Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Kwantumsprong

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Kwantumsprong is een politiek-filosofisch essay over de Belgische communautaire situatie waarin gepleit wordt voor het breken van de ondemocratische voorzieningen in de grondwet. De auteur plaatst zich hiermee in de traditie van Lode Claes, die in zijn boek De afwezige meerderheid uit 1985 ook al pleitte voor een soevereiniteitsverklaring van de Vlaamse gemeenschap binnen de Belgische institutionele context. Arnaert neemt hiermee een opmerkelijk standpunt in, aangezien dit niet het standpunt is van de Vlaams-nationalistische partijen.

In het essay gaat de auteur samen met Alissa Rosenbaum op zoek naar de axioma’s van het samenleven en met Friedrich von Hayek eveneens naar de verschillen tussen wettelijkheid en recht. In het boek wordt gepleit voor „het breken van de wet om recht te halen”. Dit is ook de ondertitel. Het kreeg een voorwoord van Matthias Storme.

De titel van het essay is afgeleid van het natuurkundige verschijnsel kwantumsprong.

Samenvatting

Het essay start met een filosofische uiteenzetting over wat werkelijkheid is en hoe we die kunnen kennen. Arnaert stoort zich aan het nihilisme in de politiek waarbij gedaan wordt alsof de waarheid een conventie is. Zoals Ayn Rand gaat hij ervan uit dat de realiteit onafhankelijk van ons denken bestaat. Het komst erop aan te identificeren wat de realiteit is. Hij geeft een toelichting over de in het politieke jargon vaak gebruikte begrippen „compromis” en „redelijkheid”.

Daarna bekijkt hij de uitgangspunten van de betrokkenen in het Belgische communautaire conflict. Hij leidt uit de verkiezingspropaganda van de Nieuw-Vlaamse Alliantie en de Parti Socialiste een aantal basisstellingen af. Deze ziet hij als een conflict tussen verantwoordelijkheid en solidariteit. Arnaert concludeert dat een compromis tussen deze beide principes niet mogelijk is.

Op dit waardenconflict gaat hij nu verder in. Aan de hand van de voorheen gegeven definities analyseert hij wie fundamenteel gelijk heeft. „Gelijk hebben” is „het correct identificeren van de noodzakelijke volgorde van axioma’s”, volgens Rand. In Arnaerts visie komt het axioma van de solidariteit na dat van de verantwoordelijkheid. Hij vergelijkt dit met een taart die men niet kan verdelen voor ze gebakken is. Daaruit besluit hij besluit dat de Vlamingen gelijk hebben, onafhankelijk van wie daar ook over oordeelt.

In hoofdstuk 4 schetst hij het Belgisch institutioneel systeem als „ondemocratisch” en „immoreel”. Het is ondemocratisch omdat het meerderheidssysteem sinds de Staatshervorming van 18 februari 1970 in feite verlaten werd, door het installeren van allerlei pariteiten, alarmbelprocedures en belangenconflicten. In een democratie, zo stelt hij, is er geen niemandsland tussen een meerderheidsbeslissing en een minderheidsblokkering. Het is ofwel de meerderheid, ofwel de minderheid die beslist. Wegens de voorheen beschreven redenen beslist in België steeds de minderheid, aldus Arnaert.

In hoofdstuk 5 gaat hij dieper in op het verschil tussen Law (Wet) en Legislation (Legislatie of Wetgeving), recht en wettelijkheid. Hij volgt hierbij de inzichten van Friedrich von Hayek, die in zijn magnum opus, Law, Legislation and Liberty het verschil aantoonde tussen het natuurrecht en de door mensen gemaakte wetten. Wetgeving die in parlementen gestemd wordt is kwantitatief van aard en wordt door mensen uitgevonden. De morele wet daarentegen is kwalitatief van aard en wordt ontdekt. Het natuurrecht stelt hij gelijk met de morele wet, die niet afhankelijk is van een hoeveelheid stemmen: „La vérité ne se vote pas”. (De waarheid kiest niet.)

