Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pine Ridge Indian Reservation

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Pine Ridge Indian Reservation (ook wel Pine Ridge Agency genoemd; in de taal van de Lakota Oglala Oyanke) is een indianenreservaat gelegen in de zuidwestelijke hoek van de Amerikaanse staat South Dakota. Het is de verblijfplaats van de Oglala Sioux. Het reservaat bestaat uit Shannon County, de zuidelijke helft van Jackson County en Bennett County. De totale oppervlakte van het reservaat bedraagt 2 miljoen hectare. [1]

Geografie

Er zijn drie verschillende geografische regio's in het Pine Ridge Indian Reservation.

  1. In het zuiden en het oosten liggen uitgestrekte open graslanden.
  2. In het centrum van het reservaat gaan de open graslanden geleidelijk over in glooiende met pijnbomen begroeide heuvels en ruggen (vandaar de naam van het reservaat). Ze worden gevormd door de oostelijke uitlopers van de Black Hills, die verder naar het westen liggen.
  3. Ten noorden van de beboste gebieden ligt het het ongeveer 160 000 hectare grote natuurreservaat Badlands National Park.

Politieke indeling

Het Pine Ridge Indian Reservation is ingedeeld in negen districten: Eagle Nest, La Creek, Medicine Root, Pass Creek, Pine Ridge, Porcupine, Wakpamni, White Clay and Wounded Knee. De districten werden opgericht als distributieplaatsen voor overheidsrantsoenen, die vanuit elk district maandelijks werden verspreid. Die rantsoenen bestonden uit bloem, suiker, koffie, bonen, rijst en andere voedingsmiddelen. Zaden, landbouwwerktuigen, karren, dekens, textiel en andere huishoudelijke voorwerpen werden minder vaak bedeeld. [1]

Culturele sites

  • Het Heritage Center is gevestigd in de Red Cloud Indian School, ongeveer 8 km ten noorden van Pine Ridge. Het bevat een uitgebreide kunstcollectie met werken van de inheemse volkeren van de noordelijke prairies. Sinds 1969 organiseert het Heritage Center de Red Cloud Indian Art Show. Aan deze jaarlijkse wedstrijd nemen inheemse Amerikaanse kunstenaars uit de hele natie deel. Alle kunstvoorwerpen die er te zien zijn worden te koop aangeboden.
  • De begraafplaats van Chief Red Cloud ligt op een heuvel boven de campus van de Red Cloud Indian School.
  • Wounded Knee Visitor Center is een nationale historische site ten noordoosten van Pine Ridge. Bezoekers krijgen er informatie over de geschiedenis van het bloedbad dat er in 1890 plaatsvond en over de bezetting ervan door de American Indian Movement in 1973.
  • Cedar Pass Lodge ligt aan de Badlands Park Loop Road in het Badlands National Park. Er is onder andere een museum gevestigd dat culturele en geografische tentoonstellingen organiseert. Cedar Pass Lodge is eigendom van het Oglala Sioux volk en het wordt door hen uitgebaat.
  • Het zuidelijk deel van het Badlands National Park ligt in het noorden van het reservaat. Het hele park is een fossiel bed waar de regen de fossiele overblijfselen van duizenden uitgestorven prehistorische dieren blootlegt. Het park trekt ieder jaar een miljoen toeristen. Het noordelijk deel van het park ligt niet in het reservaat en ontvangt veel meer bezoekers dan het zuidelijke deel. Het ligt dichter bij Interstate 90 en is gemakkelijker bereikbaar.
  • Het Prairie Wind Casino is eigendom van en wordt uitgebaat door de Oglala Sioux Tribe. Het ligt in het zuidwestelijk deel van het reservaat.
  • Het Lakota Trade Center ligt ten oosten van Kyle. Onder andere de Chamber of Commerce, First Nations Bank, Spirit Horse Gallery en Lakota Fund zijn er in ondergebracht. Het opende zijn deuren in 1997 op initiatief van het Lakota Fund. [1]

Geschiedenis

1889: Oprichting

Het Pine Ridge Indian Reservation maakte oorspronkelijk deel uit van het Great Sioux Indian Reservation, [2] dat in 1868 werd opgericht middels het Fort Laramie Treaty [3] (Verdrag van fort Laramie). Het Great Sioux Indian Reservation had een oppervlakte van ongeveer 240 000 km² en besloeg grote delen van South Dakota, Nebraska en Wyoming. In 1876 schond de Amerikaanse overheid het verdrag uit 1868 door een deel (31 000 km²) van de Black Hills open te stellen voor boeren en particuliere belangen. In 1889 werd wat er overbleef van het Great Sioux Indian Reservation verdeeld in zeven afzonderlijke reservaten: Cheyenne River Indian Reservation, Crow Creek Indian Reservation, Lower Brule Indian Reservation, Rosebud Indian Reservation, Sisseton Indian Reservation, Yankton Indian Reservation en Pine Ridge Indian Reservation.

1890: Bloedbad van Wounded Knee

Op 29 december 1890 maakte een groep aanhangers van de nieuw opgerichte Ghost Dance godsdienst een lange tocht naar het Pine Ridge Indian Reservation om te ontsnappen aan hun arrestatie. Ze trokken zuidwaarts door het Badlands National Park. Op de besneeuwde oevers van Wounded Knee Creek werden zowat 300 Lakota mannen, vrouwen en kinderen afgeslacht in een gewelddadige ontmoeting met Amerikaanse soldaten. [4] Het Bloedbad van Wounded Knee maakte op een verschrikkelijke manier een einde aan een eeuwenlange reeks gewapende conflicten tussen inheemse Amerikaanse volkeren en de Amerikaanse regering.

Jaren 1970: Protest en geweld

In februari 1973 bezetten zowat 200 leden van de American Indian Movement (AIM), onder leiding van Russell Means en Dennis Banks Wounded Knee en riepen het uit tot de onafhankelijke Oglala Sioux Nation. Ze verklaarden daar te zullen blijven tot de regering hun eisen zou inwilligen: de afzetting van de huidige president van het reservaat, een overzicht van alle verdragen die door de overheid waren afgesloten en een onderzoekscommissie naar de algemene behandeling van de inheems Amerikaanse bevolking. Wounded Knee werd omsingeld door federale agenten en er begon een belegering, die 71 dagen zou duren en veel belangstelling van de media kreeg. Tijdens de bezetting, waarin afwisselend onderhandeld en geschoten werd, kwamen twee indianen om het leven en werd een federale agent ernstig verwond. In mei 1973 gaven de bezetters zich over in ruil voor de belofte van onderhandeling over de grieven van de indianen. [5]

In 1974 stonden de AIM leiders Russell Means en Dennis Banks terecht voor de bezetting van Wounded Knee. Na een proces, dat acht maanden duurde, werden alle klachten tegen hen ingetrokken. [6]

Op 26 juni 1975 kwam het tot een gewapende confrontatie tussen activisten van AIM en de FBI, waarbij twee agenten en een activist om het leven kwamen. [7] De jacht op de moordenaar(s) van de twee FBI agenten heeft geleid tot de omstreden vrijspraak van AIM leden Robert Robideau en Dino Butler en tot de uitlevering, het proces en de veroordeling van Leonard Peltier. [8] Het opmerkelijke gebrek aan materiële bewijzen in het proces van Peltier is het onderwerp van veel controverse.

In 1976 werd Anna Mae Aquash, een Mi'kmaq activiste en lid van de AIM, vermoord teruggevonden in een uithoek van het reservaat. Aquash zou er binnen AIM van verdacht geweest zijn een informant van de overheid te zijn en zij zou bovendien weet hebben van het feit dat Leonard Peltier in 1975 enkele FBI agenten vermoordde. Pas in 2004 was er een proces over de moord op Aquash.

Bibliografie

  • Dorris Alexander "Dee" Brown, Bury My Heart at Wounded Knee: an Indian history of the American West (1970), Edition 30, illustrated, Macmillan, 2001, ISBN 0805066349, ISBN 9780805066340 [9]

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow