Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Karel Jacobus Bernardus Eichelberg

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


Bestand:Eichelberg KJB.jpg
Karel Jacobus Bernardus Eichelberg

Karel Jacobus Bernardus Eichelberg (Amersfoort, 6 januari 1825 - Utrecht, 27 maart 1889) was een Nederlands kapitein der infanterie van het Nederlands-Indische leger, ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse.

Loopbaan

Eichelberg werd op 23 december 1847 vanuit de rang van sergeant-majoor benoemd tot tweede luitenant bij de vierde afdeeling depôt en op 22 februari 1853 bevorderd tot eerste luitenant. Hij werd op 2 augustus 1857 bij het zestiende bataljon bevorderd tot kapitein, op 30 oktober van dat jaar overgeplaatst bij het vijftiende bataljon en verkreeg op 15 januari 1858 een tweejarig verlof naar Nederland; bij terugkeer in Indië, op 20 februari 1860, werd hij geplaatst bij het tiende bataljon. Eichelberg nam vanaf 1860, als opvolger van de aan de ontberingen aldaar overleden kapitein Graas, deel aan de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo bij het zevende bataljon infanterie.

Bestand:Eichelberg,-KJE.jpg
Karel Jacobus Bernardus Eichelberg

Expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo

Toen Amoenthay een versterking onder luitenant de Jongh ontvangen had, beproefde Eichelberg ingevolge verkregen bevelen zich met kapitein Koch in verbinding te stellen. Op 1 mei rukte hij met 100 bajonetten en een veldstuk uit in de richting van Lampehon; de Jongh voerde de voorhoede aan en de dienstdoende officier Middendorp de achterhoede. Na een mars van 1 1/2 uur liep de weg in sawah’s uit. Eichelberg begreep dat de gidsen, bevreesd voor de vijand, hem van de goede weg afbrachten; pas nadat hij tommonggong Mangon Joeda daarover onderhouden had, werd een bos aangewezen en daarop afgegaan. Plotseling opende de vijand, die zich aan de bosrand en achter een versperring in een hinderlaag gelegd had, een levendig vuur, waardoor de voorwacht twee gewonden kreeg. Terwijl de hoofdtroep carré formeerde en het stuk richtte op de vijand, die de bosrand begon te verlaten om met de blanke wapens de colonne aan te tasten, liet de Jongh tirailleurs uitzwermen, daarna verzocht hij de bajonet te mogen gebruiken, en nadat Eichelberg hem met een sectie versterkt had, werd de storm geblazen. Snel week de vijand weer in het bos terug, waar hij de voorwacht met een moordend salvo ontving. Twee manschappen vielen en ook de dappere De Jongh. Door twee kogels dodelijk getroffen viel hij voor de versperring neer.

Dit was oorzaak dat men de bosrand niet nam, maar terugtrok op het carré waar de gewonden verbonden werden; de vijand, nu weer opdringend, werd eerst met kartetsvuur in bedwang gehouden en daarna met de bajonet teruggedreven. De inlandse Hoofden die de colonne vergezelden en met geweren bewapend waren, hadden zich gedurende het gevecht werkloos gehouden en op de vraag waarom zij toeschouwers bleven geantwoord dat zij bang waren! Al vechtend, bereikte men langs een smal pad Tanahabang. Hier stuitte men op de ondoorwaadbare soengej Batang Balangan en omdat de troepen uitgeput waren van vermoeienis en er gebrek was aan transportmiddelen, moest de vervolging gestaakt, de verbinding met de colonne voorlopig opgegeven en de terugtocht aanvaard worden.

Latere loopbaan

Eichelberg werd op 13 juli 1863 overgeplaatst bij het tweede bataljon en vroeg en verkreeg op 15 februari 1864 eervol ontslag met behoud van recht op pensioen. Bij Koninklijk Besluit van 22 maart 1864 nummer 79 werd hij benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse. De Koning besloot bij dat Besluit tot beloning van diegenen van de land- en zeemacht in Nederlands-Indië die zich hadden onderscheiden bij de expeditie tegen het landschap Tjantong in de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo van en met de 26ste tot en met de 30ste april 1863 of bij de gevechten in de genoemde afdeling van ultimo december 1861 af tot en met februari 1863. Eichelberg reisde per Maarten van Rossem van Batavia naar Brouwershaven, waar hij op 28 juli 1864 aankwam. Hij vestigde zich te Utrecht en overleed plotseling, in maart 1889.

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1865. W.A. van Rees. De Bandjermasinsche Krijg van 1859-1863. Twee delen. D.A. Thieme. Arnhem
  • 1893. P.H.K. van Schendel. De Militaire Willemsorde. J.M. Roldanus Cz. Edam
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
rel=nofollow