Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

American Indian Movement

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De American Indian Movement (AIM) is een militante inheems Amerikaanse burgerrechtenorganisatie, die in 1968 in Minneapolis werd opgericht om de belangen van de Amerikaanse indianen te verdedigen.

Oprichting en strategie

AIM werd op 28 juli 1968 in Minneapolis opgericht door Dennis Banks, Clyde Bellecourt, Eddie Benton Banai, Herb Powless, George Mitchell, Leonard Peltier en vele anderen uit de inheems Amerikaanse gemeenschap. Russell Means zou later de prominente woordvoerder van de beweging worden. [1] De oprichters van AIM vonden dat de voorvechters van inheems Amerikaanse kwesties, die tot dan toe werkten binnen het Amerikaanse politieke systeem, niet effectief waren geweest. De politiek bleef hun belangen negeren. Ze besloten dat er een agressievere benadering nodig was om gehoord te worden. AIM besloot de media te bespelen om haar eigen onverbloemde boodschap aan het Amerikaanse publiek kenbaar te maken. Er werd voor gezorgd dat iedere actie interessant genoeg was om ze uitvoerig in de binnen- en buitenlandse media te brengen, zodat AIM woordvoerders hun zeg konden doen in interviews met de pers. [2]

Doelstellingen

Het oorspronkelijke doel van AIM was om werkgelegenheidsprogramma’s voor indianen te coördineren in steden en reservaten doorheen de Verenigde Staten en de indianen te beschermen tegen brutaliteit van de politie. AIM maakte daarbij gebruik van CB radio’s en politiescanners om als eerste op de plaats van het vermeende misdrijf aan te komen en eventueel geweld door de politie te voorkomen of vast te leggen. In de daaropvolgende jaren groeiden de doelstellingen aan tot het ganse spectrum van indiaanse eisen: economische onafhankelijkheid, stimuleren van de traditionele cultuur, bescherming van de bij wet vastgelegde rechten en in het bijzonder de autonomie over de stammengebieden en de teruggave van gronden die hen op illegale wjize werden ontnomen. [1]

Acties van AIM

AIM was betrokken bij protestacties die veel belangstelling van de media kregen. [1] Daarnaast werkten ze ook initatieven uit om de leefomstandigheden van de inheemse Amerikanen te verbeteren. [3]

Minneapolis AIM PATROL (1968)

Opgericht om zware brutaliteit van de politiediensten tegenover inheemse Amerikanen aan te pakken. [3]

Bezetting van Alcatraz Island (1969-1971)

In november 1969 bezetten indiaanse activisten, waaronder leden van AIM, Alcatraz Island. Ze eisten de eigendomsakte ervan op. Daarvoor beriepen ze zich op een verdrag van de overheid met de Sioux (Fort Laramie Treaty, 1868), waarin werd bepaald dat ze aanspraak mochten maken op ieder ‘ongebruikt stuk grond’ van de overheid. Na een bezetting van 19 maanden werden ze in juni 1971 door federale agenten van Alcatraz Island verdreven. [1]

Bezetting van Mount Rushmore (1970)

De bezetting van Mount Rushmore in 1970 onder leiding van Russell Means richtte de aandacht van de nationale media op AIM en op de eis van de indianen voor teruggave van het eigendomsrecht van de Black Hills. [4] [5]

Kaping van de MayFlower II (1970)

Op Thanksgiving Day 1970 kaapten meer dan 200 aanhangers van AIM, onder leiding van Russell Means, de Mayflower II tijdens de herdenkingsceremonie voor de 350ste verjaardag van de aankomst van de Pilgrims in Plymouth Rock in de staat Massachusetts. Gekleed in traditionele inheemse kledij, schilderden ze Plymouth Rock rood en hielden ze er een dag van rouw. [4]

Trail of Broken Treaties (1972)

In de herfst van 1972 werd een mars naar Washington D.C. georganiseerd, die de naam Trail of Broken Treaties (Spoor van verbroken verdragen) kreeg. Hiermee wilde een aantal organisaties, waaronder AIM, de aandacht vestigen op de leefomstandigheden en de rechten van de Amerikaanse indianen. De mars eindigde met de bezetting van het hoofdkwartier van het Bureau of Indian Affairs (BIA) en resulteerde in het overhandigen van een 20-Point Indian Manifesto aan president Nixon. [3] [6]

De bezetting van Wounded Knee (1973)

Op verzoek van de traditionele leiders van Pine Ridge Indian Reservation, bezetten AIM aanhangers in februari 1973 de historische site Wounded Knee, bekend van het bloedbad dat daar in 1890 door de Amerikaanse overheid werd aangericht. Ze werden omsingeld door troepen en tussen de onderhandelingen door werd er duchtig over en weer geschoten. Twee Amerikaanse indianen kwamen daarbij om het leven. De onderhandelingen resulteerden na 71 dagen in een wapenstilstand, waarbij de leden van AIM de bezetting opgaven. [7]

The Longest Walk (1978)

In 1978 namen leden van AIM onder leiding van Dennis Banks en Russell Means deel aan de Longest Walk, waarin indianen van San Francisco doorheen de Verenigde Staten naar Washington D.C. stapten. Het werd de langste vredelievende dagmars in Washington D.C. tot dan toe. Door deze demonstratie werd elke anti-indiaanse wetgeving in het congres geblokkeerd.

AIM vandaag

In 1993 viel AIM uiteen in twee fundamenteel verschillende bewegingen. Beide stellen dat ze de authentieke erfgenamen van de AIM traditie zijn en dat de andere de originele principes van de beweging hebben verraden. [8]

National AIM, Inc (NAIMI)

Deze groep is gevestigd in Minneapolis en staat bekend als de AIM Grand Governing Council. De beweging heeft alle kenmerken van een georganiseerde politieke partij onder leiding van Clyde en Vernon Bellecourt. NAIMI wordt naar eigen zeggen flink gesubsidieerd door de overheid van de Verenigde Staten.

Autonomous AIM

Deze vleugel van de beweging bestaat uit een verzameling lokale takken die zichzelf beschrijven als de Confederation of Autonomous Chapters of the American Indian Movement. Deze nieuwe beweging wordt in verband gebracht met Russell Means. De autonome takken hebben een lokale agenda. Ze willen geen centraal bestuur, want dat associëren ze met de dominante cultuur en het is bovendien in tegenspraak met inheemse gebruiken. Autonomous AIM vermijdt bewust financiële banden met de overheid en het bedrijfsleven, waardoor de structuur ervan dichter aanleunt bij de geest van het AIM van de jaren 1960 en 1970. Hoewel de nadruk van Autonomous AIM op het lokale vlak ligt, houden vele locale leiders zich ook bezig met nationale en internationale belangen van de inheemse Amerikanen. [9]

De splitsing werd formeel toen Autonomous AIM in 1993 haar 'Edgewood Declaration' uitgaf, waarbij ze hun grieven over de organisatie en het authoritaire leiderschap van de Bellecourts aan de kaak stelden. [10]

Literatuur

  • Dennis Banks and Richard Erdoes, Ojibwa Warrior: Dennis Banks and the Rise of the American Indian Movement, Norman: University of Oklahoma Press, 2004.
Een autobiografische vertelling, waarin het levensverhaal van Banks verweven wordt met de tradities van de Amerikaanse indianen en de oprichting van de American Indian Movement.
  • Ward Churchill, Indians Are Us? Culture and Genocide in Native North America, Common Courage Press: Monroe, ME, 1994.
Een kritisch onderzoek van de integratie en de commercialisering van de inheems Amerikaanse cultuur in de hedendaagse Amerikaanse cultuur. Churchill geeft een overzicht van films, literatuur en hedendaagse definities van wat het betekent een indiaan te zijn.
  • Ward Churchill, Struggle for the Land: Indigenous Resistance to Genocide, Ecocide and Expropriation in Contemporary North America, Common Courage Press: Monroe, ME, 1993.
Een reeks essays over het terugkrijgen van indiaanse grond, landgebruik en de bedreiging van de grond door de industriële ontwikkeling. Churchill beschrijft de inheemse strijd voor landrechten in zowel de Verenigde Staten als in Canada en de voortdurende weerstandsbewegingen tussen verschillende stammen.
  • Ward Churchill and Jim Vanderwall, Agents of Repression: the FBI's Secret Wars Against the Black Panther Party and the American Indian Movement, South End Press: Boston, 1990.
Churchill en Vanderwall onderzoeken de repressieve activiteiten van de FBI tegen de American Indian Movement en de Black Panther party gedurende de jaren 1960 en 1970.
  • Ward Churchill and Jim Vander Wall, The COINTELPRO Papers: Documents from the FBI's Secret War Against Domestic Dissent, South End Press: Boston, 1991.
Het boek belicht de rol van de FBI tijdens de onderdrukking van linkse groeperingen zoals AIM, de Black Panthers, de Communistische Partij en vele andere in de jaren 1970.
  • Troy R. Johnson, The Occupation of Alcatraz Island: Indian Self-Determination and the Rise of Indian Activism. Urbana: University of Illinois Press, 1996.
Beschrijft gedetailleerd de bezetting van Alcatraz Island in 1969 door meer dan 200 indianen; onderzoekt de motieven van de bezetters; analyseert hoe de bezetting van invloed was op ander gebieden van indiactivisme.
  • Troy R. Johnson, Joane Nagel, and Duane Champagne, eds. American Indian Activism: Alcatraz to the Longest Walk, Urbana: University of Illinois Press, 1997.
Kroniek van dertig jaar Amerikaans Indiaans activisme (1967-1997) met als spil de bezetting van Alcatraz Island door Amerikaanse indianen. Het boek bestaat uit verscheidene essays, die de bezetting en het effect ervan op het Indiaans activisme vanuit verschillende perspectieven bekijken.
  • Peter Matthiessen, In the Spirit of Crazy Horse. New York: Penguin, 1992.
  • Means, Russell, and Marvin J. Wolf. Where White Men Fear to Tread: The Autobiography of Russell Means, New York: St. Martin's, 1995.
Het levensverhaal van Means dat zich toespitst op zijn rol in de American Indian Movement. Er wordt in het bijzonder aandacht geschonken aan zijn betrokkenheid in de indiaanse bezetting van het Bureau of Indian Affairs in Washington en de gewapende bezetting van Wounded Knee.
  • Leonard Peltier and Harvey Arden, Prison Writings: My Life is My Sundance, New York: St. Martin's Press, 1999.
Een verzameling geschriften van de medestichter van de American Indian Movement. Peltier tekent zijn levensloop van activisme tot gevangenis. Hij brengt bewijzen aan voor zijn onschuld in verband met de moord op twee FBI agenten tijdens het beleg van Wounded Knee in 1973.
  • John William Sayer, Ghost Dancing the Law: The Wounded Knee Trial:Cambridge, Mass: Harvard University Press, 1997.
Het boek documenteert het tien maanden durende proces dat volgde op het gewelddadige einde van de bezetting van Wounded Knee in 1973. Sayer belicht de impact van de media op politieke dissidenten.
  • Paul Chaat Smith, Like a Hurricane: The Indian Movement from Alcatraz to Wounded Knee, New York: New Press, 1996.
Analyseert de drie jaar die verstreken tussen de overname van Alcatraz Island in de winter van 1869 tot het beleg van Wounded Knee in 1973.
  • Rex Weyler, Blood of the Land: the Government and Corporate War Against First Nations, Philadelphia, Pa: Gabriola Island, B.C.: New Society Publishers, 1992.
Onderzoekt de contacten tussen Europeanen en indianen en het voortdurende verzet van de First Nations. Focust zich op de permanente schade die de overheid aanricht ten aanzien van de indiaanse gemeenschappen in Noord-Amerika, met een speciale nadruk op de conflicten tussen den American Indian Movement en de regering. [11]

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow

Externe links