Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Voetbal (sport)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook : voetbal (doorverwijzing), voor andere betekenissen en toebehoren van "voetbal".

Voetbal is een wereldwijde populaire balsport waarbij twee ploegen van elf spelers moeten proberen de bal in het doel van de tegenstander te krijgen. De bal mag met ieder deel van het lichaam gespeeld worden, met uitzondering van armen en handen. In de praktijk wordt vooral met de voet gespeeld, maar ook wordt vaak met het hoofd gekopt. Ook moet de bal te allen tijde speelbaar blijven en mag dus niet afgeklemd worden door bijvoorbeeld op de bal te gaan liggen of deze tussen de benen te klemmen. Deze beperkingen gelden niet voor de doelverdediger, ook wel keeper genoemd.

Om goed uit de voeten te kunnen op het grasveld, waarop meestal wordt gespeeld, dragen de spelers speciaal gefabriceerde voetbalschoenen.

Spelregels

Het speelveld (voetbalveld of voetbalterrein) is rechthoekig, en moet afhankelijk van de competitie een lengte hebben van minimaal 90 en maximaal 120 meter. De breedte is minimaal 45 en maximaal 90 meter. In internationale wedstrijden geldt: lengte tussen 100 en 110 meter en breedte tussen 64 en 75 meter. De Nederlandse KNVB hanteert een minimum afmeting van 100x64 meter en een maximum van 105x69 meter. De afbakening gebeurt met lijnen van maximaal 12 centimeter breed en op de hoeken worden hoekvlaggen geplaatst. In het midden van de achterste lijnen moet verplicht een doel staan.

De bal is bolvormig en volgens de internationale voetbalbond (FIFA) moet een officiële wedstrijdbal een omtrek hebben van minstens 68 en hoogstens 70 centimeter bij een massa van 396 tot 450 gram. Bij aanvang van de wedstrijd mag de bal niet meer dan 410 gram wegen. De bal dient van leder of een ander geschikt materiaal te zijn en moet opgeblazen met een overdruk van 0.6 tot 1.1 atmosfeer (600 tot 1100 gram/cm2) op zeeniveau.

Het doel is 7,32 meter breed en 2,44 meter hoog, Het is gemaakt van hout of aluminium, en is aan de voorzijde open terwijl aan de achterkant een net hangt.

De duur van een wedstrijd bedraagt 2 maal 45 minuten (plus eventuele extra tijd, ook wel blessuretijd genoemd, van enkele minuten), daartussen is er een rustpauze van 15 minuten. Is er na negentig minuten nog altijd sprake van een gelijke stand en is een winnaar noodzakelijk, dan zal er nog een verlenging van twee keer vijftien minuten worden gespeeld. Is er na de verlenging nog altijd geen winnaar bekend, dan worden er penalty's genomen. Beide partijen nemen om de beurt een penalty. Het team dat na vijf penalty's de meeste heeft gescoord is de winnaar. Mocht er een gelijke stand staan na vijf penalty's, dan worden er om en om penalty's genomen totdat het ene team mist en het andere raakt.

Het spel wordt gespeeld door twee teams van normaliter elf spelers (inclusief de doelman) en staat onder leiding van een scheidsrechter die door twee assistent-scheidsrechters of grensrechters wordt geassisteerd. Bij wedstrijden in de hoogste regionen van het betaalde voetbal en grensoverschrijdende wedstrijden is er ook nog een vierde official aanwezig.

Een spelregel waar altijd veel discussie over is, is de buitenspelregel. Een speler staat buitenspel als hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan de bal, tenzij hij zich op eigen speelhelft bevindt of er tenminste twee tegenstanders dichter bij die doellijn zijn dan hij (normaliter de keeper en een verdediger). Buitenspel sta je alleen als je, op het moment dat de bal in voorwaartse richting naar jou wordt gespeeld, ingrijpt in het spel, dan wel voordeel uit je positie kan halen. Die laatste regel wordt ook wel wait and see genoemd.

Als een speler naar de doelman passt met een lichaamsdeel vanaf de knie tot de voet en de doelman pakt de bal is het een terugspeelbal. Dan kent de scheidsrechter een indirecte vrije trap toe aan de tegenstander.

Wanneer de bal door een dood element (bijvoorbeeld de cornervlag of de scheidsrechter) wordt geraakt, moet er doorgespeeld worden, ook al zou daardoor een der partijen bevoordeeld of benadeeld worden. Als de bal via de scheidsrechter, die zich binnen het speelveld bevindt, over de zijlijn gaat, krijgt de partij die daaraan voorafgaande de bal het laatste speelde, een inworp tegen.

Opstelling

Er zijn verschillende standaardopstellingen. Er is echter niet één standaardmanier om zo een tactiek te gebruiken. Elke tactiek kan op een aanvallend dan wel verdedigend ingestelde manier uitgevoerd worden. Een veelgebruikt systeem is het 4-4-2-systeem. In dit systeem speelt men met een doelman, en daarvoor vier verdedigers, vier middenvelders en twee aanvallers, oftewel spitsen. Eén voetballer is de aanvoerder.

Voor de twee centrale verdedigers zijn er twee varianten: de één is met een voorstopper voor een laatste man, de ander met vier verdedigers op een lijn. Elk van de middenvelders kan aanvallend of verdedigend ingesteld zijn. voor het middenveld echter zijn er twee varianten: de ruit, waarbij men speelt met een aanvallende middenvelder voor een verdedigende, en alle spelers op één lijn. In de aanval kan men spelen met twee spitsen naast of achter (diepe spits en schaduwspits) elkaar.

In Nederland wordt veel met het 4-3-3-systeem gespeeld. Daar zijn voor de verdediging dezelfde varianten mogelijk als voor 4-4-2. In de aanval is vooral de positie van vleugelaanvallers van belang. Deze kunnen bij wijze van spreken aan de zijlijn staan (met het kalk op de schoenen) maar ook veel meer naar het midden. Hiervan is sprake bij het kerstboomsysteem (4-3-2-1), dan opereren beide vleugelspitsen als een soort aanvallende middenvelders, hierdoor zal het bij balbezit van de tegenstander 4-5-1 spelen en bij eigen balbezit 4-3-3.

Deze opstelling is gebruikelijk bij de Nederlandse traditionele top drie, in het bijzonder bij Ajax, maar ook steeds vaker bij andere aanvallend ingestelde Nederlandse voetbalploegen. Dit systeem wordt ook steeds meer gebruikt door andere Europese topploegen.

Behalve 4-4-2 en 4-3-3 worden ook 4-5-1 en 5-4-1 gebruikt. Meestal worden deze systemen gebruikt door verdedigend ingestelde ploegen.

Ook 5-3-2 wordt regelmatig gebruikt (door bijvoorbeeld Italië), daarnaast wordt 3-4-3 ook vrij veel gespeeld.

Geschiedenis

Internationaal ontstonden de Fédération Internationale de Football Association (FIFA) in 1904 en de Union of European Football Associations (UEFA) in 1954 waarvan de laatstgenoemde de wedstrijden om de Champions League en de UEFA-cup organiseert.

België

In België ontstonden de eerste voetbalclubs vanaf 1880. In 1895 werd de Union Belge des Sociétés de Football Association opgericht, de latere KBVB. De eerste Belgische voetbalclub was Antwerp FC uit Antwerpen. Deze club bestaat nog steeds en speelt in tweede klasse. De eerste clubs ontstonden vooral in en rond Antwerpen, Brussel, Brugge en Luik.

Nederland

De eerste vereniging in Nederland was HFC Haarlem, aanvankelijk opgericht als rugbyclub door Pim Mulier (1879), die eveneens op 8 december 1889 op zijn initiatief de Nederlandse Atletiek en Voetbalbond oprichtte (deze heet sinds 1929 KNVB). Het veld van HFC, de Koekamp, waar hun “worstelperk” gelegen lag, was niet egaal en in het midden van het veld stonden een paar bomen, maar dat deerde hen niet. Men speelde eromheen of maakte er gewoon gebruik van. Later werd overgeschakeld op association, het huidige voetbal. Mulier schreef hierover: "De eerste jaarrekeningen maakten aan ons rugbyspel een einde. De diverse papa's en mama's vroegen toelichtingen op die rekeningen. Vermoedelijk hebben we in goed Haarlemsch geantwoord: Ja pa, asse je grijpe, magge se je grijpe, waar se maar kenne. (...)Dies werd het rugby ten doode opgeschreven en gingen we in het jaar 1883 over tot association." In 1954 werd het betaalde voetbal (semi-prof.) ingevoerd.

Competities

Nederland

Het Nederlandse voetbal kent op profniveau (betaald voetbal) het landelijke divisiesysteem. De hoogste klasse is de Eredivisie, daaronder volgt de Eerste divisie. In de eredivisie wordt gestreden om het nationaal kampioenschap, door de media landskampioenschap genoemd; daarnaast wordt er gestreden om enkele plaatsen voor Europees voetbal. Dit bestaat uit de Champions League (Europees kampioenschap voor voetbalclubs) en de UEFA Cup. De plaatsen worden aangewezen door middel van het systeem van de UEFA-Coëfficiënten. Daarnaast is er de KNVB-beker. Ook het winnen van deze beker geeft recht op deelname aan het UEFA Cup toernooi. Nederland heeft nu recht op 1 rechtstreekse plaatsing voor de Champions League en een plaats in de voorronde van deze competitie. Daarnaast heeft Nederland nog recht op 4 startbewijzen voor de UEFA Cup. Ook heeft Nederland 1 plek voor de Intertoto waarbij je ook nog de Uefa Cup in kan stromen.

In de eerste divisie wordt gestreden om promotie. De kampioen promoveert rechtstreeks naar de eredivisie ter vervanging van de nummer 18, die dus rechtstreeks degradeert. De nummers 16 en 17 van de eredivisie strijden met de nummers 2, 3 en de 4 periodekampioenen van de eerste divisie om 2 plaatsen in de eredivisie. Dit deden zij tot en met 2005 in de nacompetitie. Vanaf het seizoen 2005/2006 gebeurt dit in de Promotie/Degradatie Play-offs.

België

De Belgische competitie is opgedeeld in nationale en provinciale kampioenschappen. De hoogste competitie in België is de Eerste klasse of Jupiler Pro League. Daaronder volgen nog drie nationale niveaus, daaronder komen de provinciale klassen. Door het spel van promoties en degradaties op het eind van elk seizoen kunnen clubs naar hogere of lagere reeksen promoveren. Daarnaast is er ook de Beker van België. Ook in België kunnen teams zich plaatsen voor Europees voetbal. De UEFA Coëfficiënt geeft België volgend seizoen het recht op 1 rechtstreekse plaatsing, 1 plaats in de voorronde van de Champions League en 2 plaatsen voor de UEFA Cup. Eén van die plaatsen is net als in Nederland voor de bekerwinnaar. De nationale ploeg heet de Rode Duivels.

Internationale competities

Engelse termen

Daar het spel in de hedendaagse vorm in Engeland ontstaan is blijven er veel Engelse termen in gebruik, voor de meeste bestaat ook een Nederlands alternatief. In veel gevallen worden de Engelse termen vaker in het familiair spraakgebruik gebruikt en de Nederlandse vaker in de officiële berichtgeving:

  • Back = vleugelverdediger
  • Corner = hoekschop
  • Counter = Snelle tegenaanval (contra-attack), soms gebruikt als tactiek: "spelen op de counter".
  • Free kick = vrije trap
  • Goal = Doel of doelpunt
  • Hands = bal raken met de handen/armen
  • Keeper = doelman
  • Kick-off = Aftrap
  • Offside = buitenspel
  • Penalty = strafschop
  • Pass = overspelen van de bal
  • Play off = Eliminatiewedstrijd
  • Sliding = Met een glijdende beweging proberen om, voor de tegenstander, de bal weg te spelen.
  • Tackle = Glijdende beweging met de voet naar de bal toe om deze te 'veroveren'.

Meestal worden de woorden sliding en tackle door elkaar gebruikt.

Voor meer jargon, zie de Lijst van uitdrukkingen en gezegden uit het sportcommentaar.

Uitrusting

Een voetbaluitrusting bestaat uit een voetbalshirt, voetbalbroek, voetbalschoenen, sokken en scheenbeschermers. In de winter wordt ook wel een shirt met lange mouwen, een maillot en handschoenen gedragen.

Kleding

Meestal wordt door heren een T-shirt ook poloshirts en een korte broek (short) gedragen. Vrouwen dragen een shirt en een korte broek.

Ook wordt er gebruik gemaakt van voetbalschoenen. Spelers beschikken vaak ook over een trainingspak, jack, bodywarmer. Professionele voetbalclubs hebben ook kostuums.

De scheidsrechter en de grensrechters dragen een eigen tenue. Ook de keeper heeft afwijkende kleding. De aanvoerder draagt een aanvoerdersband. Bij een overlijden binnen een club of binnen het voetbal kan er met een rouwband worden gespeeld.

Negatieve bijeffecten / verschijnselen

Er van uit gaande dat elke sport ondermeer van sportiviteit uitgaat, wat inhoudt dat men geeft om die sport, vanwege er verbonden mee te zijn op een fysieke manier, maar evenzo belangrijk, op een mentale manier. Dit houdt onder andere een eerlijk ("fair play") sporten in, temeer elk valselijk of niet eigen doen-en-laten die sportieve gedachtengang (beweegredenen) schaadt of mogelijk teniet doet. Echter wordt onsportief gedrag niet altijd berispt, wat het meest extreem is bij het voetbal, gezien veel onsportiviteit zelfs gewoon is geworden of wordt gebagatelliseerd (dat het bij het voetbal zou horen). Alleen al het "tackelen" bekijkend, kan men stellen dat voortdurend op de grens van het toelaatbare gebalanceerd wordt. Dat daar menig been reeds bij gebroken is, is onmiskenbaar als bizar en onsportief te begrijpen. Jammerlijk is het voetbal té beredenerend (voorbeschouwing, training, wedstrijd, nabeschouwing, beleid) geworden (behalve in landen als Argentinië en Brazilië, waar over het algemeen méér passie is), wat eveneens dus bepaalde gevoelens weerhoudt z'n doorwerking te laten hebben. Dit is ook wat wangedrag voorkomt (een 'goed gevoel' tijdens het voetballen is wat een gefrustreerd en/of kwaadaardig spel weerhoudt plaats te vinden). Ook voetballers (de meeste overigens) die zich met schwalben trachten de scheidsrechter voor de gek te houden, door middel van het simuleren van een val of tackel, waarvan het dan de bedoeling is dat de ander gestraft wordt en/of er zelf voordeel mee te verkrijgen. Dit is aanstellerig en theatraal gedrag, wat dus totaal niets met sportiviteit te maken heeft. Jammerlijk wordt het door vrijwel alle betrokkenen, waaronder de FIFA, gedoogd. Echter gaat de macht van de FIFA de macht van justitie en wetten te boven, wat op zich ook bizar te noemen is, temeer dit wereldwijd zo is.

Ongetwijfeld zijn alle negatieve randverschijnselen, zoals die van duizenden gedrags- en/of persoonsgestoorden die zich achter voetbalsupporters scharen (verschuilen), om hun gefrustreerd en/of kwaadaardig danwel ziekelijk gedrag te kunnen botvieren op de zogenaamde vijand. Die individuen tezamen werpen niet alleen een smet op het voetbal, maar is er ook de oorzaak van dat het-één-en-ander óp het veld óók gewoon (gebagatelliseerd) oogt, wat dus niet zo is.

Dat bovengenoemde excessen (eveneens bizar te noemen) zeer veel kosten met zich teweeg brengen, is ook wat gedoogd wordt, en het-één-en-ander in stand houdt. Bizar. Een zoveelst verschijnsel dat ook zo te noemen is, zijn de buitensporig hoge bedragen waar de spelers voor spelen en verhandeld worden. Zo kan de sport voetbal nooit de hoofdmoot zijn van begrippen als passie, sportiviteit en ondermeer intuïtie (intuïtief voetbal), waar vooral Johan Cruijff een sprekend voorbeeld van was/is. Als er miljoenen verdiend worden, ligt de prioriteit niet meer bij het sporten maar bij het binnenhalen van zeer veel geld, en daarmee rijkdom en status en roem. Dit maakt veel spelers egocentrisch en vaak ook egoïstisch, wat onmiskenbaar tot de beweegredenen behoort van al het/de negatieve (theatrale, kwaadaardige, ziekelijke, onsportieve enz.) gedrag / uitingen. In feite komt het er op neer dat het totale plaatje van voetbal op-de-schop moet, te beginnen met het juiste begrip over sportiviteit, waaronder dus normale en abnormale definities.


Andere spelvormen

Zie ook

Externe links

Voetbal
Olympische spelen
Olympische zomersporten
Atletiek · Badminton · Basketbal · Boksen · Boogschieten · Gewichtheffen · Gymnastiek ·
Handbal · Hockey · Judo · Kanovaren · Moderne vijfkamp · Paardensport · Roeien · Schermen ·
Schietsport · Schoonspringen · Synchroonzwemmen · Taekwondo · Tafeltennis · Tennis ·
Triatlon · Voetbal · Volleybal · Waterpolo · Wielersport · Worstelen · Zeilen · Zwemmen
Olympische wintersporten
Alpineskiën · Biatlon · Bobsleeën · Curling · Freestyleskiën · IJshockey · Kunstrijden · Langlaufen · Noordse combinatie ·
Rodelen · Schaatsen · Schansspringen · Shorttrack · Skeleton · Snowboarden
Voormalige Olympische sporten
Cricket · Croquet · Golf · Honkbal · Jeu de paume · Lacrosse · Motorbootracen ·
Pelota · Polo · Rackets · Roque · Rugby · Softbal · Touwtrekken