Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

René Victor: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 4: Regel 4:
René Victor was de zoon van Jan Victor, havenambtenaar in Antwerpen, en van Johanna Calle. Hij volgde secundair onderwijs in het Koninklijk Atheneum van Antwerpen, waar hij onder meer [[August Borms]] en [[Omer Wattez]] onder zijn leraars had. Hij werd er voorzitter van de [[Vlaamsche Bond]] in 1912.
René Victor was de zoon van Jan Victor, havenambtenaar in Antwerpen, en van Johanna Calle. Hij volgde secundair onderwijs in het Koninklijk Atheneum van Antwerpen, waar hij onder meer [[August Borms]] en [[Omer Wattez]] onder zijn leraars had. Hij werd er voorzitter van de [[Vlaamsche Bond]] in 1912.


Toen hij in de [[poësis]] zat, verliet hij samen met zijn vriend [[Paul Van Ostaijen]] het atheneum. Ze legden examen af en werden beiden klerk op het stadhuis van Antwerpen. Door twee andere bedienden, [[Herman Vos]] en [[Marten Rudelsheim]] werden ze overgehaald tot het [[activisme]].<ref name="NEVB">{{NEVB|Victor, ridder René|Victor,%20ridder%20René|auteur={{aut|H. Van Goethem}}|p=3298}}</ref>
Toen hij in de [[poësis]] zat, verliet hij samen met zijn vriend [[Paul Van Ostaijen]] het atheneum. Ze legden examen af en werden beiden klerk op het stadhuis van Antwerpen. Door twee andere bedienden, [[Herman Vos]] en [[Marten Rudelsheim]] werden ze overgehaald tot het [[activisme]].<ref name="NEVB">{{NEVB|victor-rene|Victor, René|auteur={{aut|H. Van Goethem}}|p=3298}}</ref>


In 1915 werd de achttienjarige Victor medewerker van ''Het Vlaamsche Nieuws'', een progressief-liberale en Vlaamsgezinde krant. Hij legde in 1916 het homologatie-examen af, dat de volledige stof van het atheneum behelsde.<ref name="Florquin">{{aut|Joos Florquin}}, [http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh17_01/flor007tenh17_01_0007.php Ten Huize Van ..., nr. 17], (uitzending: 18 december 1964), Davidsfonds, Leuven, 1984, op dbnl.org</ref> Van 1916 studeerde hij verder met de bedoeling voor de [[Centrale Examencommissie]] (de  
In 1915 werd de achttienjarige Victor medewerker van ''Het Vlaamsche Nieuws'', een progressief-liberale en Vlaamsgezinde krant. Hij legde in 1916 het homologatie-examen af, dat de volledige stof van het atheneum behelsde.<ref name="Florquin">{{aut|Joos Florquin}}, [http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh17_01/flor007tenh17_01_0007.php Ten Huize Van ..., nr. 17], (uitzending: 18 december 1964), Davidsfonds, Leuven, 1984, op dbnl.org</ref> Van 1916 studeerde hij verder met de bedoeling om voor de [[Centrale Examencommissie]] (de ’Middenjury’) het diploma van doctor in de rechten te behalen. Na de wapenstilstand werd hij geschorst als ambtenaar.<ref name="NEVB"/>
Middenjury") het diploma van doctor in de rechten te behalen. Na de wapenstilstand werd hij geschorst als ambtenaar.<ref name="NEVB"/>


Op twee jaar tijd legde hij bij de Centrale Examencommissie de vijf examens voor het doctoraat rechten af.<ref name="Florquin"/>
Op twee jaar tijd legde hij bij de Centrale Examencommissie de vijf examens voor het doctoraat rechten af.<ref name="Florquin"/>
Regel 39: Regel 38:
In 1931 richtte hij het ''Rechtskundig Weekblad'' op als tegenhanger voor het gezaghebbende Franstalige ''Journal des Tribunaux''. Dit werd een toonaangevend Vlaams tijdschrift voor juristen. Hij bleef er de hoofdredacteur van tot aan zijn dood.
In 1931 richtte hij het ''Rechtskundig Weekblad'' op als tegenhanger voor het gezaghebbende Franstalige ''Journal des Tribunaux''. Dit werd een toonaangevend Vlaams tijdschrift voor juristen. Hij bleef er de hoofdredacteur van tot aan zijn dood.


Hij was de stichter van de ''Vlaamse Rechtskundige Bibliotheek''. Het eerste boek schreef hij zelf.  
Hij was de stichter van de ''Vlaamse Rechtskundige Bibliotheek''. Het eerste boek schreef hij zelf.


In 1935 werd hij lid van de Vereniging voor Wetenschap en ondervoorzitter van de Bond der Vlaamse rechtsgeleerden. Hij was stichtend lid van de in 1938 opgerichte Koninklijke Vlaamse Academiën voor Wetenschappen, Letteren en Schone kunsten van België (de huidige [[Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten]]).
In 1935 werd hij lid van de Vereniging voor Wetenschap en ondervoorzitter van de Bond der Vlaamse rechtsgeleerden. Hij was stichtend lid van de in 1938 opgerichte Koninklijke Vlaamse Academiën voor Wetenschappen, Letteren en Schone kunsten van België (de huidige [[Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten]]).
Regel 78: Regel 77:
* {{aut|Herman Van Goethem}} (ed.), ''Honderd jaar Vlaams rechtsleven. Bij het eeuwfeest van de [[Vlaamse Juristenvereniging]] en de 50ste verjaardag van de vernederlandsing van het gerecht'', 1985.
* {{aut|Herman Van Goethem}} (ed.), ''Honderd jaar Vlaams rechtsleven. Bij het eeuwfeest van de [[Vlaamse Juristenvereniging]] en de 50ste verjaardag van de vernederlandsing van het gerecht'', 1985.
* {{aut|Herman Van Goethem}}, ''René Victor'', in: [[Nationaal Biografisch Woordenboek]], Deel XII, Brussel, 1987.
* {{aut|Herman Van Goethem}}, ''René Victor'', in: [[Nationaal Biografisch Woordenboek]], Deel XII, Brussel, 1987.
* {{NEVB|Victor, ridder René|Victor,%20ridder%20René|auteur={{aut|Herman Van Goethem}}|p=3298}}
* {{NEVB|victor-rene|Victor, René|auteur={{aut|Herman Van Goethem}}|p=3298}}
* {{aut|Luc Duerloo & Paul Janssens}}, ''[[Het Wapenboek van de Belgische Adel]]'', Brussel, 1992.
* {{aut|Luc Duerloo & Paul Janssens}}, ''[[Het Wapenboek van de Belgische Adel]]'', Brussel, 1992.
* {{aut|Oscar Coomans de Brachène}}, ''[[État présent de la noblesse belge]]'', Annuaire 2000, Brussel, 2000.
* {{aut|Oscar Coomans de Brachène}}, ''[[État présent de la noblesse belge]]'', Annuaire 2000, Brussel, 2000.
Regel 85: Regel 84:
{{References}}
{{References}}
}}
}}
 
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q14256231 }}
{{DEFAULTSORT:Victor, Rene}}
{{DEFAULTSORT:Victor, Rene}}
[[Categorie:Vlaams advocaat]]
[[Categorie:Vlaams advocaat]]
Regel 93: Regel 92:
[[Categorie:Belgische adel]]
[[Categorie:Belgische adel]]
[[Categorie:Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
[[Categorie:Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
[[Categorie:Belgisch vrijmetselaar]]
[[Categorie:Geboren in 1897]]
[[Categorie:Geboren in 1897]]
[[Categorie:Overleden in 1984]]
[[Categorie:Overleden in 1984]]
[[Categorie:Begraven op Schoonselhof]]
[[Categorie:Begraven op het Schoonselhof]]
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q14256231 }}

Huidige versie van 13 feb 2024 om 01:57

René Paul Norbert Victor (Antwerpen, 19 januari 18975 november 1984) was een Belgische advocaat, rechtsgeleerde en politicus.

Familiale en persoonlijke gegevens

René Victor was de zoon van Jan Victor, havenambtenaar in Antwerpen, en van Johanna Calle. Hij volgde secundair onderwijs in het Koninklijk Atheneum van Antwerpen, waar hij onder meer August Borms en Omer Wattez onder zijn leraars had. Hij werd er voorzitter van de Vlaamsche Bond in 1912.

