.1.1951) en Jantje Atema (5.10.1872 – 31.1.1950)


== Studie en loopbaan ==
== Studie en loopbaan ==
Na zijn schoolopleiding bekwaamde hij zich verder in vreemde talen en verwierf het onderwijsdiploma voor stenografie en machineschrijven. Naast Nederlands en Fries beheerste hij Frans, Duits, Engels en Spaans. In 1924 kwam hij in dienst als aankomend correspondent bij het toenmalige hoofdkantoor van de in de stad Groningen gevestigde firma H.J. van der Rijn, een groothandel in nieuwe non-ferro metaal halffabrikaten en installateursartikelen.
Na zijn schoolopleiding bekwaamde hij zich verder in vreemde talen en verwierf het onderwijsdiploma voor stenografie en machineschrijven. Naast Nederlands en Fries beheerste hij Frans, Duits, Engels en Spaans. In 1924 kwam hij in dienst als aankomend correspondent bij het toenmalige hoofdkantoor van de in de stad Groningen gevestigde firma H. J. van der Rijn, een groothandel in nieuwe non-ferro metaal halffabricaten en installateursartikelen.


Hij viel bij de firmanten op door zijn schranderheid en kreeg in de loop der jaren commerciële taken en grotere verantwoordelijkheden. Voor verbetering van arbeidsvoorwaarden zette hij zich in als bestuurslid van de vakbond Mercurius voor handels- en kantoorbedienden, zoals die toen nog werden genoemd. In die hoedanigheid had hij zitting in een scheidsgerecht voor arbeidsgeschillen.
Hij viel bij de firmanten op door zijn schranderheid en kreeg in de loop der jaren commerciële taken en grotere verantwoordelijkheden. Voor verbetering van arbeidsvoorwaarden zette hij zich in als bestuurslid van de vakbond Mercurius voor handels- en kantoorbedienden, zoals die toen nog werden genoemd. In die hoedanigheid had hij zitting in een scheidsgerecht voor arbeidsgeschillen.
Regel 15: Regel 13:
In 1939 werd hij algemeen [[procuratiehouder]].
In 1939 werd hij algemeen [[procuratiehouder]].


== 2e Wereldoorlog ==
== Tweede Wereldoorlog ==
De Duitse bezettingstijd had een diep ingrijpende invloed op het bedrijf met joodse firmanten en veel joods personeel. Er werd door de bezetter een Duitse beheerder (Verwalter) aangesteld. De joodse eigenaren werd de toegang tot het bedrijf ontzegd en de volmachten van joods personeel ingetrokken met een korting op ieders salaris. De Duitse Verwalter woonde in Berlijn en onder leiding van Ate de Groot lukte het om de destructieve gevolgen van de bezettingsmaatregelen enigszins beperkt te houden. Lang kon hij joods personeel – soms met onwetende medewerking van de Duitse Verwalter – bewaren voor deportatie. Het is zelfs voorgekomen, dat hij joods personeel uit het doorgangskamp Westerbork kon krijgen.
De Duitse bezettingstijd had een diep ingrijpende invloed op het bedrijf met joodse firmanten en veel joods personeel. Er werd door de bezetter een Duitse beheerder (Verwalter) aangesteld. De joodse eigenaren werd de toegang tot het bedrijf ontzegd en de volmachten van joods personeel ingetrokken met een korting op ieders salaris. De Duitse beheerder woonde in Berlijn en onder leiding van Ate de Groot lukte het om de destructieve gevolgen van de bezettingsmaatregelen enigszins beperkt te houden. Lang kon hij joods personeel – soms met onwetende medewerking van de Duitse beheerder – bewaren voor deportatie. Het is zelfs voorgekomen dat hij joods personeel uit het doorgangskamp [[Westerbork]] kon krijgen.
Toen de bezetter van burgers en bedrijven de inlevering vorderde van alles wat van metaal was, zag hij kans om bij voorbeeld het zetsel van de Uitgeverij Wolters te laten onderduiken en hij saboteerde met succes de afvoer naar Duitsland van geroofde kerkklokken.
Toen de bezetter van burgers en bedrijven de inlevering vorderde van alles wat van metaal was, zag hij kans om bijvoorbeeld het zetsel van de Uitgeverij Wolters te laten onderduiken. Ook saboteerde hij met succes de afvoer naar Duitsland van geroofde kerkklokken.


De firmant Dr. Herman van der Rijn was in 1939 naar de V.S. uitgeweken. Zijn zuster, de weduwe Clara van Essen-van der Rijn werd door inzet van Ate de Groot voor deportatie behoed. De joodse filiaalleider in Amsterdam, Emile van Essen, kon onderduiken. Ate de Groot moest daardoor regelmatig in Amsterdam zijn en kwam in contact met het georganiseerde verzet. Hij zette zich in voor het onderbrengen van onderduikers. Toen in west Nederland het voedsel schaars werd, kwam hij het personeel in Amsterdam te hulp. Met een binnenvaartschip zond hij hen levensmiddelen. Kort daarna vroor het IJsselmeer en de Oostzee dicht en was ook door de spoorwegstaking geen vervoer naar de randstad meer mogelijk
De firmant dr. Herman van der Rijn was in 1939 naar de [[Verenigde Staten]] uitgeweken. Zijn zuster, de weduwe Clara van Essen-van der Rijn werd door inzet van Ate de Groot voor deportatie behoed. De joodse filiaalleider in Amsterdam, Emile van Essen, kon onderduiken. Ate de Groot moest daardoor regelmatig in Amsterdam zijn en kwam in contact met het georganiseerde [[verzet]]. Hij zette zich in voor het onderbrengen van onderduikers. Toen het voedsel in het westen van Nederland schaars werd, kwam hij het personeel in Amsterdam te hulp. Met een binnenvaartschip zond hij hen levensmiddelen. Kort daarna vroor het [[IJsselmeer]] en de [[Oostzee]] dicht en was ook door de spoorwegstaking geen vervoer naar de randstad meer mogelijk


== Na de 2e Wereldoorlog ==
== Na de Tweede Wereldoorlog ==
Na de bevrijding van Groningen medio april 1945 werd hij directeur van het Rijksbureau voor metalen. Het contact met de overlevende joodse firmanten werd hersteld en besloten tot de oprichting van een naamloze vennootschap. Zijn verdiensten tijdens de bezettingsjaren werden erkend en hij werd mededirecteur en -eigenaar. Hij werd de stuwende kracht in het herrezen bedrijf en kreeg vele bestuursfuncties in het georganiseerde bedrijfsleven. Zo vertegenwoordigde Ate de Groot de Benelux in het Comité de liaison van de Europese metaalhandel ten opzichte van de EEG, zoals de EU toen nog heette. Ate de Groot gold als een zeer bekwaam en integer zakenman.
Na de bevrijding van Groningen medio april 1945 werd hij directeur van het Rijksbureau voor metalen. Het contact met de overlevende joodse firmanten werd hersteld en besloten tot de oprichting van een naamloze vennootschap. Zijn verdiensten tijdens de bezettingsjaren werden erkend en hij werd mededirecteur en -eigenaar. Hij werd de stuwende kracht in het herrezen bedrijf en kreeg vele bestuursfuncties in het georganiseerde bedrijfsleven. Zo vertegenwoordigde Ate de Groot de Benelux in het Comité de liaison van de Europese metaalhandel ten opzichte van de EEG, zoals de EU toen nog heette. Ate de Groot gold als een zeer bekwaam en integer zakenman.


Regel 28: Regel 26:
In 1964 werd zijn veertigjarige zakenjubileum gevierd. Het bestuur van Het verbond van de Nederlandse Groothandel vroeg voor die gelegenheid een koninklijke onderscheiding aan. Die kon worden toegekend, maar het bestuur vond de voorgestelde onderscheidingsrang te mager voor iemand met zijn staat van dienst. Op 6 februari 1966 overleed hij op 59 jarige leeftijd in Utrecht.
In 1964 werd zijn veertigjarige zakenjubileum gevierd. Het bestuur van Het verbond van de Nederlandse Groothandel vroeg voor die gelegenheid een koninklijke onderscheiding aan. Die kon worden toegekend, maar het bestuur vond de voorgestelde onderscheidingsrang te mager voor iemand met zijn staat van dienst. Op 6 februari 1966 overleed hij op 59 jarige leeftijd in Utrecht.


[[Categorie:Persoon]]
{{DEFAULTSORT:Groot, Ate}}
[[Categorie:Overleden in Utrecht]]
[[Categorie: Nederlands ondernemer]]
[[Categorie: Nederlands persoon in de Tweede Wereldoorlog]]
[[Categorie: Geboren in 1906]]
[[Categorie: Overleden in 1966]]
[[Categorie: Overleden in Utrecht (stad)]]

Huidige versie van 8 jul 2023 om 18:48

Ate de Groot (Huizum (Leeuwarderadeel), 25 augustus 1906Utrecht, 7 februari 1966) was een Nederlands bedrijfsleider tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Ate de Groot werd geboren als jongste zoon van het Friese echtpaar Dirk de Groot (18 maart 1880 – 22 januari 1951) en Jantje Atema (5 oktober 1872 – 31 januari 1950).

Studie en loopbaan

Na zijn schoolopleiding bekwaamde hij zich verder in vreemde talen en verwierf het onderwijsdiploma voor stenografie en machineschrijven. Naast Nederlands en Fries beheerste hij Frans, Duits, Engels en Spaans. In 1924 kwam hij in dienst als aankomend correspondent bij het toenmalige hoofdkantoor van de in de stad Groningen gevestigde firma H. J. van der Rijn, een groothandel in nieuwe non-ferro metaal halffabricaten en installateursartikelen.

Hij viel bij de firmanten op door zijn schranderheid en kreeg in de loop der jaren commerciële taken en grotere verantwoordelijkheden. Voor verbetering van arbeidsvoorwaarden zette hij zich in als bestuurslid van de vakbond Mercurius voor handels- en kantoorbedienden, zoals die toen nog werden genoemd. In die hoedanigheid had hij zitting in een scheidsgerecht voor arbeidsgeschillen.

Huwelijk

Op 23 oktober 1930 trouwde hij met Maria Hermana Catharina Lieve. Het was crisistijd en dit ging ook aan personeel en werkgever niet ongemerkt voorbij. In de eerste jaren van hun huwelijk gaf hij les in machineschrijven en stenografie aan de handelsavondschool in Appingedam. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: zoon Dirk in 1931 en dochter Maria in 1937.

In 1939 werd hij algemeen procuratiehouder.

Tweede Wereldoorlog

De Duitse bezettingstijd had een diep ingrijpende invloed op het bedrijf met joodse firmanten en veel joods personeel. Er werd door de bezetter een Duitse beheerder (Verwalter) aangesteld. De joodse eigenaren werd de toegang tot het bedrijf ontzegd en de volmachten van joods personeel ingetrokken met een korting op ieders salaris. De Duitse beheerder woonde in Berlijn en onder leiding van Ate de Groot lukte het om de destructieve gevolgen van de bezettingsmaatregelen enigszins beperkt te houden. Lang kon hij joods personeel – soms met onwetende medewerking van de Duitse beheerder – bewaren voor deportatie. Het is zelfs voorgekomen dat hij joods personeel uit het doorgangskamp Westerbork kon krijgen. Toen de bezetter van burgers en bedrijven de inlevering vorderde van alles wat van metaal was, zag hij kans om bijvoorbeeld het zetsel van de Uitgeverij Wolters te laten onderduiken. Ook saboteerde hij met succes de afvoer naar Duitsland van geroofde kerkklokken.

De firmant dr. Herman van der Rijn was in 1939 naar de Verenigde Staten uitgeweken. Zijn zuster, de weduwe Clara van Essen-van der Rijn werd door inzet van Ate de Groot voor deportatie behoed. De joodse filiaalleider in Amsterdam, Emile van Essen, kon onderduiken. Ate de Groot moest daardoor regelmatig in Amsterdam zijn en kwam in contact met het georganiseerde verzet. Hij zette zich in voor het onderbrengen van onderduikers. Toen het voedsel in het westen van Nederland schaars werd, kwam hij het personeel in Amsterdam te hulp. Met een binnenvaartschip zond hij hen levensmiddelen. Kort daarna vroor het IJsselmeer en de Oostzee dicht en was ook door de spoorwegstaking geen vervoer naar de randstad meer mogelijk

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de bevrijding van Groningen medio april 1945 werd hij directeur van het Rijksbureau voor metalen. Het contact met de overlevende joodse firmanten werd hersteld en besloten tot de oprichting van een naamloze vennootschap. Zijn verdiensten tijdens de bezettingsjaren werden erkend en hij werd mededirecteur en -eigenaar. Hij werd de stuwende kracht in het herrezen bedrijf en kreeg vele bestuursfuncties in het georganiseerde bedrijfsleven. Zo vertegenwoordigde Ate de Groot de Benelux in het Comité de liaison van de Europese metaalhandel ten opzichte van de EEG, zoals de EU toen nog heette. Ate de Groot gold als een zeer bekwaam en integer zakenman.

Overlijden

In april 1960 overleed zijn echtgenote, die hem altijd tot grote steun was geweest. In 1964 werd zijn veertigjarige zakenjubileum gevierd. Het bestuur van Het verbond van de Nederlandse Groothandel vroeg voor die gelegenheid een koninklijke onderscheiding aan. Die kon worden toegekend, maar het bestuur vond de voorgestelde onderscheidingsrang te mager voor iemand met zijn staat van dienst. Op 6 februari 1966 overleed hij op 59 jarige leeftijd in Utrecht.