Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Padri-oorlogen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 13 feb 2015 om 00:41 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Padri-oorlogen&oldid=26718489 31 jul 2011 Martijn 2 aug 2004)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geschiedenis van Indonesië
Bestand:Historyofindonesia.png
..Naar chronologie

Vroege vorstendommen

De opkomst van de moslimstaten

Koloniaal Indonesië

De opkomst van Indonesië

Onafhankelijk Indonesië

De Paderi-oorlogen, soms ook Padri-oorlogen, is een gewapende strijd in de 19e eeuw in West-Sumatra, Indonesië.

Voorgeschiedenis

Tot in de 18e eeuw was het gezag over het Minangkabaugebied in Sumatra in handen van een driemanschap van leiders die elk één van de drie Minangkabause valleien bestuurden. Hun macht was gebaseerd op de controle van de goudmijnen totdat de mijnen rond 1780 waren uitgeput. Nieuwe bronnen van inkomsten zoals koffie, zout en textiel waren in handen van de islamitische handelaren. Een groeiende islamitische hervormingsbeweging was het gevolg van de zakelijke activiteiten van deze handelaren.

De leiders van deze hervormers waren de Paderi, rechtzinnige godsdienstleraren. Zij keurden de in hun ogen halfslachtige naleving van de islamitische wetten door de bevolking en het vrouwelijk erfrecht volgens de Minangkabause (matriarchale) adat af. Onder leiding van de Paderi werden de wereldlijk leiders (onder andere de koninklijke familie) afgeslacht omdat ze weigerden gehoor te geven aan de Paderi en hun bevelen.

De oorlog

In 1803 brak in Pandai Sikek (zie ook songket) geweld uit toen een Paderihervormer het nieuwe raadhuis van het dorp in brand stak, gefrustreerd doordat zijn pogingen het gokken, drinken en opiumgebruik af te schaffen mislukten. Tegen 1821 stonden de heuvels rond Agam (bij Bukittinggi) grotendeels onder Paderi-heerschappij, omdat ze in de armere dorpen op de hellingen van de valleien, waar het voedsel schaars was, wel gehoor vond. Ook het Limapuluh Kota-gebied (rondom Payakumbuh) werd bekeerd, zonder veel geweld. In Tanah Datar (het gebied bij Batu Sangkar) vonden hevige gevechten plaats, maar de strijd bleef onbeslist.

Tegen 1818, toen Raffles (zie ook rafflesia) het gebied bezocht, was het hof in Pagarruyung al driemaal volledig verwoest. Zelfs tot in het gebied van de Tapanuli (zuidelijk Batak) breidde het geweld zich uit, en de Tapanuli accepteerden uiteindelijk met het mes op de keel de islam.

Na het einde van de napoleontische oorlogen en de Franse overheersing keerden de Nederlanders terug naar Padang. Ze ontdekten dat de handel ernstig te lijden had gehad onder het geweld in de hooglanden. Om hun positie ten opzichte van de Paderi te verstevigen, sloten ze een verdrag met een neef van de Raja Alam van Pagarruyung, die uitgeweken was naar Padang. Deze schonk de Nederlanders de Tanah Datar-vallei waar de zij een fort bouwden, fort De Kock (de basis voor het huidige Bukittinggi).

Bestand:Ruit van Bonjol 1837 .jpg
De Ruit van Bonjol

Vanuit dit fort versterkten de Nederlanders met behulp van de plaatselijke bevolking hun heerschappij over een groot deel van Tanah Datar en Agam, inclusief Pandai Sikek. De Paderi brachten de opmars tot een halt in 1823(?) door hevig weerstand te bieden. Tijdens de oorlog zetten de Nederlanders alle handel stop en voerden de militaire druk op.

In 1831 braken er opnieuw gevechten uit en ditmaal met meer succes voor de Nederlanders. In 1837 kwam er een eind aan de oorlog toen de stad Bonjol (genoemd naar de machtige Paderi-leider Imam Bonjol) bestormd werd. Dit brak definitief de macht van de Paderi en de macht over de hooglanden was stevig in handen van de Nederlanders.

Generaal-majoor Frans David Cochius, de veroveraar van Bonjol, werd met de Militaire Willems-Orde beloond en voor een aantal "inlandse" soldaten was er een decoratie, de Ruit van Bonjol.