Toen hij in de poësis zat, verliet hij samen met zijn vriend Paul Van Ostaijen het atheneum. Ze legden examen af en werden beiden klerk op het stadhuis van Antwerpen. Door twee andere bedienden, Herman Vos en Marten Rudelsheim werden ze overgehaald tot het activisme.[1]

In 1915 werd de achttienjarige Victor medewerker van Het Vlaamsche Nieuws, een progressief-liberale en Vlaamsgezinde krant. Hij legde in 1916 het homologatie-examen af, dat de volledige stof van het atheneum behelsde.[2] Van 1916 studeerde hij verder met de bedoeling om voor de Centrale Examencommissie (de ’Middenjury’) het diploma van doctor in de rechten te behalen. Na de wapenstilstand werd hij geschorst als ambtenaar.[1]

Op twee jaar tijd legde hij bij de Centrale Examencommissie de vijf examens voor het doctoraat rechten af.[2]

Op 24 augustus 1921 trad hij in het huwelijk met Augusta-Frieda De Meulemeester (1897-1982). Als huwelijksgeschenk kregen zij van hun vriend Oscar Jespers een kubistisch portret genaamd „Frieda”.[3]

René Victor vertelde dat hij tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog gedurende acht dagen door de Duitsers aangehouden werd.[2]

Hij werd in 1966 door Koning Boudewijn in de adelstand verheven met de titel van ridder. Zijn devies luidde „Ook Goed”. Zijn wapenschild was: van keel, met een paal van zilver, geknot in het schildhoofd, ondersteund door een dwarsbalk, het geheel vergezeld van drie aanziende koppen van katten.

Op 28 december 1976 was hij medeoprichter van de V.Z.W. Stichting Ridder René Victor, die tot doel heeft de vergelijkende studie te bevorderen van het Belgische en het Nederlandse recht. Zij tracht dit doel te bereiken door onder meer prijsvragen uit te schrijven, opdrachten te verlenen en beurzen en subsidies beschikbaar te stellen.[4]

Na zijn overlijden in 1984 werd René Victor begraven op het Schoonselhof in Antwerpen, naast zijn twee jaar eerder overleden echtgenote.[5]

Advocaat

In 1922 vestigde René Victor zich als advocaat in Antwerpen. Hij liep stage bij advocaat Edouard Pecher, die later voorzitter werd van de Liberale Partij en in 1926 minister van Koloniën was. Victor stond bekend om zijn diepe forse stem, zijn welsprekendheid en zijn hardnekkigheid bij het verdedigen van zijn cliënten. Hij maakte naam in een aantal ophefmakende assisenprocessen. Naar verluidt kon hij met een bijzondere scherpzinnigheid ontwaren waar de sterke en de zwakke punten voor de ene en de andere partij bedolven lagen.[6]

Hij was achtereenvolgens secretaris (1927-1929), ondervoorzitter (1929-1930) en voorzitter (1947) van de Vlaamse Conferentie bij de Antwerpse balie.

Hij maakte deel uit van de raad van de Antwerpse Orde van advocaten. Onder druk van de Duitse bezetter en van de Vlaamse Conferentie van de Balie, die een korte tijd in handen van onvoorwaardelijke collaborateurs was, besliste de raad in 1941 om de joodse advocaten weg te laten van het tableau.[7] Deze beslissing werd na de Bevrijding onmiddellijk ongedaan gemaakt.

Na de oorlog verdedigde Victor enkele belangrijke figuren uit de Vlaamse Beweging die gecollaboreerd hadden, onder wie Gérard Romsée en Hendrik Borginon.

Van 1952 tot 1954 was hij stafhouder van de Antwerpse balie. Als hommage wordt tot op heden jaarlijks in de schoot van de Vlaamse Conferentie bij de Antwerpse balie de „Pleitwedstrijd Ridder René Victor” gehouden.

Rechtsgeleerde

Vanaf 1931 was René Victor hoogleraar staatsrecht en administratief recht aan de Université Libre de Bruxelles. Hij bekleedde er de eerste Nederlandstalige leerstoel als titularis van het vak „algemene grondbeginselen van het recht”.[1] Hij nam in 1941 ontslag uit dit ambt, toen er een conflict rees tussen de universiteit en de bezetter.[2]

Van 1955 tot 1967 doceerde hij de vakken „overzicht van het staats- en administratief recht” en „vergelijkend administratief recht” aan de Rijksuniversiteit van Gent.

In 1931 richtte hij het Rechtskundig Weekblad op als tegenhanger voor het gezaghebbende Franstalige Journal des Tribunaux. Dit werd een toonaangevend Vlaams tijdschrift voor juristen. Hij bleef er de hoofdredacteur van tot aan zijn dood.

Hij was de stichter van de Vlaamse Rechtskundige Bibliotheek. Het eerste boek schreef hij zelf.

In 1935 werd hij lid van de Vereniging voor Wetenschap en ondervoorzitter van de Bond der Vlaamse rechtsgeleerden. Hij was stichtend lid van de in 1938 opgerichte Koninklijke Vlaamse Academiën voor Wetenschappen, Letteren en Schone kunsten van België (de huidige Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten).

In 1964 werd hij voorzitter van de Vlaamse Juristenvereniging. Hij was tevens lid van de Nederlandse Vereniging voor de Wijsbegeerte des Rechts.

In totaal heeft René Victor meer dan 600 publicaties op zijn naam staan. In verschillende boeken heeft hij geprobeerd de toepassing van de filosofische strekkingen op het recht na te gaan. In zijn boeken Een Eeuw Vlaamsch Rechtsleven (1935) en Schets ener geschiedenis van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen (1960) effende hij het pad voor latere historici wat de vernederlandsing van het gerecht betreft.[8] Hij was ook een voorstander van de toenadering tussen juristen uit Nederland en Vlaanderen en van een geleidelijke gelijkschakeling tussen het Nederlandse en het Belgische recht.[9]

Kunstliefhebber

René Victor was een jeugdvriend van de dichter Paul Van Ostaijen. Hij was bevriend met de broers Oscar Jespers (beeldhouwer) en Floris Jespers (schilder) en met de antiekhandelaar en kunstenmecenas François Franck.

Samen met Oscar Jespers verzorgde hij in 1918 de uitgave van het derde boek (Bezette Stad) van Paul Van Ostaijen. Na 1918 zagen René Victor en Paul Van Ostaijen elkaar minder, aangezien de tweede naar Berlijn was gevlucht om aan een veroordeling in België te ontsnappen.

Politicus

Victor behoorde tot de liberale zuil en was vrijmetselaar.

Bij de parlementsverkiezingen in 1936 stond hij als eerste opvolger voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers op de lijst van de liberale partij. Hij zetelde nooit in het parlement.

In 1964 werd hij, als lijsttrekker van de liberale partij, verkozen tot gemeenteraadslid in Antwerpen en was tot in 1977 fractieleider van de liberalen. Hij vond het „als uitgesproken flamingant” belangrijk dat hij in Antwerpen aan het hoofd stond van de liberale partij, die zo dikwijls gedoodverfd werd als de partij van de franskiljons. Hij was ervan overtuigd dat vele mensen de partij verlaten hadden omdat ze er geen voldoening vonden voor hun Vlaamse gevoelens. De liberale partij vond hij belangrijk omdat ze zich verzette tegen klassenstrijd, tegen de te grote inmenging van de staat en omdat ze streed voor de vrijheid [2]

Pionier van de vernederlandsing van justitie in Vlaanderen

René Victor was een voorvechter van het gebruik van het Nederlands in de rechtbanken in Vlaanderen, waar het Frans tot 1935 (het jaar waarin de wet op het taalgebruik in gerechtszaken werd goedgekeurd) vrijwel uitsluitend de voertaal was.

Vooral door de oprichting van het Rechtskundig Weekblad zal zijn naam voor altijd verbonden blijven aan deze belangrijke maatschappelijke omwenteling.

Publicaties

Een bijna volledige bibliografie van René Victor in:

  • Recht in beweging. Opstellen aangeboden aan Prof. Mr. Ridder R. Victor, 2 delen, Antwerpen, 1973.

Belangrijke werken:

  • Het belang van de Nederlandsche wetenschap voor de algemeene rechtstheorie, 1932.
  • Een eeuw Vlaamsch Rechtsleven, 1935
  • De juridische kant van het vraagstuk der academiën, 1937„”
  • Schets ener geschiedenis der Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen, 1960

Literatuur

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. 1,0 1,1 1,2 H. Van GoethemVictor, René, in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Lannoo, Tielt, 1998. Herwerkte uitgave 2023, p. 3298.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 Joos Florquin, Ten Huize Van ..., nr. 17, (uitzending: 18 december 1964), Davidsfonds, Leuven, 1984, op dbnl.org
  3. º Frieda (Oscar Jespers)
  4. º Gecoördineerde statuten, Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, 9 januari 2006
  5. º Grafzerk René Victor en Frieda De Meulemeester
  6. º R. Vandeputte, "Leven en werk van René Victor", Rechtskundig Weekblad, jaargang 1984-1985, 2876
  7. º J. Verstraete, De Jodenverordeningen en de Antwerpse Balie, uitgeverij Larcier, 2001
  8. º H. Van Goethem, "Ridder René Victor", Wetenschappelijke Tijdingen, 1984, pp. 243-245
  9. º R. Vandeputte, "Leven en werk van René Victor", Rechtskundig Weekblad, jaargang 1984-1985, 2872
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow