Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Houtsoorten
Houtsoorten is de naam van de functionele indeling van het hout afkomstig van bomen en struiken. Een bepaalde houtsoort komt niet noodzakelijkerwijs overeen met één bepaalde boom- of struiksoort. Onder een bepaalde houtsoort kunnen verschillende, op elkaar lijkende boom- of struiksoorten vallen. De indeling in houtsoorten geschiedt op basis van gebruiksmogelijkheden en conventies in de handel. Voor de uiteindelijke eindgebruiker van het hout is de kleur veelal een doorslaggevende factor. De benaming is slechts gedeeltelijk genormeerd.
Hoofdgroepen
Meestal wordt hout in twee hoofdgroepen onderscheiden:
- Loofhout. Loofhout is afkomstig van loofbomen (horend tot de Angiospermen, de bedektzadigen). Loofhout wordt ook wel hardhout genoemd, naar het Engelse "hardwood", wat niets zegt over de hardheid van het hout. Er zijn ook loofbomen die heel zacht hout leveren zoals linde, populier en wilg. De boomsoort is dus belangrijk voor de hardheid, maar ook het groeiklimaat. Een harde houtsoort is azobé, afkomstig uit tropische bossen in Afrika.
- Naaldhout. Naaldhout is afkomstig van naaldbomen (horend tot de Gymnospermen, de naaktzadigen). Naalden zijn een vorm van bladeren. Naaldbomen kunnen ook schubvormige bladeren hebben of brede 'naalden'. Naaldbomen zijn vaak het hele jaar door groen en groeien voornamelijk in de gematigde streken en in de bergen op grotere hoogtes. Naaldhout wordt ook wel zachthout genoemd, naar het Engelse "softwood". Gemiddeld is naaldhout aanmerkelijk zachter dan loofhout. Net als bij loofhout is de boomsoort en het groeiklimaat bepalend voor de hardheid van het hout. De in Nederland meest gebruikte soorten naaldhout zijn vurenhout (afkomstig van Picea abies; fijnspar) en grenenhout (afkomstig van Pinus sylvestris; grove den). Larikshout (afkomstig van Larix-soorten; lork) is evenals grenen een duurzame naaldhoutsoort. Het witte Dennenhout van de naaldboom Abies komt in Nederland weinig voor.
Hout herkennen
Het onderscheid tussen verschillende houtsoorten is, anders dan op het eerste gezicht mag lijken, niet eenvoudig. Als het gaat om een beperkt aantal houtsoorten uit een klein herkomstgebied zijn de belangrijkste soorten redelijk te onderscheiden voor iedereen die daar aanleg voor heeft: bijvoorbeeld de van nature in Nederland of België voorkomende bosbomen. Maar in uitgestrekte landen als Brazilië en Indonesië, met grote bosoppervlakten (voor zover nog niet verdwenen) ligt de zaak totaal anders.
Door de grote diversiteit van tropische wouden en het naast elkaar voorkomen van tientallen soorten uit dezelfde plantengeslachten is het in de praktijk niet meer mogelijk om een onderscheid te maken op soortniveau. Denk bijvoorbeeld aan meranti, een groep handelshout waarbinnen onder andere rode, witte en gele meranti kunnen worden onderscheiden. Elk daarvan (bijv. rode meranti) omvat nog steeds enkele tientallen soorten. Vergelijk ook handelsbenamingen als gerutu, balau en lauan.
Met behulp van houtanatomie is het in veel gevallen mogelijk om deze soortengroepen, of soms zelfs wel de soort, vast te stellen. In de praktijk worden hiermee zeer veel fouten gemaakt, al dan niet expres (vanwege de soms grote commerciële belangen kan het voordelig zijn om hout een onjuiste naam te geven).
Houtanatomie kan op diverse niveaus naar hout kijken: met de loep, met de microscoop, of met een elektronenmicroscoop. De structuur van het hout kan betrouwbare gegevens opleveren voor de identificatie. Sommige aspecten van de microstructuur zijn per soort relatief erg constant, vergeleken met de macrostructuur; hout van dezelfde soort kan, afhankelijk van de groeiplaats en de weeromstandigheden zeer verschillend lijken terwijl de microstructuur weinig varieert.
De microstructuur kan soms ook direct waarneembaar zijn, zonder hulpmiddelen. Hoe kleiner de houtvaten zijn, des te 'fijner is de nerf'. De kleur van hout hangt veelal samen met kleurstoffen in bepaalde cellen. Overigens zijn die kleurstoffen er niet voor het mooi; ze zijn meestal enigszins tot uiterst giftig en dienen om vraat door 'beestjes' binnen de perken te houden. De volumieke massa (bij hout wordt het gewicht niet uitgedrukt in een soortelijk gewicht maar in volumieke massa) hangt samen met de dikte van de celwanden, hoe dikker deze zijn, hoe zwaarder het hout is. Een donkere kleur kan samengaan met een hoge volumieke massa, bijvoorbeeld bij pokhout (Guaiacum sanctum, etc), ebben (Diospyros-soorten), basralocus (Dicorynia guianensis), angelim vermelho (Dinizia excelsa), grenadille (Dalbergia melanoxylon) en vele Acacia- en Eucalyptus- soorten. Maar ook licht gekleurde houtsoorten kunnen zwaar en hard zijn, zoals palmhout (Buxus sempervirens), de vele Diospyros-soorten die geen zwart kernhout vormen, en satijnhout (Chloroxylon swietenia). De donkere soorten bezitten meer of andere kleurstoffen dan de lichtgekleurde soorten.
