Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kwaliteit van leven: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kwaliteit_van_leven&oldid=45733762)
(terug)
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Kwaliteit van Leven.png|miniatuur|De vier domeinen van kwaliteit van leven]]
'''Levenskwaliteit''' of '''kwaliteit van leven''' wordt gedefinieerd als het functioneren van een persoon op fysiek, psychisch en [[sociaal]] gebied en de [[subjectief|subjectieve]] evaluatie daarvan.  
'''Kwaliteit van leven''' is het functioneren van een persoon op [[Lichaam (biologie)|fysiek]], [[Geest|psychisch]] en [[sociaal]] gebied en de [[subjectief |subjectieve]] evaluatie daarvan. Er bestaan een groot aantal definities van kwaliteit van leven. De [[Wereldgezondheidsorganisatie]] (WHO) hanteert de definitie'' 'de perceptie van individuen op hun levenspositie in de context van de cultuur en het waarden-systeem waarin zij leven en de relatie tot hun doelen, verwachtingen, standaarden en belangen.' ''<ref name="WHOQOL 1997">{{en}}[http://www.who.int/mental_health/media/68.pdf WHO (1997). WHOQOL, Measuring Quality of Life.]</ref><ref name="WHOQOL 1998">{{en}}[http://www.who.int/mental_health/evidence/who_qol_user_manual_98.pdf WHO. (1998; herziene versie 2012). Programme on Mental Health: WHOQOL User manual. Genéve: WHO]</ref> Kwaliteit van leven bestaat uit [[Objectiviteit|objectieve]] en subjectieve aspecten. Objectieve aspecten betreffen beperkingen als gevolg van iemands [[gezondheid]] die door anderen waargenomen en eventueel gemeten kunnen worden. Subjectieve aspecten betreffen aspecten die voorkomen in het oordeel van de persoon over het eigen welzijn en die niet door derden zijn te objectiveren.<ref name="Morrison, Bennet, 2010">{{en}}Morrison, V., Bennet, P., Helm, G., & Bruijn, J. (2010). Gezondheidspsychologie. Pearson Education</ref>
Het bestaat uit relatief [[objectiviteit|objectieve]] en subjectieve aspecten. Objectieve aspecten gaan over het feit of iemand als gevolg van zijn [[gezondheid]] bepaalde beperkingen heeft. Subjectieve aspecten zeggen iets over het oordeel van de persoon over (aspecten van) zijn gezondheid.<ref name="Gezondheidspsychologie">Morrison, V., Bennet, P., Helm, G., & Bruijn, J. (2010). Gezondheidspsychologie. Pearson Education</ref>


== Geschiedenis ==
Levenskwaliteit bestaat uit meerdere domeinen: het fysieke, psychische en sociale domein. Deze domeinen kunnen worden onderverdeeld in kleinere domeinen. Het lichamelijke domein kan onderverdeeld worden in het functioneren en [[pijn]]. Het psychische domein in psychische klachten, zoals [[angst|angstige]] en [[depressie (klinisch)|depressieve]] [[gevoel|gevoelens]] en tenslotte het sociale domein in de mate waarin een [[ziekte]] afbreuk doet aan de mogelijkheid om [[sociale rol|sociale rollen]] te vervullen (functioneren in een [[gezin]], werk en vriendenkring).<ref name="Gezondheidspsychologie" />
[[Bestand:A.C. Pigou.jpg|miniatuur|Arthur Cecil Pigou]]
[[Bestand:Lbj2.jpg|miniatuur|Lyndon B. Johnson]]
De term kwaliteit van leven ([[w:Quality of Life|Quality of Life]]) werd voor het eerst geïntroduceerd in 1920 door een Engelse econoom, [[Arthur Cecil Pigou]].
De voormalige president van de Verenigde Staten, [[Lyndon B. Johnson]], gebruikte de term kwaliteit van leven in zijn presidentiële campagne in 1964 en later in een toespraak tijdens de [[State of the Union]].<ref>{{de}}Knecht, Alban (2010): Lebensqualität produzieren. Eine Ressourcentheorie und Machtanalyse, Wiesbaden: VS-Verlag. S. 18</ref> Bij bepaling van het [[Bruto binnenlands product|bbp]], dat toen al als welvaartsindex werd gebruikt, waren geen subjectieve factoren meegenomen, terwijl het duidelijk werd dat die mede de levenskwaliteit bepalen.
De term werd in Nederland door [[J. P. Groot]] in 1964 beschreven en gebruikt bij een [[methodologie|methodologische studie]] naar het wonen op het platteland.<ref>[http://edepot.wur.nl/292377 Mededelingen landbouwhogeschool Wageningen 72-8 (1972); Groot, JP: Kleine plattelandskernen in de Nederlandse samenleving, schaalvergroting en dorpsbinding]</ref>
In de [[geneeskunde]] heeft de term kwaliteit van leven vanaf 1980 een belangrijke rol gekregen. Dit terwijl de [[WHO]] de term kwaliteit van leven, met betrekking tot de gezondheid, in 1949 al beschreef. In de jaren negentig werd veel onderzoek gedaan naar de betekenis van de term kwaliteit van leven, met als doel, meer duidelijkheid creëren over de term. Men wilde onderzoeken of het begrip multidimensionaal is en hoe het begrip gemeten kan worden.<ref>[http://essay.utwente.nl/57850/1/scriptie_Moonen.pdf Kwaliteit van leven, Het ontwerpen van een vragenlijst voor mensen met een verstandelijke beperking, Berti Moonen (0018554), Afstudeeropdracht Toegepaste CommunicatieWetenschap, Universiteit Twente, 2007]</ref> In 2002 gaf het [[Sociaal en Cultureel Planbureau]] de volgende omschrijving van kwaliteit van leven: ''Het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van de omgeving.''


== Indeling van kwaliteit van leven in domeinen ==
De kwaliteit van het leven kan door veel factoren worden beïnvloed, en deze factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Ook de domeinen kunnen elkaar beïnvloeden. Zo kan het hebben van een lichamelijke beperking, wat een factor is van het fysieke domein, ook het psychische en het sociale domein beïnvloeden.  
Bij kwaliteit van leven worden in veel modellen het fysieke domein, het psychische domein, het sociale domein en het [[omgevingsdomein]] onderscheiden. Daarnaast worden als domeinen ook nog onderscheiden de mate van onafhankelijkheid en het spirituele/religieuze/persoonlijke geloof.<ref name="WHOQOL 1998"></ref> Deze domeinen kunnen verder worden onderverdeeld in subdomeinen. De wijze waarop domeinen en subdomeinen bij kwaliteit van leven worden onderverdeeld, is mede afhankelijk van de definitie of het conceptuele model voor kwaliteit van leven waarmee wordt gewerkt en aspecten die daarin worden onderscheiden. En daaropvolgend de methodiek of het (meet)instrument dat daarbij wordt gebruikt. Vanwege het groot aantal definities en modellen ten aanzien van kwaliteit van leven, de grote hoeveelheid meetinstrumenten voor het bepalen van kwaliteit van leven, de culturele invloed en invloed van eigen normen en waarden op het geven van antwoorden van het onderzochte individu op vragen ten aanzien van kwaliteit van leven, en de culturele invloed en invloed van eigen normen en waarden op het interpreteren van uitkomsten van kwaliteit van leven metingen door individuele onderzoekers, is het complex om een objectief beeld te krijgen ten aanzien van kwaliteit van leven wereldwijd.


== Factoren bij kwaliteit van leven ==
In veel studies over kwaliteit van leven wordt er ook gesproken over een vierde domein, het [[omgevingsdomein]]. In figuur 1 is een schematische weergave zichtbaar van deze vier domeinen.
De kwaliteit van leven kan door veel factoren worden beïnvloed en deze factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Ook kunnen factoren van kwaliteit van Leven binnen de verschillende domeinen elkaar beïnvloeden. Zo kan het hebben van een lichamelijke beperking, wat een aspect is van het fysieke domein, ook het psychisch welbevinden dat onderdeel is van het psychische en de sociale interacties die thuis horen in het sociale domein beïnvloeden.
[[File:Kwaliteit van Leven.png|thumb|right|500px|Figuur 1. De vier domeinen van kwaliteit van leven]]
'''Factoren die van invloed zijn op de levenskwaliteit'''


Factoren van invloed op kwaliteit van leven:
*[[Demografie|Demografische]] factoren: leeftijd, [[cultuur]] en [[gender (sekse)|gender]];
* [[Demografie|Demografische]] factoren: leeftijd, [[cultuur]] en [[gender (sekse)|gender]]
*Psychosociale factoren: [[emoties]] (angst, depressie), [[Coping (psychologie)|coping]];
* Psychosociale factoren: [[emoties]] (angst, depressie), [[Coping (psychologie)|coping]]
*Eventuele aanwezigheid van een [[aandoening]];
* Eventuele aanwezigheid van een [[aandoening]]
*[[Behandeling]].<ref name="Gezondheidspsychologie" />
* [[Behandeling]]<ref name="Morrison, Bennet, 2010"></ref>


