Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vril-genootschap

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Vril-genootschap (Duits: Vril-Gesellschaft), formele naam: Reichsarbeitsgemeinschaft Das Kommende Deutschland was een occult genootschap in de Weimar-republiek.

Wat historisch over deze groep bekend is, verschilt sterk van de moderne mythologie die zich over deze groep ontwikkelde.

Historische kern

In 1930 verscheen een boekje van een zestigtal bladzijden bij de drukkerij „Astrologische Verlag Wilhelm Becker” in de Schlossstrasse 59 te Berlijn-Steglitz. Het boekje had de titel Vril. Die Kosmische Urkraft. Wiedergeburt von Atlantis. De auteur gebruikte het pseudoniem „Johannes Tӓufer”. De uitgever was een organisatie die zich „Reichsarbeitsgemeinschaft ’Das Kommende Deutschland’” noemde, en waarvan de zetel zich ook te Berlijn bevond, in de Pallasstrasse 7.[1] Hetzelfde jaar verscheen er nog een tweede boekje van de „Reichsarbeitsgemeinschaft”. Dit had de titel Weltdynamismus, maar was ditmaal gedrukt bij Otto Wilhelm Barth Verlag. Beide boekjes verwezen naar elkaar.[1]

Deze Reichsarbeitsgemeinschaft werd mogelijk de basis waar de latere legenden over het Vril-genootschap rond werden gebouwd.[1]

In 1930 gaf de groep een tijdschrift uit met de naam Zeitschrift für Weltdynamismus,[2] maar blijkbaar bleef het bij één enkele uitgave.[3]

De Duitse auteur Peter Bahn veronderstelde in 1996 in zijn essay Das Geheimnis der Vril-Energie (Het geheim van de Vril-energie),[4] dat onder het pseudoniem „Johannes Täufer” (Johannes [de] Doper) mogelijk de invloedrijke astrologische uitgever Otto Wilhelm Barth schuilging. Het pamflet zegt weinig over de groep zelf, behalve dat deze in 1925 werd gesticht om het gebruik van Vril-energie te bestuderen.[5]

Volgens de Duitse historicus Julian Strube is het historische bestaan van de Reichsarbeitsgemeinschaft niet relevant voor de naoorlogse verhalen over het Vril-genootschap, zoals dit onder andere beschreven wordt in het boek door Louis Pauwels en Jacques Bergier. Pauwels en Bergier zouden hun ideeën hebben ontwikkeld zonder iets over deze Reichsarbeitgemeinschaft te weten.[6] Strube stelt ook dat de Vril-kracht niet interessant was voor de andere leden van de Reichsarbeitsgemeinschaft, die de theorieën aanhingen van de Oostenrijkse uitvinder Karl Schappeller (1875–1947).[7]

Reconstructie

Willy Ley, een Duits raketteningenieur die in 1937 naar Amerika emigreerde, schreef in 1947 een artikel met de titel Pseudoscience in Naziland (Pseudowetenschap in Nazi-land) voor het tijdschrift Astounding Science Fiction.[8] Hij schreef dat de enorme populariteit van irrationele zienswijzen voor de oorlog verklaarde waarom het nationaalsocialisme op vruchtbare grond kon vallen. Naast enkele andere groepen beschreef hij een groep die een zogenaamde Vril-kracht zocht:

„De volgende groep was letterlijk gebaseerd op een novelle. Die groep, die zichzelf denk ik Wahrheitsgesellschaft – Waarheidsgenootschap – noemde en die min of meer in Berlijn gevestigd was, gebruikte zijn vrije tijd om naar Vril te zoeken.”[8][9]

Edward Bulwer-Lytton: The Coming Race

Het begrip „Vril” is afkomstig uit een in 1871 verschenen roman The Coming Race van de Engelse schrijver Edward Bulwer-Lytton (1803–1873).[10] Vermoedelijk werd het afgeleid van het Latijnse woord virilis („mannelijk, krachtig”). In deze roman is sprake van een onder de aarde levend ras van supermensen, genaamd de Vril-Ya, die gebruik maken van een geheimzinnige kracht met de naam Vril. Deze kracht kan worden ingezet om te genezen, doden op te wekken of te vernietigen.

Louis Pauwels en Jacques Bergier

De term „Vril-genootschap” duikt voor het eerst op in het boek Le matin des magiciens van de Franse schrijvers Louis Pauwels en Jacques Bergier.[11] Zij stellen dat de nazi-leiding probeerde een alliantie te sluiten met bovennatuurlijke machten. In deze pogingen speelde een occult genootschap een centrale rol. Zij verwezen naar de uitspraken van Willy Ley en naar eigen onderzoek.

Volgens Pauwels en Bergier was het Vril-genootschap een geheim genootschap van occultisten in het Berlijn van voor de nazi’s. Het Berlijnse Vril-genootschap was een soort exclusieve kring binnen het Thule-genootschap. Zij veronderstelden ook dat dit genootschap nauwe contacten had met de Engelse groep met de naam Hermetic Order of the Golden Dawn. De gegevens van Pauwels en Bergier over Vril omvatten ongeveer een tiende van hun boek; de rest is gevuld met andere esoterische speculaties. De auteurs geven niet duidelijk aan waar hun informatie vandaan komt.

Volgens Nicholas Goodrick-Clarke legden Pauwels en Bergier hiermee de basis van de mythen rond de occulte achtergronden van het nazisme, en voelden latere auteurs zich vervolgens aangesproken om over dit thema te schrijven dat blijkbaar commercieel succes beloofde.[12]

Latere beweringen

Enerzijds wordt vaak gesteld dat de „Reichsarbeitsgemeinschaft ’Das Kommende Deutschland’” een sterke invloed had op het opkomende nationaalsocialisme in Duitsland.

In samenzweringstheorieën wordt verteld dat het Vril-genootschap beschikte over bovennatuurlijke krachten, die gebruikt werden om in de nazi-periode geavanceerde vliegmachines te ontwikkelen in de vorm van „vliegende schotels”: „Reichsflugscheiben”.

Documentaire

Bekijk op YouTube  The Vril Society op YouTube

Bronnen

  • Theo Paijmans, Free energy pioneer John Worrell Keely, 1998.
  • Nicholas Goodrick-Clarke, Black Sun – Aryan Cults, Esoteric Nazism and the Politics of Identity, New York University opress, New York en Londen, 2002. ISBN 0-8147-3124-4
  1. 1,0 1,1 1,2 Paijmans, p. 331
  2. º Otto Wilhelm Barth (uitgever), Zeitschrift für Weltdynamismus, In: Archiv für Alchemistische Forschung (Alchemistische Blätter, Deel 2). Deel 2, nummer 2, Otto Wilhelm Barth Verlag, Berlijn 1930 (Zeitschriftendatenbank der Deutschen Nationalbibliothek, ID: 526573-3)
  3. º John Michael Greer, The Element Encyclopedia of Secret Societies, p. 525-526
  4. º Dr. Peter Bahn, Das Geheimnis der Vril-Energie: Berichte und Erfahrungen zu einer mächtigen Naturkraft, Adolf Schneider, Inge Schneider (redactie), Vorträge des Kongresses 1995 im Gwatt-Zentrum am Thunersee, Bern, Jupiter-Verlag A.+l. Schneider, 1996. ISBN 3-906571-14-9 p. 137–146. http://www.padrak.com/ine/NEWHORIZ.html
  5. º Johannes Täufer, „Vril“ – Die Kosmische Urkraft – Wiedergeburt von Atlantis, Herausgegeben im Auftrage der Reichsarbeitgemeinschaft „Das kommende Deutschland“ Zentralbüro, Berlin W 57, Pallasstr. 7. Uitgever: Astrologischer Verlag Wilhelm Becker: Berlin Steglitz, Schloßstraße 69. 1930
  6. º Julian Strube, Vril. Eine okkulte Urkraft in Theosophie und esoterischem Neonazismus, Paderborn/München, Wilhelm Fink, 2013, p. 126–140.
  7. º Julian Strube, Vril. Eine okkulte Urkraft in Theosophie und esoterischem Neonazismus, Paderborn/München, Wilhelm Fink, 2013, p. 98–123.
  8. 8,0 8,1 Willy Ley, Pseudoscience in Naziland in: Astounding Science Fiction, 39 (3), mei 1947, p. 90-98. Engels origineel en Duitse vertaling: http://www.alpenfestung.com/ley_pseudoscience.htm
  9. º „The next group was literally founded upon a novel. That group which I think called itself Wahrheitsgesellschaft—Society for Truth—and which was more or less localised in Berlin, devoted its spare time looking for Vril.”—Willy Ley, Pseudoscience in Naziland
  10. º Edward Bulwer-Lytton, Vril, the Power of the Coming Race, http://www.bibliotecapleyades.net/sociopolitica/vril/index.htm
  11. º Pauwels & Bergier, 1976, p. 302-393.
  12. º „Once Pauwels and bergier had provided this basis stock of myths relating to the occult inspiration of Nazism, further authors were tempted into a sensational field that promised evident commercial success.”—Goodrick-Clarke, 2002, p. 117.