Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Genderongelijkheid in de Nederlandse politiek: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Genderongelijkheid_in_de_Nederlandse_politiek&oldid=50233326 -e- 23 okt 2017 Ellywa 21 okt 2017)
(geen verschil)

Versie van 7 nov 2017 09:51

De gendergap in de Nederlandse politiek is het feit dat er meer mannen dan vrouwen actief zijn in politieke organisaties dan wel werken als professioneel politicus. In de verschillende politieke gremia binnen de Nederlandse politiek zijn zowel historisch gezien als in de eenentwintigste eeuw meer mannen dan vrouwen actief. Hoewel de gegevens laten zien dat de gendergap, sinds de invoering van het vrouwenkiesrecht en vooral na de tweede feministische golf afneemt, is deze nog steeds fors. Een voorbeeld hiervan is dat Nederland tot en met 2017 nog nooit een vrouw als premier heeft gehad. In meer dan de helft van de andere landen van de Europese Unie is dat wel het geval geweest.[1]

Ter gelegenheid van 100 jaar vrouwenkiesrecht is in 2017 onderzoek gedaan door de Gender Election Observation Mission, onder leiding van Sabra Bano van Gender Concerns International. In het onderzoek wordt geconcludeerd dat er een aantal doorbraken zijn geweest in de deelname van vrouwen aan het bestuur. De onderzoekers zien een volgens hen zorgwekkende daling in het aantal vrouwen dat hoge politieke posities bereikt.[2] Nederland blijft volgens hen ook achter bij de buurlanden, die speciale procedures en campagnes gebruiker met als doel meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Het belang van gendergelijkheid in de politiek

Vele organisaties hebben meningen geuit over het belang van gendergelijkheid in de politiek, waarbij onder andere de volgende punten aan de orde komen:

  • Het is belangrijk dat de overheidsinstellingen de samenleving weerspiegelen.[3]
  • Zowel vrouwen als mannen moeten gelijke invloed kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming.[4]
  • Politieke deelname van vrouwen verhoogt de kans dat vrouwenthema's op de politieke agenda komen.[1]
  • Meer politieke macht betekent een grotere invloed op het beleid.[1] Vrouwen hebben dus politieke macht nodig om de eigen belangen te behartigen.[4]
  • Als meer vrouwen meedoen, zal de politieke besluitvorming ten goede veranderen. Dit geldt zowel voor de inhoud van de besluiten als voor de procedures en de vorm.[4]
  • “Politiek is te belangrijk om alleen aan mannen over te laten”; citaat van Els Borst uit 1998.[1]

Overigens is er ook op andere punten weinig diversiteit in de politiek. Aan het begin van de eenentwintigste eeuw zijn bijvoorbeeld personen uit de Randstad oververtegenwoordigd in het parlement en zijn de meeste parlementariërs van middelbare leeftijd.

Bestand:Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht.jpg
Affiche van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht uit 2016 voor een provinciale landdag in park Zorgvliet te Den Haag.

Oorzaken van genderongelijkheid in de politiek

P.M. Is hier onderzoek naar gedaan?

Als oorzaken van de genderongelijkheid in de politiek worden verschillende redenen genoemd:

  • Voor veel mannen die in de politiek zitten heeft het geen prioriteit om vrouwen een kans te geven. Een vrouw moet daarom daadkracht en moed hebben.[5] Er zijn echter politieke partijen waarin dit niet geldt.[5]
  • Vrouwen vinden de manier waarop politiek wordt bedreven niet interessant en willen daar niet in werken.[5]

Beknopte geschiedenis

Politieke activiteit van vrouwen was voor de eerste feministische golf minimaal. Vrouwen hadden tot het begin van de 20e eeuw geen kiesrecht. Bij de grondwetswijziging van 1917 werd het passief kiesrecht voor zowel vrouwen als mannen ingevoerd. Vrouwen konden vanaf dat moment gekozen worden in de Tweede Kamer. Twee jaar later kregen vrouwen ook actief kiesrecht en konden zij een stem uitbrengen.

Tot de Tweede Wereldoorlog kwamen er slechts enkele vrouwen in het Nederlands parlement. Deze vrouwen hadden allen een universitaire opleiding, waren ongehuwd en kinderloos. Geen enkele vrouw bracht het tot minister.[4] In de periode tot 1976 verbeterde dit marginaal. De meeste kabinetten hadden één vrouwelijke minister of staatssecretaris.[4] Tijdens de tweede feministische golf verdween de discussie óf vrouwen überhaupt wel aan de politiek konden deelnemen, die eerder wel gevoerd werd.[4] Na de verkiezingen van 1977 waren 14% van de leden van de Tweede Kamer vrouw. Het kabinet kende toen 5 vrouwelijke bewindspersonen. Tot 2000 steeg het aantal vrouwelijke parlementariërs tot ca. 35%. In 2017 is het aantal vrouwen in het parlement nog op dit niveau. Het aantal bewindslieden in het kabinet groeit langzaam door, tot 10 bewindslieden in het kabinet Rutte III.

Gendergap in de politieke partijen

Vrouwen binnen politieke partijen

In het Nederlandse politiek systeem spelen politieke partijen een centrale rol. Politieke partijen ontstonden in de tweede helft van de negentiende eeuw.[6] In eerste instantie was de rol van de vrouwen zeer gering, onder andere omdat er geen vrouwenkiesrecht was. Vanaf 1918 konden vrouwen op de gekozen konden worden. Er zijn in de jaren daarna verschillende pogingen geweest om via een speciale vrouwenpartij aan politieke invloed te winnen. De vroegste voorbeelden zijn de Feministische Partij (opgericht in 1918) en de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Organisatie (opgericht in 1919). Het electoraal succes van deze vrouwenpartijen was zeer beperkt.[7] Recenter werd in 1985 de Vrouwenpartij opgericht. In 2017 wilde deze partij meedoen met de Tweede Kamerverkiezingen, maar werd daarvan uitgesloten, omdat de waarborgsom niet betaald was.[8]

Met uitzondering van de SGP waren vrouwen bij alle Nederlandse politieke partijen vanaf hun ontstaan welkom als lid. Er zijn uit het grootste deel van de 20ste eeuw niet veel gegevens bekend over het aantal vrouwelijke leden. Tegen het jaar 2000 varieert het aantal vrouwelijke leden tussen de 25 en 35%.[9] Het aantal bestuursleden is over het algemeen lager. De verschillen zijn het grootst[9] bij de confessionele partijen, waar vooral mannen het bestuur vormen. Een positieve uitzondering is GroenLinks. Deze partij had in 1999 47% bestuursleden die vrouw waren.[9]

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw hebben alle grote poltieke partijen zich uitgesproken evenredige vertegenwoordiging van vrouwen.[9] Ook in 2017 hebben de grote partijen nog steeds deze mening.[10]

PM. Goede bedoelingen, maar hoe zit het na 2000 tot nu? Bijv. bij PVV e.a. populisten?

Vrouwenorganisaties binnen de partijen

Vele van de Nederlandse politiek partijen hebben of hadden een specifieke vrouwenorganisatie.[11] De confessionele partijen hadden al in de 30-er jaren vrouwenorganisaties. Zo was er de Rooms-Katholieke Vrouwenbond, verbonden met de Roomsch-Katholieke Staatspartij. Na de oprichting van de KVP ontstond in 1946 het Katholiek Vrouwendispuut. Bij de CHU hoorden in de jaren 30 informele gespreksgroepen. Van 1935-1980, toen het CDA werd opgericht, had de CHU een formele vrouwenorganisatie: de Centrale van Christelijk Historische Vrouwengroepen. De ARP had een negatieve houding tegenover politieke deelname van vrouwen.[11] Pas in 1955 werden vrouwenorganisaties binnen deze partij erkend. In 1980 werd binnen het CDA het CDA-Vrouwenberaad opgericht.

De socialistische SDAP had al eerder vrouwenorganisaties, namelijk vanaf 1905.[12] In 1908 werden de lokale clubjes verenigid in de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs. De naam van deze organisatie wijzigde verschillende malen. Zo was er vanaf 1969 het Vrouwenkontakt in de PvdA, vanaf 1975 de Rooie Vrouwen in de PvdA. De Rooie Vrouwen besloten zich echter in 1995 op te heffen. Reden voor de opheffing was dat grotere deelname van vrouwen in de politiek een zaak was voor de gehele partij en niet alleen voor een vrouwenorganisatie.[12]

Vrouwennetwerken

In de eenentwintigste eeuw zijn er geen aparte vrouwenorganisaties meer, maar wel zijn er vrouwennetwerken binnen de politieke partijen. GroenLinks heeft Femnet, de VVD heeft het Liberaal Vrouwen Netwerk, de PvdA heeft Vrouwen in de PvdA, het CDA het CDA Vrouwenberaad en D66 het Els Borst Netwerk. Niet alle partijen hebben zo een netwerk, een voorbeeld is de Socialistische Partij. De vrouwennetwerken betrekken vrouwen bij de politiek en gaan ook inhoudelijk op gendervraagstukken in zodat vrouwen invloed hebben op de standpunten van de partij.[10] In 2017 bestaat een niet openbaar samenwerkingsorgaan van alle grote partijen, het Politiek Vrouwen Overleg.

Gendergap in het Nederlands kabinet

De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen wijzigt na elk aantreden van een nieuw kabinet, of na wijziging van de bewindslieden. Het Nederlands kabinet bestaat uit ministers met hun staatssecretarissen van de zittende Nederlandse regering.

Tot 1953 waren er in Nederland alleen mannen beëdigd als minister of staatssecretaris. In dat jaar werd in kabinet Drees II de eerste vrouw als staatssecretaris benoemd, Anna de Waal (KVP). In het kabinet Drees III werd Marga Klompé als eerste vrouw minister.[13] Tot 1980 zat er vaak slechts één vrouw in het kabinet. Daarna nam het aantal vrouwen toe.[14] In onderstaande grafiek met bijbehorende tabel is het aantal ministers en staatssecretarissen aangegeven bij het aantreden van het kabinet. In enkele gevallen gaat het om een gewijzigde samenstelling binnen een maand na het aantreden.[13]

Bestand:Verhouding tussen mannen en vrouwen in NL kabinetten.jpg

Naast dit numerieke verschil geldt dat er ook een kwalitatief verschil. Tot en met 2017 waren slechts enkele vrouwen minister op de belangrijke posten van de zogeheten sociaal economische vierhoek. Uitzonderingen waren twee ministers van Economische zaken, Annemarie Jorritsma (1998 - 2002) en Maria van der Hoeven (2002 - 2007).[15] De belangrijke posten van de vierhoek zijn de premier (minister van Algemene Zaken), de minister van Financiën, de minister van Sociale Zaken en de minister van Economische Zaken.[16]

kabinet Regeerperiode vrouwelijke ministers vrouwelijke staats-secretarissen totaal vrouwen totaal ministers totaal staats-secretarissen percentage vrouwelijke ministers percentage

vrouwelijke staats-secretarissen

percentage vrouwen totaal
beoogd kabinet

Rutte III

2017- 6 4 10 16 8 38 50 42
Rutte II 2012-2017 5 2 7 13 7 38 29 35
Rutte I 2010-2012 3 1 4 13 8 23 13 19
Balkenende IV (zonder PvdA) 2010 3 1 4 12 3 25 33 27
Balkenende IV 2007-2010 5 5 10 16 11 31 45 37
Balkenende III 2006-2007 5 4 9 16 7 31 57 39
Balkenende II 2003-2006 5 5 10 16 10 31 50 38
Balkenende I 2002-2003 1 4 5 14 15 7 27 17
Kok II 1998-2002 4 5 9 13 11 31 45 38
Kok I 1994-1998 4 5 9 14 11 29 45 36
Lubbers III 1989-1994 3 6 9 14 10 21 60 38
Lubbers II 1986-1989 1 3 4 14 11 7 27 16
Lubbers I 1982-1986 2 3 5 14 16 14 19 17
Van Agt III 1982-1982 1 1 2 14 9 7 11 9
Van Agt II 1981-1982 1 5 6 15 17 7 29 19
Van Agt I 1977-1981 1 3 4 16 16 6 19 13
Den Uyl 1973-1977 1 0 1 16 17 6 0 3
Biesheuvel II 1972-1973 0 0 0 14 11 0 0 0
Biesheuvel I 1971-1972 0 1 1 16 13 0 8 3
De Jong 1967-1971 1 0 1 14 11 7 0 4
Zijlstra 1966-1967 1 0 1 13 8 8 0 5
Cals 1965-1966 0 0 0 14 13 0 0 0
Marijnen 1963-1965 1 0 1 13 12 8 0 4
De Quay 1959-1963 1 0 1 13 11 8 0 4
Beel II 1958-1959 1 0 1 9 4 11 0 8
Drees III 1956-1958 0 1 1 15 9 0 11 4
Drees II 1952-1956 0 1 1 18 6 0 17 4
Drees I 1951-1952 0 0 0 16 6 0 0 0

Gendergap in het parlement

De eerste vrouw die in de Tweede Kamer gekozen werd was Suze Groeneweg voor de SDAP. Zij trad aan in 1918. Sindsdien is het aantal parlementsleden langzaam gestegen. In 2017 bedraagt het percentage vrouwen rond de 35% in beide kamers van het parlement.

Verkiezingen voor het parlement

De verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer zijn direct. De leden van de Eerste Kamer worden getrapt gekozen, namelijk door de leden van de Provinciale Staten.

Lijsttrekkers voor de Tweede Kamer verkiezingen

De eerste vrouw die lijsttrekker werd was Ria Beckers in 1977. Marga Klompé, die gedurende 15 jaar minister was, functioneerde in 1952, 1963 en 1967 als lijstaanvoerder van de KVP in enkele provincies. Bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2017 waren er van 28 deelnemende partijen er slechts vier met een vrouwelijke lijsttrekker.[17]

Voorkeursstemmen

Tijdens Tweede Kamer verkiezingen blijken de meeste stemmers op de lijsttrekker te stemmen, maar er kunnen ook voorkeursstemmen worden uitgebracht. Er blijken meer voorkeursstemmen op vrouwelijke kandidaten te worden uitgebracht dan op mannelijke kandidaten.[18] De voorkeursstemmen hebben echter niet altijd tot resultaat dat de kandidaat wordt gekozen. Dat kan komen omdat de persoon al op een verkiesbare plaats stond. Bovendien geldt er een voorkeursdrempel. Tussen 1959 en 2017 zijn ondanks de vele voorkeursstemmen in totaal slechts 16 kandidaten in de Tweede Kamer gekozen via voorkeursstemmen, 9 daarvan waren vrouw.[19] Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 werd door verschillende vrouwenorganisaties een oproep gedaan om de voorkeursstem strategisch uit te brengen,[20] namelijk op een vrouw die nét niet verkiesbaar zou zijn op basis van de laatste peilingen. Deze actie heeft resultaat opgeleverd, vooral de stemmers op D66 en GroenLinks bleken strategisch op een vrouw te stemmen. Van D66 kwamen twee vrouwen, Jessica van Eijs en Antje Diertens, op deze manier in de kamer, bij GroenLinks Isabelle Diks.[21] Bij de VVD werd amper strategisch gestemd. Zoals uit het navolgende blijkt hebben deze acties niet tot resultaat dat minstens de helft van de kamerleden vrouw is, zoals het geval zou zijn bij evenredige vertegenwoordiging van vrouwen.

Leden van de Tweede Kamer

Bestand:Aantal vrouwelijke leden van de Tweede Kamer in Nederland.jpg
Aantal vrouwelijke leden van de Tweede Kamer in Nederland vanaf 1915. Het percentage geldt vanaf 1956, toen de kamer werd uitgebreid naar 150 leden.

Van de 150 leden van de Tweede Kamer is in de periode 1918-2017 maximaal 43% vrouw geweest, namelijk in 2010.[22] Er is een sterke groei te zien vanaf ca. 1975. Vanaf 2010 neemt het aantal vrouwen in de Tweede Kamer weer af.[1]

verkiezings-

jaar

aantal vrouwen

in de Tweede Kamer

percentage tov

150 leden

2017 54 36
2012 60 40
2010 64 42,7
2006 56 37,3
2003 55 36,7
2002 51 34
1998 54 36
1994 49 32,7
1989 38 25,3
1986 30 20
1982 29 19,3
1981 27 18
1977 18 12
1972 15 10
1971 13 8.7
1967 12 8
1963 14 9,3
1959 13 8,7
1956 13 8,7
1952 7 7
1948 5 5
1946 4 4
1937 3 3
1933 5 5
1929 7 7
1925 6 6
1922 7 7
1918 1 1

Leden van de Eerste Kamer

De eerste vrouw in de Eerste Kamer trad aan in 1920, dat was Cary Pothuis-Smit van de SDAP. Zij werd tussentijds gekozen. Het globale beeld in de loop der jaren volgt dat van de Tweede Kamer. In 2017 waren er onder de 75 leden 26 vrouwen, 35%.[17]

Gendergap in de provinciebesturen

In 2017 is slechts 8% van de commissarissen van de Koning een vrouw. In de Provinciale Staten is ruim een derde van de politici een vrouw. Het aantal gedeputeerden bedraagt 24%.[1]

Verkiezingen voor Provinciale Staten

Bij de verkiezingen voor Provinciale Staten is het mogelijk om voorkeursstemmen uit te brengen. Deze voorkeurstemmen hebben vaak succes. Zo werden bij de verkiezingen in 1991 52 kandidaten, waaronder 35 vrouwen, rechtstreeks door de uitgebrachte voorkeurstemmen gekozen. Het gaat hierbij dus om meer vrouwen dan mannen.[18]

Gendergap in de gemeentebesturen

Op gemeentelijk niveau is de participatie van vrouwen nog lager dan dat op landelijk en provinciaal niveau.[10] In 2017 zijn er 8931 gemeenteraadsleden in Nederland. 28% hiervan is vrouw. Van de wethouders is 21% vrouw.[23] Bij de burgemeesters zijn de vrouwen ook ver in de minderheid; vier op de vijf burgemeesters zijn man.[1] . GroenLinks, PvdA en SP hebben in 2017 verhoudingsgewijs meer vrouwen in de gemeenteraden dan de andere partijen.[10] Wel is er sinds tientallen jaren een langzame groei van het aandeel van vrouwen zichtbaar. Het blijkt dat een relatief groot aantal vrouwen vroegtijdig vertrekt. Dat kan vrijwillig zijn, maar kan ook komen doordat de vrouw lager op de kieslijst wordt geplaatst en niet gekozen wordt.[10]

Verkiezingen voor de gemeenteraad

Bij de verkiezingen voor de gemeenteraad kunnen voorkeursstemmen worden uitgebracht. In 1994 is onderzoek gedaan naar de voorkeursstemmen in 58 gemeenten. Hieruit bleek dat 19% van de 416 gekozen vrouwelijke raadsleden direct met voorkeurstemmen waren gekozen. Voor de 1172 gekozen mannelijke raadsleden was er 6% direct met voorkeurstemmen gekozen. Omdat veel van deze vrouwen en mannen toch al op een verkiesbare plaats stonden, was het uiteindelijke effect van voorkeursstemmen beperkt. Vier vrouwen en negen mannen werden alleen op basis van de voorkeursstemmen gekozen.[18]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 (nl) Factsheet Vrouwen in de politiek. Atria (2017-09-18) Geraadpleegd op 2017-10-22
  2. º (en) Nederlandse Samenvatting Aanbevelingen GEOM Eindrapportage - Publications - Gender Concerns International. www.genderconcerns.org Geraadpleegd op 2017-10-22
  3. º Het parlement heeft twee moties behandeld over vrouwen in de politiek. Nederlandse VrouwenRaad Geraadpleegd op 2017-10-22
  4. 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 4,5 (nl) Vrouwen in de vertegen­woordi­gende organen - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  5. 5,0 5,1 5,2 (nl) Waarom zitten er zo weinig vrouwen in de politiek?. Eva Jinek (2017-03-09) Geraadpleegd op 2017-10-23
  6. º (nl) Geschiedenis politieke partijen - ProDemos. ProDemos Geraadpleegd op 2017-10-23
  7. º (nl) Vrouwenpartijen - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  8. º (en-US) Persberichten | vrouwenpartij. www.vrouwenpartij.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  9. 9,0 9,1 9,2 9,3 (nl) Vertegen­woordi­ging vrouwen in politieke partijen - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  10. 10,0 10,1 10,2 10,3 10,4 (nl) Onderzoeksrapport Vrouwenstemmen in de raad. Atria (2016-02-04) Geraadpleegd op 2017-10-22
  11. 11,0 11,1 (nl) Vrouwen in de RKSP, de KVP, de CHU, de ARP en het CDA - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  12. 12,0 12,1 (nl) Vrouwen in de SDAP en de PvdA - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  13. 13,0 13,1 (nl) Kabinetten - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-21
  14. º (nl) Vrouwelijke bewindslieden. www.parlement.com Geraadpleegd op 2017-10-21
  15. º (nl) Toch leuk, een vrouw naast de schatkist. NRC Geraadpleegd op 2017-10-21
  16. º (nl) verdeling ministers analyse / Iedere partij krijgt precies de ministers die zij verdient. Trouw Geraadpleegd op 2017-10-21
  17. 17,0 17,1 (nl) Vrouwen in de politiek. www.parlement.com Geraadpleegd op 2017-10-21
  18. 18,0 18,1 18,2 (nl) Voorkeurstemmen op vrouwelijke kandidaten - Politiek Compendium. www.politiekcompendium.nl Geraadpleegd op 2017-10-22
  19. º (en) Final Report GEOM The Netherlands 2017 - Publications - Gender Concerns International. www.genderconcerns.org Geraadpleegd op 2017-10-22
  20. º Nederlandse VrouwenRaad - 15 maart naar de stembus. Kies een Vrouw. Nederlandse VrouwenRaad Geraadpleegd op 2017-10-22
  21. º (nl) De voorkeursstem als reddingsvest voor vrouwen in de Tweede Kamer - OneWorld. OneWorld (2017-04-04) Geraadpleegd op 2017-10-22
  22. º (nl) Vrouwen in de Tweede Kamer. www.parlement.com Geraadpleegd op 2017-10-21
  23. º Nederlandse VrouwenRaad - Kies een vrouw. Nederlandse VrouwenRaad Geraadpleegd op 2017-10-22
rel=nofollow
rel=nofollow