== Fysiek domein ==
== Geschiedenis ==
Het fysieke domein is één van de vier domeinen waar kwaliteit van leven in onder verdeeld is. De letterlijke vertaling van fysiek is de stoffelijke gesteldheid van het lichaam <ref>Encyclo.nl, Nederlandse encyclopedie (z.d). Fysiek. Geraadpleegd op 9 december 2015, van: http://www.encyclo.nl/begrip/Fysiek</ref>.Dit houdt in dat het fysieke domein betrekking heeft op alle lichamelijk beperkingen of klachten die de kwaliteit van leven kunnen verlagen. In het ''Figuur Fysieke domein'' wordt het fysieke domein globaal weergegeven.
[[File:Lbj2.jpg|thumb|right|Afbeelding 2. De president van de Verenigde Staten, Lyndon B. Johnson]]
De term kwaliteit van leven (Quality of Life) werd voor het eerst geïntroduceerd in 1920 door een Engelse econoom, [[Arthur Cecil Pigou]]. (Afbeelding 1)


[[File:Definitief figuur.png|thumb| Figuur Fysiek domein]]
De president van de Verenigde Staten, [[Lyndon B. Johnson]] (Afbeelding 2), gebruikte de term levenskwaliteit in zijn presidentiële campagne in 1964 en later in een toespraak tijdens de [[State of the Union]].<ref>Knecht, Alban (2010): Lebensqualität produzieren. Eine Ressourcentheorie und Machtanalyse, Wiesbaden: VS-Verlag. S. 18</ref>


===Beïnvloedende factoren===
De term werd in Nederland door [[J. P. Groot]] in 1964 beschreven en gebruikt bij een [[methodologie|methodologische studie]] naar het wonen op het platteland.<ref>http://edepot.wur.nl/292377</ref>  
De factoren die een invloed uitoefenen op het fysieke domein kunnen onderverdeeld worden in categorieën<ref>Versluijs-Eering, H. (2004, Mei). Het biopsychosociaal model. Opgehaald van Echo: Counseling, Coaching & Training: www.echoecho.nl/echobestanden/Het%biopsychosociaal%20model.pdf</ref>.


''Voorbeschikkende biologische factoren''
In de [[geneeskunde]] heeft de term vanaf 1980 een belangrijke rol gekregen. De [[WHO]] beschreef de term levenskwaliteit reeds in 1949, met betrekking tot de gezondheid. In de jaren negentig werd veel onderzoek gedaan naar de betekenis van de term, met als doel er meer duidelijkheid over te creëren. Men wilde onderzoeken of het begrip multidimensionaal is en hoe het begrip gemeten kan worden.<ref>http://essay.utwente.nl/57850/1/scriptie_Moonen.pdf</ref> In 2002 gaf het [[Sociaal en Cultureel Planbureau]] de volgende omschrijving van kwaliteit van leven: ''Het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van de omgeving.''


Dit zijn biologische factoren die te maken hebben met processen die plaatsvinden in het lichaam van een individu die het ontstaan van een klacht waarschijnlijker of onwaarschijnlijker maken.  
== Fysiek domein ==
Een individu met meerdere fysieke beperkingen heeft een hogere kans op een verminderde kwaliteit van leven dan een individu met geen of minder fysieke beperkingen.  
Het fysieke domein omvat de lichamelijke toestand van mensen. Dit kan onderverdeeld worden in lichamelijke beperkingen en pijn. In het algemeen heeft iedereen recht op zorg van kwaliteit, zoals [[Gezondheidspromotie|gezondheidsbevordering]] en gezondheidsbescherming.<ref>Zorgleefplanwijzer. (2013). zorgleefplanwijzer.nl. Opgeroepen op 18 december 2014, van ''Wat is een ZLP'': http://www.zorgleefplanwijzer.nl/zlp-informatie/wat-is-een-zlp.html</ref> Iedereen in Nederland is verplicht om door middel van een [[Zorgverzekering_(Nederland)|zorgverzekering]] zorgkosten te betalen, zodat men verzekerd is van zorg van een [[huisarts]] of een [[Medisch_specialisme|specialiste]] en deze de juiste zorg kunnen aanbieden.
Het fysieke domein bevat alle lichamelijke aandoeningen, zoals een [[verwonding|wond]] of een versleten heup. Dit beslaat dus een groot en veelzijdig gebied.


''Uitlokkende biologische factoren''
Door het fysieke domein kan gekeken worden hoe kwetsbaar een persoon is. Hierbij wordt gekeken naar de voeding, evenwicht, mobiliteit, kracht, [[zintuig|zintuiglijke]] functies en het uithoudingsvermogen. Het lichamelijk functioneren geeft de belangrijkste criterium om kwetsbaarheid te meten. Bij oudere mensen is het lichamelijk functioneren zelfs de enige maatstaf om de kwetsbaarheid te meten.<ref>Sociaal en Cultureel planbureau. (sd). Opgeroepen op 18 december 2014, van scp.nl: www.scp.nl/dsresource?objectid=27734&type=pdf</ref>


Dit zijn zowel interne als externe biologische factoren die invloed uitoefenen op het individu.
=== Factoren die van invloed zijn op het fysieke domein===
Deze biologische factoren kunnen zorgen voor een verminderde kwaliteit van het individu. Hieronder vallen:
* Lichamelijke gezondheid;
* Pathogene organismen (bacteriën en virussen)
* [[Vermagering|Gewichtsverlies]];
* Leefstijl van een individu (onvoldoende slaap, onvoldoende beweging en ongezond eten kan een ongunstige invloed hebben op de kwaliteit van leven van het individu)
* Verminderde mobiliteit;
* Milieurampen (aardbevingen, overstromingen)
* Verstoord evenwicht;
* Genetische eigenschappen van een individu (bloeddruk, serumcholesterol, overgewicht, etc.)
* Verminderd zintuigelijkvermogen;
* Verminderde grijpkracht; 
* Lichamelijke vermoeidheid.<ref>Fysiotherapie Swalmen. (2014). geriatrie-fysiotherapie. Opgeroepen op 10 december 2014, van fysio-swalmen.nl: http://www.fysio-swalmen.nl/geriatrie-fysiotherapie/faq</ref>


''Onderhoudende biologische factoren''
== Psychisch domein ==
Het psychische domein omvat, zowel positieve als negatieve gevoelens. Positieve gevoelen omvatten gevoelens van [[welzijn|welbevinden]] en negatieve gevoelens omvatten gevoelens van angst, [[woede|boosheid]] en depressie.<ref>Schölzel-Dorenbos, C., & Lange, J. d. (2005). ''Wat is kwaliteit van leven? Verschillen in perspectief tussen mensen met dementie en zorgverleners''. Denkbeeld(17), 43-45.</ref> Daarnaast bestaat het psychische domein ook uit [[cognitie|cognitieve]] klachten, zoals [[aandacht|concentratie]]- en [[geheugen (psychologie)|geheugenstoornissen]].<ref>Locandia, M., & Sprangers, M. (2006). Kwaliteit van Leven. In A. Kaptein, R. Erdman, J. Prins, & H. v. Wiel, ''Medische psychologie'', pp. 155-160. Bohn Stafleu van Loghum.</ref>


Deze biologische factoren zijn factoren die een bestaande klacht helpen in stand te houden. Dit heeft als gevolg dat het negatief ervaren kwaliteit van leven nog negatiever kan worden ervaren door een individu. Dit kunnen factoren zijn die te maken hebben met:
===Factoren die van invloed zijn op het psychische domein===
* Onze lichamelijke conditie, een handicap of medicatie
Het psychische domein kan worden beïnvloed door verschillende factoren. Een van deze factoren is [[materialisme (levenshouding)|materieel]] [[welzijn]], gemeten door het inkomen, de kwaliteit van het huis en de bezittingen. Een volgende factor is de gezondheid. Deze kan gemeten worden aan de hand aan de hand van [[handicap (medisch)|handicaps]] en [[invaliditeit]] en de medische voorziening.
* Onze eet- en leefgewoonten
* Ons milieu


Te denken valt bijvoorbeeld een ongezond eetpatroon bij mensen met overgewicht, of
De productiviteit omvat activiteiten in werk, onderwijs en vrije tijd. Contact met vrienden, de beschikbaarheid van ondersteuning, van familie en naasten zijn onderdelen van de factor [[intimiteit]].  
een lawaaiige omgeving bij hoofdpijnklachten. Daarnaast kunnen ook de factoren: straling, luchtverontreiniging, voedingsadditieven, maar ook de kwaliteit van de woning of van de lokale ruimtelijke ordening invloed hebben op het bestaande complicatie dat een individu ervaart op het gebied van kwaliteit van leven <ref>Harbers MM (RIVM), E. P. (2001, april 1). Info over determinanten van (on)gezondheid. Opgehaald van Website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/determinanten-van-gezondheid/</ref>.  


===Gevolgen van de beïnvloedende factoren===
Het ervaren van [[veiligheid]] en geborgenheid (thuis), de kwaliteit van de slaap en het piekeren, bepalen ook de kwaliteit van leven op het psychische domein. Iemands plaats in de [[samenleving]], het deelnemen aan sociale activiteiten, verantwoordelijkheden nemen en het geven van advies wanneer dat gevraagd wordt, bepalen mede de kwaliteit van leven. De laatste factor, die van invloed is op het psychische domein, is het emotionele welzijn. Deze factor omvat de mogelijkheid om iets te ondernemen en het genieten van het leven.<ref name="Gezondheidspsychologie" /> Omdat het psychische domein nog onderverdeeld kan worden in kleinere domeinen, als angst en depressie, kunnen deze onderdelen ook worden beïnvloed door verschillende factoren.
''Pijn en ongemak''


Hiermee worden onplezierige fysieke gewaarwordingen bij een persoon bedoeld, en tot welke mate deze gewaarwordingen schrijnend zijn en interfereren met het leven. Hieronder valt de controle van de persoon zelf over de pijn en het gemak waarmee pijnvermindering bereikt kan worden. Er wordt verondersteld dat des te makkelijker de verlichting van pijn, des te minder de angst voor pijn zelf en het resulterende effect op kwaliteit van leven. Dezelfde veranderingen in niveaus van pijn kan meer verontrustend zijn dan de daadwerkelijke pijn zelf. Wanneer een persoon niet daadwerkelijk in pijn is, hetzij door inname van medicatie of omdat de pijn van nature aan en uit schakelt, kan zijn/haar kwaliteit van leven beïnvloed worden door de constante dreiging pijn te kunnen ervaren. Het is erkend dat mensen verschillend reageren op pijn, en de verschillende mate van tolerantie en acceptatie van pijn een waarschijnlijke impact heeft op de kwaliteit van leven. Onaangename lichamelijke gewaarwordingen zoals stijfheid, pijn, lang-termijn of kort-termijn pijn, of jeuk zijn hierbij inbegrepen. Pijn wordt aanwezig geacht wanneer een persoon dit meldt, zelfs als er geen medische indicatie aanwezig is.<ref>WHOQOL User manual. Geraadpleegd op 14 december, van: WHO. (1998; herziene versie 2012). Programme on Mental Health: WHOQOL User manual. Genéve: WHO.</ref>
====Factoren die van invloed zijn op angstige gevoelens====
*Onderliggende angst voor de [[dood]] of pijn;
*Angst voor controle verlies;
*De gevoeligheid voor angsten;
*Ingrijpende gebeurtenissen;
*[[Opvoeding]];
*[[Klassieke conditionering|Klassieke]] en [[operante conditionering]]<ref name="Verhulst"> Verhulst, J. (2006). Psychologie voor de gezondheid. Groningen/Houten, The Netherlands: Noordhoff Uitgevers.</ref>


''Energie en vermoeidheid''
==== Factoren die van invloed zijn op depressieve gevoelens ====
*Angsten die een lange tijd aanhouden;
*Ingrijpende (nare) gebeurtenissen of situaties in het leven;
*Geestelijke of lichamelijke uitputting;
*Gevoelens van [[onzekerheid]] en hulpeloosheid;
*De gevoeligheid voor depressie;
*Factoren van ’binnenuit’ (biologische en neurochemische factoren);
*Factoren van ’buitenaf';
*Lichamelijke en sociale veranderingen;
*Na een [[bevalling]] ([[post-partumdepressie|postnatale depressie]]);
*Wanneer het gevoel optreed dat men ’het niet gemaakt heeft’;
*Hormonale veranderingen.<ref name="Verhulst" />


Dit onderdeel verkent de energie, het enthousiasme en het uithoudingsvermogen dat iemand heeft om in staat te zijn de noodzakelijke taken in het dagelijkse leven uit te kunnen voeren. Dit kan zich uiten door middel van het uitschakelen van vermoeidheid tot adequate niveaus van energie tot het euforische gevoel te hebben echt te leven. Vermoeidheid kan voortkomen uit een aantal oorzaken, bijvoorbeeld ziekte, problemen zoals depressies of overbelasting zowel mentaal als fysiek.  
== Sociaal domein ==
Wanneer de kwaliteit van leven vanuit het sociale domein wordt belicht, wordt er naar alle factoren, die van invloed zijn op een individu van buitenaf, gekeken. Hoe beweegt een individu zich in de maatschappij (objectief) en hoe ervaart een persoon dat (subjectief). In de [[Sociale Staat Nederland]](SSN) wordt gebruik gemaakt van de termen [[welvaart]] en [[welzijn]]. Over het algemeen lopen de objectieve en de subjectieve gegevens gelijk. Mensen met een goed inkomen en een groot [[sociaal netwerk]] voelen zich hier ook goed bij.<ref>Rob Bijl, Jeroen Boelhouwer, Evert Pommer, Nathalie Sonck, ''De sociale staat van Nederland'', 2013.</ref>


''Seksuele activiteit''
Er zijn verschillende factoren, die het sociaal welbevinden beïnvloeden. Het  [[Sociale Productie Functie (SPF) theorie]] hanteert drie factoren, die direct van invloed zijn op het sociaal welbevinden:


Wanneer een persoon last heeft van fysieke klachten zoals beperkingen in mobiliteit, pijn of vermoeidheid kan de seksuele activiteit verminderen. Dit kan de kwaliteit van leven beïnvloeden bij niet alleen de persoon die de fysieke klachten ervaart, maar ook zijn/haar partner. De impact hiervan kan afhangen van leeftijd en geslacht.
*Status: Dit kan verworven worden door bijvoorbeeld goed te zijn in een sport of werk.
*Gedragsbevestiging: Dit krijgt men onder anderen door het volgen van de geldende normen of door tot een groep te behoren.
*[[Affectie]]: Hierbij gaat het om het krijgen van emotionele ondersteuning, bijvoorbeeld van de partner.<ref name="Kappen">Kappen, S. (2013) [[Mindfulness]]training en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun</ref>


''Slaap en rust''
Daarnaast wordt in het artikel over de ontwikkeling en betrouwbaarheid van de Zelfredzaamheid-Matrix<ref name="Fassaert">Fassaert, T., Lauriks, S., van de Weerd, S., de Wit, M., & Buster, M. (2013). ''Ontwikkeling en betrouwbaarheid van de Zelfredzaamheid-Matrix'', in: ''Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen'', 91(3), 169-177.</ref> gesproken over een andere factor, die van invloed is op het sociale domein van kwaliteit van leven, de [[Algemene_dagelijkse_levensverrichtingen|zelfredzaamheid]]. Onder de zelfredzaamheid verstaat men het realiseren van een acceptabel niveau van functioneren op de belangrijke domeinen van het leven, al dan niet door adequaat en tijdig informele en/of formele hulp te organiseren. Men spreekt ook wel van algemene dagelijkse levensverrichtingen.<ref name="Fassaert" />


Dit onderdeel betreft hoe slaap en rust, en problemen op dit gebied, de kwaliteit van leven van een persoon beïnvloed. Voorbeelden van slaapproblemen zijn moeilijk kunnen slapen, wakker worden tijdens de nacht, vroeg wakker worden in de ochtend, het niet in staat zijn om weer in slaap te vallen en gebrek aan opladen van energie uit de slaap.  
Ten slotte bepaalt de hoeveelheid grip, die een individu op het leven heeft, ook het sociaal welbevinden. Hoe meer iemand denkt zelf invloed te hebben op de dingen die hem of haar overkomt, hoe hoger het sociaal welbevinden wordt ervaren. Daarnaast geldt dat hoe beter men in staat is om sociaal te functioneren, hoe hoger het sociaal welbevinden. Met het sociaal functioneren wordt, de capaciteit van een persoon om te functioneren in verschillende maatschappelijke rollen, zoals werknemer, familielid of vriend, bedoeld. In het kader van kwaliteit van leven geldt: hoe hoger de ervaren grip op het leven en op het sociaal functioneren, hoe beter de kwaliteit van leven is.<ref name="Kappen" />


''Sensorische functies''
===Factoren die van invloed zijn op het sociale domein===
* Sociaal-economische status: opleidingsniveau, beroepsklasse/functieniveau, inkomensniveau.<ref>Kunst, A. E., Dalstra, J. A., Bos, V., Mackenbach, J., Otten, F. W. J., & Geurts, J. J. M. (2005)</ref> Ontwikkeling en toepassing van indicatoren van sociaal-economische status binnen het Gezondheidsstatistisch Bestand. Centraal Bureau voor de Statistiek.
* [[Etniciteit|Etnische]] achtergrond;
* [[Burgerlijke staat]];
* [[Chronische_ziekte|Chronische]] [[stress]];
* Ingrijpende levensgebeurtenissen;
* [[persoonlijkheid|Persoonlijkheidskenmerken]];
* Sociale steun;
* Belastende omstandigheden bij jongeren;
* Arbeidsomstandigheden.


Sensorisch betekent ‘betrekking hebben op alle zintuigen’.  Problemen op dit gebied kunnen zich uiten in slechtziendheid, slechthorendheid, problemen met reukvermogen en problemen met de mond of de huid.  Als er één of meerdere problemen worden ervaren op het gebied van sensorische functies, kan dit invloed hebben op het de kwaliteit van leven bij een persoon <ref>K. Dictionaries Ltd. (2007-2014). Nederlands woordenboek. Geraadpleegd op 14 december 2015, van http://www.woorden.org/woord/sensorisch </ref>.  
== Omgevingsdomein ==
Het omgevingsdomein omvat de invloeden van buitenaf op het individu. De omgeving kan een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van leven.


===Vragenlijsten===
Voorbeelden van invloeden van buiten af zijn, de fysieke veiligheid en beveiliging, dit omvat het gevoel van fysieke veiligheid en beveiliging tegen lichamelijke schade. Deze factor draagt ook bij aan het gevoel van vrijheid van de persoon. Het gevoel van veiligheid kan geschaad worden door andere mensen of politieke onderdrukking.
De kwaliteit van leven binnen het fysieke domein wordt gemeten aan de hand van vragenlijsten, die de persoon zelf invult. Voorbeelden van meetinstrumenten zijn: de MVI-20, de GSQS, [[de GARS]] en de MPQ schaal.


