Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Severin Anton Averdonk: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Severin_Anton_Averdonk&oldid=45055383 - 92.109.171.114 6 okt 2015 Hartenhof)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Severin Anton Averdonk''', eigenlijk '''Anton Clemens Averdonk''' ([[1768]] - [[1817]]), was een [[Duitsland|Duitse]] rooms-katholieke priester en dichter, die de idealen van de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] en de [[Franse Revolutie]] vertegenwoordigt.
'''Severin Anton Averdonk''', eigenlijk '''Anton Clemens Averdonk''' ([[1768]] - [[1817]]), was een [[Duitsland|Duitse]] rooms-katholieke priester en dichter, die de idealen van de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] en de [[Franse Revolutie]] vertegenwoordigt.


Hij schreef in 1790 de tekst van de ''Kantate auf den Tod von Kaiser Joseph II'' ([[WoO]] 87), de rouw[[cantate]] die [[Ludwig van Beethoven]] componeerde na het overlijden van [[keizer Jozef II]].<ref>[http://books.google.de/books?id=UsEM5fdcWrMC&pg=PA208&dq=%22severin+anton+averdonk%22&hl=de&sa=X&ei=aHg8UvDLCo3Usgaam4HgBA&ved=0CDcQ6AEwAQ#v=onepage&q=%22severin%20anton%20averdonk%22&f=false Ernst Wangermann: ''Die Waffen der Publizität. Zum Funktionswandel der politischen Literatur unter Joseph II''. Oldenbourg, München, 2004, p. 208.] ISBN 978-3-486-56839-4 </ref> Waarschijnlijk werkte hij opnieuw met Beethoven samen voor diens ''Kantate zur Erhebung von Leopold II'' (WoO 88) ter gelegenheid van de troonsbestijging van de opvolger, [[keizer Leopold II]].     
Hij schreef in 1790 de tekst van de ''Kantate auf den Tod von Kaiser Joseph II'' ([[WoO]] 87), de rouw[[cantate]] die [[Ludwig van Beethoven]] componeerde na het overlijden van [[keizer Jozef II]].<ref>[https://books.google.com/books?id=KqpnAAAAMAAJ&pg=PA208&dq=%22severin+anton+averdonk%22 Ernst Wangermann: ''Die Waffen der Publizität. Zum Funktionswandel der politischen Literatur unter Joseph II''. Oldenbourg, München, 2004, p. 208.] ISBN 978-3-486-56839-4 </ref> Waarschijnlijk werkte hij opnieuw met Beethoven samen voor diens ''Kantate zur Erhebung von Leopold II'' (WoO 88) ter gelegenheid van de troonsbestijging van de opvolger, [[keizer Leopold II]].     


==Leven==
==Leven==
Severin Anton Averdonk volgde het gymnasium in [[Bonn]] en deed examen met de hoogste lof. Hij volgde twee filosofische leergangen aan de universiteit en begon in 1789 met de studie [[theologie]].<ref name=Schiedermair>[http://books.google.de/books?id=_V8_G8mtzUgC&pg=PA220&dq=%22severin+anton+averdonk%22&hl=de&sa=X&ei=aHg8UvDLCo3Usgaam4HgBA&ved=0CFQQ6AEwBg#v=onepage&q=%22severin%20anton%20averdonk%22&f=false Ludwig Schiedermair: ''Der junge Beethoven'', Leipzig 1925, herdruk p. 220] ISBN 3-487-06542-8 </ref> Toen er opdracht werd gegeven voor een cantate die de rouwplechtigheid voor Joseph II luister moest bijzetten, werd daarvoor Averdonks [[Elegie (literair werk)|elegische]] ''Ode auf den Tod Josephs und Elisens'' uitgekozen om als basis te dienen voor Beethovens compositie.<ref>[http://books.google.de/books?id=j8RIq67v51cC&pg=PA120&dq=%22severin+anton+averdonk%22&hl=de&sa=X&ei=aHg8UvDLCo3Usgaam4HgBA&ved=0CD0Q6AEwAg#v=onepage&q=%22severin%20anton%20averdonk%22&f=false Elliot Forbes (red.): ''Thayer's Life of Beethoven, Part I'', Princeton University Press 1992, p. 119] ISBN 978-0-691-02717-3 </ref> <ref name=Schiedermair/> Averdonk was een broer van de jonggestorven [[Johanna Helene Averdonk]], zangeres aan het keizerlijke hof van Jozef II. Zij had les gehad van Beethovens vader, de [[Tenor (zangstem)|tenor]] [[Johan van Beethoven]]. Aan deze connectie had diens zoon de compositieopdracht voor de cantates vermoedelijk te danken. Voor beiden was het een van hun vroegste werken: Averdonk was 22 en Beethoven 20 jaar oud. In zijn - als onbeholpen gekenschetste - cantatetekst gebruikt Averdonk [[beeldspraak]] die typisch is voor de [[Verlichting (stroming)#Late Verlichting en Kant|Late Verlichting]]. Zo wordt de overleden keizer gelijkgesteld met de zon en met de "stralen van de godheid". Omdat de tekst van Beethovens huldigingscantate voor Leopold II dezelfde stilistische kenmerken heeft, wordt verondersteld dat ook die door Averdonk is geschreven.  
Severin Anton Averdonk volgde het gymnasium in [[Bonn]] en deed examen met de hoogste lof. Hij volgde twee filosofische leergangen aan de universiteit en begon in 1789 met de studie [[theologie]].<ref name=Schiedermair>[http://books.google.com/books?id=_V8_G8mtzUgC&pg=PA220&dq=%22severin+anton+averdonk%22 Ludwig Schiedermair: ''Der junge Beethoven'', Leipzig 1925, herdruk p. 220] ISBN 3-487-06542-8 </ref> Toen er opdracht werd gegeven voor een cantate die de rouwplechtigheid voor Joseph II luister moest bijzetten, werd daarvoor Averdonks [[Elegie (literair werk)|elegische]] ''Ode auf den Tod Josephs und Elisens'' uitgekozen om als basis te dienen voor Beethovens compositie.<ref>[http://books.google.com/books?id=j8RIq67v51cC&pg=PA120&dq=%22severin+anton+averdonk%22 Elliot Forbes (red.): ''Thayer's Life of Beethoven, Part I'', Princeton University Press 1992, p. 119] ISBN 978-0-691-02717-3 </ref><ref name=Schiedermair/> Averdonk was een broer van de jonggestorven [[Johanna Helene Averdonk]], zangeres aan het keizerlijke hof van Jozef II. Zij had les gehad van Beethovens vader, de [[Tenor (zangstem)|tenor]] [[Johan van Beethoven]]. Aan deze connectie had diens zoon de compositieopdracht voor de cantates vermoedelijk te danken. Voor beiden was het een van hun vroegste werken: Averdonk was 22 en Beethoven 20 jaar oud. In zijn als onbeholpen gekenschetste cantatetekst gebruikt Averdonk [[beeldspraak]] die typisch is voor de [[Verlichting (stroming)#Late Verlichting en Kant|Late Verlichting]]. Zo wordt de overleden keizer gelijkgesteld met de zon en met de "stralen van de godheid". Omdat de tekst van Beethovens huldigingscantate voor Leopold II dezelfde stilistische kenmerken heeft, wordt verondersteld dat ook die door Averdonk is geschreven.


Averdonk bleef als dichter actief, zodat [[Aartshertogdom Oostenrijk|aartshertog]] [[Maximiliaan Frans van Oostenrijk]] in 1791 geringschattend opmerkte dat hij "een tot priester opgeleide [[minnezang]]er" geworden was. Hij verhuisde naar de [[Elzas]] en werd priester in [[Uffholtz]] in de [[Vogezen (gebergte)|Vogezen]], waar hij als voorzitter van de lokale Société des Amis de la Liberté et de l'Egalité de idealen van de [[Franse Revolutie]] uitdroeg. Hij schreef ook artikelen voor het [[Jacobijnen|Jacobijnse]] tijdschrift ''Argos'' van zijn leermeester Eulogius Schneider.<ref>[http://books.google.de/books?id=qymZkBrI8WkC&printsec=frontcover&hl=de&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false Susanne Lachenicht: ''Information und Propaganda. Die Presse deutscher Jakobiner im Elsaß (1791–1800)''], Oldenbourg, München, 2004, p. 152 e.v. ISBN 978-3486568165 </ref> <ref> De [[Franciscanen|Franciscaan]] [[:de:Eulogius Schneider|Eulogius Schneider (1756-1794)]] was hoogleraar in Bonn toen Averdonk daar studeerde. </ref> Averdonks dichtwerk wordt in het algemeen niet als literair hoogstaand beschouwd.       
Averdonk bleef als dichter actief, zodat [[Aartshertogdom Oostenrijk|aartshertog]] [[Maximiliaan Frans van Oostenrijk]] in 1791 geringschattend opmerkte dat hij "een tot priester opgeleide [[minnezang]]er" geworden was. Hij verhuisde naar de [[Elzas]] en werd priester in [[Uffholtz]] in de [[Vogezen (gebergte)|Vogezen]], waar hij als voorzitter van de lokale Société des Amis de la Liberté et de l'Egalité de idealen van de [[Franse Revolutie]] uitdroeg. Hij schreef ook artikelen voor het [[Jacobijnen|Jacobijnse]] tijdschrift ''Argos'' van zijn leermeester Eulogius Schneider.<ref>[https://books.google.com/books?id=3ZoYCgAAQBAJ&pg=PA152 Susanne Lachenicht: ''Information und Propaganda. Die Presse deutscher Jakobiner im Elsaß (1791–1800)''], Oldenbourg, München, 2004, p. 152 e.v. ISBN 978-3486568165 </ref> <ref> De [[Franciscanen|franciscaan]] [[Eulogius Schneider|Eulogius Schneider (1756-1794)]] was hoogleraar in Bonn toen Averdonk daar studeerde.</ref> Averdonks dichtwerk wordt in het algemeen niet als literair hoogstaand beschouwd.       


{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|Q15434727}}}}  
{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|Q15434727}}}}  

Huidige versie van 5 jun 2016 om 13:14

Severin Anton Averdonk, eigenlijk Anton Clemens Averdonk (1768 - 1817), was een Duitse rooms-katholieke priester en dichter, die de idealen van de Verlichting en de Franse Revolutie vertegenwoordigt.

Hij schreef in 1790 de tekst van de Kantate auf den Tod von Kaiser Joseph II (WoO 87), de rouwcantate die Ludwig van Beethoven componeerde na het overlijden van keizer Jozef II.[1] Waarschijnlijk werkte hij opnieuw met Beethoven samen voor diens Kantate zur Erhebung von Leopold II (WoO 88) ter gelegenheid van de troonsbestijging van de opvolger, keizer Leopold II.

Leven

Severin Anton Averdonk volgde het gymnasium in Bonn en deed examen met de hoogste lof. Hij volgde twee filosofische leergangen aan de universiteit en begon in 1789 met de studie theologie.[2] Toen er opdracht werd gegeven voor een cantate die de rouwplechtigheid voor Joseph II luister moest bijzetten, werd daarvoor Averdonks elegische Ode auf den Tod Josephs und Elisens uitgekozen om als basis te dienen voor Beethovens compositie.[3][2] Averdonk was een broer van de jonggestorven Johanna Helene Averdonk, zangeres aan het keizerlijke hof van Jozef II. Zij had les gehad van Beethovens vader, de tenor Johan van Beethoven. Aan deze connectie had diens zoon de compositieopdracht voor de cantates vermoedelijk te danken. Voor beiden was het een van hun vroegste werken: Averdonk was 22 en Beethoven 20 jaar oud. In zijn – als onbeholpen gekenschetste – cantatetekst gebruikt Averdonk beeldspraak die typisch is voor de Late Verlichting. Zo wordt de overleden keizer gelijkgesteld met de zon en met de "stralen van de godheid". Omdat de tekst van Beethovens huldigingscantate voor Leopold II dezelfde stilistische kenmerken heeft, wordt verondersteld dat ook die door Averdonk is geschreven.

Averdonk bleef als dichter actief, zodat aartshertog Maximiliaan Frans van Oostenrijk in 1791 geringschattend opmerkte dat hij "een tot priester opgeleide minnezanger" geworden was. Hij verhuisde naar de Elzas en werd priester in Uffholtz in de Vogezen, waar hij als voorzitter van de lokale Société des Amis de la Liberté et de l'Egalité de idealen van de Franse Revolutie uitdroeg. Hij schreef ook artikelen voor het Jacobijnse tijdschrift Argos van zijn leermeester Eulogius Schneider.[4] [5] Averdonks dichtwerk wordt in het algemeen niet als literair hoogstaand beschouwd.

Bronvermelding

rel=nofollow