Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geneeskunde
Geneeskunde is het interdisciplinaire vakgebied dat zich richt op de invloed die ziektes of afwijkingen hebben op het menselijk functioneren, zowel fysiek als psychisch, met als doel het herstellen van de gezonde toestand, het verzachten van symptomen of het voorkomen (preventie) van (ergere) pathologie. Mensen die bekwaam zijn in dit vak worden arts of geneesheer genoemd. De medische wetenschap is het geheel aan kennis en onderzoek op medisch, farmacologisch en biologisch terrein dat de geneeskunde mogelijk maakt.
De kennis van de moderne geneeskunde wordt tegenwoordig verworven volgens natuurwetenschappelijke methoden van onderzoek. Dit noemt men wel evidence based medicine. Met andere woorden: geneeskunde dient gebaseerd te zijn op bewijs. Dit wil zeggen dat er gezocht wordt naar een logisch verband tussen oorzaak en gevolg, dat de onderzoeken door iedereen identiek moeten kunnen herhaald worden met identieke resultaten in identieke omstandigheden. Het behandelen gebeurt met bewezen werkzame therapie (ook weer evidence based). Deze therapie kan onder andere toediening van geneesmiddelen, heelkunde (chirurgie), bestraling of revalidatie of psychotherapie inhouden. Deze methodiek is zeker nog niet op alle aspecten van de moderne westerse geneeskunde van toepassing: sommigen schatten dat bij toepassing van de criteria voor evidence based medicine ca. 20-30 procent van de geneeskunde werkelijk evidence based mag worden genoemd[1]. Het leveren van hard bewijs van werkzaamheid van een methode of behandeling is in de geneeskunde meestal helemaal niet eenvoudig.
Het medisch proces
Globaal, sterk vereenvoudigd en zeer in het kort:
- Iemand die een afwijking in zijn gezondheid meent te bespeuren komt bij een arts, die een anamnese zal afnemen (vragen wat de klachten zijn, waar ze zitten, hoe lang de patiënt (zoals de hulpvrager nu wordt genoemd) er al last van heeft, etc.; en ook wat de verwachtingen van de patiënt zijn ten aanzien van de arts met betrekking tot het probleem (b.v. geruststelling, genezing, klachtenverlichting, uitsluiten van een ernstige aandoening, een verklaring dat hij ziek thuis mag blijven, een medicijn, een operatie).
- Daarna verricht de arts zo nodig lichamelijk onderzoek en/of ander hulponderzoek (bijvoorbeeld bloedonderzoek, röntgenfoto's echografie) en probeert al nadenkend, pratend en onderzoekend een of meer hypothesen op te stellen die de klachten kunnen verklaren, en die hypothesen te testen, meestal door te trachten ze te bevestigen (een heuristische strategie die voornamelijk op patroonherkenning is gebaseerd)[2][3].
- Uiteindelijk blijft er meestal 1 hypothese over: de diagnose. Daarmee wordt het mogelijk de vooruitzichten (prognose) te bepalen en eventueel een behandeling in te stellen. Diagnosen blijven overigens meestal hypothesen en zijn lang niet altijd juist[4][5].
- Het verloop van de behandeling en de ziekte kan eventueel worden vervolgd.
- Uiteindelijk is de patiënt genezen, houdt een beperking over aan de ziekte of komt te overlijden.
Ziekten
Zie ook : ziekte De meeste ziektebeelden binnen de geneeskunde worden mondiaal gerangschikt in de ICD-10. Dit is een uitgave van de WHO waarin allerlei mogelijke diagnosen zijn geclassificeerd in geordend systeem. Het systeem is aanvankelijk ontstaan als een classificatie van doodsoorzaken. Deze indeling is tamelijk grof, wordt ongeveer om de tien jaar herzien en loopt natuurlijk altijd een aantal jaren achter bij de werkelijke stand van de wetenschap. Praktisch nut heeft de ICD aan het ziekbed niet; het is een statistisch instrument om het vóórkomen van ziektes in verschillende landen te kunnen vergelijken, waarbij men dan maar moet hopen dat in die landen identieke definities worden gehanteerd.
Iedere mogelijke ziekte kan worden ondergebracht in minstens een van de volgende categorieën:
- infectieziekten (bijvoorbeeld tuberculose of AIDS)
- neoplasmata (nieuwvormingen, dus benigne of maligne tumoren)
- ziekten van het bloed, de bloedvormende organen (beenmerg) en het immuunsysteem (anemie, leukemie of sarcoïdose)
- endocriene ziekten, voedings-gerelateerde ziekten en stofwisselingsziekten (bijvoorbeeld diabetes mellitus, ondervoeding of albinisme)
- psychische ziekten en gedragsstoornissen (bijvoorbeeld depressie of ADHD)
- ziekten van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld multiple sclerose of de ziekte van Huntington)
- ziekten van het oog (bijvoorbeeld glaucoom of staar)
- ziekten van het oor en het evenwichtsorgaan (bijvoorbeeld middenoorontsteking of de ziekte van Ménière)
- ziekten van het hart en het vaatstelsel (bijvoorbeeld hartinfarct of spataderen)
- ziekten van het ademhalingsstelsel (bijvoorbeeld COPD of longontsteking)
- ziekten van het spijsverteringskanaal (bijvoorbeeld maagzweer of galstenen)
- ziekten van de huid en het onderhuidse weefsel (bijvoorbeeld psoriasis of doorligplekken)
- ziekten van de spieren, de botten en het bindweefsel (bijvoorbeeld zweepslag, osteoporose, of SLE)
- ziekten van het urinewegsysteem en de geslachtsorganen (bijvoorbeeld blaasontsteking, geslachtsziekten of Balzak-/zaadbal-aandoeningen)
- ziekten van de zwangerschap, de geboorte en het kraambed (bijvoorbeeld HELLP-syndroom, zwangerschapsvergiftiging, schouderdistocie of kraamvrouwenkoorts)
- ziekten van de pasgeborene (bijvoorbeeld hyperbilirubinemie)
- aangeboren misvormingen, aangeboren afwijkingen en chromosoomafwijkingen (bijvoorbeeld spina bifida, klompvoetje of Down-syndroom)
- klachten, symptomen, laboratoriumafwijkingen en klinische afwijkingen, niet anders gespecificeerd (bijvoorbeeld onbegrepen koorts of hoofdpijn)
- letsel, vergiftigingen of andere gevolgen van externe oorzaken (bijvoorbeeld onderkoeling, koolstofmonoxidevergiftiging of caissonziekte ookwel duikersziekte)
- externe oorzaken van overlijden en permanente schade (bijvoorbeeld auto-ongelukken of automutilatie of medische complicaties)
- factoren die de gezondheid beïnvloeden (bijvoorbeeld contact met infecties)
- nieuwe ziekten, nog niet anders gespecificeerd (bijvoorbeeld SARS)
Specialismen in Nederland
De opleiding tot arts bestaat uit een gedeelte van 4 jaar welke afgesloten wordt met het doctoraalexamen. Daarna volgt nog een gedeelte van 2 jaar welke bestaat uit het volgen van verschillende stages (coassistentschappen) in allerlei specialismen als coassistent. Sommige opleidingen zijn overgestapt op het bachelor-master systeem. Uiteindelijk sluit de student de opleiding af met het afleggen van het artsexamen. Na succesvolle afronding verkrijgt hij zijn artsenbul en wordt hij of zij registratie in het BIG-register is men basisarts. Daarmee kan men echte nog weinig beginnen, er volgt daarna nog een specialisatie, bijvoorbeeld als huisarts, internist, longarts, oogarts etc. Pas na die specialisatie is men daadwerkelijk geneeskundig voldoende geschoold om volledig zelfstandig patiënten te behandelen. De studie inclusief specialisatie duurt in totaal negen tot twaalf jaar .
Op sommige universiteiten is het curriculum gewijzigd waardoor studenten al in hun 4e en 3e jaar in de kliniek stages volgen. Dit is bijvoorbeeld het geval op respectievelijk de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Utrecht
In Nederland kan je je niet zomaar inschrijven voor de opleiding Geneeskunde, omdat er minder opleidingsplaatsen dan aanmelders zijn. De overheid hanteert daarom een numerus fixus (instroombeperking) geregeld via de Informatie Beheer Groep. De meeste plaatsen worden vergeven door middel van een gewogen loting, maar op enkele universiteiten (Rotterdam, Amsterdam (UvA en VU) en Utrecht) bestaat de mogelijkheid om via decentrale selectie een opleidingsplaats te bemachtigen. Groningen en Leiden kennen de mogelijkheid om via zij-instroom aan geneeskunde te beginnen.
Binnen de moderne geneeskunde bestaan er meer dan 700 specialismen, waarvan er in Nederland een dertigtal gangbaar zijn. Na zijn basisopleiding volgt nagenoeg elke arts een opleiding tot enig specialisme. Daarin kunnen drie hoofdrichtingen worden onderscheiden: de eerstelijns curatieve zorg, de sociale geneeskunde en de klinische specialismen. Enkele specialismen zijn niet officieel erkend. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG) formuleert de opleidingseisen en beheert de registers voor de diverse specialismen. Registratie van de arts in een van deze registers waarborgt de kwaliteit van diens beroepsuitoefening.
De eerstelijns curatieve zorg kent drie specialismen: huisartsgeneeskunde, verpleeghuisgeneeskunde en arts voor verstandelijk gehandicapten.
De sociale geneeskunde richt zich onder meer op de gezondheid van (specifieke groepen binnen) de bevolking. Tot de sociale geneeskunde worden gerekend de specialismen arbeid en gezondheid – bedrijfsgeneeskunde, maatschappij en gezondheid en verzekeringsgeneeskunde.
De klinische specialismen vindt men doorgaans terug in het ziekenhuis. Zij kunnen zich onder andere bezighouden met een specifiek orgaan (bijvoorbeeld oogheelkunde), orgaansysteem (bijvoorbeeld gastro-enterologie) of met systemische ziekten (bijvoorbeeld reumatologie). Zij kunnen zich ook toespitsen op een bepaalde levensfase (bijvoorbeeld neonatologie, geriatrie, op de gevolgen van niet te genezen aandoeningen (bijvoorbeeld revalidatiegeneeskunde) of op een aspect van het menselijk gedrag (bijvoorbeeld seksuologie). Tenslotte zijn er de zogenaamde ondersteunende specialismen, die zich bezighouden met laboratoriumonderzoek voor de diagnostiek en de behandeling zoals medische microbiologie, klinische chemie en pathologie (pathologische anatomie). De in Nederland erkende klinische specialismen zijn:
- beschouwend
- cardiologie, dermatologie, gastro-enterologie, inwendige geneeskunde, kindergeneeskunde, klinische geriatrie, klinische neurofysiologie, longziekten en tuberculose, neurologie, psychiatrie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
- ondersteunend
- anesthesiologie, klinische genetica, laboratoriumdiagnostiek, medische microbiologie, nucleaire geneeskunde, oncologie, pathologie, radiologie en radiotherapie.
- snijdend
- heelkunde, KNO-heelkunde, neurochirurgie, gynaecologie, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, algemene chirurgie, thoraxchirurgie en urologie.
Binnen deze specialismen bestaan nog tal van kennisgebieden, zoals de hepatologie binnen de inwendige geneeskunde.
Niet erkende specialismen zijn onder meer tropengeneeskunde, sportgeneeskunde, allergologie en militaire gezondheidszorg.
Specialisaties in België
In Vlaanderen maken de studenten geneeskunde na het 6e jaar een keuze:
- huisartsengeneeskunde
- sociale geneeskunde (verzekeringsgeneeskunde, schoolgeneeskunde, ... )
- wetenschappelijk onderzoek
- prespecialisatie (kindergeneeskunde, psychiatrie, orthopedie, oogarts, ... ).
In Vlaanderen staat de studie open voor al wie een diploma secundair onderwijs (of gelijkwaardig) bezit, én slaagt in een toelatingsproef. De proef gaat over kennis van wetenschappen en de vaardigheid informatie te verwerken.