''MVI-20''
De thuisomgeving, de omgeving waar het individu in woont, bepaald de kwaliteit van leven door het aantal huisgenoten en wie deze huisgenoten zijn, de hygiëne, de privacymogelijkheden, de faciliteiten (gas, licht, water) en de kwaliteit van het gebouw zelf (krakende vloeren, lekkend dak, etc.).


De Multidimensionale Vermoeidheids Inventory (MVI-20) meet de mate van vermoeidheid. Dit kan gemeten worden door middel van een vragenlijst die uit 20 items bestaat. In de lijst zijn algemene vermoeidheid, fysieke vermoeidheid, verminderde activiteit, verminderde motivatie en mentale vermoeidheid opgenomen. De persoon kan zelf op een schaal die loopt van ‘ja dat klopt tot nee dat klopt niet’ zelf aangeven in hoeverre men met een item eens is. Hierbij is ‘4’ de laagste score en ‘20’ de hoogste. Een score van 4 betekent het minst vermoeid en een score van 20 het meest vermoeid. <ref>Kok, G. (2007). Hyperacusis – Een onderzoek naar het psychisch, fysiek en sociaal functioneren en de globale kwaliteit van leven van mensen die te veel horen. Groningen : Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid UMCG .</ref>.
Het bezit van financiële middelen. Dit gaat om het zicht van het individu op zijn of haar financiële middelen en voor hoever deze middelen en de benodigdheden voor een gezonde en comfortabele [[levensstijl]] tegemoet komen. Het beeld van wat men zich kan veroorloven en wat men zich niet kan veroorloven, beïnvloedt kwaliteit van leven.


''GSQS''
De toegankelijkheid en kwaliteit de [[gezondheidszorg]]. Hiermee wordt bedoeld het zicht van het individu op de gezondheidszorg in zijn of haar omgeving. Het gaat om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van hulp vanuit de gezondheidszorg en de kwaliteit en volledigheid, die hij of zij hiervan ontvangt of verwacht te ontvangen.


De Algemene versie van Slaap Kwaliteitsschaal (GSQS) wordt gebruikt om slaapproblemen te meten. Deze vragenlijst bestaat uit 14 items waarbij respondenten bij iedere item een 1(wel een slaapprobleem) of een 0( geen slaapprobleem) kunnen scoren. De eindscore geeft aan hoeveel slaapproblemen iemand ervaart met een maximum van 14 scores. Dit meetinstrument brengt de subjectieve kwaliteit van nachtrust in kaart.
Mogelijkheden tot het werven van [[kennis]] en [[vaardigheden]]. Hierbij gaat het om de kansen en het verlangen om nieuwe vaardigheden te leren, nieuwe kennis te werven en het gevoel te hebben dat ze up-to-date zijn. Voor sommigen is dat het wereldnieuws lezen, voor anderen is dat roddelen.


''MPQ schaal''
[[Participatie|Participeren]] in [[recreatie]] en mogelijkheden voor [[vrije tijd|vrijetijdsbesteding]]. Dit facet verkent iemands vermogen, kansen en neiging om deel te nemen in de vrije tijd, hobby's, sport en ontspanning.


De McGill Pain Questionnaire (MPQ) is het meest gebruikte instrument om de pijn die een persoon ervaart te meten. Deze vragenlijst bestaat uit vier onderdelen die door de patiënt zelf ingevuld kan worden.
De fysieke omgeving verkent het inzicht van de persoon op zijn of haar omgeving. Het gaat hierbij om lawaai, vervuiling, klimaat en de algemene esthetiek van het milieu en of dit hun levenswaliteit verbetert of vermindert.
Het eerste onderdeel bestaat uit 20 sub schalen. Iedere sub schaal bestaat uit 3 tot 4 pijnbeschrijvende woorden die zijn geordend naar oplopende intensiteit. Bij het invullen van de vragenlijst moet de patiënt het woord omcirkelen die de pijn op dat moment het beste weergeeft. Het doel van deze pijnwoordenlijst is om de aard en intensiteit van de pijn vast te stellen<ref>B.J.P. Crul, B. v. (2005). Pijn Info . Houten: Bohn Stafleu van Loghum. </ref>.
 
Deze woorden hebben betrekking op één van de volgende drie dimensies:
 
* De sensorische dimensie: Deze dimensie omvat de zintuiglijke kenmerken, zoals druk, temperatuur, plaats en tijdsduur.
* De affectieve dimensie: Deze dimensie heeft betrekking op de emoties, zoals spanning of angst.
* De evaluatieve dimensie heeft betrekking op de cognitieve beoordeling van de pijn, zoals ‘matig’ of ‘hinderlijk’.
 
De score bestaat uit een ‘Pain Rating Index’ (PRI). Ieder woord heeft een bepaalde waarde. Als de vragenlijst is ingevuld worden de waarden van de gekozen woorden bij elkaar opgeteld en komt er een score uit. Deze kan per dimensie berekend worden. Tevens kan het aantal gekozen woorden (number of words chosen, NWC) als score gebruikt worden. Het tweede onderdeel bevat vragen over de lokalisatie van de pijn. Het derde onderdeel bevat de visueel-analoge schaal (VAS) om de intensiteit van de pijn vast te stellen. Het vierde onderdeel bestaat uit vragen over het gebruik van pijnstillers en de invloed op de kwaliteit van leven. Deze vragenlijst kan zowel schriftelijk als mondeling afgenomen worden bij de patiënt. De Nederlandse versie van deze schaal is de MPQ-DLV schaal, ofwel MPQ- Dutch Language version<ref>Van der Kloot, W. &. (2002). MPQ-DVL : Een standaard Nederlandstalige versie van de McGill Pain Questionnaire. Lisse : Lisse: Swets &Zeitlinger b.v.</ref>.
 
== [[Psychisch domein]] ==
Het psychische domein omvat positieve gevoelens, denken/leren/geheugen/concentratie, eigenwaarde, lichaamsbeeld en indruk, en negatieve [[gevoel]]ens<ref name="WHOQOL 1998"></ref> zoals [[angst]], [[woede|boosheid]] en [[Depressie (klinisch)|depressie]].<ref>Schölzel-Dorenbos, C., & Lange, J. d. (2005). Wat is kwaliteit van leven? Verschillen in perspectief tussen mensen met dementie en zorgverleners. Denkbeeld(17), 43-45.</ref> Daarnaast bestaat het psychische domein ook uit [[cognitie|cognitieve]] klachten, zoals [[aandacht|concentratie]]- en [[geheugen (psychologie)|geheugenstoornissen]].<ref>Locandia, M., & Sprangers, M. (2006). Kwaliteit van leven. In A. Kaptein, R. Erdman, J. Prins, & H. v. Wiel, Medische psychologie (pp. 155-160). Bohn Stafleu van Loghum.</ref>
 
== Sociaal domein ==
Bij het sociale domein, waarin sociale relaties een grote rol spelen, in bijvoorbeeld persoonlijke relaties, sociale ondersteuning en activiteiten als ondersteuner.<ref name="WHOQOL 1998"></ref> Daarbij speelt de mate waarin een aspect zoals [[ziekte]] afbreuk doet aan de mogelijkheid om [[sociale rol]]len te vervullen (functioneren in een [[gezin]], werk en vriendenkring).<ref name="Morrison, Bennet, 2010"></ref> Wanneer de kwaliteit van leven vanuit het sociale domein wordt belicht, wordt er naar alle factoren, die van invloed zijn op een individu van buitenaf, gekeken. Daarbij wordt in kaart gebracht hoe een individu zich in de maatschappij beweegt (objectief) en hoe een persoon dat ervaart (subjectief). In de [[Sociale Staat Nederland]] (SSN) wordt hiertoe gebruikgemaakt van de termen [[welvaart]] en [[welzijn]]. Objectieve en subjectieve gegevens laten daarbij een mogelijke samenhang zien. Mensen met een hoog inkomen en een groot [[sociaal netwerk]] ervaren bijvoorbeeld relatief veel positieve gevoelens.<ref>De sociale staat van Nederland, 2013, Rob Bijl, Jeroen Boelhouwer, Evert Pommer, Nathalie Sonck</ref>


== Kwaliteit van leven in Nederland ==
Transport betekend, het beeld van de persoon, hoe beschikbaar of gemakkelijk het is om vervoer te vinden of te gebruiken om zich te verplaatsen. Het gaat hierbij van het bezit of de mogelijkheid tot het gebruik van een auto, fiets of bus om dagelijkse activiteiten te kunnen uitvoeren of juist de vrijheid om gekozen activiteiten te kunnen uitvoeren.<ref name="WHO"> WHO. (1998; herziene versie 2012). Programme on Mental Health: WHOQOL User manual. Genéve: WHO </ref>
[[Bestand:figuur_groepje_kwaliteit_van_leven.jpg|400px|miniatuur|rechts|''figuur 1'' In de figuur hierboven is er in beeld gebracht wat de factoren zijn die de kwaliteit van leven in Nederland beïnvloeden.]]
In vergelijking tot de andere Europese landen, is de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking relatief hoog<ref>[http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2013/De_sociale_staat_van_Nederland_2013 Sociaal en Cultureel Planbureau: De sociale staat van Nederland 2013]</ref>, en zijn Nederlanders relatief tevreden met hun leven vergeleken met inwoners van andere landen.<ref>{{en}}{{es}}{{fr}}{{ru}}{{de}}{{pt}}[http://www.oecdbetterlifeindex.org/topics/life-satisfaction/ OECD Better life index: Life satisfaction]</ref>
De vier domeinen die invloed hebben op de kwaliteit van leven zijn: sociaal economische status, vergrijzing, gender en multimorbiditeit.


