Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Introvert en extravert

Uit Wikisage
Versie door Guido den Broeder (overleg | bijdragen) op 8 aug 2009 om 14:01 (Engels: onjuist (en niet relevant))
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het begrip 'introvert' is oorspronkelijk door Sigmund Freud in zijn theorie over het libido gebruikt. Daarna heeft Carl Jung de beide termen introvert en extravert tot kern van zijn persoonlijkheidstypologie gemaakt.

Algemeen

Bij een extraverte instelling is de energie naar buiten gericht, op mensen, activiteiten en dingen. Extraverte mensen zijn energiek, enthousiast, actie-gericht, spraakzaam en assertief. Zij vinden het fijner om met andere mensen samen te zijn dan om alleen te zijn.

Bij een introverte instelling is de energie naar binnen gericht, op de eigen gedachten en gevoelens. Introverte mensen zijn rustige types, weloverwogen, beschouwelijk en voelen zich in onbekend gezelschap niet gauw thuis. Zij zijn liever alleen dan in een groep.

De meeste mensen hebben zowel extraverte als introverte trekken, afhankelijk van de situatie en het gezelschap waarin zij verkeren, hun gezondheid en algemeen energieniveau, hun leeftijd. Daarom wordt in de persoonlijkheidspsychologie meestal van een glijdende schaal (of dimensie) gesproken met twee polen, introvert en extravert. Mensen kunnen dan ingedeeld worden naar hun positie op die schaal, in bepaalde situaties, op bepaalde leeftijden enz. De Engelse psycholoog Hans Eysenck erkende in zijn persoonlijkheidstheorie slechts drie hoofddimensies: introversie-extraversie, (de mate van) neuroticisme en psychoticisme. In de moderne persoonlijkheidstheorie van de Big five is introversie-extraversie een van de vijf hoofddimensies.

Meting

Extraversie-introversie is een persoonlijkheidstrek die met vragenlijsten wordt gemeten. Een bekende Nederlandse vragenlijst is de ABV (Amsterdamse Biografische Vragenlijst). Scores op de vragenlijsten die extraversie-introversie meten, zijn statistisch gezien normaal verdeeld. Dit wil zeggen dat de meeste mensen gemiddeld zullen scoren: zij vertonen dus zowel introverte als extraverte kenmerken Dit betekent dat zij in sommige situaties extravert gedrag, en in andere situaties weer introvert gedrag kunnen vertonen. Alleen extreem hoge of lage scores op de schaal komen dus overeen met de eigenschappen extravert of introvert zoals hierboven omschreven.

Eysencks theorie

In de persoonlijkheidstheorie van Hans Eysenck is extraversie-introversie een van de drie trekken van zijn PEN model, dat ook neuroticisme en psychoticisme beschrijf. Eysenck beschreef extraversie-introversie als de mate waarin een persoon naar buiten treedt en met andere mensen contacten heeft. Individuele verschillen in deze trek waren volgens Eysenck een gevolg van biologische factoren. Vooral het begrip arousal speelt in zijn theorie een belangrijke rol. Omdat bij extraverten sprake is van een relatief laag arousalniveau van de hersenen, zijn zij als het ware op zoek naar prikkels van buitenaf. Daarentegen is bij introverten sprake van een relatief hoog arousalniveau, waardoor zij juist de neiging hebben prikkels van buitenaf te vermijden. Ook zouden introverten door hun hoge arousalniveau onder stress slechter preteren op complexe cognitieve taken dan extraverten (zie Yerkes-Dodson wet) Tweelingenstudies tonen aan dat individuele verschillen in extraversie-introversie voor een belangrijk deel aan erfelijke aanleg zijn toe te schrijven.

Eysenck vergeleek zijn theorie met de klassieke temperamentenleer van Galenus. Zo komt de combinatie van extraversie met hoog en laag neuroticisme overeen met respectievelijk het cholerische en sanguinische type. De combinatie van introversie met hoog en laag neuroticisme komt overeen met respectievelijk het melancholische en flegmatische type.

Hersenfuncties

Verschillende studies laten zien dat introverten en extraverten verschillen in hersenactiviteit. Zo blijkt in de hersenen van extraverten bij prikkels als beloning sprake van een relatief sterke reactie van dopamine. Ook vertonen extraverten een sterke speekselreactie bij een smaakprikkel als citroensap op de tong.

Introverten vertonen een sterkere doorbloeding de prefrontale cortex en anterieure thalamus, gebieden die betrokken zijn met interne verwerkingsprocessen als planning en probleemoplossen. Daarentegen vertonen extraverten een sterkere doorbloeding in de gyrus cinguli, de slaapkwab en posterieure thalamus, gebieden die betrokken zijn bij verwerking van emotionele en sensorische prikkels.

Maatschappelijke implicaties

Extraverten zijn volgens sommige sociaalpsychologische studies gelukkiger en beschikken over meer zelfvertrouwen (zelfverzekerd) dan introverten. Mogelijk hangt dit samen met het feit dat in de westerse wereld extraversie wordt gezien als een positieve (of wenselijke), en introversie als een negatieve (of minder wenselijke) eigenschap.

Extraversie hoeft echter niet altijd een voordeel te zijn. Zo is namelijk gebleken dat introverten meer succes hebben in academische beroepen, die misschien voor de extravert te weinig uitdaging bieden.

Ook blijken extraverte jongeren sterker de neiging hebben tot delinquent gedrag. Bij beroepskeuze, onderwijs en psychotherapie wordt vaak rekening gehouden met de persoonlijkheidstrek extraversie-introversie, bij het adviseren van beroepen, het geven van onderwijs, of adviseren van bepaalde vormen van therapie

Externe links