Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Konstantin von Tischendorf: verschil tussen versies
(nrs) |
(cat) |
||
Regel 63: | Regel 63: | ||
{{DEFAULTSORT:Tischendorf, Konstantin von}} | {{DEFAULTSORT:Tischendorf, Konstantin von}} | ||
[[Categorie: Adel]] | [[Categorie: Adel]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie: Duits hoogleraar]] | ||
[[Categorie: Duits theoloog]] | [[Categorie: Duits theoloog]] | ||
[[Categorie: Bijbelwetenschapper]] | [[Categorie: Bijbelwetenschapper]] |
Versie van 10 nov 2013 20:29
Konstantin von Tischendorf | ||
Kontantin von Tischendorf, rond 1870 | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Lobegott Friedrich Konstantin von Tischendorf | |
Geboren | 18 januari 1815, Lengenfeld (in het huidige Saksen, Duitsland) | |
Overleden | 7 december 1874, Leipzig | |
Nationaliteit | Duits | |
Bekend van | Codex Sinaïticus | |
Beroep | hoogleraar, bijbelwetenschapper | |
Overige informatie | ||
Religie | lutheraan |
Konstantin von Tischendorf (Lengenfeld (in het huidige Saksen), 18 januari 1815 – Leipzig, 7 december 1874) was een Duitse lutherse theoloog en Bijbelwetenschapper.
Hij was lid van de theologische faculteit van de universiteit van Leipzig en is vooral bekend omdat hij het bestaan van de Codex Sinaiticus (in het Katharinaklooster in de Sinaï) in het Westen bekend maakte.
Als een van de belangrijkste onderzoekers van de tekstgeschiedenis van het Nieuwe Testament droeg hij in grote mate bij tot een wetenschappelijk gefundeerde Bijbeltekst. Hij ontcijferde onder andere de Codex Ephraemi Rescriptus (Syri), een vijfde-eeuwse Bijbeltekst onder een heiligenleven van Efrem de Syriër uit de twaalfde eeuw (een palimpsest) en publiceerde de tekst ervan. Tischendorf onderzocht ook de Septuaginta en gaf een kritische tekst van het Nieuwe Testament uit, die nog steeds van belang wordt geacht.
Leven
Tischendorf was de zoon van Johann Christlie Tischendorf, een arts die uit een familie van papiermakers stamde, en Christiane Eleonore Thomas.[1] Hij genoot zijn eerste onderwijs in Lengenfeld, en bezocht vanaf 1829 het gymnasium te Plauen. In 1834 begon hij theologie en filologie te studeren aan de universiteit van Leipzig. Zijn beide ouders overleden (zijn vader in 1835 en moeder in 1836).[2] Toch kon hij zijn studie in 1838 afsluiten met een doctoraat, en twee jaar later kreeg hij een habilitatie, een wetenschappelijke promotie die na de ’gewone’ wetenschappelijke promotie komt. Van 1838 tot 1839 onderwees hij aan de onderwijsinstelling van de predikant Ferdinand Leberecht Zehme[3] in Großstädteln, het huidige Markkleeberg, bij Leipzig. Hier leerde hij zijn de toen zestienjarige Maria Angelika Zehme (1822–1905), de dochter van de predikant, kennen. Ze huwden later, in 1845, en uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren.
Na de habilitatie werd hij hogeschoolleraar,[4] maar oefende deze functie nauwelijks uit, aangezien hij meerdere uitgebreide studiereizen ondernam op zoek naar handschriften in bibliotheken en kloosters. In 1840 vertrok hij naar Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en het Nabije Oosten. Op zijn reizen collationeerde hij vele manuscripten die voordien onbekend waren of waaraan men geen aandacht had geschonken. In 1845 keerde hij terug naar Leipzig en begon de onderzoeksresultaten te evalueren. Zijn eerste grote vondst gedurende deze reis was de Codex Ephraemi Rescriptus.
Hij kon de beste informatie leveren die destijds over de Codex Vaticanus (Codex B) beschikbaar was, maar kreeg geen toegang tot deze codex. Dit was niet te wijten aan een conflict met de paus: paus Gregorius XVI stelde hem zelfs aan als ridder in de orde van de Noordster. Tischendorf had toegang tot de hele Vaticaanse bibliotheek, behalve tot de Codex B, en dit lijkt de verantwoordelijkheid te zijn van kardinaal Mai.[5]
Eind 1845 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent en in 1851 tot honorair hoogleraar. Acht jaar later verkreeg hij het hoogleraarschap in de theologie en de bijbelse paleografie.
Ontdekking van de Codex Sinaïticus
Aan de Duitse universiteiten vonden verhitte debatten plaats over de authenticiteit van de Bijbel. Von Tischendorf, die de hogere kritiek afwees[6][7] besloot zelf op zoek te gaan naar oude bijbelhandschriften.
Bij zijn eerste reis naar het Sinaïgebergte in 1844 waren de resultaten spectaculair. Na weken in de bibliotheek van het Katharinaklooster te hebben gespeurd, vond hij vlak voor zijn vertrek een manuscript in een prullenmand waarvan hij herkende dat het heel oud moest zijn. Hij kreeg toelating om 43 perkamentvellen van de codex mee te nemen.
Toen hij in 1853 terugkwam, vond hij maar één fragment van de tekst. Waar was de rest? Tischendorfs middelen waren uitgeput, dus zocht hij de financiële steun bij de Russische tsaar. Tischendorf kan zich wel afgevraagd hebben hoe men hem, een protestantse geleerde, in het orthodoxe Rusland zou ontvangen, maar in Rusland was inmiddels een klimaat van verandering en hervorming aangebroken. Tsaar Alexander II begreep het grote belang van de ontdekkingen en gaf Tischendorf zijn steun.
Hoewel er ook „jaloerse, fanatieke tegenstand” was,[8] vertrok von Tischendorf in 1859 terug naar de Sinaï. Uiteindelijk vond hij de rest van de codex in een kloostercel. Het geheel bestond een Septuaginta en Grieks Nieuw Testament, 346 bladzijden.
Tischendorf zou het manuscript liefst dadelijk gekocht hebben, maar men liet dit niet toe. Uiteindelijk slaagde hij erin de monniken te overtuigen dat ze er zowel geestelijk als materieel voordeel van zouden trekken wanneer zij de oude codex aan de Russische tsaar, de beschermheer van de Orthodoxe kerk, zouden schenken. Zo kon hij het manuscript mee nemen naar Sint-Petersburg om het te publiceren.[9] Omdat de andere letters van het Latijnse en Griekse alfabet waarmee men naar oude manuscripten verwees, al in gebruik waren, maar ook omdat hij zich bewust was van de waarde van de Codex Sinaïticus, koos hij hiervoor de Hebreeuwse letter א (alef) als Sigel.
Het was zijn voornaamste levenswerk deze codex te bestuderen en in druk uit te geven.
Adelstand en overlijden
Tischendorf werd vanwege zijn werkzaamheden in 1869 door de Russische tsaar in de adelstand verheven (en droeg sindsdien de von in zijn naam.)
Op 5 mei 1873 werd Tischendorf getroffen door een beroerte, waarvan hij niet meer herstelde. Op 7 december 1874 overleed hij te Leipzig, nauwelijks zestig jaar oud. Zijn werk werd verdergezet door Caspar René Gregory.
Weblinks
- (de) [www.uni-leipzig.de/~agintern/uni600/ug168.htm Korte biografie, Website Universiteit van Leipzig](vertaal via: )
- (en) [rosetta.reltech.org/TC/extras/tischendorf-sinaiticus.html Von Tischendorf beschrijft de ontdekking van de Codex Sinaïticus], op Rosetta Religion and Technology Center, Inc. (vertaal via: )
- (de) Constantin von Tischendorf (1815-1874)
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Konstantin von Tischendorf op Wikimedia Commons.
(de) Lijst van werken van Konstantin von Tischendorf op Wikisource
Verwijzingen
- º https://familysearch.org/pal:/MM9.2.1/MQCB-Q93
- º Jürgen Gottschlich, Der Bibeljäger: Die abenteuerliche Suche nach der Urfassung des Neuen Testaments, Ch. Links Verlag, 2010. p. 50
- º http://pfarrerbuch.de/sachsen/pfarrer/ferdinand-leberecht-zehme-1785-1858/
- º Duits: Privatdozent
- º (en) Biographies of Textual Critics via archive.org
- º Shailer Matthews, History of the Higher Criticism of the New Testament, Londen, Macmillan & Co., Ltd., 1900, p. 161
- º Constantin von Tischendorf, Wann wurden unsere Evangelien erfasst?
- º Konstantin von Tischendorf, The Discovery of the Sinaitic Manuscript. Uit: When Where Our Gospels Written?
- º Christopher De Hamel, The Book. A History of the Bible, Phaidon Press Ltd., Londen, 2001, ISBN 0-7148-3774-1 blz. 298