In het laatste hoofdstuk licht hij de bedoeling van de boektitel „De Kwantumsprong” toe. Individuele personen die in een totalitaire maatschappij leven, maken volgens zijn observatie op een bepaald moment een sprong van het wettelijke naar het morele. Als voorbeeld verwijst hij naar het Duitse Heimtückegesetz, een wet die het voor Duitse burgers illegaal maakte om kritiek te geven op de nazi's. Het was een ’wet’, dus volledig wettelijk, maar het was ook immoreel. Vervolgens besluit hij dat de Vlamingen, wiens „hoofdstad is verfranst, hun kiesrecht beperkt, hun grondgebied betwist, hun solidariteit beschimpt” ook zo moeten handelen: zij dienen de mensgemaakte wet te breken om het natuurrecht te herstellen.

In de epiloog geeft hij voorbeelden van dissidenten die de kwantumsprong maakten. Onder hen vermeldt hij Rosa Parks in de Verenigde Staten, Roland Jahn in Oost-Duitsland, Aung San Suu Kyi in Birma, Liu Xiaobo in China en ook Flor Grammens, „een Vlaams politiek dissident waar het Belgisch regime tot aan zijn dood geen raad mee wist”.

Het is, zo stelt hij, niet overtrokken om in totalitaire staten onderdrukte dissidenten te vergelijken met Vlamingen in België, want het verschil is „slechts een gradatie in schaal” en „niet in principe”.

Recensies

„Als het debat over de politieke toestand van onze Gemeenschap steeds op dit niveau zou worden gevoerd, zouden we al een stuk verder staan.”
Dr. Matthias Storme, hoogleraar in de rechten aan de KU Leuven

„Een krachtig pleidooi voor ontgrendeling en democratie”
Dr. Hendrik Vuye, hoogleraar constitutioneel recht aan de Universiteit van Namen

„Met dit intrigerende boek treedt Brecht Arnaert in het voetspoor van Lode Claes, die andere erudiete dwarsligger die zijn volk leerde denken.”
Dr. Bart Maddens, hoogleraar politicologie aan de KU Leuven

„Er zijn van die momenten dat een prof trots is op zijn studenten, en de publicatie van dit essay van Brecht Arnaert is er zo een van. Het is een intellectueel en politiek uitdagende tekst die de lezer buiten zekerheden duwt. Hoewel ik het met een aantal zaken niet eens ben, waardeer ik toch de originele en gedurfde manier waarop Brecht de communautaire kwestie benadert en buiten de doos denkt. Zijn tekst is provocerend, prikkelend en verdient daarom gelezen te worden.”
Dr. Carl Devos, hoogleraar politicologie aan de UGent

Op de website van de denkgroep en debatkring Res Publica levert filosoof Johan Sanctorum kritiek op het Objectivisme:

„Ach, dat Objectivisme. (...) Objectief is er ook geen reden om voor Vlaamse onafhankelijkheid te ijveren. De geldstromen van de sociale zekerheid kunnen zich omdraaien, en België geniet internationaal en Europees nog altijd meer krediet dan Vlaanderen. De „clou” ligt elders. Het gaat om intersubjectiviteit en het niveau van de communicatie, die uiteindelijk het niveau van de democratie bepaalt. Sociale cohesie, niet als kleinburgerlijke gezelligheid maar als hoogburgerlijk bewustzijn van een gedeelde cultuur.”
Johan Sanctorum[1]

Op de webstek bij het boek is ook een kritiek opgenomen van Benno Barnard, Nederlands dichter, essayist, toneelschrijver en vertaler:

„(...) Vlaanderen is een van die Europese regio’s waar het provincialisme nooit heeft leren omgaan met het noodzakelijke virus van het kosmopolitisme; daarom laat de gezondheid van het mystieke lichaam der Vlamingen wel wat te wensen over. Maar het standpunt van Brecht Arnaert is minder metaforisch: hij beschouwt de zaak als een juridische en ethische kwestie. Misschien heeft hij gelijk; in elk geval ben ik het als belgicist niet met hem eens.”
Benno Barnard[2]

Bronnen, noten en/of referenties

Weblinks en verwijzingen
rel=nofollow
rel=nofollow