De erkenning van een geneeskundige specialisatie gebeurt door middel van de vermelding ervan in een Koninklijk Besluit. Dit wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De in België erkende geneeskundige specialisaties dragen de titel van geneesheer-specialist in de desbetreffende specialisatie.
Erkende specialisaties in België
-- Acute geneeskunde -- Anesthesie-reanimatie -- Arbeidsgeneeskunde -- Cardiologie -- Dermato-venereologie -- Endocrino-Diabetologie -- Functionele en professionele revalidatie van gehandicapten -- Fysische geneeskunde -- Gastro-enterologie -- Geriatrie -- Gynaecologie en verloskunde -- Heelkunde -- Intensieve zorgen -- Inwendige geneeskunde -- Klinische biologie -- Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie -- Nefrologie -- Neurochirurgie -- Neurologie -- Neuropsychiatrie -- Nucleaire geneeskunde -- Nucleaire in vitro geneeskunde -- Oftalmologie -- Orthopedie -- Otorhinolaryngologie -- Pathologische anatomie -- Pediatrie -- Pediatrische neurologie -- Plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde -- Pneumologie -- Psychiatrie -- Radiotherapie-Oncologie -- Reumatologie -- Revalidatie -- Röntgendiagnose -- Stomatologie -- Urgentiegeneeskunde -- Urologie
Geschiedenis van de geneeskunde
Zie : geschiedenis van de geneeskunde Dit is een onderwerp dat het bestek van dit artikel ver te buiten gaat. Enkele pioniers:
- Hippocrates van Kos en de Eed van Hippocrates (observatie, medische ethiek)
- Claudius Galenus & Celsus
- Andreas Vesalius (anatomische kennis)
- Ambroise Paré (vermaard chirurg)
- Leonardo Da Vinci (kunstenaar en anatoom)
- William Harvey (ontdekte de bloedsomloop
- Ignaz Semmelweis (grondlegger van de antiseptische methode)
- Rudolf Virchow (grondlegger van de moderne ziekteleer)
- Louis Pasteur (ontdekker van bacterien, vaccins)
- Robert Koch (bacteriële infectieziekten)
- Lijst van beroemde artsen
- Li Shizhen
Geneesmiddelen
Geneesmiddelen, of medicijnen, (farmaca) zijn chemische verbindingen die op cellen inwerken en die gebruikt worden in de therapie, de preventie en de diagnostiek.
Geneesmiddelen kunnen synthetisch (bv. paracetamol) of natuurlijk zijn. Natuurlijke geneesmiddelen worden bereid uit grondstoffen afkomstig van planten (bv. morfine) of schimmels (bv. penicillines). Daarnaast bestaan er homeopatische en fytotherapeutische middelen. In Nederland en in vele andere landen mogen veel medicijnen, vooral sterk werkzame of potentieel gevaarlijke, alleen door een arts worden voorgeschreven. Een tweede categorie geneesmiddelen kan vrij (zonder recept van een arts) in een apotheek worden gekocht en een derde soort kan ook bij de drogist en de supermarkt (maar nooit via zelfbediening) worden aangeschaft. Welke medicijnen in welke categorie vallen, wordt bij wet bepaald en kan van land tot land enigszins verschillen.
Alternatieve geneeswijzen
Zie : Alternatieve geneeswijze
Zie ook
Referenties
Bronvermelding :
- º www.shef.ac.uk/scharr/ir/percent.html
- º Ridderikhoff J. Problem-solving in general practice. Theor Med 1993;14:343-63.
- º Ridderikhoff J. Medical problem-solving: an exploration of strategies. Med Educ 1991;25:196-207
- º Ravakhah K. Death certificates are not reliable: revivification of the autopsy. South Med J. 2006 Jul;99(7):728-33.
- º Zarbo RJ, Baker PB, Howanitz PJ. The autopsy as a performance measurement tool--diagnostic discrepancies and unresolved clinical questions: a College of American Pathologists Q-Probes study of 2479 autopsies from 248 institutions. Arch Pathol Lab Med. 1999 Mar;123(3):191-8.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Medicine op Wikimedia Commons.