Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Georg Ratzinger

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Georg Ratzinger (Pleiskirchen bij Altötting (Oberbayern, Duitsland), 15 januari 1924) is een Duits rooms-katholiek priester en kerkmusicus. Hij is de oudere broer van Joseph Ratzinger, die van 2005 tot 2013 het pauselijke ambt uitoefende als Benedictus XVI. De gelijknamige Georg Ratzinger, afgevaardigde in de Rijksdag, was zijn grootoom.

Leven

Georg Ratzinger werd geboren op 15 januari 1924 als zoon van de gendarmeriecommisaris Joseph Ratzinger (6 maart 1877 – 25 augustus 1959) en de uit Rimsting bij de Chiemsee afkomstige Maria Peintner (7 januari 1884 – 16 december 1963), die als kokkin werkte. Hij had een oudere zus, Maria Ratzinger (7 december 1921 – 2 november 1991) en een jongere broer, Joseph Aloisius (16 april 1927). Zijn zus Maria werkte tot haar overlijden in het huishouden van Georg en van de latere paus Benedictus XVI, Joseph Ratzinger.

Toen Georg Ratzinger elf jaar was, speelde hij al op het kerkorgel. In 1935 trad hij in op het kleinseminarie te Traunstein. Daar kreeg hij zijn eerste professionele muziekles. In 1941 hoorde hij voor het eerst de Regensburger Domspatzen, die toen wegens het Mozartjaar 1941 in Salzburg zongen. Dat jaar werd hij, zoals alle Duitse seminaristen sinds 1939 op straf van internering gedwongen waren, lid van de Hitlerjeugd. In de zomer van 1942 werd hij opgeroepen voor de Reichsarbeitsdienst en in de herfst voor de Wehrmacht. In 1944 werd hij in Italië verwond aan zijn rechterbovenarm. Tegen het einde van de oorlog was hij in de omgeving van Napels een krijgsgevangene van de Amerikanen, en in juli 1945 kon hij terugkeren naar Traunstein.

In januari 1946 trad hij samen met zijn jongere broer Joseph, de latere paus Benedictus XVI, in het priesterseminarie van het aarstbisdom München en Freising. Tegelijkertijd zette hij ook zijn muziekstudies verder. Op 29 juni 1951 werden Georg en Joseph Ratzinger door kardinaal Michael von Faulhaber tot priester gewijd. Hij studeerde kerkmuziek aan de Muziekhogeschool in München, terwijl hij ook op een aantal plaatsen als priester ingezet werd. In 1957 haalde hij zijn Master-graad en werd koordirigent in Traunstein (1957 tot 1964).

Op 1 februari 1964 volgde hij Theobald Schrems op als kapelmeester van de Domkathedraal te Regensburg en dirigent van de Regensburger Domspatzen. Onder zijn leiding werden grote werken voor koormuziek ingeoefend (o.a. het Weihnachtsoratorium en Motetten van Johann Sebastian Bach en de Psalmen Davids van Heinrich Schütz). Het koor werd zeer actief in het geven van concerten in de Verenigde Staten, Canada, Scandinavië, Taiwan, Japan, Ierland, Polen, Hongarije, naar het Vaticaan. Jaarlijks deden ze een tournee in Duitsland, en zong ook nog in de liturgische diensten in de Sint-Pieters-Domkathedraal in Regensburg.

In 1976 vierden de Domspatzen hun duizendjarig jubileum. Op 28 mei 1977 dirigeerde Georg Ratzinger het koor toen zijn broer Joseph werd aangesteld tot aartsbisschop van München en Freising. In 1994 trad hij terug als domkapelmeester. Sindsdien is hij kanunnik van de kapittelkerk (Kollegiatstift) Sankt-Johann te Regensburg. Zijn opvolger als koorleider is Roland Büchner.

Op 29 juni 2011 vierde hij samen met zijn broer en anderen te Rome zijn zestigjarig priesterjubileum.

In september 2011 verschenen zijn herinneringen aan zijn broer in boekvorm met de titel: Mein Bruder, der Papst (Mijn broer, de paus), opgetekend door de journalist Michael Hesemann.

Werken

Georg Ratzinger was niet alleen als domkapelmeester (dirigent) actief in de kerkmuziek, maar ook als componist en arrangeur. Ter gelegenheid van het Heilige Jaar 2000 schreef hij de mis L’Anno Santo. Ook een melodie van O du fröhliche, een lied dat de Domspatzen af en toe zingen als bisnummer bij kerstconcerten, werd door hem gecomponeerd.

Erkenningen

In 1967 verleende paus Paulus VI Georg Ratzinger de eretitel „kapelaan van Zijne Heiligheid” (pauselijke kapelaan) en in 1976 de titel „pauselijk ereprelaat”. In 1981 ontving hij de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland, in 1983 de „Beierse Orde van Verdienste” en in 1989 de „Orde van Verdienste, eerste klasse”. Op 23 oktober 1993 verleende paus Johannes Paulus II hem de titel apostolisch protonotaris, de hoogste pauselijke ereprelaat. In 1994 ontving hij het Grote Kruis van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland. In mei 2005 ontving hij ook het „Oostenrijkse ereteken voor wetenschap en kunst eerste klasse” en op 17 januari 2009 het ereteken van Verdienste van der Italiaanse republiek.

In augustus 2008 werd Georg Ratzinger tot ereburger benoemd van Castel Gandolfo, waar hij vaak de zomers doorbracht met zijn broer. Op 25 januari 2009 werd hij, ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag in het kader van een feestelijke vesperviering door bisschop Gerhard Ludwig Müller benoemd tot domheer Ehrendomherrn van de Domkathedraal van Regensburg.[1]

In 2010 ontving hij te Rome de „ereprijs van de Fondazione Pro Musica e Arte Sacra” (Stichting voor Muziek en Heilige Kunst), de hoogste erkenning die door een stichting voort geestelijke kunst muziek wordt gegeven.[2]

Controverses

In maart 2010 kwam aan het licht dat sommige van de Domspatzen seksueel misbruikt waren.[3]

Een componist met de naam Franz Wittenbrink, die tot 1967 op het met de koorschool verbonden internaat zat, beweerde dat er een „gesofisticeerd systeem” heerste „van sadistische bestraffingen, verbonden met seksuele lust”.[3]

Ratzinger zei dat hij in het begin dat hij het koor leidde (vanaf 1964), de „fouten of de weigering goed te presteren” van koorknapen ook met een oorvijg had bestraft, aangezien dit destijds een vanzelfsprekend onderdeel van de opvoeding was, maar dat hij hierbij een slecht geweten had.[4]

De gevallen van misbruik lagen niet in de periode dat Georg Ratzinger het koor leidde (1964-1994).[3] Van seksueel misbruik zei Ratzinger niets geweten te hebben. Dat kan Wittenbrink moeilijk geloven, aangezien naar zijn mening „iedereen het wist”.[3]

In het tijdschrift Der Spiegel werd Ratzinger door sommige voormalige koorzangers voorgesteld als „extreem choleriek en opvliegend”. Nog tegen het einde van de jaren 1980 zou hij bij koorrepetities woedend stoelen tussen de zangers hebben geworpen.[5] Andere voormalige Domspatzen, beklemtoonden kort daarop in de Mittelbayerische Zeitung dat toen zij in het koor waren, dergelijke voorvallen niet waren voorgekomen.[6]

Publicaties

Over Georg Ratzinger
  • Paul Winterer, Der Domkapellmeister. Georg Ratzinger – ein Leben für die Regensburger Domspatzen. Mittelbayerische Druck- und Verlagsgesellschaft, Regensburg 1994, ISBN 3-927529-34-6.
  • Anton Zuber, Der Bruder des Papstes. Georg Ratzinger und die Regensburger Domspatzen, Verlag Herder GmbH, Freiburg 2007, ISBN 978-3-451-29604-8.

Weblinks

Wikiquote  Citaten van of over Georg Ratzinger op Wikiquote

Literatuur van en over Georg Ratzinger in de catalogus van de Deutsche Nationalbibliothek

Verwijzingen

  1. º „Georg Ratzinger wird Ehrendomherr, Melding door het diocees Regensburg, 17 januari 2009
  2. º Italien: Papstbruder erhält Auszeichnung, Radio Vaticano, 25 oktober 2010
  3. 3,0 3,1 3,2 3,3 Kardinal fordert kircheninterne Reinigung, News.de, 6 maart 2010 (dpa)
  4. º Passauer Neue Presse, 9 maart 2010, „Ausmaß dieser Methoden war mir unbekannt“ (dode link)
  5. º www.spiegel.de, geraadpleegd op 14 maart 2010
  6. º Mittelbayerische Zeitung, 16 maart 2010, Ehemalige Domspatzen nehmen Georg Ratzinger in Schutz
rel=nofollow