Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jacobus Lacops

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Jacob la Coupe, Jacques de la Coupe, ook Jacobus Lacobs of Lacops, o.praem. (Oudenaarde, 1541Brielle, 9 juli 1572) was één van de martelaren van Gorcum, die op 9 juli 1572 werden opgehangen door de watergeuzen.

Leven

Jacob de la Coupe was een norbertijns kanunnik uit de Onze-Lieve-Vrouwe-abdij van Middelburg (Zeeland). Hij was een charmante jongeman, die de bijnaam „Jacobellus” kreeg, een samenstelling van zijn naam Jacob en het Latijnse woord voor „mooi”.

Als protestants predikant

Toen de beeldenstormers in 1566 meer dan 400 kerken in de streek plunderden en de abdij van Middelburg innamen, koos de toen 25-jarige man, die al protestantse geschriften gelezen had, samen met twee andere kloosterlingen de kant van de gereformeerden en werd een tijdlang protestants predikant. Hij predikte tegen het katholicisme en schreef een strijdschrift, getiteld Defloratio aureae legendae (’Ontluistering van de gouden legende’) tegen de sterk opbloeiende heiligenverering, zoals gerepresenteerd door de Legenda aurea, een verzameling heiligenlevens. Het strijdschrift werd echter nooit gepubliceerd.[2]

Terugkeer naar de Katholieke Kerk

Toen hij de overtuiging en het verdriet van zijn vader Antoon (of Antonijn)[3] zag, en door gesprekken met zijn broer Adriaan, die ook een premonstratensermonnik was, kwam hij in 1567 tot het besluit dat hij zich vergist had. Hij scheurde zijn zelfgeschreven werk aan stukken en gooide de resten ervan in het vuur. Hij besloot zich te verzoenen met de kloosterorde en werd naar het klooster van Mariënweerd in de Betuwe gestuurd, waar hij twee jaar boete deed. (In vele bronnen is zelfs sprake van vijf jaar, maar dat lijkt chronologisch niet te passen.) Nu schreef hij teksten ter verdediging van de katholieke leer. Waarschijnlijk kreeg hij zijn priesterwijding in deze periode in Mariënweerd.

Zijn oudere broer Adriaan werd pastoor te Monster, en Jacob was kapelaan in een naburige parochie. Hun bejaarde vader woonde mee in de pastorij. Na Adriaans overlijden in 1572 werd Adriaan van Hilvarenbeek, o.praem., pastoor te Monster en werd Jacob de la Coupe daar kapelaan.

Dood

Slechts drie maanden later, op 26 juni 1572, viel de stad Gorcum (Gorinchem) in handen van de anti-Spaanse troepen en extremistische calvinisten. De veroveraars wilden zich wreken voor het hardnekkige verzet van Gorcum tegen het beleg. Aangezien de opstand gericht was tegen de katholieke koning van Spanje, moesten de katholieke geestelijken, die de verdediging van de stad hadden gesteund, het bekopen. Op 27 juni 1572 drongen de geuzen het franciscanenklooster te Gorcum binnen, namen de monniken gevangen en bracht hen naar Den Briel (Brielle) om verhoord en gemarteld te worden.

De priesters te Monster wisten van de situatie en besloten veilig binnen te blijven. In de nacht van 6 op 7 juli werd echter op de dichtgeschroefde deur geklopt. Adrianus, die dacht dat iemand op sterven lag en hij de laatste sacramenten moest gaan toedienen, opende de deur, maar moest vaststellen dat hij in de val gelokt was door een groep watergeuzen. Adriaan, Jacob en zijn vader werden meegenomen naar Den Briel.

Onderweg kregen de geuzen dorst. Zij stelden aan een groep vissers voor om de pastoors te ruilen tegen een vat bier, maar zij weigerden.

Admiraal Lumey vroeg aan Jacobs vader of hij zijn zoon niet kon overtuigen van de rechte leer. Maar nog voor zijn vader kon spreken, onderbrak Jacob en zei dat hij zou vasthouden aan de leer van zijn Moeder de Heilige Kerk.[4] Aangezien de vader geen priester of monnik was, liet men hem vrij. De twee premonstratensers werden in de gevangenis gezet bij de anderen die men uit Gorcum had gebracht.

Samen met achttien anderen, de meesten van hen franciscanen, werd Jacob de la Coupe op 9 juli 1572 opgehangen. Omdat er al vijftien personen voor hem waren opgehangen, was er geen plaats meer aan de balken. Men hing hem daarom aan het uiteinde van de ladder. De lichamen werden naast de plaats van executie in een kuil gegooid. In 1615 werden hun relieken opgegraven.

Verering

Relieken worden bewaard in onder andere Brielle en Gorinchem.

De Martelaren van Gorkum werden zalig verklaard door paus Pius IX op 26 november 1675 en heilig verklaard door Clemens X op 29 juni 1867. Hun feestdag is 9 juli.

Iconografie

Jacobus Lacops wordt afgebeeld met het witte habijt van de norbertijnen (de ’witheren’), met een strop om zijn hals en naast zijn voeten de bonnet of in zijn handen een kelk of monstrans. Vaak wordt hij afgebeeld met een engel die hem een martelarenkroon boven het hoofd houdt, of met een voet op een liggend figuur met een boek, die een protestant (’een ketter’) voorstelt.

Bronnen en weblinks

rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow