Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Antwerps: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(7 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Brabants.PNG|thumb|3000px|<center> —'' '''DE BRABANTSE DIALECTEN''''' – <br />Verbreiding van het Brabants]]
'''Antwerps''' is de dialectvariant van het [[Nederlands]] zoals dat in [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] gesproken wordt. Het is een vorm van het [[Brabants]], en meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (dialecten langsheen de Romeinse heirbaan naar het noorden (richting Dordrecht en 's-Hertogenbosch)). Het echte Antwerps is een typisch [[stadsdialect]], dat duidelijk te onderscheiden is van de [[dialect]]en uit het omliggende gebied.


[[Bestand:Brabants.PNG|thumb|3000px|<center> --'' '''DE BRABANTSE DIALECTEN''''' -- <br />Verbreiding van het Brabants]]
==Spreken en schrijven ==
'''Antwerps''' is de variant van het [[Nederlands]] zoals dat in [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] gesproken wordt. Het is een vorm van het [[Brabants]], en meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (dialecten langsheen de Romeinse heirbaan naar het noorden (richting Dordrecht en 's-Hertogenbosch)). Het echte Antwerps is een typisch [[stadsdialect]], dat duidelijk te onderscheiden is van de [[dialect]]en uit het omliggende gebied.
 
==Spreken en Schrijven ==
Antwerps wijkt af van het standaard Algemeen Nederlands qua uitspraak. Sinds de invoering van de opeenvolgende standaardspelling in het Nederlands en in het onderwijs van het Nederlands is het schrijven van dialect afgestorven.{{Bron?}}
Antwerps wijkt af van het standaard Algemeen Nederlands qua uitspraak. Sinds de invoering van de opeenvolgende standaardspelling in het Nederlands en in het onderwijs van het Nederlands is het schrijven van dialect afgestorven.{{Bron?}}


Er bestaat een schrijfwijze voor het Antwerps dialect die beschreven werd in het boek "Antwerps Schrijven" van F. Camerman.
Er bestaat een schrijfwijze voor het Antwerps dialect die beschreven werd in het boek "Antwerps Schrijven" van F. Camerman.


Hieronder zal worden geprobeerd inzichten te verschaffen , alle tekst is Algemeen Nederlands , de uitspraak in IPA tekens staat tussen vierkante haken [hakən], verder indien we een woord in een vreemde taal gebruiken dan staat er eerst tussen haakjes de taalcode, en dan het woord onderstreept en tussen enkele quotes, zoals bijvoorbeeld: (en)<u>'board'</u>,  als we in een woord een bepaalde letter willen aanduiden is die letter vet gedrukt : (fr)<u>'fen'''ê'''tre'</u>.
Hieronder zal worden geprobeerd inzichten te verschaffen. Alle tekst is Algemeen Nederlands; de uitspraak in IPA tekens staat tussen vierkante haken [hakən], indien een woord uit een vreemde taal gebruikt is, staat er eerst tussen haakjes de taalcode, en dan het woord onderstreept en tussen enkele aanhalingstekens, zoals bijvoorbeeld: {{en}}<u>'board'</u>; wanneer in een bepaalde letter in een woord aangeduid wordt, is die letter vet gedrukt : {{fr}}<u>'fen'''ê'''tre'</u>.


== Fonologie ==
== Fonologie ==
{{Zie ook|Voor het hoofdartikel over dit onderwerp, zie: [[Uitspraak Antwerps dialect|Antwerpse uitspraak]]}}
Gemakshalve wordt in dit hoofdstuk vaak gebruikgemaakt van F. Camermans notaties.<ref>Bij de keuze van grafemen heeft deze het AN gebruikt als vertrekpunt. Het enige effect hiervan op dit artikel is dus dat een nieuw grafeem wordt "verzonnen" waar de AN-spelling er een te weinig heeft.</ref>


=== Medeklinkers ===
=== Medeklinkers ===
De uitspraak van de [[medeklinker]]s is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort [[Auslautverhärtung|eindklankverscherping]] aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.<ref name=CAMERMAN2007-178-181>{{Citeer boek
* De uitspraak van de [[medeklinker]]s is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort [[Auslautverhärtung|eindklankverscherping]] aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.<ref name=CAMERMAN2007-178-181>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Voornaam = F.
Regel 21: Regel 20:
| ISBN = 978-90-5927-175-3
| ISBN = 978-90-5927-175-3
| Bladzijdes = blz. 178-181
| Bladzijdes = blz. 178-181
}}</ref>
* De n wordt regelmatig gevelariseerd tot [ŋ] (<ng>) wanneer ze in hetzelfde lid van een samenstelling/woord wordt voorafgegaan door een beklemtoonde korte e (''leŋze''), i (''kiŋd''), o (''koŋt''), u (''muŋt''), [œ] (korte eu - ''möŋd'') of [ʊ] (korte oe). Verder vindt men ze vaak gevelariseerd in woorden waar een stamklankverkorting is opgetreden, bijvoorbeeld in de korte vorm van ''schoen'' [sço<sup>ʊ</sup>n]: ''schùng'' [sçʊŋ]. Net als in het Nederlands klinkt de n door assimilatie als [ŋ] voor een [k], [ɣ]/[ʝ] of [x]/[ç].<ref name=CAMERMAN2007-38-39>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 38-39
}}</ref>
* De 'h' wordt niet uitgesproken ([[H-deletie]]). ''Holland'' klinkt dus als ['ɔlant] en ''hond'' als [ɔŋt]. Als ze wel wordt uitgesproken, is er sprake van Algemeen-Nederlandse of [[tussentaal]]se invloed.<ref name=CAMERMAN2007-35-36>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 35-36
}}</ref>
}}</ref>


=== Klinkers ===
=== Klinkers ===
Algemeen valt het op dat in het Antwerpse klinkerstelsel de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is dat namelijk net tegenovergesteld. Bijvoorbeeld klinkt 'ziel' in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl].
De [[Klinker (klank)|klinkers]] zullen hier gemakshalve worden beschreven met hun tegenhangers van het Algemeen Nederlands als vertrekpunt. Iets wat opvalt aan het Antwerpse klinkerstelsel is dat de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is namelijk het tegenovergestelde waar te nemen. Bijvoorbeeld klinkt ''ziel'' in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl].
Als bronnen werd het werk van Filip Camerman gebruikt, en de fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets".
 
De fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets".
 
==== a ====
* De lange a klinkt als '''[ɔ:]''', zoals in het Engelse ''board'' (de korte o van ''hok'', maar lang).
** Voorbeelden: ''maan'' [mɔ:n], ''baard'' [bɔ:rt], ''traag'' [trɔ:x], 'baan' [bɔ:n], ''straat'' [strɔ:t].
----
* De korte a klinkt als de Nederlandse korte a maar scherper - zoals het Franse woord ''à'', met andere woorden klinkt ze hetzelfde als de <ae> maar kort [a].
** Voorbeelden: ''kat'', ''zak'', ''pas''
* Vóór de l wordt ze verdonkerd <ref>[http://tanderantwerps.blogspot.com/2008/10/de-klanken.html Tàànder Aàntwààreps: '''De A-klanken''']</ref> en klinkt daarom als de <au> maar kort: '''[ɑ]'''<ref>http://tanderantwerps.blogspot.com/2008/12/korte-en-lange-klinkers.html</ref>.
** Voorbeelden: ''bal'' [bɑl]
* Als de korte a (of e) gerekt is, wat vooral is gebeurd voor r of n, klinkt ze zoals in het Franse woord "gare".
** Voorbeelden: ''waerm'', ''staerk'', ''laend'', ''baenk'', ''waerke(n)''<ref name=CAMERMAN2007-17-19>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 17-19
}}</ref>
 
==== e ====
* De doffe e klinkt hetzelfde als in het AN: '''[ə]'''. Zie echter ook [[#eu|de korte eu]].
** Voorbeelden: ''wille(n)'' [willə(n)], ''de'' [də]
* De korte e klinkt als '''[e]''' (zoals in het Nederlandse "t'''e'''lefoon).
** Voorbeelden: ''bed'' [bet], ''zes'' [zes]
** Vóór <l> klinkt ze echter als '''[ɛ]''' (de korte e van het AN zoals die in normale positie klinkt)
*** Voorbeelden: ''bel'' [bɛl], ''lel'' [lɛl]<ref name=CAMERMAN2007-19>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 19
}}</ref>
* Zie [[#a|de gerekte a]] voor de gerekte e in bijvoorbeeld ''werken''.
----
* De lange e van het Nederlands beantwoordt aan drie Antwerpse fonemen.
** Als ze ontstaan is uit een vroeg gerekte korte e, ä of i, klinkt ze als '''[ɛ<sup>i</sup>]''' (als de "ei" van het Belgisch AN). Dit foneem noemt men vaak ''de zachtlange e''.
*** Voorbeelden: ''beet'' [bɛit], ''zeve(n)'' [zɛ<sup>i</sup>və(n)]<ref name="CAMERMAN2007-19"/>
*** Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
**** Voorbeeld: ''rijden, riêd, reden, gereden'' > ''rije(n), ree, reeë(n), gereeë(n)'' <ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/1347 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>
*** Onregelmatig met dit foneem zijn: ''nee/neje'' (meer zelden het oorspronkelijke ''niê'')
** In sommige gevallen is ze een tweeklank '''[e<sup>ə</sup>]''' of '''[ɛ<sup>ə</sup>]'''. Dit foneem wordt door P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet ''de zwaarlange e'' genoemd. Het treedt regelmatig op in plaats van de zachtlange e voor r, behalve in een paar samentrekkingen op -eder: ''weer, neer'' (maar niet in leêr en veêr) en in de werkwoorduitgang ''-ere(n)'' zoals in ''ambetere(n)''. Het bestaat ook in een langzaam krimpende groep andere inheemse woorden: ''geêl'', ''meêl'', ''keêl'', ''scheêl'' (bijvoeglijk naamwoord), ''lêve(n)'', ''gêvel'', ''rêge(n)'', ''vêge(n)'', ''blête(n)'', ''kwêke(n)'', ''kêkele(n)'', ''(h)êring'', ''keês'', ''krêmer'', ''frête'', ''schêper'', ''vêre(n)''. En in leenwoorden waar het Frans een gelijkaardige klank heeft: ''traine(n)'', ''beêzje'', ''trêtere(n)'', ''desseêr'', ''kreêm'', etc.
** Als ze ontstaan is uit een Germaanse <ai><ref name=referentie1>[http://www.dbnl.org/tekst/wink003gron01/wink003gron01_005.htm Men zie hiervoor onder andere]</ref> is ze een tweeklank '''[i<sup>ə</sup>]'''. Dit foneem noemt men vaak ''de scherplange e''.
*** Voorbeelden: ''liêren'' [li<sup>ə</sup>rə(n)], ''miêr'' [mi<sup>ə</sup>r], ''kliêre'' [kli<sup>ə</sup>rə] <ref name=CAMERMAN2007-25-26>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 25-26
}}</ref>
* Tot <nowiki><iê></nowiki> horen ook de leenwoorden met een Romaanse tweeklank beantwoordende aan Latijnse e vóór -st.<ref name=SMOUT1905-17>{{citeer boek
| Achternaam = Smout
| Voornaam = H.
| Datum = 1905
| Titel = Het Antwerps dialect
| Bladzijdes = blz. 17
}}</ref>
** Voorbeelden: ''biêst'', ''fiêst'', ''miêster''<ref name="SMOUT1905-17"/>
* De <nowiki><iê></nowiki> bedraagt ook sommige woorden waarin het AN een ee vertoont, ontstaan na syncope van een mediane d, en waarin die syncope niet meer aangevoeld wordt.<ref name="SMOUT1905-17"/>
** Voorbeelden: ''gedwiê'', ''kwiêle(n)''<ref name="SMOUT1905-17"/>
* Zelfstandige naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, hebben ook de <nowiki><iê></nowiki>.<ref>http://www.aentwaerps.be/forum/topic/87/last</ref>
** Voorbeelden: ''barriêl'', ''kastiêl'', ''kamîel'', ''pensiêl'', ...
* Bijvoeglijke naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, daarentegen, hebben een zachtlange <nowiki><ee></nowiki>.
** Voorbeelden: ''cultureel'', ''crimineel'' (ook zelfstandig gebruikt als zelfstandig naamwoord).
** Tegenvoorbeeld: ''grossiêl''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/2212 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>
* Andere gevallen met <nowiki><iê></nowiki>: ''viêrting'' (veertien), ''fiêrtig'' (veertig), ''viê'', ''liêg'' (laag),<ref name="SMOUT1905-17"/>, ''iêmer'' (emmer) <ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/255 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, hiêr (ook al werd dat vroeger onetymologisch gespeld als "heere"), ...
* Het onderscheid tussen <ee> en <eê> is aan het verdwijnen.<ref name=CAMERMAN2007-24-25>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 24-25
}}</ref>
 
==== i ====
* In het AN verschilt <nowiki><i></nowiki> en <ie> vooral qua klinkerkwaliteit: [ɪ] en [i], ook al kan de <ie> soms, met name vóór r, lang worden uitgesproken. In het Antwerps worden de fonemen vooral onderscheiden door de klinkerlengte, ook al klinkt de lange ook hier niet qua kwaliteit hetzelfde als de korte.
* De korte i klinkt als '''[i]''' (de <ie> van het AN maar altijd kort).
** Voorbeelden: ''vis'' [vis], ''kind'' [kiŋt]
* De lange i (meestal <ie> geschreven) klinkt als '''[ɪ:]''' (de korte i van het AN maar lang).
** Voorbeelden: ''bier'' [bɪ:r], ''gieter'' [gɪˑtər]
* De verdeling tussen de korte en de lange i is niet altijd dezelfde.
** Voorbeelden: friet = frit [frit], vriend = vrind [vriŋt]<ref name=CAMERMAN2007-19-20>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 19-20
}}</ref>
 
==== o ====
* De korte o klinkt precies zoals in het Belgisch AN als '''[ɔ]'''.
** Voorbeelden: ''kot'' [kɔt], ''mor'' [mɔr].
* Dikwijls heeft het Antwerps [[#oe|een korte oe]] waar het AN een korte o heeft.
----
* De lange o van het AN is in het Antwerps nog duidelijk verdeeld in twee klanken.<ref name=referentie1 />
* Indien ze afkomstig is van een Germaanse <au>, klinkt ze als '''[u<sup>ə</sup>]''', dat wil zeggen dezelfde klank als de Afrikaanse <oo>. In de spelling van de Vries en te Winkel werd dit foneem, ''de scherplange o'', dubbel geschreven in open lettergreep.<ref>Camerman noteert <oê> naar analogie van zijn andere gekozen grafemen; wij echter niet om het leesbaarder te houden</ref>
** Voorbeelden: ''groôt'' [ʝru<sup>ə</sup>t], ''noôt'' [nu<sup>ə</sup>t] = ''nooit'', ''oôg'' [u<sup>ə</sup>x]<ref name="CAMERMAN2007-25-26"/>
* Franse leenwoorden met -oi- krijgen <oô>: ''ivoôr'', ''komfoôr''<ref name=SMOUT1905-23>{{citeer boek
| Achternaam = Smout
| Voornaam = H.
| Datum = 1905
| Titel = Het Antwerps dialect
| Bladzijdes = blz. 23
}}</ref>, ''framboôs''<ref>http://www.aentwaerps.be/woord/2331</ref>, ''kantoôr''<ref>http://www.aentwaerps.be/woord/2390</ref>, ''talloôr''<ref>http://www.aentwaerps.be/woord/537</ref>, ''koôf'' <ref>http://vlaamswoordenboek.be/definities/toon/11474</ref>
* Het voorvoegsel ''oor-'' is ''oôr-'' geworden, behalve in het woord ''oorlog''.<ref>[http://www.aentwaerps.be/forum/topic/107 Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse woordeschat - oor- oêr- oer]</ref>
* Andere gevallen met oô: ''boôrd'', ''poôrt'', ''lantoôr'', ''pastoôr'', ''persoôn'', ''doôs'', ''droôg'', ''wône(n)'', ''gewoôn'', ''kroôn'', ''matroôs'', ''patroôn'', ''Rôme(n)'', ''roôs'', ''smôre(n) (en smoôr)'', ''stôre(n)'', ''troôn'', ''verôvere(n)'', ''woôstag'',<ref name="SMOUT1905-23"/>, ''voôrt'' <ref name=ANTWERPS606>[http://www.antwerps.be/woord/606 Antwerps.be - Woordenboek Antwerps - Nederlands]</ref>, ''bôre(n)''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/1602 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, ''koôr(d)''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/317 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, ''koôr''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/318 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, ''poôs''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/2059 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, ''moôrd''<ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/1356 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>, ''bekôre(n)''<ref>http://www.aentwaerps.be/tekst/403/katastroof-aentwaerpe/beko%EArd</ref>, ''vroôm<ref>http://www.aentwaerps.be/woord/2462</ref>''.
* In de meeste andere gevallen klinkt ze als '''[ə<sup>u</sup>]''' (zoals het Engels "coal"). Dit foneem, ''de zachtlange o'', werd in de spelling van de Vries en te Winkel enkel geschreven in open lettergreep.
** Voorbeelden: ''school'' [sçə<sup>u</sup>l], ''riool'' [rijə<sup>u</sup>l] <ref name=CAMERMAN2007-20>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 20
}}</ref>
** Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
*** Voorbeeld: ''kruipen, kroôp, kropen, gekropen'' > ''kruipe(n), kroop, krope(n), gekrope(n)'' <ref>[http://www.aentwaerps.be/woord/1675 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands]</ref>
* Op basis van de oudere schrijftaal had men eigenlijk ''sloêt'' verwacht, maar in het Antwerps spreekt men van ''een sloot''.
 
==== oe ====
* In het Algemeen Nederlands wordt <oe> meestal kort uitgesproken, maar soms ook lang, met name vóór <r>. In het Antwerps aan de andere kant is het verschil zeker niet in alle gevallen te verklaren uit de fonetische context.
** Vergelijk: ''schroef, slùf; roem, blùm; poep (=achterste), pùp (=pop)''<ref name=CAMERMAN2007-187>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 22
}}</ref>
* '''De lange oe''' bedraagt ongeveer dezelfde woorden als in het AN, maar ze wordt altijd lang uitgesproken.
** Voor k is ze echter dikwijls verkort: ''dùk, (h)ùk, kùk, ...''
* Ze klinkt '''[o<sup>ʊ</sup>]''', in jonger Antwerps wordt ze echter soms gemonoftongeerd tot [ʊ:]
** Voorbeelden: ''roep'' [ro<sup>ʊ</sup>p], ''boer'' [bo<sup>ʊ</sup>r], ''snoep'' [sno<sup>ʊ</sup>p]
 
* '''De korte oe''' bevat veel woorden die in het AN een <oe> of <oo> hebben, als resultaat van stamklankverkorting van de lange oe of van de oô.<ref name=CAMERMAN2007-187/>
** < oe: ''vloeke(n), gij vlùkt; roepe(n), gij rùpt; ...''
** < oô: ''lôpe(n), gij lùpt; rôke(n), gerùkt; ...''
* Ze bevat ook veel woorden die in het AN een korte <o> (of bij wijze van uitzondering &lt;u&gt;) hebben.
** Dat is regelmatig zo vóór:
*** m: ''(h)ùmmel, stùm, trùmmel, stùmp, klùmp, ùm (en ùm-), glùm, klùm, krùmp, ...''
**** ook: ''blùm'' (''blom'' in andere dialecten), ''oemmes'' (=''immers'', elders ''omme(r)s''), ...
*** ng: ''tùng, vùnk, jùnk, blùnk, drùnk, drùng, vrùng, zùng, zùnk, ...''
**** Maar niet als de ŋ alleen volgens de uitspraaksregel voor /n/ boven wordt gebruikt: ''(h)oŋd''<ref>De overgang ''o > -ù'' is ouder dan de typisch Antwerpse uitspraak van n als ŋ.</ref>
**** Maar niet langer in de uitgang -um, die nu als -əm of -um klinkt: ''album, datem''
** Dat is soms zo vóór:
*** b: ''bùbbel, brùbbel, slùbber, ...''
*** p: ''ùp'' (en samenstellingen), ''pùp''
*** f: ''dùf, mùffel, indùffele(n), bùf, mùf, pùf, slùf, stùffe(n), schùft (=hoge schouder), rùffele(n)
*** ch: ''lucht (=lucht), lucht (=licht), bùcht (=bucht), tùcht, vùcht, ...''
*** k: ''bùk (nu meestal ''bok''), jùk (=juk), klùk (hen), slùk, tùk, ...''
* Ze klinkt zoals haar tegenhanger in het Duits: '''[ʊ]''' of '''[u]'''.
 
==== u ====
* De korte u klinkt zoals in het Franse woord "perdu", oftewel als een verkorte <uu> van het AN.
** Voorbeelden: ''bus'' [bys], ''mus'' [mys]
* De lange u klinkt als de Nederlandse eu maar met diftongering: '''[ø<sup>y</sup>]'''.
** Voorbeelden: ''muur'' [mø<sup>y</sup>r], ''vruug'' [vrø<sup>y</sup>ç] = vroeg, ''duvel'' [dø<sup>y</sup>vəl] = duivel<ref name="CAMERMAN2007-20"/>
* Soms heeft het Antwerps een vorm met <uu> waar het Nederlands een met <oe> (broer = bruur) of <ui> (duivel = duvel) heeft. In het eerste geval is er sprake van een umlaut, in het tweede is het een restant van de toestand voordat uu diftongeerd werd tot ui.
 
==== eu ====
* Het Antwerps kent net als het Duits twee eu's: een lange en een korte.
* De lange eu klinkt als de Noord-Nederlandse uitspraak van <ui>: '''[œ<sup>ʊ</sup>]'''. Ze komt vaker voor dan in het AN; dikwijls is er dan sprake van een umlaut. In jonger Antwerps wordt ze vaak gemonoftongeerd tot '''[œ:]''', de [tussentaal]se uitspraak van <ui>.
** Voorbeelden: ''neus'' [nœ<sup>ʊ</sup>s], ''keuning'' [kœ<sup>ʊ</sup>niŋ] = ''koning'', ''veul'' [vœ<sup>ʊ</sup>l] = ''veel'', ''veur'' [vœ<sup>ʊ</sup>r] = ''voor''<ref name=CAMERMAN2007-21>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 21
}}</ref>
* De korte eu is qua klank ongeveer gelijk aan de sjwa (ook bekend als de doffe e), maar verschilt er wezenlijk van omdat ze in beklemtoonde lettergrepen kan optreden.<ref>Het is niet altijd gemakkelijk om uit te maken of er sprake is van een doffe e of een ö, wat blijkt uit ''waarschijnlijk'' dat vertaalt als wörschijnlijk (indien stamklankverkorting met umlaut) of werschijnlijk (indien stamklankverkorting en verdoffing tot sjwa)</ref> Vaak treedt de korte eu op waar in het AN een korte o gevolgd wordt door een r, of waar een stamklankverkorting is gebeurd van <ui> of <eu>.<ref name="CAMERMAN2007-187"/>
** Voorbeelden: ''wörm'' [wørm] = ''worm'', ''plöts'' [pløts] = ''plaats'', ''löstere'' [løstere(n)] = ''luisteren'', ''vör'' [vør] = onbeklemtoond ''voor''(zoals in ''vörbij'') .<ref name="CAMERMAN2007-21"/>
 
=== Echte tweeklanken ===
De Nederlandse tweeklanken komen overeen met deze Antwerpse klanken:
* De ei/ij klinkt ongeveer als in het Duits en het Engels als een tweeklank met een a als aanvangsklinker: '''[a<sup>ə</sup>]'''. Hij verschilt er wel wezenlijk van doordat het tweede element een schwa is en geen j (meer).
** Voorbeelden: ''mijn'' [ma<sup>ə</sup>n], ''laweit'' [lawa<sup>ə</sup>t] (lawaai)<ref name="CAMERMAN2007-24">{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 24
}}</ref><ref>De juiste schrijfwijze is ''laweit'', aldus het [[Woordenboek der Nederlandsche Taal|WNT]]</ref>
* De ui klinkt ongeveer als in het Duits als '''[ɔ<sup>ə</sup>]'''.
** Voorbeelden: ''kruis'' [krɔ<sup>ə</sup>s], ''ruit'' [rɔ<sup>ə</sup>t], ''buite(n)'' [bɔ<sup>ə</sup>tə(n)]<ref name="CAMERMAN2007-24"/>
* De <au>, <ou> en <auw> van het AN klinken als '''[ɑ:]''' (de klank van het Engelse "car")<ref name=CAMERMAN2007-23>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 23
}}</ref>, maar voor een medeklinker net als in het AN '''[ɑ<sup>u</sup>]'''.<ref>Volgens J. Nuyts alleen maar voor dentalen.</ref>
** Voorbeelden: ''vrouw'' [vrɑˑ], ''zout'' [zɑ<sup>u</sup>t]
 
* In het AN zijn deze drie schrijftekens allemaal samengevallen tot [ɑ<sup>u</sup>], dat wil zeggen de vroegere uitspraak van <au>. Eerst vielen <au> en <aauw> samen tot <au(w)>, een taalverandering die tot uiting kwam in de spelling De Vries-Te Winkel in het schrappen van één a in bijvoorbeeld ''raauw''.<ref>{{citeer boek
| Achternaam = te Winkel
| Voornaam = L. A.
| Medeauteurs = M. de Vries
| Datum = 1914
| Titel = Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden
| Bladzijdes = Zoek op "7. Aau of au"
| URL = http://www.gutenberg.org/files/22722/22722-h/woordenlijst1914-full.html
}}
</ref> Later zijn ook <ou> en <au> samengevallen, maar dat heeft geen spellingwijziging met zich meegebracht. In het Antwerps is de samenval anders gebeurd: <au> en <aauw> zijn samengevallen in <aauw> waarvan het laatste deel van de tweeklank is weggevallen; <ou> is gedeeltelijk samengevallen met de nieuwe [ɑˑ], behalve vóór medeklinkers.<ref>[http://tanderantwerps.blogspot.com/2009/06/lijstje-van-ou.html Deze lijst] bevestigt de regel. Smout wijst in dezelfde richting §35 (p. 14) §56 (p. 26).</ref>
** Er zijn echter een paar restantvormen te vinden waar de uitspraak '''[ɑ<sup>u</sup>]''' soms wordt gehandhaafd ook al volgt er geen klinker (meer) op, bijvoorbeeld: ''zou'' [zɑ<sup>u</sup>], ''wou'' [wɑ<sup>u</sup>]<ref>[http://tanderantwerps.blogspot.com/2009/05/naslag-halfklinkers-en-tussenklanken.html Tàànder Aàntwààreps: '''Naslag, halfklinkers en tussenklanken''']</ref>
** In het platste Antwerps vallen deze tweeklanks-ou en de zachtlange o samen.
** In het hedendaags Antwerps is de uitspraak van het foneem in verandering.


== Enkele verschillen qua woordenschat ==
=== Onechte tweeklanken ===
Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:
* <oei> '''[ʊj]''' klinkt hetzelfde als in het Nederlands
* 'drie' = ''drij'' [dra<sup>ə</sup>]
* <ooi> in principe ook, maar meestal gaat het om een oo ontstaan uit Germaans <au><ref>{{citeer boek
* De uitgang '-heid' wordt verkort tot ''-ad''[at] <ref name=CAMERMAN2007-178>{{Citeer boek
| Achternaam = Philippa
| Voornaam = M.
| Medeauteurs= e.a. (red.)
| Datum = 2004-2006
| Titel = Etymologisch Woordenboek van het Nederlands [A-K]
| Bladzijdes = Het lemma “gooien”; te bereiken via hetzelfde lemma in het [[Woordenboek der Nederlandsche Taal|WNT]]
}}</ref> en dan is ze (behalve in bijvoorbeeld ''(h)oôi'' en ''koôi'' <ref>[http://www.aentwaerps.be/forum/topic/41#p361 Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - tussen-j]</ref><ref>Soms ook bewaard in [http://www.aentwaerps.be/woord/1158 toernoôi]</ref>) verkort van '''[uəj]''' naar '''[ʊj]''' - en klinkt dus gelijk aan <oei>
* <ieuw> klinkt net als in het Nederlands als een opeenvolging van <ie> en <w>, in het Antwerps dus als '''[ɪ:w]'''.
** behalve in het woord ''nieuw'' dat de in het Brabants zeer gewone overgang van w in v kent: ''nief''
* <eeuw> klinkt ongeacht de herkomst van de <ee> als '''[iəw]'''<ref name="SMOUT1905-17"/><ref name=CAMERMAN2007-26>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 178
| Bladzijdes = blz. 26
}}</ref> (in jonger Antwerps dikwijls tot ''-ed'' [et]<ref>{{Citeer boek
}}</ref>, ook al kan de w soms wegvallen.<ref>Bijvoorbeeld in de verbogen vormen van [http://www.antwerps.be/woord/985 schriêwe(n)]</ref>
* <aai> klinkt als '''[ɑ:j]''' of '''[ɔ:j]''', en is door die tweede, authentiekere uitspraak moeilijk tot onmogelijk te onderscheiden van <ui>
** Voorbeelden: ''waaien'' [wɔ:jə(n)]
 
=== Korte klinkers vóór [ŋ] ===
In het platste Antwerps klinken de korte klinkers e, i, o, ù, u, ö vóór [ŋ] als hun lange tegenhangers ee, ie, oo, oe, uu, eu:<ref>Zie de spelling op http://aentwaereps.blogspot.com/</ref>
 
* ''meŋs'' als ''meeŋs'' [mɛ<sup>i</sup>ŋs]
* ''kiŋd'' als ''kieŋd'' [kɪ:ŋt]
* ''hoŋd'' als ''hooŋd'' [ɑ<sup>ʊ</sup>ŋt]
* ''dùng'' als ''doeng'' [do<sup>ʊ</sup>ŋ]
* ''zöng'' als ''zeung'' [zœ<sup>ʊ</sup>ŋ]
 
De a klinkt, tenzij ze gerekt is tot ae, niet anders dan vóór bijvoorbeeld m.
 
=== Wegvallende naslagen ===
In het Antwerps, vooral in zijn plattere vormen, kan de naslag wegvallen op het eind van iê, eê en oê. Mogelijk wordt dit wegvalsproces geremd door het AN - [i:] is daar immers de uitspraak van <ie>. Vaste regels zijn er niet, maar wel een paar tendensen:
* Vóór r wordt de naslag altijd behouden.<ref name="tanderantwerps.blogspot.com">http://tanderantwerps.blogspot.com/2009/05/naslag-halfklinkers-en-tussenklanken.html</ref>
* Vóór g valt hij opvallend dikwijls weg.<ref name="tanderantwerps.blogspot.com"/>
* Hoe sneller men spreekt, deste hoger is de kans dat hij wegvalt.<ref name="tanderantwerps.blogspot.com"/>
* Vóór j valt hij altijd weg: ''briêje'' [bri:je], ''kruien'' [krɔ:jə].
 
== Enkele verschillen qua woordenschat ==
Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:
* ''drie'' = ''drij''<ref>De correcte schrijfwijze aldus het [[Woordenboek der Nederlandsche Taal|WNT]] lemma 'drie'.</ref> [dra<sup>ə</sup>]
* De uitgang -heid wordt verkort tot -ad<ref name="CAMERMAN2007-187"/> [at] (in jonger Antwerps dikwijls tot ''-ed'' [et]<ref>{{citeer boek
| Achternaam = Nuyts
| Achternaam = Nuyts
| Voornaam = J.
| Voornaam = J.
| Titel = Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
| Titel = Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
| Bladzijdes = blz. 36
| Bladzijdes = blz. 36
}}</ref>); het meervoud ervan is ''-ede(n)'' [ε<sup>i</sup>də(n)].<ref name=CAMERMAN2007-49-50>{{Citeer boek
}}</ref>); het meervoud ervan is ''-ede(n)'' [ε<sup>i</sup>də(n)].<ref name=CAMERMAN2007-49-50>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Voornaam = F.
Regel 48: Regel 300:
| Bladzijdes = blz. 49-50
| Bladzijdes = blz. 49-50
}}</ref>
}}</ref>
* Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt de 1e persoon enkelvoud net als in het Oudnederlands<ref>{{Citeer boek
* Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt ''ik'' net als in het Oudnederlands<ref>{{citeer boek
| Achternaam = Quak
| Achternaam = Quak
| Voornaam = A.
| Voornaam = A.
Regel 56: Regel 308:
| ISBN = 90 5867 207 7
| ISBN = 90 5867 207 7
| Bladzijdes = blz. 178-181
| Bladzijdes = blz. 178-181
}}</ref> een vorm die gelijk is aan de infinitief.<ref name=CAMERMAN2007-110-113>{{Citeer boek
}}</ref> een vorm die gelijk is aan de infinitief.<ref name=CAMERMAN2007-110-113>{{citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Voornaam = F.
Regel 62: Regel 314:
| Titel = Antwerps schrijven
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 110-113
| Bladzijdes = blz. 110-113
}}</ref>. Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker<ref>{{Citeer boek
}}</ref>. Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker<ref>{{citeer boek
| Achternaam = Nuyts
| Voornaam = J.
| Titel = Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
| Bladzijdes = blz. 27
}}</ref>) van de n met zich heeft meegebracht.
** Namelijk deze (en hun samenstellingen): ''zijn'', ''zen''; ''gaan'', ''gon''; ''staan'', ''ston'' en ''doen'', ''dùng''; ''zien'', ''zing''.
 
=== Medeklinkers ===
De uitspraak van de [[medeklinker]]s is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort [[Auslautverhärtung|eindklankverscherping]] aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.<ref name=CAMERMAN2007-178-181 />
 
=== Klinkers ===
Algemeen valt het op dat in het Antwerpse klinkerstelsel de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is dat namelijk net tegenovergesteld. Bijvoorbeeld klinkt 'ziel' in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl].
Als bronnen werd het werk van Filip Camerman gebruikt, en de fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem – Een synchronische en diachronische schets".
 
== Enkele verschillen qua woordenschat ==
Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:
* 'drie' = ''drij'' [dra<sup>ə</sup>]
* De uitgang '-heid' wordt verkort tot ''-ad''[at] <ref name=CAMERMAN2007-178>{{Citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Datum = 2007
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 178
}}</ref> (in jonger Antwerps dikwijls tot ''-ed'' [et]<ref>{{Citeer boek
| Achternaam = Nuyts
| Voornaam = J.
| Titel = Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
| Bladzijdes = blz. 36
}}</ref>); het meervoud ervan is ''-ede(n)'' [ε<sup>i</sup>də(n)].<ref name=CAMERMAN2007-49-50/>
* Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt de 1e persoon enkelvoud net als in het Oudnederlands<ref>{{Citeer boek
| Achternaam = Quak
| Voornaam = A.
| Medeauteurs = J. M. van der Horst
| Datum = 2002
| Titel = Inleiding Oudnederlands
| ISBN = 90 5867 207 7
| Bladzijdes = blz. 178-181
}}</ref> een vorm die gelijk is aan de infinitief.<ref name=CAMERMAN2007-110-113/> Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker<ref>{{Citeer boek
| Achternaam = Nuyts
| Achternaam = Nuyts
| Voornaam = J.
| Voornaam = J.
Regel 68: Regel 358:
| Bladzijdes = blz. 27
| Bladzijdes = blz. 27
}}</ref>) van de n met zich heeft meegebracht.
}}</ref>) van de n met zich heeft meegebracht.
** Namelijk deze (en hun samenstellingen): ''ik zen''(zijn), ''ik gon''(gaan), ''ik ston''(staan), ''ik dùng''(doen) en ''ik zing''(zien).
** Namelijk deze (en hun samenstellingen): ''ik zen'' (zijn), ''ik gon'' (gaan), ''ik ston'' (staan), ''ik dùng'' (doen) en ''ik zing'' (zien).


== Grammatica ==
== Grammatica ==
Regel 89: Regel 379:


===== n-deletie =====
===== n-deletie =====
In het algemeen valt de slot-n weg behalve vóór klinkers. In de mannelijke uitgang ’’-en’’ blijft ze echter ook bewaard vóór een paar medeklinkers: b, d, t, h<ref name=CAMERMAN2007-62>{{Citeer boek
In het algemeen valt de slot-n weg behalve vóór klinkers. In de mannelijke uitgang ’’-en’’ blijft ze echter ook bewaard vóór een paar medeklinkers: b, d, t, h.<ref name=CAMERMAN2007-62>{{Citeer boek
| Achternaam = Camerman
| Achternaam = Camerman
| Voornaam = F.
| Voornaam = F.
Regel 95: Regel 385:
| Titel = Antwerps schrijven
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 62
| Bladzijdes = blz. 62
}}</ref><ref>Voorheen hoorde ook r in die reeks.</ref>.
}}</ref><ref>Voorheen hoorde ook r in die reeks.</ref>


Onder dezelfde condities kan een n wegvallen bij het onzijdige, als het woord eindigt op een lange klinker + n<ref>{{Citeer boek
Onder dezelfde condities kan een n wegvallen bij het onzijdige, als het woord eindigt op een lange klinker + n<ref>{{Citeer boek
Regel 133: Regel 423:
}}</ref>
}}</ref>
# Het woord eindigt op ''–aer(e)m''.<ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/zoek]; zoek op *aerm</ref>
# Het woord eindigt op ''–aer(e)m''.<ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/zoek]; zoek op *aerm</ref>
# Mogelijk, maar niet al te courant, zijn de patronen ''-r(e)m'' en ''-l(e)m''.<ref>[http://www.aentwaerps.be/forum/topic/14#p100 Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - D'alternatieve verbuiging<!-- Botmatig gegenereerde titel -->]</ref>
# Mogelijk, maar niet al te courant, zijn de patronen ''-r(e)m'' en ''-l(e)m''.<ref>[http://www.aentwaerps.be/forum/topic/14#p100 Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - D'alternatieve verbuiging]</ref>
# …<ref>Meer gevallen?</ref>
# …<ref>Meer gevallen?</ref>
In de hierop volgende paradigmata wordt een e die wegvalt volgens de e-deletie geschreven binnen ( en )<ref name=CAMERMAN2007-56>{{Citeer boek
In de hierop volgende paradigmata wordt een e die wegvalt volgens de e-deletie geschreven binnen ( en )<ref name=CAMERMAN2007-56>{{Citeer boek
Regel 179: Regel 469:
''Den'' is gereduceerd volgens de n-deletie, ''de'' volgens de e-deletie. Door zijn vorm is ''het'' niet getroffen door de n-deletie, maar de h is wel weggevallen.
''Den'' is gereduceerd volgens de n-deletie, ''de'' volgens de e-deletie. Door zijn vorm is ''het'' niet getroffen door de n-deletie, maar de h is wel weggevallen.


'''Opm:''' over het algemeen gebruikt men bij persoonsnamen ook het mannelijke bepaald voornaamwoord, bijvoorbeeld ''De Lowie'', ''Den Herman''. Zoiets gebeurt niet bij vrouwennamen (''*de Maria''). Ook komen we dikwijls tegen dat in besloten kring, wanneer iedereen de persoon kent, een bezittelijk voornaamwoord gebruikt wordt. Dat wordt dan ook naar geslacht verbogen: Onze Lowie, Ons Maria. Zoals in de zin: ''Edde gij onze/de Lowie al gezing?'' (''Heb jij Lowie al gezien?'').
'''Opmerking:''' over het algemeen gebruikt men bij persoonsnamen ook het mannelijke bepaald voornaamwoord, bijvoorbeeld ''De Lowie'', ''Den Herman''. Zoiets gebeurt niet bij vrouwennamen (''*de Maria''). Ook komen we dikwijls tegen dat in besloten kring, wanneer iedereen de persoon kent, een bezittelijk voornaamwoord gebruikt wordt. Dat wordt dan ook naar geslacht verbogen: Onze Lowie, Ons Maria. Zoals in de zin: ''Edde gij onze/de Lowie al gezing?'' (''Heb jij Lowie al gezien?'').


==== Het bezittelijk voornaamwoord ====
==== Het bezittelijk voornaamwoord ====
Regel 225: Regel 515:
| Titel = Antwerps schrijven
| Titel = Antwerps schrijven
| Bladzijdes = blz. 97
| Bladzijdes = blz. 97
}}</ref> De ontwikkelingsgang van deze twee woorden: ''auw''<ref>de w getuigt ervan dat ''auw'' ontstaan is uit ''ouw''.</ref> < ''ouw''<ref>De lezer houde in gedachten dat <ouw> als [a:(w)] klinkt</ref> < ''uw''<ref>zie http://dbnl.org/tekst/wink002gesc01_01/wink002gesc01_01_0006.htm voor de ontwikkeling ouw < ûw (ev: < iuw)</ref>.
}}</ref> De ontwikkelingsgang van deze twee woorden: ''auw''<ref>de w getuigt ervan dat ''auw'' ontstaan is uit ''ouw''.</ref> < ''ouw''.<ref>De lezer houde in gedachten dat <ouw> als [a:(w)] klinkt</ref> < ''uw''<ref>zie http://dbnl.org/tekst/wink002gesc01_01/wink002gesc01_01_0006.htm voor de ontwikkeling ouw < ûw (ev: < iuw)</ref>
<br />Vrouwelijk ''ons/un'' vermoedelijk naar analogie van de andere vormen in de tabel.
<br />Vrouwelijk ''ons/un'' vermoedelijk naar analogie van de andere vormen in de tabel.
<br />''Olle(n)'' wordt verbogen als een adjectief dat op -e/-en uitgaat.
<br />''Olle(n)'' wordt verbogen als een adjectief dat op -e/-en uitgaat.
Regel 321: Regel 611:
<br />Hieronder vallen logischerwijze ''iên, giên, aender'' en ''ieder''.<br />
<br />Hieronder vallen logischerwijze ''iên, giên, aender'' en ''ieder''.<br />
Sommige woorden horen tot deze categorie om historische redenen en niet wegens hun tegenwoordige vorm
Sommige woorden horen tot deze categorie om historische redenen en niet wegens hun tegenwoordige vorm
* ''grung'' (wegens ''gruun'') <ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/klikzoek/grung Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands<!-- Botmatig gegenereerde titel -->]</ref>
* ''grung'' (wegens ''gruun'') <ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/klikzoek/grung Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands]</ref>
* ''niev-'' (wegens ''nieuw'') <ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/klikzoek/nief Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands<!-- Botmatig gegenereerde titel -->]</ref>
* ''niev-'' (wegens ''nieuw'') <ref>[http://www.antwerps.be/woordenboek/klikzoek/nief Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands]</ref>
* ...<ref name="gelieve deze lijst te verlengen">gelieve deze lijst te verlengen</ref>
* ...<ref name="gelieve deze lijst te verlengen">gelieve deze lijst te verlengen</ref>


Regel 403: Regel 693:


[[Categorie:Antwerpen (stad)]]
[[Categorie:Antwerpen (stad)]]
[[Categorie:Stadsdialect]]
[[Categorie:Vlaams stadsdialect]]
[[Categorie:Brabants dialect]]

Huidige versie van 1 mrt 2022 om 07:28

DE BRABANTSE DIALECTEN
Verbreiding van het Brabants

Antwerps is de dialectvariant van het Nederlands zoals dat in Antwerpen gesproken wordt. Het is een vorm van het Brabants, en meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (dialecten langsheen de Romeinse heirbaan naar het noorden (richting Dordrecht en 's-Hertogenbosch)). Het echte Antwerps is een typisch stadsdialect, dat duidelijk te onderscheiden is van de dialecten uit het omliggende gebied.

Spreken en schrijven

Antwerps wijkt af van het standaard Algemeen Nederlands qua uitspraak. Sinds de invoering van de opeenvolgende standaardspelling in het Nederlands en in het onderwijs van het Nederlands is het schrijven van dialect afgestorven.[bron?]

Er bestaat een schrijfwijze voor het Antwerps dialect die beschreven werd in het boek "Antwerps Schrijven" van F. Camerman.

Hieronder zal worden geprobeerd inzichten te verschaffen. Alle tekst is Algemeen Nederlands; de uitspraak in IPA tekens staat tussen vierkante haken [hakən], indien een woord uit een vreemde taal gebruikt is, staat er eerst tussen haakjes de taalcode, en dan het woord onderstreept en tussen enkele aanhalingstekens, zoals bijvoorbeeld: (en) 'board'; wanneer in een bepaalde letter in een woord aangeduid wordt, is die letter vet gedrukt : (fr) 'fenêtre'.

Fonologie

Gemakshalve wordt in dit hoofdstuk vaak gebruikgemaakt van F. Camermans notaties.[1]

Medeklinkers

  • De uitspraak van de medeklinkers is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort eindklankverscherping aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.[2]
  • De n wordt regelmatig gevelariseerd tot [ŋ] (<ng>) wanneer ze in hetzelfde lid van een samenstelling/woord wordt voorafgegaan door een beklemtoonde korte e (leŋze), i (kiŋd), o (koŋt), u (muŋt), [œ] (korte eu - möŋd) of [ʊ] (korte oe). Verder vindt men ze vaak gevelariseerd in woorden waar een stamklankverkorting is opgetreden, bijvoorbeeld in de korte vorm van schoen [sçoʊn]: schùng [sçʊŋ]. Net als in het Nederlands klinkt de n door assimilatie als [ŋ] voor een [k], [ɣ]/[ʝ] of [x]/[ç].[3]
  • De 'h' wordt niet uitgesproken (H-deletie). Holland klinkt dus als ['ɔlant] en hond als [ɔŋt]. Als ze wel wordt uitgesproken, is er sprake van Algemeen-Nederlandse of tussentaalse invloed.[4]

Klinkers

De klinkers zullen hier gemakshalve worden beschreven met hun tegenhangers van het Algemeen Nederlands als vertrekpunt. Iets wat opvalt aan het Antwerpse klinkerstelsel is dat de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is namelijk het tegenovergestelde waar te nemen. Bijvoorbeeld klinkt ziel in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl].

De fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets".

a

  • De lange a klinkt als [ɔ:], zoals in het Engelse board (de korte o van hok, maar lang).
    • Voorbeelden: maan [mɔ:n], baard [bɔ:rt], traag [trɔ:x], 'baan' [bɔ:n], straat [strɔ:t].

  • De korte a klinkt als de Nederlandse korte a maar scherper - zoals het Franse woord à, met andere woorden klinkt ze hetzelfde als de <ae> maar kort [a].
    • Voorbeelden: kat, zak, pas
  • Vóór de l wordt ze verdonkerd [5] en klinkt daarom als de <au> maar kort: [ɑ][6].
    • Voorbeelden: bal [bɑl]
  • Als de korte a (of e) gerekt is, wat vooral is gebeurd voor r of n, klinkt ze zoals in het Franse woord "gare".
    • Voorbeelden: waerm, staerk, laend, baenk, waerke(n)[7]

e

  • De doffe e klinkt hetzelfde als in het AN: [ə]. Zie echter ook de korte eu.
    • Voorbeelden: wille(n) [willə(n)], de [də]
  • De korte e klinkt als [e] (zoals in het Nederlandse "telefoon).
    • Voorbeelden: bed [bet], zes [zes]
    • Vóór <l> klinkt ze echter als [ɛ] (de korte e van het AN zoals die in normale positie klinkt)
      • Voorbeelden: bel [bɛl], lel [lɛl][8]
  • Zie de gerekte a voor de gerekte e in bijvoorbeeld werken.

  • De lange e van het Nederlands beantwoordt aan drie Antwerpse fonemen.
    • Als ze ontstaan is uit een vroeg gerekte korte e, ä of i, klinkt ze als i] (als de "ei" van het Belgisch AN). Dit foneem noemt men vaak de zachtlange e.
      • Voorbeelden: beet [bɛit], zeve(n) [zɛivə(n)][8]
      • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
        • Voorbeeld: rijden, riêd, reden, gereden > rije(n), ree, reeë(n), gereeë(n) [9]
      • Onregelmatig met dit foneem zijn: nee/neje (meer zelden het oorspronkelijke niê)
    • In sommige gevallen is ze een tweeklank [eə] of ə]. Dit foneem wordt door P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet de zwaarlange e genoemd. Het treedt regelmatig op in plaats van de zachtlange e voor r, behalve in een paar samentrekkingen op -eder: weer, neer (maar niet in leêr en veêr) en in de werkwoorduitgang -ere(n) zoals in ambetere(n). Het bestaat ook in een langzaam krimpende groep andere inheemse woorden: geêl, meêl, keêl, scheêl (bijvoeglijk naamwoord), lêve(n), gêvel, rêge(n), vêge(n), blête(n), kwêke(n), kêkele(n), (h)êring, keês, krêmer, frête, schêper, vêre(n). En in leenwoorden waar het Frans een gelijkaardige klank heeft: traine(n), beêzje, trêtere(n), desseêr, kreêm, etc.
    • Als ze ontstaan is uit een Germaanse <ai>[10] is ze een tweeklank [iə]. Dit foneem noemt men vaak de scherplange e.
      • Voorbeelden: liêren [liərə(n)], miêr [miər], kliêre [kliərə] [11]
  • Tot <iê> horen ook de leenwoorden met een Romaanse tweeklank beantwoordende aan Latijnse e vóór -st.[12]
    • Voorbeelden: biêst, fiêst, miêster[12]
  • De <iê> bedraagt ook sommige woorden waarin het AN een ee vertoont, ontstaan na syncope van een mediane d, en waarin die syncope niet meer aangevoeld wordt.[12]
    • Voorbeelden: gedwiê, kwiêle(n)[12]
  • Zelfstandige naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, hebben ook de <iê>.[13]
    • Voorbeelden: barriêl, kastiêl, kamîel, pensiêl, ...
  • Bijvoeglijke naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, daarentegen, hebben een zachtlange <ee>.
    • Voorbeelden: cultureel, crimineel (ook zelfstandig gebruikt als zelfstandig naamwoord).
    • Tegenvoorbeeld: grossiêl[14]
  • Andere gevallen met <iê>: viêrting (veertien), fiêrtig (veertig), viê, liêg (laag),[12], iêmer (emmer) [15], hiêr (ook al werd dat vroeger onetymologisch gespeld als "heere"), ...
  • Het onderscheid tussen <ee> en <eê> is aan het verdwijnen.[16]

i

  • In het AN verschilt <i> en <ie> vooral qua klinkerkwaliteit: [ɪ] en [i], ook al kan de <ie> soms, met name vóór r, lang worden uitgesproken. In het Antwerps worden de fonemen vooral onderscheiden door de klinkerlengte, ook al klinkt de lange ook hier niet qua kwaliteit hetzelfde als de korte.
  • De korte i klinkt als [i] (de <ie> van het AN maar altijd kort).
    • Voorbeelden: vis [vis], kind [kiŋt]
  • De lange i (meestal <ie> geschreven) klinkt als [ɪ:] (de korte i van het AN maar lang).
    • Voorbeelden: bier [bɪ:r], gieter [gɪˑtər]
  • De verdeling tussen de korte en de lange i is niet altijd dezelfde.
    • Voorbeelden: friet = frit [frit], vriend = vrind [vriŋt][17]

o

  • De korte o klinkt precies zoals in het Belgisch AN als [ɔ].
    • Voorbeelden: kot [kɔt], mor [mɔr].
  • Dikwijls heeft het Antwerps een korte oe waar het AN een korte o heeft.

  • De lange o van het AN is in het Antwerps nog duidelijk verdeeld in twee klanken.[10]
  • Indien ze afkomstig is van een Germaanse <au>, klinkt ze als [uə], dat wil zeggen dezelfde klank als de Afrikaanse <oo>. In de spelling van de Vries en te Winkel werd dit foneem, de scherplange o, dubbel geschreven in open lettergreep.[18]
    • Voorbeelden: groôt [ʝruət], noôt [nuət] = nooit, oôg [uəx][11]
  • Franse leenwoorden met -oi- krijgen <oô>: ivoôr, komfoôr[19], framboôs[20], kantoôr[21], talloôr[22], koôf [23]
  • Het voorvoegsel oor- is oôr- geworden, behalve in het woord oorlog.[24]
  • Andere gevallen met oô: boôrd, poôrt, lantoôr, pastoôr, persoôn, doôs, droôg, wône(n), gewoôn, kroôn, matroôs, patroôn, Rôme(n), roôs, smôre(n) (en smoôr), stôre(n), troôn, verôvere(n), woôstag,[19], voôrt [25], bôre(n)[26], koôr(d)[27], koôr[28], poôs[29], moôrd[30], bekôre(n)[31], vroôm[32].
  • In de meeste andere gevallen klinkt ze als u] (zoals het Engels "coal"). Dit foneem, de zachtlange o, werd in de spelling van de Vries en te Winkel enkel geschreven in open lettergreep.
    • Voorbeelden: school [sçəul], riool [rijəul] [33]
    • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
      • Voorbeeld: kruipen, kroôp, kropen, gekropen > kruipe(n), kroop, krope(n), gekrope(n) [34]
  • Op basis van de oudere schrijftaal had men eigenlijk sloêt verwacht, maar in het Antwerps spreekt men van een sloot.

oe

  • In het Algemeen Nederlands wordt <oe> meestal kort uitgesproken, maar soms ook lang, met name vóór <r>. In het Antwerps aan de andere kant is het verschil zeker niet in alle gevallen te verklaren uit de fonetische context.
    • Vergelijk: schroef, slùf; roem, blùm; poep (=achterste), pùp (=pop)[35]
  • De lange oe bedraagt ongeveer dezelfde woorden als in het AN, maar ze wordt altijd lang uitgesproken.
    • Voor k is ze echter dikwijls verkort: dùk, (h)ùk, kùk, ...
  • Ze klinkt [oʊ], in jonger Antwerps wordt ze echter soms gemonoftongeerd tot [ʊ:]
    • Voorbeelden: roep [roʊp], boer [boʊr], snoep [snoʊp]
  • De korte oe bevat veel woorden die in het AN een <oe> of <oo> hebben, als resultaat van stamklankverkorting van de lange oe of van de oô.[35]
    • < oe: vloeke(n), gij vlùkt; roepe(n), gij rùpt; ...
    • < oô: lôpe(n), gij lùpt; rôke(n), gerùkt; ...
  • Ze bevat ook veel woorden die in het AN een korte <o> (of bij wijze van uitzondering <u>) hebben.
    • Dat is regelmatig zo vóór:
      • m: (h)ùmmel, stùm, trùmmel, stùmp, klùmp, ùm (en ùm-), glùm, klùm, krùmp, ...
        • ook: blùm (blom in andere dialecten), oemmes (=immers, elders omme(r)s), ...
      • ng: tùng, vùnk, jùnk, blùnk, drùnk, drùng, vrùng, zùng, zùnk, ...
        • Maar niet als de ŋ alleen volgens de uitspraaksregel voor /n/ boven wordt gebruikt: (h)oŋd[36]
        • Maar niet langer in de uitgang -um, die nu als -əm of -um klinkt: album, datem
    • Dat is soms zo vóór:
      • b: bùbbel, brùbbel, slùbber, ...
      • p: ùp (en samenstellingen), pùp
      • f: dùf, mùffel, indùffele(n), bùf, mùf, pùf, slùf, stùffe(n), schùft (=hoge schouder), rùffele(n)
      • ch: lucht (=lucht), lucht (=licht), bùcht (=bucht), tùcht, vùcht, ...
      • k: bùk (nu meestal bok), jùk (=juk), klùk (hen), slùk, tùk, ...
  • Ze klinkt zoals haar tegenhanger in het Duits: [ʊ] of [u].

u

  • De korte u klinkt zoals in het Franse woord "perdu", oftewel als een verkorte <uu> van het AN.
    • Voorbeelden: bus [bys], mus [mys]
  • De lange u klinkt als de Nederlandse eu maar met diftongering: y].
    • Voorbeelden: muur [møyr], vruug [vrøyç] = vroeg, duvel [døyvəl] = duivel[33]
  • Soms heeft het Antwerps een vorm met <uu> waar het Nederlands een met <oe> (broer = bruur) of <ui> (duivel = duvel) heeft. In het eerste geval is er sprake van een umlaut, in het tweede is het een restant van de toestand voordat uu diftongeerd werd tot ui.

eu

  • Het Antwerps kent net als het Duits twee eu's: een lange en een korte.
  • De lange eu klinkt als de Noord-Nederlandse uitspraak van <ui>: ʊ]. Ze komt vaker voor dan in het AN; dikwijls is er dan sprake van een umlaut. In jonger Antwerps wordt ze vaak gemonoftongeerd tot [œ:], de [tussentaal]se uitspraak van <ui>.
    • Voorbeelden: neus [nœʊs], keuning [kœʊniŋ] = koning, veul [vœʊl] = veel, veur [vœʊr] = voor[37]
  • De korte eu is qua klank ongeveer gelijk aan de sjwa (ook bekend als de doffe e), maar verschilt er wezenlijk van omdat ze in beklemtoonde lettergrepen kan optreden.[38] Vaak treedt de korte eu op waar in het AN een korte o gevolgd wordt door een r, of waar een stamklankverkorting is gebeurd van <ui> of <eu>.[35]
    • Voorbeelden: wörm [wørm] = worm, plöts [pløts] = plaats, löstere [løstere(n)] = luisteren, vör [vør] = onbeklemtoond voor(zoals in vörbij) .[37]

Echte tweeklanken

De Nederlandse tweeklanken komen overeen met deze Antwerpse klanken:

  • De ei/ij klinkt ongeveer als in het Duits en het Engels als een tweeklank met een a als aanvangsklinker: [aə]. Hij verschilt er wel wezenlijk van doordat het tweede element een schwa is en geen j (meer).
    • Voorbeelden: mijn [maən], laweit [lawaət] (lawaai)[39][40]
  • De ui klinkt ongeveer als in het Duits als ə].
    • Voorbeelden: kruis [krɔəs], ruit [rɔət], buite(n) [bɔətə(n)][39]
  • De <au>, <ou> en <auw> van het AN klinken als [ɑ:] (de klank van het Engelse "car")[41], maar voor een medeklinker net als in het AN u].[42]
    • Voorbeelden: vrouw [vrɑˑ], zout [zɑut]
  • In het AN zijn deze drie schrijftekens allemaal samengevallen tot [ɑu], dat wil zeggen de vroegere uitspraak van <au>. Eerst vielen <au> en <aauw> samen tot <au(w)>, een taalverandering die tot uiting kwam in de spelling De Vries-Te Winkel in het schrappen van één a in bijvoorbeeld raauw.[43] Later zijn ook <ou> en <au> samengevallen, maar dat heeft geen spellingwijziging met zich meegebracht. In het Antwerps is de samenval anders gebeurd: <au> en <aauw> zijn samengevallen in <aauw> waarvan het laatste deel van de tweeklank is weggevallen; <ou> is gedeeltelijk samengevallen met de nieuwe [ɑˑ], behalve vóór medeklinkers.[44]
    • Er zijn echter een paar restantvormen te vinden waar de uitspraak u] soms wordt gehandhaafd ook al volgt er geen klinker (meer) op, bijvoorbeeld: zou [zɑu], wou [wɑu][45]
    • In het platste Antwerps vallen deze tweeklanks-ou en de zachtlange o samen.
    • In het hedendaags Antwerps is de uitspraak van het foneem in verandering.

Onechte tweeklanken

  • <oei> [ʊj] klinkt hetzelfde als in het Nederlands
  • <ooi> in principe ook, maar meestal gaat het om een oo ontstaan uit Germaans <au>[46] en dan is ze (behalve in bijvoorbeeld (h)oôi en koôi [47][48]) verkort van [uəj] naar [ʊj] - en klinkt dus gelijk aan <oei>
  • <ieuw> klinkt net als in het Nederlands als een opeenvolging van <ie> en <w>, in het Antwerps dus als [ɪ:w].
    • behalve in het woord nieuw dat de in het Brabants zeer gewone overgang van w in v kent: nief
  • <eeuw> klinkt ongeacht de herkomst van de <ee> als [iəw][12][49], ook al kan de w soms wegvallen.[50]
  • <aai> klinkt als [ɑ:j] of [ɔ:j], en is door die tweede, authentiekere uitspraak moeilijk tot onmogelijk te onderscheiden van <ui>
    • Voorbeelden: waaien [wɔ:jə(n)]

Korte klinkers vóór [ŋ]

In het platste Antwerps klinken de korte klinkers e, i, o, ù, u, ö vóór [ŋ] als hun lange tegenhangers ee, ie, oo, oe, uu, eu:[51]

  • meŋs als meeŋs [mɛiŋs]
  • kiŋd als kieŋd [kɪ:ŋt]
  • hoŋd als hooŋdʊŋt]
  • dùng als doeng [doʊŋ]
  • zöng als zeung [zœʊŋ]

De a klinkt, tenzij ze gerekt is tot ae, niet anders dan vóór bijvoorbeeld m.

Wegvallende naslagen

In het Antwerps, vooral in zijn plattere vormen, kan de naslag wegvallen op het eind van iê, eê en oê. Mogelijk wordt dit wegvalsproces geremd door het AN - [i:] is daar immers de uitspraak van <ie>. Vaste regels zijn er niet, maar wel een paar tendensen:

  • Vóór r wordt de naslag altijd behouden.[52]
  • Vóór g valt hij opvallend dikwijls weg.[52]
  • Hoe sneller men spreekt, deste hoger is de kans dat hij wegvalt.[52]
  • Vóór j valt hij altijd weg: briêje [bri:je], kruien [krɔ:jə].

Enkele verschillen qua woordenschat

Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:

  • drie = drij[53] [draə]
  • De uitgang -heid wordt verkort tot -ad[35] [at] (in jonger Antwerps dikwijls tot -ed [et][54]); het meervoud ervan is -ede(n)idə(n)].[55]
  • Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt ik net als in het Oudnederlands[56] een vorm die gelijk is aan de infinitief.[57]. Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker[58]) van de n met zich heeft meegebracht.
    • Namelijk deze (en hun samenstellingen): zijn, zen; gaan, gon; staan, ston en doen, dùng; zien, zing.

Medeklinkers

De uitspraak van de medeklinkers is meestal dezelfde als die van het Nederlands. Zo kent het Antwerps ook een soort eindklankverscherping aan het einde van een woord; net als in het Nederlands is daar geen verschil te horen tussen t/d, p/b; s/z, f/v, ch/g; en [g]/k [ʃ]/[ʒ]. Meestal worden ze inderdaad stemloos uitgesproken, met uitzondering van wanneer het volgende woord met een b of d begint - maar: s/z, f/v, ch/g worden ook stemhebbend uitgesproken als het volgende woord met een klinker begint.[2]

Klinkers

Algemeen valt het op dat in het Antwerpse klinkerstelsel de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is dat namelijk net tegenovergesteld. Bijvoorbeeld klinkt 'ziel' in het Nederlands als [ziˑl], maar in het Antwerps als [zɪˑl]. Als bronnen werd het werk van Filip Camerman gebruikt, en de fonetische notaties voor de centrerende diftongen zijn overgenomen uit Jan Nuyts "Het Antwerpse vokaalsysteem – Een synchronische en diachronische schets".

Enkele verschillen qua woordenschat

Enkele woorden die niet overeenkomen met de klankverhoudingspatronen boven:

  • 'drie' = drij [draə]
  • De uitgang '-heid' wordt verkort tot -ad[at] [59] (in jonger Antwerps dikwijls tot -ed [et][60]); het meervoud ervan is -ede(n)idə(n)].[55]
  • Bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd die op -n uitgaan, in plaats van op -en, krijgt de 1e persoon enkelvoud net als in het Oudnederlands[61] een vorm die gelijk is aan de infinitief.[57] Deze infinitieven komen meestal voor in hun verkorte vorm, die al dan niet een velarisering (misschien onder invloed van de articulatieplaats van de klinker[62]) van de n met zich heeft meegebracht.
    • Namelijk deze (en hun samenstellingen): ik zen (zijn), ik gon (gaan), ik ston (staan), ik dùng (doen) en ik zing (zien).

Grammatica

Hier worden enkele gevallen besproken waarin de Antwerpse grammatica afwijkt van haar Algemeen-Nederlandse tegenhanger.

Verbuiging

In het algemeen zijn de Antwerpse verbuigingsverschijnselen te verklaren aan de hand van drie principes: accusativisme, n-deletie en e-deletie; soms heeft analogie ook een rol gespeeld.

Accusativisme

De Antwerpse buigingsvormen gaan terug op die van de oude Nederlandse accusatief (4e naamval):

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-en -e -0
eenen eene[63] een
kleinen kleine klein
n-deletie

In het algemeen valt de slot-n weg behalve vóór klinkers. In de mannelijke uitgang ’’-en’’ blijft ze echter ook bewaard vóór een paar medeklinkers: b, d, t, h.[64][65]

Onder dezelfde condities kan een n wegvallen bij het onzijdige, als het woord eindigt op een lange klinker + n[66], zoals bij e klei kiŋd [ə klɑi kiŋt] (een klein kind). Klanken die in de hierop volgende paradigmata wegvallen volgens de n-deletie zijn geschreven binnen [ en ].

e-deletie

De uitgang -e (vrouwelijk enkelvoud en meervoud alle geslachten) valt onder bepaalde condities weg.

  1. Het volgende woord begint met een klinker of tweeklank.[67]
  2. Het woord gaat uit op –er.
  3. Het woord gaat uit op –el.
  4. Het woord eindigt op een klinker of tweeklank.[68] Inclusief de onechte tweeklank oei (roei (rood), doei (dood), en goei)
  5. Het woord eindigt op een lange klinker of tweeklank gevolgd door een sonorant (-l, -n, -r, -m, -j, -w) [69]
  6. Het woord eindigt op –aer(e)m.[70]
  7. Mogelijk, maar niet al te courant, zijn de patronen -r(e)m en -l(e)m.[71]
  8. [72]

In de hierop volgende paradigmata wordt een e die wegvalt volgens de e-deletie geschreven binnen ( en )[73]

De samenval van -e en -en

Behalve de vrouwelijke/meervoudige uitgang -e en de mannelijke uitgang -en, zijn -e en -en samengevallen tot -e(n). Bijdrage heet dus bijdrage(n) en toren tore(n). In deze nieuwe uitgang -e(n) wordt de n alleen maar uitgesproken vóór klinkers.[74]

Het onbepaald lidwoord

mannelijk vrouwelijk onzijdig
ne[n] een e[en]

[64]

Een perfect voorbeeld van de drie bovenstaande principes: eenen ('nen) en een volgens dat der n-deletie, eene volgens dat der e-deletie.

Of ook: nen bruur, een zuster, e kot

Het bepaald lidwoord

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
de[n] d(e) et, 't

[75]

Den is gereduceerd volgens de n-deletie, de volgens de e-deletie. Door zijn vorm is het niet getroffen door de n-deletie, maar de h is wel weggevallen.

Opmerking: over het algemeen gebruikt men bij persoonsnamen ook het mannelijke bepaald voornaamwoord, bijvoorbeeld De Lowie, Den Herman. Zoiets gebeurt niet bij vrouwennamen (*de Maria). Ook komen we dikwijls tegen dat in besloten kring, wanneer iedereen de persoon kent, een bezittelijk voornaamwoord gebruikt wordt. Dat wordt dan ook naar geslacht verbogen: Onze Lowie, Ons Maria. Zoals in de zin: Edde gij onze/de Lowie al gezing? (Heb jij Lowie al gezien?).

Het bezittelijk voornaamwoord

persoon mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
1 ev mijne(n) mijn mij(n)
manne(n) man ma(n)
2 ev ùwe(n) [uʋə(n)] ù(w) [u(ʋ)] ù(w) [u(ʋ)]
auwe(n) [ɑʋə(n)] au(w)[ɑ(ʋ)] au(w) [ɑ(ʋ)]
3 ev eure(n) eur eur
zijne(n) zijn zij(n)
zanne(n) zan za(n)
1 mv onze(n) ons ons
2 mv olle(n) olle(n) olle(n)
3 mv unne(n) un un

[76]

Hun en heur zijn hun h verloren.
Mijn/mijnen en zijn/zijnen hebben n-deletie ondergaan. Onder de invloed van de tussentaal komen mij en zij echter steeds minder voor.[77]
De w in ouw (of auw, dat ook voorkomt) wordt alleen maar uitgesproken voor een volgende klinker.[78] De ontwikkelingsgang van deze twee woorden: auw[79] < ouw.[80] < uw[81]
Vrouwelijk ons/un vermoedelijk naar analogie van de andere vormen in de tabel.
Olle(n) wordt verbogen als een adjectief dat op -e/-en uitgaat.
Opmerkelijke uitzonderingen zijn de mannelijke woorden ‘’vader’’ en ‘’bruur’’ (broer), die de onzijdige bezittelijke voornaamwoorden krijgen.[77] Als er een adjectief tussen komt, worden ze weer mannelijk verbogen: ons bruur, maar onzen aenderen bruur.

Er komen vormen voor met andere stamklinkers (korter of van dezelfde lengte), maar de verbuiging blijft dezelfde.

Het aanwijzend voornaamwoord

De uitgang {d} gedraagt zich als volgt:

  1. Hij valt normaal gezien weg; erop volgende fricatieven (v, g, z, zj) en d worden echter stemloos.
  2. Vóór een klinker klinkt hij als [d].
  3. Vóór ‘em en ‘er klinkt hij als [t].
  4. Vóór et wordt hij vervangen door een g [ɣ].[82]
Normaal gebruikt
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
deze[n] dees dees
diê[n] die da{d}

[83]

De e-deletie dees < deze valt niet te verklaren aan de hand van de boven vermelde regels; vermoedelijk is ze gebeurd naar analogie van andere functiewoorden.[84]
Diê[n] is waarschijnlijk gevormd naar analogie van andere functiewoorden: die + e[n].

Zelfstandig gebruikt
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
(den) deze(n) (de) dees (et) dees
(den) diê(n) (de) die da{d}

Behalve da{d} kunnen ze bij zelfstandig gebruik dus het bepaald lidwoord voor zich krijgen.[85]
Let op! Hier is de mannelijke uitgang -en verder gereduceerd en blijft zijn n alleen maar bewaard vóór klinkers.

Het betrekkelijk voornaamwoord

- mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
onderwerp diê(n) die da{d}
voorwerp da{d} da{d} da{d}

[86]

Let op! Hier is de mannelijke uitgang -en verder gereduceerd en blijft zijn n alleen maar bewaard vóór klinkers. Zie boven voor verklaring van {d}.

Bijvoeglijke naamwoorden en andere verbogen woorden

De verbuiging wordt in dit deel beschreven vanuit een synchroon perspectief, maar deletieregels worden genoemd ter opheldering. De onzijdige n-deletie wordt hier omwille van de duidelijkheid genegeerd.

De standaardverbuiging
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -e -0

[67]

Hieronder vallen logischerwijze elk en welk.

De sonorantenverbuiging
mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -0 -0

[68]

Deze categorie is ontstaan uit de e-deletie. Omdat die niet echt is doorgedrongen in de tussentaal wordt ze door veel jonge sprekers behalve bij sommige functiewoorden slechts sporadisch toegepast[87]
Hieronder vallen logischerwijze iên, giên, aender en ieder.
Sommige woorden horen tot deze categorie om historische redenen en niet wegens hun tegenwoordige vorm

De verbuiging van bijvoegelijke naamwoorden op -d

Deze verbuiging is ontstaan door de werking van de d-syncope en de e-deletie.

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig/predicatief
goeie[n] goei góed

goeie[n] gaat terug op "goeden", waarvan de d in een j is overgaan - daarenboven is de n door de n-deletie getroffen
goei gaat terug op "goede", met d > j en bovendien e-deletie na de hierdoor ontstane sonorant
góed heeft zijn vorm behouden, maar heeft ook dezelfde ontwikkeling ondergaan als bijvoorbeeld wad: de d valt weg behalve voor klinkers waar ze daadwerkelijk als een [d] klinkt en men bespeurt ze ook in de verstemlozing van erop volgende fricatieven. Dit was vroeger waarschijnlijk ook het geval met andere adjectieven op -d, maar in het hedendaags Antwerps is goed het enige geval.

De woorden met een w ter vervanging van de d worden op dezelfde manier verbogen:

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig/predicatief
ouwe[n] ouw oud

Verbogen zoals goed:

  • briêd
  • doêd (doei-)
  • kwaad
  • roêd (roei-)
  • ...[90]

Verbogen zoals oud:

  • blauw (met analogische -d in het onzijdig)
  • grauw (met analogische -d in het onzijdig)
  • koud
  • rauw
  • ...[90]
De verbuiging van de overtreffende trap

(stam = grondwoord minus e)

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -(e) -e(n)

Deze categorie bevat:

  1. De overtreffende trap (schoônste) [68]
  2. Rangtelwoorden (twiêde[91])
  3. Dezelfste [68]

Het enige verschil met de stofnamenverbuiging is -(e) in vrouwelijk en meervoud.

De stofnamenverbuiging

(stam = grondwoord minus e(n))

mannelijk vrouwelijk/meervoud onzijdig
-e[n] -e(n) -e(n)

[92]

Deze verbuiging geldt voor alle adjectieven op -e(n), behalve die van de overtreffendetrapverbuiging.
Ze wordt ook toegepast op samenstellingen voor de keuze tussen -e- en -en-: boerentore (mannelijk), boeretores (meervoud).[93]

In populaire cultuur

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Bij de keuze van grafemen heeft deze het AN gebruikt als vertrekpunt. Het enige effect hiervan op dit artikel is dus dat een nieuw grafeem wordt "verzonnen" waar de AN-spelling er een te weinig heeft.
  2. 2,0 2,1 Camerman, F., Antwerps schrijven: Spelling en grammatica van het 21e-eeuwse Antwerps
  3. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  4. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  5. º Tàànder Aàntwààreps: De A-klanken
  6. º http://tanderantwerps.blogspot.com/2008/12/korte-en-lange-klinkers.html
  7. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  8. 8,0 8,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  9. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  10. 10,0 10,1 Men zie hiervoor onder andere
  11. 11,0 11,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  12. 12,0 12,1 12,2 12,3 12,4 12,5 Smout, H., Het Antwerps dialect
  13. º http://www.aentwaerps.be/forum/topic/87/last
  14. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  15. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  16. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  17. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  18. º Camerman noteert <oê> naar analogie van zijn andere gekozen grafemen; wij echter niet om het leesbaarder te houden
  19. 19,0 19,1 Smout, H., Het Antwerps dialect
  20. º http://www.aentwaerps.be/woord/2331
  21. º http://www.aentwaerps.be/woord/2390
  22. º http://www.aentwaerps.be/woord/537
  23. º http://vlaamswoordenboek.be/definities/toon/11474
  24. º Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse woordeschat - oor- oêr- oer
  25. º Antwerps.be - Woordenboek Antwerps - Nederlands
  26. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  27. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  28. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  29. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  30. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  31. º http://www.aentwaerps.be/tekst/403/katastroof-aentwaerpe/beko%EArd
  32. º http://www.aentwaerps.be/woord/2462
  33. 33,0 33,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  34. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  35. 35,0 35,1 35,2 35,3 Camerman, F., Antwerps schrijven
  36. º De overgang o > -ù is ouder dan de typisch Antwerpse uitspraak van n als ŋ.
  37. 37,0 37,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  38. º Het is niet altijd gemakkelijk om uit te maken of er sprake is van een doffe e of een ö, wat blijkt uit waarschijnlijk dat vertaalt als wörschijnlijk (indien stamklankverkorting met umlaut) of werschijnlijk (indien stamklankverkorting en verdoffing tot sjwa)
  39. 39,0 39,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  40. º De juiste schrijfwijze is laweit, aldus het WNT
  41. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  42. º Volgens J. Nuyts alleen maar voor dentalen.
  43. º te Winkel, L. A.; M. de Vries, Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden
  44. º Deze lijst bevestigt de regel. Smout wijst in dezelfde richting §35 (p. 14) §56 (p. 26).
  45. º Tàànder Aàntwààreps: Naslag, halfklinkers en tussenklanken
  46. º Philippa, M.; e.a. (red.), Etymologisch Woordenboek van het Nederlands [A-K]
  47. º Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - tussen-j
  48. º Soms ook bewaard in toernoôi
  49. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  50. º Bijvoorbeeld in de verbogen vormen van schriêwe(n)
  51. º Zie de spelling op http://aentwaereps.blogspot.com/
  52. 52,0 52,1 52,2 http://tanderantwerps.blogspot.com/2009/05/naslag-halfklinkers-en-tussenklanken.html
  53. º De correcte schrijfwijze aldus het WNT lemma 'drie'.
  54. º Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
  55. 55,0 55,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  56. º Quak, A.; J. M. van der Horst, Inleiding Oudnederlands
  57. 57,0 57,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  58. º Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
  59. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  60. º Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
  61. º Quak, A.; J. M. van der Horst, Inleiding Oudnederlands
  62. º Nuyts, J., Het Antwerpse vokaalsysteem - Een synchronische en diachronische schets
  63. º eene wordt in zeker situaties wél gebruikt in het meervoud, bijvoorbeeld in "zoe'n boekke"
  64. 64,0 64,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  65. º Voorheen hoorde ook r in die reeks.
  66. º Ooms, Miet, Taal in stad en land: Vlaams-Brabants en Antwerps
  67. 67,0 67,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  68. 68,0 68,1 68,2 68,3 Camerman, F., Antwerps schrijven
  69. º van Keymeulen, Jaques, Taal in stad en land: Vlaams-Brabants en Antwerps
  70. º [1]; zoek op *aerm
  71. º Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - D'alternatieve verbuiging
  72. º Meer gevallen?
  73. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  74. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  75. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  76. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  77. 77,0 77,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  78. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  79. º de w getuigt ervan dat auw ontstaan is uit ouw.
  80. º De lezer houde in gedachten dat <ouw> als [a:(w)] klinkt
  81. º zie http://dbnl.org/tekst/wink002gesc01_01/wink002gesc01_01_0006.htm voor de ontwikkeling ouw < ûw (ev: < iuw)
  82. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  83. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  84. º mannelijk: ə+n, vrouwelijk: geen ə, onzijdig: niks of n-deletie
  85. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  86. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  87. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  88. º Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands
  89. º Antwerps.be - Woordenboek Antwerps-Nederlands
  90. 90,0 90,1 90,2 gelieve deze lijst te verlengen
  91. º http://www.aentwaerps.be/woord/865 http://www.aentwaerps.be/woord/866
  92. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  93. º http://www.aentwaerps.be/files/boek/Antwerps%20schrijven%20-%20III.7%20-%20De%20tussen-n%20in%20samenstellingen.pdf
rel=nofollow

q2090757 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow