Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Giuseppe Antonio Brescianello: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Allmusic.com)
 
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Giuseppe Antonio Brescianello''' ([[Bologna (stad)|Bologna]], omstreeks [[1690]] [[Stuttgart]], [[4 oktober]] [[1758]]) was een [[Italië|Italiaans]] [[Barokmuziek|barok]][[componist]] en vioolspeler.
'''Giuseppe Antonio Brescianello''' ([[Bologna (stad)|Bologna]], omstreeks [[1690]] [[Stuttgart]], [[4 oktober]] [[1758]]) was een [[Italië|Italiaans]] [[Barokmuziek|barok]][[componist]] en vioolspeler.


== Leven ==
== Leven ==
De naam van Brescianello komt voor het eerst voor in in een document uit 1715, waarin de [[Lijst van heersers van Beieren|hertog van Beieren]] hem verzoekt vanuit [[Venetië (stad)|Venetië]] naar [[München]] te komen, om deel uit te maken van het [[orkest]] in München om daar te spelen als violist. Al in 1716, toen hij pas een jaar in München actief was, kreeg hij het verzoek om de overleden dirigent [[Johann Christoph Pez]] op te volgen als "Maître van concerten de la chambre" bij het Hof van Württemberg in Stuttgart. In 1717 werd hij benoemd tot [[Kapelmeester|hofkapelmeester]]. In die tijd componeerde hij de "pastorale" [[Opera (muziek)|opera]] ''La Tisbe'', die hij gewijd had aan de aartshertog [[Everhard Lodewijk van Württemberg|Everhard Lodewijk]]. Brescianello hoopte, naar later bleek tevergeefs, dat zijn werk in het theater in [[Stuttgart]] zou worden opgevoerd.  
De naam van Brescianello komt voor het eerst voor in in een document uit 1715, waarin de [[Lijst van heersers van Beieren|hertog van Beieren]] hem verzoekt vanuit [[Venetië (stad)|Venetië]] naar [[München]] te komen, om deel uit te maken van het [[orkest]] in München om daar te spelen als violist. Al in 1716, toen hij pas een jaar in München actief was, kreeg hij het verzoek om de overleden dirigent [[Johann Christoph Pez]] op te volgen als "Maître van concerten de la chambre" bij het Hof van Württemberg in Stuttgart. In 1717 werd hij benoemd tot [[Kapelmeester|hofkapelmeester]]. In die tijd componeerde hij de "pastorale" [[Opera (muziek)|opera]] ''La Tisbe'', die hij gewijd had aan de aartshertog [[Everhard Lodewijk van Württemberg|Everhard Lodewijk]]. Brescianello hoopte, naar later bleek tevergeefs, dat zijn werk in het theater in [[Stuttgart]] zou worden opgevoerd.


Brescianello had een geschil met [[Reinhard Keiser]], die uit was op de positie van Brescianello. De ruzie duurde van 1719 tot 1721. Deze werd uiteindelijk in het voordeel van Brescianello beslist. In 1731 werd hij uiteindelijk benoemd tot de hoogste kapelmeester. Toen in 1737 wegens financiële problemen het hof moest bezuinigen, verloor Brescianello zijn positie. Na 1737 had hij meer tijd om zich te richten op zijn ''12 concerti e sinphonie''. In 1744 waren de financiële problemen bij het hof afgenomen en kreeg Brescianello zijn postie als Oberkapellmeister weer terug vanwege zijn speciale kennis van muziek en uitstekende vaardigheden. Hij leidde de hofkapel en maakte operamuziek tot aan zijn pensionering tussen 1751 en 1755. Zijn opvolger was in eerste instantie Ignaz Holzbauer, die later opgevolgd werd door [[Niccolò Jommelli]].
Brescianello had een geschil met [[Reinhard Keiser]], die uit was op de positie van Brescianello. De ruzie duurde van 1719 tot 1721. Deze werd uiteindelijk in het voordeel van Brescianello beslist. In 1731 werd hij uiteindelijk benoemd tot de hoogste kapelmeester. Toen in 1737 wegens financiële problemen het hof moest bezuinigen, verloor Brescianello zijn positie. Na 1737 had hij meer tijd om zich te richten op zijn ''12 concerti e sinphonie''. In 1744 was de financiële situatie aan het hof verbeterd en kreeg Brescianello zijn positie als Oberkapellmeister weer terug vanwege zijn speciale kennis van muziek en uitstekende vaardigheden. Hij leidde de hofkapel en maakte operamuziek tot aan zijn pensionering tussen 1751 en 1755. Zijn opvolger was in eerste instantie Ignaz Holzbauer, die later opgevolgd werd door [[Niccolò Jommelli]].


== Externe verwijzing ==
== Externe verwijzing ==
* {{Allmusic |class=artist |id=q9061 |tab=works |label=Giuseppe Antonio Brescianello |first= |last= |accessdate=4 maart 2012 }}
{{Link Allmusic artist |id=q9061 |tab=works |label=Giuseppe Antonio Brescianello |first= |last= |accessdate=4 maart 2012 }}


{{DEFAULTSORT:Brescianello, Giuseppe Antonio }}
{{DEFAULTSORT:Brescianello, Giuseppe Antonio }}
Regel 13: Regel 13:
[[Categorie:Italiaans componist]]
[[Categorie:Italiaans componist]]
[[Categorie:Italiaans violist]]
[[Categorie:Italiaans violist]]
[[Categorie:Overleden in Stuttgart]]

Huidige versie van 3 mrt 2018 om 10:51

Giuseppe Antonio Brescianello (Bologna, omstreeks 1690Stuttgart, 4 oktober 1758) was een Italiaans barokcomponist en vioolspeler.

Leven

De naam van Brescianello komt voor het eerst voor in in een document uit 1715, waarin de hertog van Beieren hem verzoekt vanuit Venetië naar München te komen, om deel uit te maken van het orkest in München om daar te spelen als violist. Al in 1716, toen hij pas een jaar in München actief was, kreeg hij het verzoek om de overleden dirigent Johann Christoph Pez op te volgen als "Maître van concerten de la chambre" bij het Hof van Württemberg in Stuttgart. In 1717 werd hij benoemd tot hofkapelmeester. In die tijd componeerde hij de "pastorale" opera La Tisbe, die hij gewijd had aan de aartshertog Everhard Lodewijk. Brescianello hoopte, naar later bleek tevergeefs, dat zijn werk in het theater in Stuttgart zou worden opgevoerd.

Brescianello had een geschil met Reinhard Keiser, die uit was op de positie van Brescianello. De ruzie duurde van 1719 tot 1721. Deze werd uiteindelijk in het voordeel van Brescianello beslist. In 1731 werd hij uiteindelijk benoemd tot de hoogste kapelmeester. Toen in 1737 wegens financiële problemen het hof moest bezuinigen, verloor Brescianello zijn positie. Na 1737 had hij meer tijd om zich te richten op zijn 12 concerti e sinphonie. In 1744 was de financiële situatie aan het hof verbeterd en kreeg Brescianello zijn positie als Oberkapellmeister weer terug vanwege zijn speciale kennis van muziek en uitstekende vaardigheden. Hij leidde de hofkapel en maakte operamuziek tot aan zijn pensionering tussen 1751 en 1755. Zijn opvolger was in eerste instantie Ignaz Holzbauer, die later opgevolgd werd door Niccolò Jommelli.

Externe verwijzing