Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Esthetica
De term esthetica oftewel esthetiek oftewel het esthetisch zijn komt van het Griekse woord αισθησις (aisthesis), wat zowel zintuiglijke ervaring als gevoel betekent. In het algemeen wordt met de term verwezen naar het filosofisch discours over het wezen van kunst (ook wel: kunstfilosofie) of het wezen van schoonheid.
Alexander Gottlieb Baumgarten gebruikte deze term voor het eerst. Het vakgebied is echter niet nieuw: al bij Plato zijn ideeën over schoonheid en kunst te vinden. Oorspronkelijk is de esthetica de leer van de schoonheid, de kennis van alles wat als mooi of lelijk wordt ervaren. Na Kant specialiseert de esthetica zich steeds meer in kunst, en wordt het woord een synoniem voor kunstfilosofie. Vanaf de Romantiek werd de betekenis van esthetica verengd tot "de leer van het schone" met de dichotomie "mooi/lelijk".
Aanvang als wijsgerige discipline
De Duitse filosoof Kant introduceert de esthetica als een volwaardige tak van de filosofie.
- In de Kritik der reinen Vernunft legt Kant uit hoe de waarneming werkt.
- In de Kritik der Urteilskraft maakt Kant onderscheid tussen smaakoordelen en schoonheid. Eerstgenoemde is subjectief en is dus geen criterium voor esthetische kennis. Schoonheid is echter iets dat op zich (objectief) aan een kunstwerk geprediceerd kan worden; hierover kan men dus wel discussiëren.
De (eveneens Duitse) filosoof G.W.F. Hegel gaf de kunstfilosofie als eerste ("an sich") ontwikkelingsfase van de Geest, waarin de objecten nog volledig zintuiglijk zijn, plaats in zijn systeem. De tweede ("für sich") fase is de theologie, waarin de Gegenstand zowel waarneembare en geestelijke aspecten heeft en de derde ("an-und-für-sich") fase is de filosofie, waarin de denkbeelden ontdaan zijn van hun waarneembare aspecten en volledig ideaal zijn geworden. Ook sprak Hegel (vanuit zijn filosofische standpunt) over Het einde van de kunstgeschiedenis. Hiermee bedoelde hij dat alle kunstvormen al waren uitgevonden in eerdere fasen van de ontwikkeling van de Geest, maar dat met de Romantiek het tijdperk van de Absolute Geest, ofwel het filosofische tijdperk was ingetreden. Hierin werden geen nieuwe vormen meer uitgevonden, alleen nog bestaande vormen (bv. griekse beeldhouwkunst, renaissance poëzie, romeinse architectuur) gebruikt en vernieuwd.
Benaderingswijzen
In de esthetica kunnen de standpunten in het algemeen als volgt worden ingedeeld:
- Het mimetische standpunt: een kunstwerk is een representatie van de werkelijkheid. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen:
- idealistische mimese: Deze variant neemt de Platoonse ideeënwereld als uitgangspunt voor de mimese. Ware kunst is een afbeelding van de ideale werkelijkheid. Enkele concrete voorbeelden: Raphael en Michelangelo.
- naturalistische mimese: Aanhangers van deze stroming beweren dat ware kunst de zichtbare werkelijkheid representeert. Enkele concrete voorbeelden: Rembrandt en Caravaggio.
- Het expressionistische standpunt: een zichtbaar "kunstwerk" moet worden beschouwd als een veruitwendiging van een kunstwerk dat al in de geest van de kunstenaar aanwezig is. De term expressie is in deze betekenis equivalent met intuïtie en moet exclusief onderscheiden worden van het geproduceerde object: in feite is het kunstwerk dat in de geest van de kunstenaar aanwezig is het echte kunstwerk.
- Het formalistische standpunt: het kunstwerk moet worden beoordeeld op grond van kwaliteiten die werkimmanent zijn, bijvoorbeeld technische aspecten.
- Het Kantiaanse standpunt: de nadruk komt te liggen op de wijze waarop het kunstwerk zich tot de individuele kunstbeschouwer verhoudt.
Esthetica in specifieke kunsten
Iedere kunststroming heeft zijn eigen esthetische opvatting. Een dergelijke verzameling van esthetische opvattingen en uitgangspunten is doorgaans vastgelegd door de desbetreffende kunstbeschouwende tak, zoals de vormleer in de architectuur, en de vormleer van een bepaalde muziekstijl.
Esthetica in het secundair onderwijs
- In Vlaanderen is Esthetica een leervak in de 3e graad van het secundair onderwijs. De leerinhouden verwijzen naar beschouwende kunstzinnige vorming in de beeldende kunsten en de muziek. Zie Esthetica (leervak).
Zie ook
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- A.A. van den Braembussche (2007), Denken over kunst. Bussum: Coutinho. ISBN 978 90469 00 093
- E.H. Gombrich (1950), The Story of Art. London: Phaidon. ISBN 0 7148 3247 2