=== Sociaal Economische Gezondheidsverschillen ===
== Het meten van de kwaliteit van leven ==
De gezondheid in Nederland is ongelijk verdeeld, zo hangt dit af van de factoren inkomen, werk en opleiding. Zo wordt zichtbaar dat er in achterstandswijken over het algemeen een lagere gezondheid is dan in rijkere wijken. Laagopgeleiden leven gemiddeld korter en hebben een lagere kwaliteit van leven. Ze hebben vaak minder kans op goede banen wat invloed heeft op hun woonomgeving. Een lagere opleiding kan zowel de fysieke als psychische kwaliteit van leven beïnvloeden, alhoewel de invloed op het fysieke domein groter is, dit komt doordat mensen met een lagere opleiding minder kennis hebben op het gebied van een gezonde leefstijl. Hierdoor wordt er vaak ongezond gegeten en weinig bewogen.
Kwaliteit van leven wordt aan de hand van vragenlijsten gemeten. Deze vragenlijsten worden als meetinstrument gebruikt en zijn onder verdeeld in drie verschillende hoofdgroepen. Dit zijn generieke instrumenten, ziektespecifieke instrumenten en domeinspecifieke instrumenten.
===Generieke instrumenten ===
Generieke instrumenten worden gebruikt voor het meten van kwaliteit van leven voor de Nederlandse [[bevolking|populatie]], met of zonder aanwezigheid van ziekte. Het [[Nationaal Kompas]] gebruikt voor deze groep de [[w:SF-36|SF-36]], [[SF-12]] en de [[EQ-6D]]. Andere voorbeelden van generieke instrumenten zijn, [[ComQol-A5]], [[MQOL]] en [[WHOQOL]].


Verder blijkt uit onderzoek dat mensen met een lage opleiding vaker werkloos zijn, wat invloed kan hebben op het psychische domein. Dit kan leiden tot depressies en gevoel van eenzaamheid.<ref>file:///C:/Users/Mareli/Downloads/artikel%20KVL%20in%20NL.pdf</ref>
;SF-36
''Short form 36 health survey'' is een vragenformulier, dat bestaat uit 36 vragen om de verschillende aspecten van de kwaliteit van leven van een persoon in kaart te brengen. De SF-36 is een vragenlijst voor algemene doeleinden, waarin leeftijd, ziekte of [[behandelingsmethode]] niet van belang zijn.<ref>Ware, J. E. (n.d.). SF-36® Health Survey Update. Retrieved december 11, 2014, from SF-36.org: http://www.sf-36.org/tools/SF36.shtml</ref>
De SF-36 meet acht domeinen: de geestelijke gezondheid, de ervaring van de gezondheidstoestand, de beperking in sociale rollen door fysieke gezondheidsproblemen, het [[Lichamelijke handicap|fysiek functioneren]], [[Vitale functies|vitaliteit]], het [[sociale functioneren]], lichamelijke pijn en [[rouw|rouwverwerking]] door emotionele problemen.


=== Vergrijzing ===
;SF-12
In 2012 waren er 2,7 miljoen 65-plussers in Nederland, naar verwachting zal dit toenemen tot 4,7 miljoen in 2041. Het aandeel 65 – 79 jarigen zal sterk toenemen en vanaf 2025 zal het aantal 80-plussers sterk toenemen. Hier is dan sprake van dubbele vergrijzing. Naar schatting zal in 2040 26% van de bevolking 65 jaar en ouder zijn, waarvan één derde ouder dan 80 jaar.<ref>Giesbers H (RIVM), Verweij A (RIVM), Beer J de (NIDI).(2013) Vergrijzing: Wat zijn de belangrijkste verwachtingen voor de toekomst? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Bevolking\Vergrijzing</ref>
De ''[[SF-12]]'' bestaat uit 12 vragen, die uit de SF-36 vragenformulier komen. Dit is een kortere vragenlijst, wat leidt tot het sneller vormen van een conclusie over de kwaliteit van leven van een persoon.
Deze sterkte vergrijzing in Nederland heeft invloed op de kwaliteit van leven van de bevolking. Lichamelijke kwaliteit van leven neemt namelijk af bij het ouder worden. Resultaten gemeten met de SF-12 wijzen uit dat verslechterde lichamelijk kwaliteit van leven stijgt met 15% bij 12-24 jarigen en tot 76% bij 80 jaar en ouder. Psychische kwaliteit van leven blijft gelijk bij het ouder worden dit komt omdat psychische kwaliteit van leven minder samenhangt met leeftijd. <ref>Sprangers MAG (AMC), Snijders BEP (RIVM). (2013) Wat is de kwaliteit van leven van mensen in Nederland? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Functioneren en kwaliteit van leven\Kwaliteit van leven/</ref>


Vergrijzing en verminderde psychische kwaliteit van leven hebben echter wel invloed op elkaar. Namelijk door vergrijzing stijgt het aantal weduwen in Nederland wat invloed heeft op de psychische kwaliteit van leven. Mannen hebben namelijk 1,7 grotere kans op verminderde psychische kwaliteit van leven en vrouwen 1,6 grotere kans hierop.<ref>Sprangers MAG (AMC), Snijders BEP (RIVM). (2013) Wat is de kwaliteit van leven van mensen in Nederland? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Functioneren en kwaliteit van leven\Kwaliteit van leven/</ref>
;EQ-6D
De ''EuroQol (6 dimensies)'', is een vragenlijst voor het meten van de kwaliteit van leven. Het instrument meet, zoals de naam al zegt, 6 dimensies. Dagelijkse activiteiten, zelfzorg, pijn en andere (lichamelijke) klachten, angst en depressieve gevoelens, cognitie en mobiliteit. Het is een uitbreiding van de [[EQ-5D]] vragenlijst. Dit is een vragenlijst, dat 5 dimensies meet van de kwaliteit van leven (mobiliteit, zelfzorg, dagelijkse activiteiten, pijn/andere klachten, angst/depressie). Elke dimensie bestaat uit één item waarbij drie niveaus worden onderscheiden (geen problemen, enige problemen, veel problemen).


Verder heeft eenzaamheid ernstig invloed op de sociale kwaliteit van leven. Ouderen worden steeds eenzamer op het sociale vlak. De sociale kring waarin zij zich bevinden wordt naarmate ze ouder worden steeds kleiner. Dit heeft onder andere te maken met het minder goed naar buiten kunnen, minder activiteit verrichten of mensen in de omgeving die overlijden. Uit onderzoek blijkt dat het percentage dat zich emotioneel eenzaam voelt toeneemt vanaf 75 jaar en ouder.  Van de 85-plussers voelt 59% zich eenzaam. Dit zijn voornamelijk vrouwen, dit komt omdat vrouwen over het algemeen langer leven dan mannen.<ref>van den Brink (CL) (RIVM). (2012) Eenzaamheid naar leeftijd. https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/huidige-situatie#node-eenzaamheid-naar-leeftijd</ref>
;ComQol-A5
De ''Comprehensive Quality of life Scale – Adult'' (ComQol-A5) is een meetinstrument voor de mentale kwaliteit van leven. De ComQol-A5  bestaand uit 24 vragen verdeeld over verschillende thema’s als, de leefsituatie, de financiën, de vrije tijd, de familie, het sociaal leven, de gezondheid en de toegang tot de gezondheidszorg.<ref>Cummins, R. A. (1997). Comprehensive quality of life scale - adult. Bekeken op 11 december 2014, op acqol.com.au: http://www.acqol.com.au/instruments/comqol-scale/comqol-a5.pdf</ref>


=== Genderverschillen ===
;MQOL
Uit een onderzoek van het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]] blijkt dat mannen een betere kwaliteit van leven rapporteren dan vrouwen. Dit geldt voor zowel lichamelijk als psychisch aspect. Vrouwen zijn weliswaar net zo tevreden met het leven, maar hebben minder een bovengemiddelde welvaart en voelen zich vaker niet gezond.
De ''McGill quality of life questionnaire'' (MQOL) is een meetinstrument voor de kwaliteit van leven van mensen met een levensbedreigende ziekte in de verschillende fases van de ziekte<ref> McGill university. (juli 1995). Retrieved December 11, 2014, from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/7582177</ref> De MQOL bestaat uit vier onderzoek onderdelen, als lichamelijke symptomen, psychische symptomen, levensopvatting en zinvol bestaan.<ref> Cohen, R. (1997). McGill quality of life questionnaire. Retrieved December 11, 2014, from http://www.npcrc.org/files/news/mcgill_quality_of_life.pdf </ref>
In tegen stelling tot vroeger zijn er wel meer vrouwen dan mannen die een opleiding afronden,
het gevolg hiervan is dat de vrouwen nu gemiddeld even hoog zijn opgeleid als mannen. Als de onderwijsdeelname van vrouwen in dit tempo doorgaat, zullen op termijn vrouwen gemiddeld hoger zijn opgeleid dan mannen. Onder de twintigers van nu is dit al het geval.


Opvallend is dat alleenstaanden over het algemeen een verminderde kwaliteit van leven ervaren ten opzicht van samenwonenden.
;WHOQOL
Vrouwen hebben momenteel een hogere [[levensverwachting]] dan mannen, maar die extra jaren zijn vaak niet de beste jaren te noemen. Het verliezen van een partner laat blijvende sporen achter.
De WHO ([[Wereldgezondheidsorganisatie]]) heeft in 1998 het meetinstrument, de ''WHOQOL'', opgesteld dat het psychische, het lichamelijke, het sociale en het omgevingsdomein omvat. Per domein en per factor zijn hiervoor vragen opgesteld.<ref name="WHO" />
Wanneer men kijkt naar ‘gezond ervaren jaren’ worden mannen en vrouwen naar schatting even oud. Laagopgeleide ouderen zijn gemiddeld vaker alleen in tegenstelling tot middelbaar- en hoogopgeleide leeftijdsgenoten. Dit resulteert in een groep laagopgeleide ouderen die meer zorg nodig hebben, vaker alleenstaand zijn en minder financiële middelen hebben zorg zelf in te kopen.  


De bovenstaande feiten kunnen invloed hebben op de kwaliteit van leven.<ref>van Gaalen (R), Kazemier (B) (CBS): kwaliteit van leven in Nederland. http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/5EA70346-BDFF-4FF1-8AB3-87B3202B3732/0/2015kwaliteitvanleveninnederland.pdf</ref>
===Ziektespecifieke instrumenten===
Ziektespecifieke meetinstrumenten meten de gevolgen van een bepaalde ziekte. Dit instrument kan gebruikt worden om verschillende componenten van een aandoening te meten. Hierbij kan gedacht worden aan het meten van pijn of stijfheid bij [[artrose]]. Voorbeelden van deze groep instrumenten zijn de ''EORTC Quality of life questionnaire'' (EORTC QLQ-C30) voor [[kanker]]patiënten en de ''Asthma Quality of life questionnaire'' (AQLQ), voor [[astma]]patiënten.<ref>Bolman, C. A. W. (2010). Gezondheidspsychologie bij patiënten. Uitgeverij Van Gorcum.</ref>


=== Multimorbiditeit ===
===Domeinspecifieke instrumenten===
Een chronische ziekte vermindert de kwaliteit van leven
Domeinspecifieke instrumenten richten zich op één dimensie of op meerdere dimensies van de kwaliteit van leven. De ''Groningen Activiteiten Restrictie Schaal'' (GARS) meet de [[zelfzorg]] activiteiten van de patiënt. De ''Multidimensionale Vermoeidsheidsvragenlijst'' (MVI-20) meet het welbevinden, zoals [[vermoeidheid]]. Voor het psychisch domein bestaan er verschillende vragenlijsten. Voorbeelden hiervan zijn, de ''General Health Questionnaire'' (EHQ), De ''Center for Epidemiological Studies Depression Scale'' (CES-D6) en vragenlijsten, die specifieke aspecten meten, zoals angst. Een voorbeeld van een meetinstrument voor het sociale domein is, de ''Groningen Sociale Beperkingen schaal'' (GSB)<ref> Erdman, R. A. M., Prins, J. B., & Van de Wiel, H. B. M. (2006). Medische psychologie. Bohn Stafleu van Loghum</ref>
Een verminderde kwaliteit van leven is in de meeste gevallen het gevolg van een ziekte of een aandoening. De mate waarin ziekten de kwaliteit van leven beïnvloeden, kunnen behoorlijk verschillend zijn per aandoening en individu. Ook bestaat er een verschil in op welk domein een bepaalde aandoening effect heeft (fysiek, psychisch, sociaal).<ref>chellevis FC (NIVEL), Hoeymans N (RIVM).(2013) Wat zijn de gevolgen van multimorbiditeit voor de kwaliteit van leven? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Ziekten en aandoeningen\Chronische ziekten en multimorbiditeit/</ref>
Ziekteniveau van Nederlandse bevolking
* Aandoeningen aan bewegingsstelsel : Individuen die een aandoening hebben aan het bewegingsstelsel, ervaren vaker een slechtere lichamelijke kwaliteit van leven dan individuen met een andere chronische ziekte.  
* Beroerte en hartinfarct: Personen met een beroerte, hartinfarct, astma/COPD of een ernstige/hardnekkige aandoening aan nek, schouder, elleboog, pols of hand ervaren vaker een minder goede lichamelijke kwaliteit van leven omdat dit voor beperkingen in het dagelijks leven zorgt.
* Minder goede psychische kwaliteit van leven bij chronische aandoeningen: Ook veel mensen hebben een minder goede psychische kwaliteit van leven. Zo hebben slechtzienden een ruim twee keer zo hoge kans op een minder goede psychische kwaliteit van leven vergeleken met personen zonder slechtziendheid.  
*Meeste verlies aan kwaliteit van leven door dementie: Dementie  is een aandoening die het meest afbreuk doet aan de kwaliteit van leven. De. Ook de ziekte van Parkinson, schizofrenie en beroerte zijn sterk van invloed op de kwaliteit van leven.<ref>Sprangers MAG (AMC), Snijders BEP (RIVM).(2013) Kwaliteit van leven: Wat is de relatie met ziekten en determinanten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Functioneren en kwaliteit van leven\Kwaliteit van leven</ref>


== Zie ook ==
== Kwaliteit van leven in Nederland ==  
* [[Welzijn]]
In vergelijking tot de andere Europese landen, is de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking relatief hoog.<ref> http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2013/De_sociale_staat_van_Nederland_2013</ref> Zij behoort maar liefst tot de top 5 van de gelukkigste landen van [[Europa (werelddeel)|Europa]].
* [[Quality-adjusted life year]]
In Nederland hebben mannen een beter kwaliteit van leven ten opzichten van vrouwen. Dit ten aanzien van het lichamelijk en psychisch aspect meld het [[Nationaal Kompas Volksgezondheid]]. [[Alleenstaanden]] hebben een verminderd kwaliteit van leven dan mensen die samenwonen.<ref> Sprangers & Snijders, ''Wat is de kwaliteit van leven van mensen in Nederland?'', 2014</ref> 
De niet-westerse [[migrant (mens)|migranten]] in Nederland ervaren een verminderd kwaliteit van leven. Kwetsbare groepen, zoals laag opgeleiden, mensen met een laag inkomen of mensen die ervaringen hebben met een verminderd gezondheidstoestand, geven aan het minst gelukkigst te zijn. Ondanks de [[economische crisis]] is het geluk van de Nederlander niet minder geworden in de afgelopen jaren.<ref> Bijl, Boelhouwer, Pommer, & Sonck, 2013</ref>


{{Appendix}}
==Weblinks==
* http://www.nationaalkompas.nl
* http://www.rivm.nl
* http://www.who.nl


[[Categorie:Sociologie]]
{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|}}}}
[[Categorie:Welvaartseconomie]]
{{nocat}}

Huidige versie van 16 jan 2016 om 22:57

Levenskwaliteit of kwaliteit van leven wordt gedefinieerd als het functioneren van een persoon op fysiek, psychisch en sociaal gebied en de subjectieve evaluatie daarvan. Het bestaat uit relatief objectieve en subjectieve aspecten. Objectieve aspecten gaan over het feit of iemand als gevolg van zijn gezondheid bepaalde beperkingen heeft. Subjectieve aspecten zeggen iets over het oordeel van de persoon over (aspecten van) zijn gezondheid.[1]

Levenskwaliteit bestaat uit meerdere domeinen: het fysieke, psychische en sociale domein. Deze domeinen kunnen worden onderverdeeld in kleinere domeinen. Het lichamelijke domein kan onderverdeeld worden in het functioneren en pijn. Het psychische domein in psychische klachten, zoals angstige en depressieve gevoelens en tenslotte het sociale domein in de mate waarin een ziekte afbreuk doet aan de mogelijkheid om sociale rollen te vervullen (functioneren in een gezin, werk en vriendenkring).[1]

De kwaliteit van het leven kan door veel factoren worden beïnvloed, en deze factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Ook de domeinen kunnen elkaar beïnvloeden. Zo kan het hebben van een lichamelijke beperking, wat een factor is van het fysieke domein, ook het psychische en het sociale domein beïnvloeden.

In veel studies over kwaliteit van leven wordt er ook gesproken over een vierde domein, het omgevingsdomein. In figuur 1 is een schematische weergave zichtbaar van deze vier domeinen.

Bestand:Kwaliteit van Leven.png
Figuur 1. De vier domeinen van kwaliteit van leven

Factoren die van invloed zijn op de levenskwaliteit

Geschiedenis

Bestand:Lbj2.jpg
Afbeelding 2. De president van de Verenigde Staten, Lyndon B. Johnson

De term kwaliteit van leven (Quality of Life) werd voor het eerst geïntroduceerd in 1920 door een Engelse econoom, Arthur Cecil Pigou. (Afbeelding 1)

De president van de Verenigde Staten, Lyndon B. Johnson (Afbeelding 2), gebruikte de term levenskwaliteit in zijn presidentiële campagne in 1964 en later in een toespraak tijdens de State of the Union.[2]

De term werd in Nederland door J. P. Groot in 1964 beschreven en gebruikt bij een methodologische studie naar het wonen op het platteland.[3]

In de geneeskunde heeft de term vanaf 1980 een belangrijke rol gekregen. De WHO beschreef de term levenskwaliteit reeds in 1949, met betrekking tot de gezondheid. In de jaren negentig werd veel onderzoek gedaan naar de betekenis van de term, met als doel er meer duidelijkheid over te creëren. Men wilde onderzoeken of het begrip multidimensionaal is en hoe het begrip gemeten kan worden.[4] In 2002 gaf het Sociaal en Cultureel Planbureau de volgende omschrijving van kwaliteit van leven: Het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van de omgeving.

Fysiek domein

Het fysieke domein omvat de lichamelijke toestand van mensen. Dit kan onderverdeeld worden in lichamelijke beperkingen en pijn. In het algemeen heeft iedereen recht op zorg van kwaliteit, zoals gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming.[5] Iedereen in Nederland is verplicht om door middel van een zorgverzekering zorgkosten te betalen, zodat men verzekerd is van zorg van een huisarts of een specialiste en deze de juiste zorg kunnen aanbieden. Het fysieke domein bevat alle lichamelijke aandoeningen, zoals een wond of een versleten heup. Dit beslaat dus een groot en veelzijdig gebied.

Door het fysieke domein kan gekeken worden hoe kwetsbaar een persoon is. Hierbij wordt gekeken naar de voeding, evenwicht, mobiliteit, kracht, zintuiglijke functies en het uithoudingsvermogen. Het lichamelijk functioneren geeft de belangrijkste criterium om kwetsbaarheid te meten. Bij oudere mensen is het lichamelijk functioneren zelfs de enige maatstaf om de kwetsbaarheid te meten.[6]

Factoren die van invloed zijn op het fysieke domein

  • Lichamelijke gezondheid;
  • Gewichtsverlies;
  • Verminderde mobiliteit;
  • Verstoord evenwicht;
  • Verminderd zintuigelijkvermogen;
  • Verminderde grijpkracht;
  • Lichamelijke vermoeidheid.[7]

Psychisch domein

Het psychische domein omvat, zowel positieve als negatieve gevoelens. Positieve gevoelen omvatten gevoelens van welbevinden en negatieve gevoelens omvatten gevoelens van angst, boosheid en depressie.[8] Daarnaast bestaat het psychische domein ook uit cognitieve klachten, zoals concentratie- en geheugenstoornissen.[9]

Factoren die van invloed zijn op het psychische domein

Het psychische domein kan worden beïnvloed door verschillende factoren. Een van deze factoren is materieel welzijn, gemeten door het inkomen, de kwaliteit van het huis en de bezittingen. Een volgende factor is de gezondheid. Deze kan gemeten worden aan de hand aan de hand van handicaps en invaliditeit en de medische voorziening.

De productiviteit omvat activiteiten in werk, onderwijs en vrije tijd. Contact met vrienden, de beschikbaarheid van ondersteuning, van familie en naasten zijn onderdelen van de factor intimiteit.

Het ervaren van veiligheid en geborgenheid (thuis), de kwaliteit van de slaap en het piekeren, bepalen ook de kwaliteit van leven op het psychische domein. Iemands plaats in de samenleving, het deelnemen aan sociale activiteiten, verantwoordelijkheden nemen en het geven van advies wanneer dat gevraagd wordt, bepalen mede de kwaliteit van leven. De laatste factor, die van invloed is op het psychische domein, is het emotionele welzijn. Deze factor omvat de mogelijkheid om iets te ondernemen en het genieten van het leven.[1] Omdat het psychische domein nog onderverdeeld kan worden in kleinere domeinen, als angst en depressie, kunnen deze onderdelen ook worden beïnvloed door verschillende factoren.

Factoren die van invloed zijn op angstige gevoelens

Factoren die van invloed zijn op depressieve gevoelens

  • Angsten die een lange tijd aanhouden;
  • Ingrijpende (nare) gebeurtenissen of situaties in het leven;
  • Geestelijke of lichamelijke uitputting;
  • Gevoelens van onzekerheid en hulpeloosheid;
  • De gevoeligheid voor depressie;
  • Factoren van ’binnenuit’ (biologische en neurochemische factoren);
  • Factoren van ’buitenaf';
  • Lichamelijke en sociale veranderingen;
  • Na een bevalling (postnatale depressie);
  • Wanneer het gevoel optreed dat men ’het niet gemaakt heeft’;
  • Hormonale veranderingen.[10]

Sociaal domein

Wanneer de kwaliteit van leven vanuit het sociale domein wordt belicht, wordt er naar alle factoren, die van invloed zijn op een individu van buitenaf, gekeken. Hoe beweegt een individu zich in de maatschappij (objectief) en hoe ervaart een persoon dat (subjectief). In de Sociale Staat Nederland(SSN) wordt gebruik gemaakt van de termen welvaart en welzijn. Over het algemeen lopen de objectieve en de subjectieve gegevens gelijk. Mensen met een goed inkomen en een groot sociaal netwerk voelen zich hier ook goed bij.[11]

Er zijn verschillende factoren, die het sociaal welbevinden beïnvloeden. Het Sociale Productie Functie (SPF) theorie hanteert drie factoren, die direct van invloed zijn op het sociaal welbevinden:

  • Status: Dit kan verworven worden door bijvoorbeeld goed te zijn in een sport of werk.
  • Gedragsbevestiging: Dit krijgt men onder anderen door het volgen van de geldende normen of door tot een groep te behoren.
  • Affectie: Hierbij gaat het om het krijgen van emotionele ondersteuning, bijvoorbeeld van de partner.[12]

Daarnaast wordt in het artikel over de ontwikkeling en betrouwbaarheid van de Zelfredzaamheid-Matrix[13] gesproken over een andere factor, die van invloed is op het sociale domein van kwaliteit van leven, de zelfredzaamheid. Onder de zelfredzaamheid verstaat men het realiseren van een acceptabel niveau van functioneren op de belangrijke domeinen van het leven, al dan niet door adequaat en tijdig informele en/of formele hulp te organiseren. Men spreekt ook wel van algemene dagelijkse levensverrichtingen.[13]

Ten slotte bepaalt de hoeveelheid grip, die een individu op het leven heeft, ook het sociaal welbevinden. Hoe meer iemand denkt zelf invloed te hebben op de dingen die hem of haar overkomt, hoe hoger het sociaal welbevinden wordt ervaren. Daarnaast geldt dat hoe beter men in staat is om sociaal te functioneren, hoe hoger het sociaal welbevinden. Met het sociaal functioneren wordt, de capaciteit van een persoon om te functioneren in verschillende maatschappelijke rollen, zoals werknemer, familielid of vriend, bedoeld. In het kader van kwaliteit van leven geldt: hoe hoger de ervaren grip op het leven en op het sociaal functioneren, hoe beter de kwaliteit van leven is.[12]

Factoren die van invloed zijn op het sociale domein

  • Sociaal-economische status: opleidingsniveau, beroepsklasse/functieniveau, inkomensniveau.[14] Ontwikkeling en toepassing van indicatoren van sociaal-economische status binnen het Gezondheidsstatistisch Bestand. Centraal Bureau voor de Statistiek.
  • Etnische achtergrond;
  • Burgerlijke staat;
  • Chronische stress;
  • Ingrijpende levensgebeurtenissen;
  • Persoonlijkheidskenmerken;
  • Sociale steun;
  • Belastende omstandigheden bij jongeren;
  • Arbeidsomstandigheden.

Omgevingsdomein

Het omgevingsdomein omvat de invloeden van buitenaf op het individu. De omgeving kan een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van leven.

Voorbeelden van invloeden van buiten af zijn, de fysieke veiligheid en beveiliging, dit omvat het gevoel van fysieke veiligheid en beveiliging tegen lichamelijke schade. Deze factor draagt ook bij aan het gevoel van vrijheid van de persoon. Het gevoel van veiligheid kan geschaad worden door andere mensen of politieke onderdrukking.

De thuisomgeving, de omgeving waar het individu in woont, bepaald de kwaliteit van leven door het aantal huisgenoten en wie deze huisgenoten zijn, de hygiëne, de privacymogelijkheden, de faciliteiten (gas, licht, water) en de kwaliteit van het gebouw zelf (krakende vloeren, lekkend dak, etc.).

Het bezit van financiële middelen. Dit gaat om het zicht van het individu op zijn of haar financiële middelen en voor hoever deze middelen en de benodigdheden voor een gezonde en comfortabele levensstijl tegemoet komen. Het beeld van wat men zich kan veroorloven en wat men zich niet kan veroorloven, beïnvloedt kwaliteit van leven.

De toegankelijkheid en kwaliteit de gezondheidszorg. Hiermee wordt bedoeld het zicht van het individu op de gezondheidszorg in zijn of haar omgeving. Het gaat om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van hulp vanuit de gezondheidszorg en de kwaliteit en volledigheid, die hij of zij hiervan ontvangt of verwacht te ontvangen.

Mogelijkheden tot het werven van kennis en vaardigheden. Hierbij gaat het om de kansen en het verlangen om nieuwe vaardigheden te leren, nieuwe kennis te werven en het gevoel te hebben dat ze up-to-date zijn. Voor sommigen is dat het wereldnieuws lezen, voor anderen is dat roddelen.

Participeren in recreatie en mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding. Dit facet verkent iemands vermogen, kansen en neiging om deel te nemen in de vrije tijd, hobby's, sport en ontspanning.

De fysieke omgeving verkent het inzicht van de persoon op zijn of haar omgeving. Het gaat hierbij om lawaai, vervuiling, klimaat en de algemene esthetiek van het milieu en of dit hun levenswaliteit verbetert of vermindert.

Transport betekend, het beeld van de persoon, hoe beschikbaar of gemakkelijk het is om vervoer te vinden of te gebruiken om zich te verplaatsen. Het gaat hierbij van het bezit of de mogelijkheid tot het gebruik van een auto, fiets of bus om dagelijkse activiteiten te kunnen uitvoeren of juist de vrijheid om gekozen activiteiten te kunnen uitvoeren.[15]

Het meten van de kwaliteit van leven

Kwaliteit van leven wordt aan de hand van vragenlijsten gemeten. Deze vragenlijsten worden als meetinstrument gebruikt en zijn onder verdeeld in drie verschillende hoofdgroepen. Dit zijn generieke instrumenten, ziektespecifieke instrumenten en domeinspecifieke instrumenten.

Generieke instrumenten

Generieke instrumenten worden gebruikt voor het meten van kwaliteit van leven voor de Nederlandse populatie, met of zonder aanwezigheid van ziekte. Het Nationaal Kompas gebruikt voor deze groep de SF-36, SF-12 en de EQ-6D. Andere voorbeelden van generieke instrumenten zijn, ComQol-A5, MQOL en WHOQOL.

SF-36

Short form 36 health survey is een vragenformulier, dat bestaat uit 36 vragen om de verschillende aspecten van de kwaliteit van leven van een persoon in kaart te brengen. De SF-36 is een vragenlijst voor algemene doeleinden, waarin leeftijd, ziekte of behandelingsmethode niet van belang zijn.[16] De SF-36 meet acht domeinen: de geestelijke gezondheid, de ervaring van de gezondheidstoestand, de beperking in sociale rollen door fysieke gezondheidsproblemen, het fysiek functioneren, vitaliteit, het sociale functioneren, lichamelijke pijn en rouwverwerking door emotionele problemen.

SF-12

De SF-12 bestaat uit 12 vragen, die uit de SF-36 vragenformulier komen. Dit is een kortere vragenlijst, wat leidt tot het sneller vormen van een conclusie over de kwaliteit van leven van een persoon.

EQ-6D

De EuroQol (6 dimensies), is een vragenlijst voor het meten van de kwaliteit van leven. Het instrument meet, zoals de naam al zegt, 6 dimensies. Dagelijkse activiteiten, zelfzorg, pijn en andere (lichamelijke) klachten, angst en depressieve gevoelens, cognitie en mobiliteit. Het is een uitbreiding van de EQ-5D vragenlijst. Dit is een vragenlijst, dat 5 dimensies meet van de kwaliteit van leven (mobiliteit, zelfzorg, dagelijkse activiteiten, pijn/andere klachten, angst/depressie). Elke dimensie bestaat uit één item waarbij drie niveaus worden onderscheiden (geen problemen, enige problemen, veel problemen).

ComQol-A5

De Comprehensive Quality of life Scale – Adult (ComQol-A5) is een meetinstrument voor de mentale kwaliteit van leven. De ComQol-A5 bestaand uit 24 vragen verdeeld over verschillende thema’s als, de leefsituatie, de financiën, de vrije tijd, de familie, het sociaal leven, de gezondheid en de toegang tot de gezondheidszorg.[17]

MQOL

De McGill quality of life questionnaire (MQOL) is een meetinstrument voor de kwaliteit van leven van mensen met een levensbedreigende ziekte in de verschillende fases van de ziekte[18] De MQOL bestaat uit vier onderzoek onderdelen, als lichamelijke symptomen, psychische symptomen, levensopvatting en zinvol bestaan.[19]

WHOQOL

De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) heeft in 1998 het meetinstrument, de WHOQOL, opgesteld dat het psychische, het lichamelijke, het sociale en het omgevingsdomein omvat. Per domein en per factor zijn hiervoor vragen opgesteld.[15]

Ziektespecifieke instrumenten

Ziektespecifieke meetinstrumenten meten de gevolgen van een bepaalde ziekte. Dit instrument kan gebruikt worden om verschillende componenten van een aandoening te meten. Hierbij kan gedacht worden aan het meten van pijn of stijfheid bij artrose. Voorbeelden van deze groep instrumenten zijn de EORTC Quality of life questionnaire (EORTC QLQ-C30) voor kankerpatiënten en de Asthma Quality of life questionnaire (AQLQ), voor astmapatiënten.[20]

Domeinspecifieke instrumenten

Domeinspecifieke instrumenten richten zich op één dimensie of op meerdere dimensies van de kwaliteit van leven. De Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS) meet de zelfzorg activiteiten van de patiënt. De Multidimensionale Vermoeidsheidsvragenlijst (MVI-20) meet het welbevinden, zoals vermoeidheid. Voor het psychisch domein bestaan er verschillende vragenlijsten. Voorbeelden hiervan zijn, de General Health Questionnaire (EHQ), De Center for Epidemiological Studies Depression Scale (CES-D6) en vragenlijsten, die specifieke aspecten meten, zoals angst. Een voorbeeld van een meetinstrument voor het sociale domein is, de Groningen Sociale Beperkingen schaal (GSB)[21]

Kwaliteit van leven in Nederland

In vergelijking tot de andere Europese landen, is de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking relatief hoog.[22] Zij behoort maar liefst tot de top 5 van de gelukkigste landen van Europa. In Nederland hebben mannen een beter kwaliteit van leven ten opzichten van vrouwen. Dit ten aanzien van het lichamelijk en psychisch aspect meld het Nationaal Kompas Volksgezondheid. Alleenstaanden hebben een verminderd kwaliteit van leven dan mensen die samenwonen.[23] De niet-westerse migranten in Nederland ervaren een verminderd kwaliteit van leven. Kwetsbare groepen, zoals laag opgeleiden, mensen met een laag inkomen of mensen die ervaringen hebben met een verminderd gezondheidstoestand, geven aan het minst gelukkigst te zijn. Ondanks de economische crisis is het geluk van de Nederlander niet minder geworden in de afgelopen jaren.[24]

Weblinks

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Morrison, V., Bennet, P., Helm, G., & Bruijn, J. (2010). Gezondheidspsychologie. Pearson Education
  2. º Knecht, Alban (2010): Lebensqualität produzieren. Eine Ressourcentheorie und Machtanalyse, Wiesbaden: VS-Verlag. S. 18
  3. º http://edepot.wur.nl/292377
  4. º http://essay.utwente.nl/57850/1/scriptie_Moonen.pdf
  5. º Zorgleefplanwijzer. (2013). zorgleefplanwijzer.nl. Opgeroepen op 18 december 2014, van Wat is een ZLP: http://www.zorgleefplanwijzer.nl/zlp-informatie/wat-is-een-zlp.html
  6. º Sociaal en Cultureel planbureau. (sd). Opgeroepen op 18 december 2014, van scp.nl: www.scp.nl/dsresource?objectid=27734&type=pdf
  7. º Fysiotherapie Swalmen. (2014). geriatrie-fysiotherapie. Opgeroepen op 10 december 2014, van fysio-swalmen.nl: http://www.fysio-swalmen.nl/geriatrie-fysiotherapie/faq
  8. º Schölzel-Dorenbos, C., & Lange, J. d. (2005). Wat is kwaliteit van leven? Verschillen in perspectief tussen mensen met dementie en zorgverleners. Denkbeeld(17), 43-45.
  9. º Locandia, M., & Sprangers, M. (2006). Kwaliteit van Leven. In A. Kaptein, R. Erdman, J. Prins, & H. v. Wiel, Medische psychologie, pp. 155-160. Bohn Stafleu van Loghum.
  10. 10,0 10,1 Verhulst, J. (2006). Psychologie voor de gezondheid. Groningen/Houten, The Netherlands: Noordhoff Uitgevers.
  11. º Rob Bijl, Jeroen Boelhouwer, Evert Pommer, Nathalie Sonck, De sociale staat van Nederland, 2013.
  12. 12,0 12,1 Kappen, S. (2013) Mindfulnesstraining en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun
  13. 13,0 13,1 Fassaert, T., Lauriks, S., van de Weerd, S., de Wit, M., & Buster, M. (2013). Ontwikkeling en betrouwbaarheid van de Zelfredzaamheid-Matrix, in: Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 91(3), 169-177.
  14. º Kunst, A. E., Dalstra, J. A., Bos, V., Mackenbach, J., Otten, F. W. J., & Geurts, J. J. M. (2005)
  15. 15,0 15,1 WHO. (1998; herziene versie 2012). Programme on Mental Health: WHOQOL User manual. Genéve: WHO
  16. º Ware, J. E. (n.d.). SF-36® Health Survey Update. Retrieved december 11, 2014, from SF-36.org: http://www.sf-36.org/tools/SF36.shtml
  17. º Cummins, R. A. (1997). Comprehensive quality of life scale - adult. Bekeken op 11 december 2014, op acqol.com.au: http://www.acqol.com.au/instruments/comqol-scale/comqol-a5.pdf
  18. º McGill university. (juli 1995). Retrieved December 11, 2014, from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/7582177
  19. º Cohen, R. (1997). McGill quality of life questionnaire. Retrieved December 11, 2014, from http://www.npcrc.org/files/news/mcgill_quality_of_life.pdf
  20. º Bolman, C. A. W. (2010). Gezondheidspsychologie bij patiënten. Uitgeverij Van Gorcum.
  21. º Erdman, R. A. M., Prins, J. B., & Van de Wiel, H. B. M. (2006). Medische psychologie. Bohn Stafleu van Loghum
  22. º http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2013/De_sociale_staat_van_Nederland_2013
  23. º Sprangers & Snijders, Wat is de kwaliteit van leven van mensen in Nederland?, 2014
  24. º Bijl, Boelhouwer, Pommer, & Sonck, 2013
rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow