Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tafeltennis

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een officiële wedstrijd tafeltennis.

Tafeltennis oftewel pingpong, heeft - zoals de naam reeds doet vermoeden - heel wat weg van tennis. Het doel van dit spel is de bal met een batje over het net te slaan op de tafelhelft van de tegenstander, op zo'n manier dat deze de bal niet correct of helemaal niet kan terugslaan.

Spelvormen

Tafeltennis kent zeven spelvormen:

  • mannen enkelspel
  • vrouwen enkelspel
  • gemengd enkelspel (waarin een man en een vrouw tegen elkaar spelen, wat dikwijls onder de reguliere mannencompetitie valt)
  • mannen dubbelspel
  • vrouwen dubbelspel
  • gemengd dubbelspel (aan beide kanten van het net één man met één vrouw)
  • teamwedstrijd (iedere gewonnen partij in welke eerdergenoemde spelvorm dan ook levert één punt op voor het team)

Geschiedenis

De ontstaansgeschiedenis van tafeltennis is alleen te zien in samenhang met andere takken van sport, vooral tennis. Net als bij vele sporten, begon tafeltennis als een sociaal verzetje; het werd vermoedelijk voor het eerst gespeeld - met geïmproviseerd materiaal - in Engeland, ergens in het einde van de 19e eeuw. Tafeltennis is, net als badminton en het huidige tennis, afkomstig van het middeleeuwse tennis. Tafeltennis was al populair in de vorige eeuw. In Engeland werd in 1884 octrooi verleend op de naam "Miniature-Indoor-Tennis-Game". Dit spel werd gespeeld met een kleine gummibal (met lucht gevuld). Het spel was ook al vroeg geïntroduceerd in de Verenigde Staten en het is mogelijk dat het eerste materiaal al in 1887 vervaardigd werd. In 1890 werd de celluloidbal 'uitgevonden' door de Engelse ingenieur James Gibb. Rond 1900 was het spel bekend onder de huidige namen ("tafeltennis" en "ping-pong"), en verschillende merknamen als "Gossima", "Flim-Flam", "Pim-Pam" (Frankrijk) en "Whiff-Whaff" (Amerika). In 1926 is de International Table Tennis Federation (ITTF) gevormd in Berlijn met Denemarken, Duitsland, Engeland, Hongarije, India, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Wales en Zweden als leden. Later dat jaar werd de USA ook lid.

Voor degene die graag records verbreken, het langste punt dateert van 1936, er werd toen 2 uur om 1 punt gestreden. De langste partij ooit (datum onbekend) duurde meer dan 7 uur en werd nooit afgespeeld… Vanaf toen werd de tijdregel ingevoerd.

Spelregels

Opslag

Voor een goede opslag, ook wel service, dient de bal onbeweeglijk op de open en vlakke handpalm te liggen, waarna deze zo recht mogelijk ten minste 16cm omhoog geworpen moet worden.

Nadat de bal het hoogste punt heeft bereikt moet deze zo geslagen worden dat hij eerst het eigen speelveld raakt, over het net heengaat zonder dit te raken, en daarna het speelvlak van de tegenstander raakt. Indien de bal toch het net raakt, en deze toch nog juist terechtkomt, moet de service opnieuw gedaan worden. Bij een service die de overkant van de tafel niet correct haalt, wordt meteen een punt toegekend aan de tegenstander, zonder eerste fout. Opslagen moeten van achter (het verlengde van de) eindlijn gebeuren en het zicht op de bal mag tijdens de opslag niet geblokkeerd worden voor de tegenstander, de scheidsrechter of de eventuele tweede scheidsrechter. Telkens wanneer er in een set twee punten gescoord zijn, wisselt de service van speler (of team).

Game

De speler die als eerste 11 punten behaalt wint de game, behalve bij een gelijke stand van 10-10. Dan dienen de spelers om beurt te serveren. De eerste speler die dan 2 punten meer heeft dan zijn tegenstander wint de game. Tot 2001 ging een game om 21 gewonnen punten.
Aan het eind van elke game ruilen de spelers van speelhelft. Diegene die in vorige game als eerste serveerde, zal nu als eerste ontvangen. Doorgaans wordt gespeeld tot een speler drie of soms vier games heeft gewonnen, al naargelang het niveau van de competitie. In de laatste game (vijfde in best-of-five, zevende in best-of seven) wordt nogmaals van speelhelft gewisseld wanneer een speler vijf punten heeft behaald.

Dubbel

In het dubbel dienen de spelers om de beurt te slaan (dus niet zoals bij tennis waar de spelers de keuze hebben) en na het bepalen van de eerste serveerder en eerste ontvanger ligt de service/ontvangstvolgorde vast (2x ontvangen, dan 2x serveren, dan de medespeler). De service dient diagonaal van de rechterhelft van de eigen kant van de tafel naar de andere kant te gaan. Na elke set verandert niet alleen de eerste serveerder maar ook de ontvanger. (Stel: spelers A+B spelen tegen X+Y en A serveerde naar speler X in de vorige set, dan serveert deze nu naar speler Y). In een eventuele 5de of 7de set wisselen de beide teams weer van kant. De speler die normaal aan opslag zou zijn blijft aan opslag maar de ontvangers wisselen. Op het moment dat een team of speler 5 punten behaald wisselen beide spelers of beide teams van kant.(Indien normaal speler X moest ontvangen, ontvangt speler Y nu.)

Team (landenwedstrijd)

(Landen)teams komen ook tegen elkaar uit. Elk team bestaat uit drie spelers en er worden maximaal vijf wedstrijden gespeeld, waarvan één wedstrijd een dubbel is. Elke speler mag maximaal twee wedstrijden spelen. Eerst worden twee enkelspelen gespeeld, dan het dubbel en tot slot weer twee enkelspelen. Wanneer een team drie wedstrijden heeft gewonnen, is de ontmoeting afgelopen.

Materiaal

Tafel

De tafeltennistafel, gelijk aan het speelvlak, heeft een lengte van 274 centimeter en een breedte van 152,5 centimeter. Het tafelblad, 76 centimeter boven de vloer, is door een net van 15,25 centimeter hoog verdeeld in 2 gelijke vlakken. Ten behoeve van het dubbelspel is bovendien elk van deze vlakken opgesplitst in nogmaals 2 vlakken door middel van een 3 millimeter brede witte middellijn. Rondom het speelvlak is een 2 cm brede witte lijn aangebracht.

Bat

Iedere speler heeft een houten bat (in België doorgaans palet genoemd) dat dienst doet als slaghout. Het bat is doorgaans bekleed met rubber aan beide zijden (rood en zwart), om de bal effect te kunnen meegeven. Dit effect wordt spin genoemd. Overigens verkiezen sommige spelers, met name Aziatische met een penhoudergreep, slechts één rubber. Wel dient dan de andere kant van het bat in de 'andere' kleur geverfd te zijn.
Er zijn verschillende soorten rubber op de markt. Eerst en vooral de vlakke, platte, rubber en dan rubber met 'noppen' erop. Hierin wordt het onderscheid gemaakt tussen korte en lange noppen. De lange noppen hebben als uitwerking dat bij elke slag het effect van de tegenstander omgedraaid wordt. De korte noppen zijn vooral spel verstorend bedoeld en hebben een minder eenduidige uitwerking. Ook heb je rubbers die wel vlak zijn, maar een uitwerking hebben vergelijkbaar met lange noppen. Deze rubbers heten 'anti' rubbers.
Veel spelers pasten jarenlang een techniek bijgnaamd 'lijmen' toe, wat erop neer kwam dat rubbers pas kort voor de wedstrijd met een speciaal soort lijm op het houten batje werden geplakt. Hiermee kon met name de slagsnelheid beïnvloed worden. Lijmen is sinds september 2007 echter wereldwijd verboden, omdat de lijmdampen slecht voor de gezondheid zouden kunnen zijn.

Greep

Er bestaan in totaal drie soorten grepen: 1. de shakehandgreep 2. De Japanse penhoudergreep 3. de Chinese penhoudergreep. 1.In de Europese landen wordt het palet meestal vastgehouden zoals kleine kindjes een geweertje vormen met hun hand. De pink, ringvinger en middenvinger zijn rond het houtje, de wijsvinger ligt langs de ene kant op de rubber en de duim aan de andere kant op de rubber. 2.In andere landen, vooral China, houdt men het paletje vast als een pen, ook wel de penhoudergreep genoemd. Duim en wijsvinger komen hier aan dezelfde kant tegen het rubber. Deze greep houdt ook in dat er normaal gesproken maar met één kant van het palet gespeeld wordt, hoewel uitzonderingen bestaan. Meervoudig World Cup-winnaar Wang Hao staat er bijvoorbeeld juist om bekend dat hij ondanks zijn penhoudertechniek toch zijn backhand gebruikt. Over het algemeen slaan penhouders niettemin met maar één kant van het batje en hebben daarom vaak maar één rubber op het batje/palet. De houten kant van de palet moet dan wél geverfd zijn in het rood/zwart, afhankelijk van welke kleur het rubber heeft.

Bal

De bal kan verschillende kleuren hebben maar wel slechts één kleur. De meest voorkomende zijn wit, geel en oranje. De diameter van de bal bedraagt 40mm. Deze was 38mm, maar werd na de Olympische Zomerspelen 2000 naar 40mm vergroot om het speltempo wat te vertragen en de sport zo aantrekkelijker (want beter te volgen) te maken voor kijkers. Een balletje met een diameter van 40mm weegt 2,7 gram.

Effecten

Bij tafeltennis speelt het effect een erg grote rol (waarschijnlijk meer dan bij enig andere sport); de bal is licht en de meeste rubbers stroef. De volgende lijst behandelt de verschillende effecten apart hoewel ze in de praktijk vaak tegelijkertijd aanwezig zijn (bv. zijtopspin).

  • Backspin: De rotatie-energie wordt bij het raken van het bat van de tegenstander omgezet in snelheid omlaag. De bal kan daardoor in het net gaan. Een bal met deze rotatie zou op de tafel naar je toe rollen. Dit effect wordt bereikt door te 'kappen' d.w.z. onder de bal een beweging weg van het lichaam te maken of achter de bal naar beneden.
  • Topspin: De rotatie-energie wordt bij het raken van het bat van de tegenstander omgezet in snelheid omhoog. De bal kan daardoor over de tafel gaan. Een bal met deze rotatie zou op de tafel van je weg rollen. Dit effect wordt bereikt door een goede aanval.
  • Zijspin: De bal draait zijwaarts (komt vooral bij de service voor, maar bij lange rally's wordt er ook gebruik van gemaakt). De rotatie-energie wordt bij het raken van het bat van de tegenstander omgezet in snelheid naar links of naar rechts. De bal kan daardoor naast de tafel gaan. Een bal met deze rotatie zou op de tafel op dezelfde plek blijven liggen (dit wordt vaak gebruikt om te controleren of de bal wel precies rond is).
  • Blokken: Je slaat nu eigenlijk recht tegen de bal aan. Blokken doe je op een topspin-bal. Als er weinig topspin in de bal zit, kun je je batje vrij open houden. Maar hoe meer topspin er in de bal zit, hoe meer je je batje zal moeten sluiten. Ook kun je je batje helemaal stil houden bij het blokken. Dit noem je passief blokken. Maar als je ook een beetje een beweging naar voren maakt, is het actief blokken. De bal komt dan sneller weer bij je tegenstander.

Natuurlijk is het ook mogelijk om de bal zonder effect te slaan. Dit heet 'contra' slaan. Ook kunnen er combinaties van effecten gespeeld worden. Topspin kan gebruikt worden op backspin omdat het het effect neutraliseert. Zo kan men op een gebackspinde bal overgaan naar een topspin. Backspinnen op een bal met zijspin of topspin is echter niet zo verstandig omdat de bal dan veel te hoog of naast de tafel gaat. Een betere oplossing is om te topspinnen op een bal met zijeffect en zo lang mogelijk te wachten met de bal te slaan (zo verzwakt het effect een beetje). Om een effect te creëren moet de bal op een bepaalde manier geraakt worden. Dit is voor elk effect verschillend. Goede tafeltennissers kunnen deze effecten (voornamelijk bij de service) op elkaar laten lijken, met als doel de tegenstander zich doen vergissen in het soort effect dat wordt gegeven. Als dit slaagt, zal deze waarschijnlijk wat hoger terugkomen of missen, in het 1e geval kan de bal vaak teruggespind of gesmasht worden.

Olympische Spelen

Sinds 1988 is tafeltennis een olympische sport. Tot en met de Olympische Spelen van 2004 werd gestreden in het enkelspel en dubbelspel. Vanaf Peking 2008 is het dubbelspel vervangen door de landenwedstrijd.

(Zie ook : Tafeltennis op de Olympische Zomerspelen)
(Zie ook : Lijst van olympische kampioenen tafeltennis)

Competities en kampioenschappen

  • In Nederland wordt sinds 1935 jaarlijks gestreden op het Nederlands Kampioenschap Tafeltennis, een serie toernooien waarin de beste spelers en speelsters met de Nederlandse nationaliteit uitkomen. Gedurende het jaar wordt met clubteams gestreden in een competitie, waarvan de eredivisie zowel bij de mannen als bij de vrouwen het hoogste niveau is. In de niveaus onder de eredivisie behelst een seizoen geheel los van elkaar staande na- en voorjaarscompetities. Teams van verschillende niveaus strijden daarnaast jaarlijks om de nationale beker in één alomvattend toernooi.
    Het niveau van de Nederlandse clubcompetities (en bekers) is anno begin 21e eeuw over het geheel gezien kwalitatief ondergeschikt aan dat van de Duitse Bundesliga en de Franse Pro A, de sterkste competities van Europa.
  • De Europese kampioenschappen tafeltennis worden sinds 1958 georganiseerd. Vanaf 2008 zullen de EK jaarlijks worden gehouden.
  • De Europa Top-12 is het belangrijkste tafeltennistoernooi voor de Europese spelers. Daarnaast is voor clubteams de European Champions League (Europa Cup I) het belangrijkste toernooi, gevolgd door de ETTU Cup (Europa Cup II).
  • De wereldkampioenschappen tafeltennis worden jaarlijks georganiseerd, met dien verstande dat sinds 2000 in de even jaren de WK voor landenteams worden georganiseerd en in oneven jaren de WK voor individuele tafeltennissers (enkel-, dubbel- en gemengd dubbelspel). Voor 2000 werden alle disciplines tijdens één tweejaarlijks evenement tegelijk afgewerkt.
  • De World Cup, een wereldbeker toernooi in het enkelspel dat sinds 1980 jaarlijks op de agenda staat voor mannen en sinds 1996 ook voor vrouwen. Er bestaat een aparte wereldbeker voor landenteams onder de naam WTC-World Team Cup. In 1990 en 1992 werd er voor zowel mannen als vrouwen tevens een World Doubles Cup georganiseerd, maar dat kreeg na deze twee edities geen vervolg meer.
  • De ITTF Pro Tour is sinds 1996 een jaarlijkse reeks internationale toernooien waarop de wereldtop punten kan verdienen om zich zo te kwalificeren voor de ITTF Pro Tour Grand Finals, het 'meestertoernooi' aan het einde van het seizoen. Hierop wordt vervolgens gespeeld om titels in het mannen enkelspel, vrouwen enkelspel, mannen dubbelspel en vrouwen dubbelspel.
  • Waar in Europa EK's en Europa Top-12 toernooien gespeeld worden, hebben Aziatische spelers soortgelijke evenementen in hun eigen werelddeel. Deze bestaan in de vorm van Aziatische Spelen (om de vier jaar, sinds 1958), Aziatische kampioenschappen (gehouden sinds 1952, stabiel om de twee jaar sinds 1968) en de Azië Cup (sinds 1983, zowel voor mannen als vrouwen alleen een enkelspeltoernooi).

Tafeltennisorganisaties

Externe links

Zie ook

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Table tennis op Wikimedia Commons


Tafeltennis
Olympische spelen
Olympische zomersporten
Atletiek · Badminton · Basketbal · Boksen · Boogschieten · Gewichtheffen · Gymnastiek ·
Handbal · Hockey · Judo · Kanovaren · Moderne vijfkamp · Paardensport · Roeien · Schermen ·
Schietsport · Schoonspringen · Synchroonzwemmen · Taekwondo · Tafeltennis · Tennis ·
Triatlon · Voetbal · Volleybal · Waterpolo · Wielersport · Worstelen · Zeilen · Zwemmen
Olympische wintersporten
Alpineskiën · Biatlon · Bobsleeën · Curling · Freestyleskiën · IJshockey · Kunstrijden · Langlaufen · Noordse combinatie ·
Rodelen · Schaatsen · Schansspringen · Shorttrack · Skeleton · Snowboarden
Voormalige Olympische sporten
Cricket · Croquet · Golf · Honkbal · Jeu de paume · Lacrosse · Motorbootracen ·
Pelota · Polo · Rackets · Roque · Rugby · Softbal · Touwtrekken