Verenigingen
De kort na 1930 opgerichte International Association of Wood Anatomists (IAWA) -- een vereniging van mensen die doen aan houtanatomie (in de brede zin des woords) -- bevordert de kennis van hout op microniveau. Deze wetenschappelijke vereniging geeft 4x per jaar haar IAWA Journal uit waarin thema's uit de houtanatomie worden besproken. Onder auspiciën van deze vereniging is ook een database, Inside Wood, opgezet waarmee men aan de hand van micro-kenmerken hout kan proberen te determineren. Hierbij is wel veel voorkennis vereist.
Op amateur-niveau bestaat de Nederlandse vereniging van Houtsoortenverzamelaars (NEHOSOC, opgericht 1947): deze bevordert het verzamelen van houtmonsters; ook verzorgt ze studiedagen met lezingen over en oefening in houtanatomie. Het verenigingsblad heet De houtverzamelaar. In Vlaanderen bestaat de Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs (HCTO, opgericht in 1958),: dit is een meer op de houtvakman gerichte vereniging waar men aan houtherkennen doet en vele Technische mededelingen heeft uitgegeven. In de USA bestaat de International Wood Collectors Society (IWCS, opgericht in 1947, enkele maanden na de Nederlandse vereniging): de IWCS geeft het tijdschrift World of Wood uit.
Voorbeelden van loofhout
Houtsoort | Boom | Wetenschappelijke naam | volumieke massa kg/m3 |
acacia | Acacia spp. | 730-900 | |
afzelia | Afzelia spp. | 730-900 | |
Amerikaans hard esdoorn | Suikeresdoorn | Acer saccharum | 530-720 |
appel (hout) | Appelboom | Malus sylvestris | 540-810 |
azobé | Lophira alata | 940-1100 | |
azijnhout | Steeneik | Quercus ilex | 800-1100 |
beuken | Beuk | Fagus sylvatica | 700 |
berken | Berk | Betula spp. | 650 |
bilinga | Bilinga | Nauclea trillesii | 750-850 |
ebben | Diospyros spp. | 1200 | |
eiken | Eik | Quercus spp. | 700 |
esdoorn | Europese esdoorn | Acer spp. | 610 |
essen | Es | Fraxinus excelsior | 530-830 |
kastanje | Tamme kastanje | Castanea sativa | 550 |
kersen | Amerikaanse vogelkers | Prunus serotina | 500-600 |
linden | Linde | Tillia spp. | 540 |
mahonie | Swietenia spp. | 550-750 | |
meranti | Shorea spp. | 640-860 | |
merbau | Intsia spp. | 800-900 | |
Iroko | Milicia regia spp. | 650-870 | |
noten | Walnoot | Juglans spp. | 610-770 |
paardenkastanje | Paardenkastanje | Aesculus hippocastanum | 540 |
palmhout | Buxus | Buxus sempervirens | 940-1050 |
perenhout | Gewone peer | Pyrus communis | 700 |
pokhout | Guaiacum spp. | 1200-1500 | |
populieren | Populier | Populus spp | 450 |
robinia | Robinia | Robinia pseudoacacia | 540-860 |
Sapupira | sapupira | Angelim da Mara | 680-1000 |
teak | Teakboom | Tectona grandis | 630-680 |
wilgen | Wilg | Salix spp. | 450 |
wengé | Millettia laurentii | 750-1000 | |
kersen | Zoete kers | Prunus avium | 600 |
Voorbeelden van naaldhout
Houtsoort | Boom | Wetenschappelijke naam | volumieke massa (kg/m3) |
grenen | Grove den | Pinus silvestris | 510 |
lariks of lorken | europese lork | Larix decidua en spp. | 530-580 |
oregon pine | douglasspar | Pseudotsuga menziesii | 530 |
vuren | fijnspar | Picea | 460 |
hemlock | hemlockspar | Tsuga spp. | 450 |
parana pine | Araucaria angustifolia | 480-640 | |
pin des landes | Zeeden | Pinus pinaster | |
pitch pine | den | Pinus spp. | 630 |
southern yellow pine | den | Pinus spp. | diverse soorten |
Zie ook
Externe links
- Houtinfo van Centrum Hout
- IAWA - Houtanatomen
- HCTO - Belgische vereniging
- NEHOSOC - Nederlandse vereniging
- IWCS - Internationale vereniging
Vrije mediabestanden over wood op Wikimedia Commons