Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gilles André de la Porte (1866-1950): verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
({{ziedp|André de la Porte ₯}}) |
||
(10 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Gillis André de la Porte''' ([[Boxtel]] 25 februari 1866 - [['s-Gravenhage]] 12 maart 1950) was [[jurist]], [[hoogleraar]], [[advocaat-generaal]] en [[procureur-generaal]] te [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]]. André de la Porte is onderscheiden in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw|ridderorde van de Nederlandse Leeuw]]. | {{ziedp|[[André de la Porte ₯]]}} | ||
'''Gillis André de la Porte''' ([[Boxtel]] {{GebD|25 februari|1866}} - [['s-Gravenhage]] {{OverlD|12 maart|1950}}) was [[jurist]], [[hoogleraar]], [[advocaat-generaal]] en [[procureur-generaal]] te [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]]. André de la Porte is onderscheiden in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw|ridderorde van de Nederlandse Leeuw]]. | |||
== Het gezin == | == Het gezin == | ||
[[André de la Porte]] werd geboren als zoon van Dirk André de la Porte, Nederlands Hervormd predikant en Anna Maria Schouten. André de la Porte trouwde op 14 september 1891 met Anna Cornelia Helena Schoevers (1866-1951) dochter van Sander Antonie Schoevers en Helena Adriana Henriëtte van Hove. Uit dit huwelijk werden in [[Indonesië]] twee dochters en één zoon geboren.<ref>[http://www.adlp.nl/stichting/genealogie.htm Genealogie uit het 'Nederlands Patriciaat VI', jaargang 1915/1963]</ref> | [[André de la Porte]] werd geboren als zoon van Dirk André de la Porte, Nederlands Hervormd predikant en Anna Maria Schouten. André de la Porte trouwde op [[14 september]] [[1891]] met Anna Cornelia Helena Schoevers ([[1866]]-[[1951]]) dochter van Sander Antonie Schoevers en Helena Adriana Henriëtte van Hove. Uit dit huwelijk werden in [[Indonesië]] twee dochters en één zoon geboren.<ref>[http://www.adlp.nl/stichting/genealogie.htm Genealogie uit het 'Nederlands Patriciaat VI', jaargang 1915]/1963]</ref> | ||
== Opleiding en loopbaan == | == Opleiding en loopbaan == | ||
Na de [[HBS]] te [[Almelo]] en het [[gymnasium]] te [[Zutphen]], studeerde hij [[rechten]] en hij promoveerde in 1890 te [[Universiteit van Amsterdam|Amsterdam]] in de [[rechtswetenschap]] op een [[proefschrift]] “Wraak en straf”. In [[Universiteit Leiden|Leiden]] haalde hij het faculteitsexamen voor de [[Indische dienst]], waarna hij in 1891 naar [[Nederlands Indië]] vertrok. In Indië begon André de la Porte als ambtenaar ter Algemene Secretarie te [[Buitenzorg]]. Na korte tijd werd hij aangesteld als substituut-griffier bij het bij het [[Hoge Raad der Nederlanden|Hooggerechtshof]] en daarna griffier van de Landraad te Buitenzorg. In 1892 werd hij daarbij aangesteld als griffier van de Landraad en als auditeur-militair te [[Palembang]] en een jaar later als lid van de Raad van Justitie te [[Padang]]. | Na de [[HBS]] te [[Almelo]] en het [[gymnasium]] te [[Zutphen]], studeerde hij [[rechten]] en hij promoveerde in [[1890]] te [[Universiteit van Amsterdam|Amsterdam]] in de [[rechtswetenschap]] op een [[proefschrift]] “Wraak en straf”. In [[Universiteit Leiden|Leiden]] haalde hij het faculteitsexamen voor de [[Indische dienst]], waarna hij in 1891 naar [[Nederlands Indië]] vertrok. In Indië begon André de la Porte als ambtenaar ter Algemene Secretarie te [[Buitenzorg]]. Na korte tijd werd hij aangesteld als substituut-griffier bij het bij het [[Hoge Raad der Nederlanden|Hooggerechtshof]] en daarna griffier van de Landraad te Buitenzorg. In [[1892]] werd hij daarbij aangesteld als griffier van de Landraad en als auditeur-militair te [[Palembang]] en een jaar later als lid van de Raad van Justitie te [[Padang]]. | ||
In 1896 werd hij president van de Landraad te [[Kendal (Indonesië)|Kendal]]. Na zijn verlofperiode van twee jaar in Nederland, begon hij in 1902 als voorzitter van de Landraad te [[Probolingo]]. Het jaar daaropvolgend werd hij voorzitter van de Landraad te Buitenzorg. Van 1906 tot en met 1912 was hij te [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]] eerst lid van de Raad van Justitie, dan officier van justitie, daarop advocaat-generaal bij het Hooggerechtshof en tenslotte president van de Raad van Justitie te Batavia. Na weer een verlofperiode in Nederland, gedurende welke hij wel werkzaam was, werd hij in 1914 procureur-generaal van het Hooggerechtshof en in januari 1916 lid van de Raad van Nederlands-Indië. Om gezondheidsredenen verliet hij het laatste ambt en nam hij in de bergen van [[Java (eiland)|Java]] tijdelijk het ambt van landrechter te [[Soekaboemi]] waar. | In [[1896]] werd hij president van de Landraad te [[Kendal (Indonesië)|Kendal]]. Na zijn verlofperiode van twee jaar in Nederland, begon hij in [[1902]] als voorzitter van de Landraad te [[Probolingo]]. Het jaar daaropvolgend werd hij voorzitter van de Landraad te Buitenzorg. Van [[1906]] tot en met [[1912]] was hij te [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]] eerst lid van de Raad van Justitie, dan officier van justitie, daarop advocaat-generaal bij het Hooggerechtshof en tenslotte president van de Raad van Justitie te Batavia. Na weer een verlofperiode in Nederland, gedurende welke hij wel werkzaam was, werd hij in [[1914]] procureur-generaal van het Hooggerechtshof en in januari [[1916]] lid van de Raad van Nederlands-Indië. Om gezondheidsredenen verliet hij het laatste ambt en nam hij in de bergen van [[Java (eiland)|Java]] tijdelijk het ambt van landrechter te [[Soekaboemi]] waar. | ||
André de la Porte ging met pensioen in juli 1917. Dat was niet het einde van zijn loopbaan, want in 1918 werd hij benoemd tot [[hoogleraar]] te Leiden in het Indisch privaat- en strafrecht als opvolger van J.H. Carpentier Alting.<ref>[http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/andre Het Instituut Voor Nederlandse Geschiedenis, ANDRÉ DE LA PORTE, Gillis (1866-1950)]</ref> | André de la Porte ging met pensioen in juli [[1917]]. Dat was niet het einde van zijn loopbaan, want in [[1918]] werd hij benoemd tot [[hoogleraar]] te Leiden in het Indisch privaat- en strafrecht als opvolger van J.H. Carpentier Alting.<ref>[http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/andre Het Instituut Voor Nederlandse Geschiedenis, ANDRÉ DE LA PORTE, Gillis (1866-1950)]</ref> | ||
{{ | {{bron|1= | ||
{{reflist}} | |||
}} | |||
{{DEFAULTSORT:Andre de la Porte, Gilles}} | |||
[[Categorie:Persoon in Nederlands-Indië|de la Porte, André]] | [[Categorie:Persoon in Nederlands-Indië|de la Porte, André]] | ||
[[Categorie:Nederlands jurist|de la Porte, André]] | [[Categorie:Nederlands jurist|de la Porte, André]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:André de la Porte|Gillis André de la Porte]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:Hoogleraar aan de Universiteit van Leiden]] | ||
[[Categorie:Nederlands rechtsgeleerde]] | |||
[[Categorie:Nederlands hoogleraar]] |
Huidige versie van 8 feb 2022 om 07:57
Gillis André de la Porte (Boxtel 25 februari 1866 - 's-Gravenhage 12 maart 1950) was jurist, hoogleraar, advocaat-generaal en procureur-generaal te Batavia. André de la Porte is onderscheiden in de ridderorde van de Nederlandse Leeuw.
Het gezin
André de la Porte werd geboren als zoon van Dirk André de la Porte, Nederlands Hervormd predikant en Anna Maria Schouten. André de la Porte trouwde op 14 september 1891 met Anna Cornelia Helena Schoevers (1866-1951) dochter van Sander Antonie Schoevers en Helena Adriana Henriëtte van Hove. Uit dit huwelijk werden in Indonesië twee dochters en één zoon geboren.[1]
Opleiding en loopbaan
Na de HBS te Almelo en het gymnasium te Zutphen, studeerde hij rechten en hij promoveerde in 1890 te Amsterdam in de rechtswetenschap op een proefschrift “Wraak en straf”. In Leiden haalde hij het faculteitsexamen voor de Indische dienst, waarna hij in 1891 naar Nederlands Indië vertrok. In Indië begon André de la Porte als ambtenaar ter Algemene Secretarie te Buitenzorg. Na korte tijd werd hij aangesteld als substituut-griffier bij het bij het Hooggerechtshof en daarna griffier van de Landraad te Buitenzorg. In 1892 werd hij daarbij aangesteld als griffier van de Landraad en als auditeur-militair te Palembang en een jaar later als lid van de Raad van Justitie te Padang.
In 1896 werd hij president van de Landraad te Kendal. Na zijn verlofperiode van twee jaar in Nederland, begon hij in 1902 als voorzitter van de Landraad te Probolingo. Het jaar daaropvolgend werd hij voorzitter van de Landraad te Buitenzorg. Van 1906 tot en met 1912 was hij te Batavia eerst lid van de Raad van Justitie, dan officier van justitie, daarop advocaat-generaal bij het Hooggerechtshof en tenslotte president van de Raad van Justitie te Batavia. Na weer een verlofperiode in Nederland, gedurende welke hij wel werkzaam was, werd hij in 1914 procureur-generaal van het Hooggerechtshof en in januari 1916 lid van de Raad van Nederlands-Indië. Om gezondheidsredenen verliet hij het laatste ambt en nam hij in de bergen van Java tijdelijk het ambt van landrechter te Soekaboemi waar.
André de la Porte ging met pensioen in juli 1917. Dat was niet het einde van zijn loopbaan, want in 1918 werd hij benoemd tot hoogleraar te Leiden in het Indisch privaat- en strafrecht als opvolger van J.H. Carpentier Alting.[2]
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties: